Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Neerlandia. Jaargang 31
Toon afbeeldingen van Neerlandia. Jaargang 31

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3,90 MB)

Scans (28,64 MB)

ebook (4,72 MB)

XML (1,43 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 31

(1927)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Pirennes Geschiedschrijving.

Tegen prof. Pirennes, thans bijna voltooide, groote ‘Geschiedenis van België’ oppert prof. dr. P. Geyl in ‘Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde’ bedenkingen onder het opschrift ‘Belgicistische Geschiedschrijving’. Pirennes doel, de eenheid van België te doen uitkomen, bracht, in zoo nabije omgeving van het - strijdbare - Belgische nationalisme, het gevaar van partijdigheid mee en de Londensche hoogleeraar toont aan, dat de bekwame Belgische schrijver dit gevaar niet altijd heeft ontweken. Vooral met den Franschen tijd voor oogen schijnt het begrip van nationale eenheid onhoudbaar: de zwakheid van het nationaliteitsbesef bleek, naar Geyl opmerkt, juist toen overtuigend uit het gebrek aan weerstandsvermogen tegen de verfransching. Geheel onjuist is volgens prof. Geyl de voorstelling, die Pirenne geeft, alsof reeds in de dertiende eeuw van een verfransching sprake was, als wij thans waarnemen. Die meening hebben Vlaamsche schrijvers reeds met goed gevolg weerlegd. Aan den opzet van het boek schijnt het mede te moeten worden toegeschreven, dat aan de opkomende Vlaamsche beweging slechts zeer weinig aandacht wordt gegeven. Een ernstig verwijt is, dat de Belgische hoogleeraar van zijn bronnen meestal slechts gebruik heeft gemaakt, voor zoover deze in zijn stelsel pasten, zoodat hij bijv. Nederlandsche schrijvers grootendeels ongelezen heeft gelaten. Tegenover Nederland en Nederlanders van beteekenis - koning Willem I inbegrepen - is hij dientengevolge in rechtvaardigheid te kort geschoten.


Vorige Volgende