Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 33 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 33
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 33Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 33

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.42 MB)

Scans (31.51 MB)

ebook (5.42 MB)

XML (1.31 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 33

(1929)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Buitenland.

In het belang der Nederlandsche zeelieden in het buitenland.
Een dure nationale roeping.

Er komt in het Nederlandsche volk gelukkig een kentering ten opzichte van het gevoel van eigenwaarde. Het was lang, te lang door den handel zoo kosmopolitisch geworden, dat het eigene in het gedrang kwam. Bij velen ging het zuiver Nederlandsch karakter door den zuigenden invloed van grooter en machtiger Europeesche volken verloren. Vooral kwam en komt dit uit, als de Nederlander in den vreemde een bestaan ging vinden, waar hij maar al te spoedig zijn eigen land, waar hij gevormd werd, vergat.

Die neiging, om het vaderland te vergeten, zal ook wel oorzaak zijn, dat de Nederlanders zich over het algemeen steeds weinig hebben bekommerd om het lot der Nederlandsche zeelieden, wier werkterrein hoofdzakelijk in het buitenland ligt.

De Scandinavische landen hebben gelijk Engeland, Duitschland en Amerika, reeds lang begrepen, dat door het voeling houden met zijn zeelieden in buitenlandsche havens een volk zich zelf eert en zijn stamkracht mede onderhoudt. Deze landen verstonden te dien opzichte hun roeping: en schonken aan de geestelijke en stoffelijke belangen der koopvaardijvloot de noodige aandacht. In de voornaamste buitenlandsche havensteden openden zij zeemanstehuizen met leeszalen. Zelfs scheepshospitalen en gevangenisbezoek staan op hun programma. Sedert het begin dezer eeuw is op dat gebied prachtig sociaal werk verricht. Zoo kan The British Sailors Society bogen op een bedrijvigheid en voortvarendheid, die overweldigend is. Over heel de wereld zijn haar Tehuizen gevestigd, waarin de zeeman een onderkomen kan vinden, verpoozing kan zoeken en zich bezig kan houden met studie en leesstof in rijke verscheidenheid. Er zijn aan deze naar moderne eischen ingerichte Tehuizen inlichtingskantoren verbonden voor het opsporen van vermiste zeelieden, spaarkassen, enz. Het maandblad dezer instelling Chart and Compass geeft een hoog denkbeeld van den grooten stijl, waarin deze nuttig earbeid verricht wordt. Beschermers zijn de koning en de koningin van Engeland terwijl de aartsbisschop van Canterbury voorzitter is.

Maar ook, wat onze oostelijke buren voor hun zeelieden doen, verdient alle hulde. Toen na den wereldoorlog Duitschland veel opbouwend werk ook in het buitenland moest verrichten, behoorde daaronder niet in de laatste plaats de verzorging der belangen van de koopvaardijvlootbemanning. Van de 180 zeemanstehuizen, die Duitschland voor den oorlog bezat, is reeds bijna de helft weer in eere hersteld en het zal niet rusten, voor over heel de lijn deze tak van buitenlandschen dienst tot in de puntjes is verzorgd. Om aan dien opbouw mee te werken, worden heinde en ver jonge ‘Seemannpastors’ uitgezonden. In dit verband mag die Deutsche Evangelische Seemannsmission met eere genoemd worden.

De Noorsche zeemanstehuizen zijn bekend om hun reinheid en inrichting en zelfs Finland, dat toch maar een bescheiden plaats in het wereldverkeer inneemt, heeft op degelijke manier er voor gezorgd, dat zijn zeelieden in het buitenland goed worden ondergebracht.

[pagina 168]
[p. 168]

En wat deed Nederland?

Het heeft zijn eigenwaarde op dit gebied prijs gegeven en laat zijn zeelieden aan de gunst van den vreemde over. Met uitzondering van gewaardeerd liefdadigheidswerk van enkele Nederlandsche families was er tot voor kort geen nationale belangstelling voor de verzorging der belangen van Nederlandsche zeelieden in het buitenlandGa naar voetnoot1).

Maar sedert enkele jaren is er dan toch een Zeemanszendingsarbeid ingesteld, die het verzuim wil inhalen en het is te hopen, dat dit lichaam zich niet zal laten leiden door partijverschillen, die in Nederland zooveel eenheidswerking verhindert. De instelling heeft tot doel het sociaal, wetenschappelijk en godsdienstig belang van den Nederlandschen zeeman te behartigen en het is dus een dringende eisch, een eereplicht, dat het Vaderland in samenwerking met de Nederlandsche kolonies in het buitenland, krachtig steunt, dat de Regeering in dezen voorop gaat.

Ieder volk is verplicht zijn zeevarende zonen aan zich gebonden te houden. Zij vertegenwoordigen overal een stukje vaderland, zij kunnen steeds werkzaam zijn tot verlevendiging van het stambewustzijn, zij dragen in handel en nijverheid bij tot de welvaart van hun landgenooten, verbreiden mede de cultuur van hun land en dat veelal in gevaarlijker omstandigheden dan de ‘ingezetenen’.

Zeemanszendingsarbeid zal dus in de eerste plaats te zorgen hebben voor de stichting van modern ingerichte Nederlandsche Zeemanstehuizen, die een Hollandsch karakter moeten dragen, Nederlandsche zindelijkheid en opgewektheid moeten er heerschen en de Nederlandsche zeeman moet er zich thuis gevoelen, vaak na maanden langen strijd met de elementen er een stukje Nederland vinden, Nederlandsche kranten, boeken en tijdschriften naar zijn begeeren en bevatting. Er kunnen door samenwerking met Nederlandsche vereenigingen ter plaatse en de Nederlandsche Consulaten lezingen, muzieken rolprentavonden gehouden worden. Ook aan zijn godsdienstige behoeften moet hij er kunnen voldoen buiten alle kerkisme om.

Men beseft te onzent nog veel te weinig, hoe vooral jonge zeelieden aan allerlei gevaren in de zeehavens bloot staan en welk een zedelijke steun goed ingerichte Zeemanstehuizen voor hen kunnen zijn in hun onevenwichtig ongeregeld bestaan.

Reeds de wetenschap, dat Nederlandsche zeelieden in een buitenlandsche haven een plekje Nederland kunnen vinden, zal hen zich nauwer aan het vaderland doen gevoelen en welk een voorrecht zal het voor hun zieke vakgenooten zijn, als zij in het hospitaal door middel van die Tehuizen verbinding kunnen krijgen,

illustratie
De Theems. In dit gedeelte liggen uitsluitend Nederlandsche booten.


om hen de eenzaamheid in het vreemde land te helpen dragen!

Het geldt hier de verheffing van een verwaarloosd zwervend deel van ons volk, dat voor ons volksbestaan van groote waarde is.

Londen, Zomer 1929.

MARTIN BRINKSMA.

Naschrift:

De schrijver van de bovenstaande beschouwing is de eerste en voorloopig de eenige Nederlander, die in ambtelijk verband met den Zeemanszendingsarbeid staat. Hij is secretaris van een uitgebreid comité, dat zich als doel stelt een Nederlandsch Zeemanshuis naar de eischen des tijds aan de Theems te stichten nabij de Tower Bridge, waar bijna uitsluitend Nederlandsche booten aanleggen. In die commissie hebben o.m. zitting de heeren F.C. Stoop, Henry van den Bergh, W. van Oosterwijk Bruyn en C. Zulver, welke laatstgenoemde - zijn adres is St. Helens Court, Londen E C 3 - gelijk de heer Brinksma, gaarne nadere inlichtingen verstrekt. Een krachtige stoot tot de vorming der commissie gaf onze gezant, Jhr. De Marees van Swinderen.

Men heeft alreeds zooveel geld bij elkaar, dat er een huis gekocht kon worden, maar men heeft nog evenveel noodig voor vernieuwing en inrichting. Een kapitaal van £ 10.000 is noodig en voor onmiddel-

[pagina 169]
[p. 169]

lijke uitgaven £ 5000.

Wij bevelen deze zeer nuttige en noodige instelling aan in de hulp van allen, die daartoe in staat zijn en vertrouwen, dat ook van Regeeringswege steun zal worden verleend. Voor opgave van jaarlijksche bijdragen en giften wende men zich tot het kantoor van het A.N.V., Laan 34, den Haag, Girono. 38825.

Red.

voetnoot1)
Sedert dit geschreven werd is, 20 October, een Nederlandsch Tehuis voor Zeelieden te Genua geopend. Red.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken