Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 31 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 31
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 31Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 31

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.90 MB)

Scans (28.64 MB)

ebook (4.72 MB)

XML (1.43 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 31

(1927)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vreemde zang.

In een Fransch blad, dat zich al bij voorbaat La Victoire doopte, heeft een Parijsch journalist, die zich bescheidenlijk Rossignol (nachtegaal) teekende, een vreemden zang gezongen. Schrijvende over Fransch Vlaanderen, kwam hij tot de slotsom, dat er in dat gewest eigenlijk te veel Vlamingen wonen. Men moest niet zooveel Belgen binnenlaten, meent hij, tenzij dat overwicht door aanvoer van andere zijde werd opgewogen.

‘Hij wil ons stellig Sidi's, Moldowalaken en Hottentotten aanbieden’, spot de Mercure de Flandre, die dit geschrijf aan de kaak stelt. ‘Indien deze vogel, inplaatsvan, als een papegaai, handboekjes na te praten en voorzienigheid te willen spelen voor de toekomst, oog had gehad voor het heden, had hij moeten erkennen, dat alleen de groote eigenschappen

[pagina 183]
[p. 183]

van den Fransch-Vlaamschen stam de verbazingwekkende ontwikkeling van het Noorden mogelijk hebben gemaakt en dat de komst van Belgische Vlamingen, hetzij als arbeiders dagelijks ten getale van 30.000Ga naar voetnoot1) hetzij om er zich te vestigen, een kostbare steun is voor de ontwikkeling onzer nijverheidssteden.’

Wij hebben bij ons bezoek in Fransch-Vlaanderen onlangs bevestigd gezien, hoe juist dit is. Een groot deel van de bevolking van het Noorder departement stamt af van de Belgische Vlamingen, die in de eerste helft der negentiende eeuw, bij het begin van het industrieele tijdperk, daarheen verhuisden en die zich terstond thuis gevoelden onder het volk, dat zoo veel op dat van Belgisch Vlaanderen gelijkt. De geestkracht dezer bevolking heeft in en na den wereldoorlog schitterend uitgeblonken. Ondanks de geweldige vernieling, in die vier jaren aangericht, had reeds in 1925 de nijverheid van het Noorder-departement zich op haar volle vermogen hersteld. Dit is een van Frankrijks krachtigste gewesten. Van al het ijzer, dat Frankrijk voortbrengt, komt 92 pct., van alle steenkool 74 pct., van alle katoen 70 pct., van alle staal 60 pct. uit het departement du Nord, d.i. het oude Vlaamsche land. Roubaix (Roodebeke) en Tourcoing (Toerkonje) de voornaamste industriesteden, groeiden aaneen, voor een groot deel door de komst van Vlaamsche arbeiders uit België. De gelijke Vlaamsche afkomst van werkgevers en werklieden ontnam aan arbeidsgeschillen veel van hun scherpte en werkte dus mede aan deze ontwikkeling.

Dat weet de Parijsche regeering zeer goed en zij schijnt de vestiging van Vlamingen uit het Noorden op prijs te stellen. Een onlangs aangenomen wet strekt tot opneming (naturalisatie) van 4 millioen vreemdelingen onder de inheemsche bevolking en daaronder zijn 800.000 Belgen, d.i. hoofdzakelijk Vlamingen.

Men kan het jammer vinden, dat zooveel Vlaamsche volkskracht aan België onttrokken wordt, zij komt, al is het onder Fransche vlag, Fransch-Vlaanderen ten goede. Om niet op Vlaanderen toe te passen den paradox van Napoleon op Parijs: ‘Eén nacht zal dit verlies vergoeden.’

Een en ander toont voldoende, hoe schor de Parijsche ‘nachtegaal’ ditmaal zong!

voetnoot1)
in 1924.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken