Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 33 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 33
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 33Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 33

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.42 MB)

Scans (31.51 MB)

ebook (5.42 MB)

XML (1.31 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 33

(1929)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Nederlanders en Vlamingen.

Er zal wel niemand meer zijn, die den grooten invloed niet erkent, welke er uitgaat van ons Algemeen Nederlandsch Verbond, in het bizonder wat betreft het propageeren der Grootnederlandsche gedachte. Een der beste middelen is het samenkomen met onze Dietsche Zuiderburen, waardoor langzamerhand een sfeer wordt geschapen van onderling vertrouwen, welke tot een blijvende vruchtbare uitwisseling van gedachten kan leiden en er het hare toe zal bijdragen, om de verhouding Nederland-België gezond te maken.

Wat nu kunnen de Noord-Nederlanders doen, om het gevoel van stamverwantschap aan te wakkeren en meer met het wederzijdsche volksleven vertrouwd te raken? Wij kunnen hieromtrent wel in velerlei geschriften allerhande wetenswaardigheden vinden, doch door persoonlijke aanschouwing en aanraking, ziet, leert en begrijpt men veel meer en veel beter, wat er in de ziel van onze Zuidnederlandsche stamverwanten leeft.

Op de allereerste plaats dan zou ik daartoe willen aanbevelen het reizen in Vlaanderen. Het wordt tegenwoordig toch hoe langer hoe meer gewoonte, dat ieder Nederlander enkele vacantieweken naar het buitenland gaat. Waarom dan ook niet eens een vacantie naar Vlaanderen? Het is er niet minder mooi dan elders en men wordt er zeer zeker nog hartelijker welkom geheeten. Men denke vooral niet, dat ik hierbij het oog heb op het groot-tourisme, waarbij men onder leiding van een of ander reisbureau, groepsgewijze in sight-seeing of touring-cars de merkwaardigheden van Brugge of Gent gaat bezien. Neen, op deze wijze leert men Vlaanderen en de Vlamingen niet kennen. Daarvoor moet men op het platteland en in de kleine steden zijn. Men zal zich dan wel iets moeten ontzeggen: weelderige hotels, overvloedige maaltijden, schouwburgen en opera's, doch men vindt er een blijde ontvangst en echte gulle gastvrijheid.

Dezen zomer maakten wij een fietstocht door Vlaanderen; alles ligt ons nog versch in het geheugen.

Een tocht door Vlaanderenland heeft zijn bijzondere bekoring. Een rijk, vruchtbaar land, met noeste vlijt bewerkt, en over het algemeen een rijk bestaan opleverend. Geen vierkante meter onbebouwd, ieder stukje gronds in gebruik. Alom ziet men de boeren aan het werk met de nieuwste landbouwwerktuigen. Overal bedrijvigheid!

Begin Augustus als de oogst begint en het graan, deels gemaaid, deels nog rijpend op de akkers te pronk staat, de hoogopgeladen wagens met graanschoven en vlas U overal tegenkomen en uit ieder dorp het geklop van de machines, welke het vlas de eerste bewerking doen ondergaan, u tegenklinken; dat is m.i. wel de schoonste tijd, om Vlaanderen te bezoeken en er een blijvenden indruk van te bewaren. Dan heerscht er overal de vreugde van den arbeid.

En de Zondagen! Als de ‘estaminetten’ vol zitten met jong en oud, genietend van hun rustdag, de ouderen overwegend de kansen van den oogst, de jongeren onbezorgd aan hun spel, allen steeds bereid, om den vreemdeling vriendelijk te woord te staan, dat schept een sfeer van landelijke gezelligheid, waarbij men zich, als men zich even geven wil, ten minste even goed kan thuisvoelen als in de eerste- klashotels der groote steden.

1) Wie weet goede Nederlandsche woorden voor sightseeing car en touring car? Die vermelde ze eens in Neerlandia.

Red.

[pagina 14]
[p. 14]

En dan de kleine steden, waarvan we er zoo vele bezochten! Een stadje als Lier zal aan menigeen wel bekend zijn. Men kan zich daar zoo volkomen in de Pallietersfeer van Timmermans indenken! Wat kan men in die plaatsjes gezellig 's avonds op de markt zitten en hoe gemakkelijk en vriendelijk sluit ieder zich daar bij u aan, als men bemerkt, dat ge Nederlandsch sprekend vreemdeling zijt, zonder een spoor echter van indringerigheid. Ook plaatsen als Kortrijk, Dixmuide, Nieuwpoort en vele andere zijn een bezoek overwaard.

Het is wel merkwaardig, dat het in Vlaanderen tot den ‘bon ton’ schijnt te behooren om Fransch te spreken en dat is blijkbaar de reden, dat men zich overal verheugd toont, als men door iemand uit de gegoede klasse Nederlandsch hoort spreken en in die taal wordt aangesproken. Daarom moeten alle Nederlanders in Vlaanderen Nederlandsch spreken, en daarmee steunt men het best het streven van het Algemeen Nederlandsch Verbond. Het is mij overkomen, dat ik over de grens bij Esschen gaande, in gezelschap van een alleszins ontwikkeld man, hem onmiddellijk tegen ieder Fransch hoorde spreken. Ik heb er toen op gewezen, dat hij veel beter met Nederlandsch terecht kon en dat het in het belang der Vlamingen onze plicht was ons van de landstaal te bedienen.

In een stadje in Zuid-Vlaanderen spraken we den voorzitter van den Vlaamschen Bond. Hij vertelde ons, dat hij in het hotel ter plaatse eens een Nederlandsch medicus trof, die hem in zeer slecht Fransch aansprak. Bemerkend, dat hij Nederlander was, antwoordde de man hem in het Vlaamsch. Onze brave dokter liet zich echter niet uit het veld slaan en bleef zijn vragenreeks in het Fransch voortzetten, ofschoon hij steeds in het Vlaamsch antwoord kreeg. Zulke dingen zijn belachelijk en helaas lang geen zeldzaamheid. Wie in Vlaanderen volhoudt Nederlandsch te spreken, zal ondervinden, dat het slechts zeer zelden voorkomt, dat men hem niet verstaat, behalve in de groote hotels aan de kuststreek. Dit zal wel zijn oorzaak vinden in de te werk gestelde vreemde krachten. En aan het Fransch spreken doen de Nederlanders helaas maar al te vaak mede, inplaats van in openbare gelegenheden Nederlandsch te spreken, waardoor men den Vlamingen een krachtigen ruggesteun in hun zwaren strijd voor hun rechten geeft. De beste propaganda voor de Grootnederlandsche gedachte daar is veel bezoek van Nederlanders, niet te veel in gezelschappen. Men gunne zich rustig den tijd, om het land en de bevolking te leeren kennen, en ik weet zeker, dat iedereen voldaan zal terugkeeren.

N.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken