Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 30 (1926)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.90 MB)

Scans (27.32 MB)

ebook (4.72 MB)






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 30

(1926)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Kent Gij het Land?

Onzen ouden vriend De Kampioen zien wij nog wel eens. Wat is hij veranderd sinds zijn vroegste dagen! Van wielersportblad is hij toeristenblad, reiskroniek en natuurverdediger geworden. En met voordeel.

Waar men bewust, of met die halve benulligheid, die meer op een instinct gelijkt, nuttige en mooie dingen in ons land met vernieling bedreigt strijdt het blad van den A.N.W.B. voor behoud en steeds spoort het zijn lezers aan dit land voor zichzelf te gaan ontdekken om het lief te krijgen.

Dat is zeer noodig. De Bond heeft reeds ver over de drie duizend wegwijzers in ons land geplaatst. Wanneer men nu verneemt, dat vele daarvan door de baldadige jeugd vetnield worden, moeten er toch nog steeds menschen zijn, die hun kinderen geen liefde voor ons land weten in te prenten. Wanneer het blad vermeldt, dat zes honderd groote eiken en populieren in de Beetsterzwaagsche bosschen geveld zullen worden is dat vermoedelijk een nieuw bewijs uit vele, dat ook vele volwassenen die erover te beschikken hebben, voor het schoon des lands niet genoeg voelen. Een gestadig zich uitbreidend deel van Nederland wordt boomenloos. Treffend vertolkte Helène Swarth in een gedicht de stille taal der om

[p. 115]

hun leven smeekende boomen en pleitte om genade voor hen:

 
Maar zie - de boomen breiden smeekende armen,
 
Maar luister - ik versta hun stille taal
 
‘O wreede mensch! wij roepen om erbarmen!
 
Vermoord ons niet, eer zingt de nachtegaal!’

Anderen komen op voor het behoud van de molens, die oud-Hollandsche stoffeering van het landschap waarin de laatste jaren ook danig gehakt is. Gelukkig werd de molen ‘De Rood’ te Delft - trouwens ook andere - gered, waartoe een gedicht van Edw. B. Koster, mede in de Kampioen opgenomen, het zijne kan hebben bijgedragen. Maar hoe vele zijn er in den laatsten tijd niet onherroepelijk verdwenen?

Kent gij het land, dat gij zoo gedachtenloos schendt? zou men den sloopers willen toeroepen.

‘Kent gij het land?’ vroeg hetzelfde blad in zijn nr. van 28 Januari. Slechts weinigen kennen het. Nog eens een steekproef genomen! Kent men bijv. deze bijzonderheid, dat tal van plaatsen denzelfden naam dragen; dat er acht gemeenten Den Haag heeten, vier Zandvoort, zes Vogelenzang, twaalf Den Bosch, 24 Broek, 43 Molenbuurt, Molendijk, Moleneind, Molengat, Molenpolder of Molenstraat enzoovoort? Kent gij het land; weet gij, die tevreden over de wegen peddelt of tuft, bijv. welk een geld en moeite de verbetering en het onderhoud van ons wegennet kosten? Dat millioenen mee gemoeid zijn met het wegenvraagstuk?

En dan de geschiedkundige herinneringen!

In een paar opstellen over Engelsche logementen maakte Maurits Wagenvoort een opmerking over de herinneringen ook aan Nederlandsche logementen verbonden. ‘De Nederlander, schreef hij, loopt meestal in eigen land rond en vindt - wat al véél is, goddank! - het een lief land en zelfs een schoon land, maar hij beseft niet, dat ook hier straatwegen en landwegen “geplaveid” zijn met geschiedkundige feiten. Want zoowel als zijn eigenlandsche letterkunde is veelal zijn eigenlandsche geschiedenis hem onbekend.

In Engeland is dit juist het tegengestelde’.

Wanneer de Kampioen door zulke opmerkingen te plaatsen en door eenvoudige bijzonderheden mee te deelen over ons land de belangstelling poogt op te wekken en te verlevendigen, vindt zij onze hartelijke instemming. Een land goed kennen is de eerste voorwaarde om het lief te krijgen. De gemiddelde Nederlander houdt veel te weinig van zijn land in vergelijking met andere volken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken