Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 38 (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 38
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 38Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 38

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.30 MB)

Scans (39.87 MB)

ebook (7.77 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 38

(1934)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een nieuwe triomf voor de Nederlandsche Luchtvaart.

Men moet teruggaan tot November 1924, toen Van der Hoop, Van Weerden Poelman en Van den Broeke de eerste vlucht van Nederland naar Indië in 17 dagen volbrachten, of tot Juli 1927, toen Geysendorffer en Scholte in nog korter tijd den eersten passagier (Van Lear Black) naar de Oost vervoerden, om een tegenhanger te vinden van de geestdrift, die zich van heel het Nederlandsche volk en zijn stamverwanten, waar ter wereld ook, meester maakte, toen Vrijdag 22 December 1933, de vreugdemare zich door den aether verspreidde:

De Pelikaan is in Indië aangekomen na een vlucht van ruim vier dagen.

Nog onder den indruk der teleurstelling met de Postjager, die met zooveel verwachting op Kerstbezoek in de Oost, was opgestegen, maar in Italië strandde; na den tegenslag met de Zilvermeeuw, die toen de Kerstpost naar Indië zou brengen, werd de Pelikaan als redder in den nood op hoop van zegen ingezet. En de zege(n) werd in nog geen 101 uren bevochten. Schitterend volbracht de Pelikaan haar triomfalen tocht en reeds de vijfde dag na het vertrek van Schiphol kon het opgetogen Indië de vier manschappen, die dit sterke staaltje van luchtvaartverkeer volbrachten, te Batavia huldigen.

En om de kroon op hun koene daad te zetten, vlogen ze in nog iets korter tijd terug naar het Vaderland, waar ze nog voor Nieuwjaarsdag behouden aankwamen.

Met de P.H.A.I.P. hebben ze de eer van Nederland schitterend opgehouden; andermaal is getoond, dat een klein volk groot kan zijn door vindingrijkheid en energie, door durf en moed, door techniek en vernuft, gelijk het dat kon door zijn kunst, handel en wetenschap.

Maurits Wagenvoort, die in de kracht van zijn leven zoo vaak het Voetspoor der Vaderen heeft gezocht, gevonden en gevolgd; op vele plaatsen in de wereld de herinneringen van oude Nederlandsche ondernemingsgeest en grootheid aan het licht bracht, schreef in zijn roman ‘De Voorbijganger’, onder den indruk, dat ons land al te zeer vervallen was van zijn roem, dat er geen kleine landen maar enkel kleine menschen zijn. En hij oordeelde - 't was in het begin dezer eeuw - dat er onder zijn landgenooten te veel schelpdieren waren, die vogels met ver reikenden blik en sterke vleugels hadden moeten zijn....

Van sterke vleugels gesproken, grijze Wagenvoort! Hier hebt ge ze: die van de Pelikaan, gevormd volgens

[pagina 2]
[p. 2]


illustratie
De Pelikaan met de bemanning, v.l.n.r. Smirnoff, Soer, Grosfeld, Van Beukering. (Foto: K.L.M.)


de vindingen van den wereldberoemden vliegtuigbouwer Fokker en bestuurd door een viertal stoere luchtvaarders: Smirnoff, Soer, Grosfeld en Van Beukering, wier geestkracht en uithoudingsvermogen de roemvolste jaren der Oud-hollandsche zeevaarders in herinnering brengt.

Een dergelijke krachttoer brengt den landgenoot in geestdrift en dwingt eerbied af in de geheele wereld, zij vervult elken Nederlander met rechtmatigen trots, omdat hij zich, vooral in een neerdrukkenden tijd als wij thans beleven, gesterkt voelt in het vertrouwen, dat een volk, 't welk zulke geweldige proeven van verkeerssnelheid door de lucht levert, het verre koloniale gebied zóó naast de deur haalt en dus het meeleven met elkaars wel en wee gemakkelijker, den eeuwenouden: band sterker maakt, voor geen achteruitgang, laat staan ondergang, behoeft te vreezen; integendeel een volk in wederopgang en zelfs voorgang is.

Een aangenamer en verheffender Kerst- en Nieuwjaarsgeschenk had de K.L.M. het Nederlandsche volk niet kunnen brengen.

* * *

 

We laten hier nog het verslag van een ooggetuige der ontvangst op Schiphol, den voorzitter onzer Afdeeling 's-Gravenhage, Mr. A.B. Cohen Stuart, volgen:

 

Groep Nederland van 't A.N.V. had in haar vergadering van 16 December in beginsel besloten, de bemanning van de Pelikaan niet enkel met een telegram te huldigen, doch ook zoo mogelijk haar bij de thuiskomst te begroeten en haar een huldeblijk aan te bieden. Nader bepaalde het Groepsbestuur dat de heer Oudendijk namens de Groep het woord zou voeren, zoo daartoe gelegenheid mocht bestaan, terwijl schrijver dezes eveneens was uitgenoodigd, aanwezig te zijn. Bericht werd dat de Pelikaan 30 December, des avonds ongeveer om 8 uur op Schiphol zou landen. Om 5 uur kwam de heer Paans mij in Scheveningen afhalen, 't Was wat mistig en er zou voorzichtig gereden moeten worden. Na een langen guren tocht naderden we tegen 7 uur Schiphol. Het flitste in lange lijnen op alle wegen: duizenden auto's, aanrollend uit tal van oorden.

Op het vliegterrein een geweldig menschengewemel. Ik vond met mijn gezelschap een plaats in het hoofdgebouw, waar het stampvol was, maar waar men ten minste warm kon blijven. In de vertrekken, volgens een ordebewaarder, bestemd voor Ministers, Kamerleden en vlagofficieren, ontdekte ik tot mijn genoegen den heer Oudendijk. Deze meldde, dat er niet gesproken zou worden, althans, zooals later bleek, niet namens vereenigingen. In het gebouw werd telkens afgeroepen, hoever de Pelikaan gevorderd was. Volgens de laatste berekeningen kon de landing ongeveer half 10 verwacht worden. Tegen half 10 togen we in een geweldig gedrang een wenteltrap op, leidend naar een plat niet mooi uitzicht op het vliegveld. Felle lichtwerpers bestraalden het landingsterrein en een vuurbaak zond rood licht uit, maar alles was angstig dik met een muur van mist omsloten. Eenige minuten na half 10 geronk van motoren. 't Moest de Pelikaan zijn, maar we zagen niets.

Stil.... was-ie daar niet? Neen, niets te zien. het waren blijkbaar lichten van een auto geweest. Wachten, wachten. Weer geronk? Wachten. Weer geronk? Ja, ja.... We tuurden angstig in de mist. Kwart over 10. Daar opeens.... wàs-ie er. Kroop langzaam waggelend naar voren, als een duizelige, pas ontpopte vlinder. Aan 't gejuich geen einde. Vrouwen, die verzuchtingen slaakten over ‘die jongens’. Met ontroerde, schorre stemmen, zonder wijs of maat, trachtten ze allemaal iets ten gehoore te brengen, dat lijken moest op het Volkslied.... van den Coninc van Hispaniën, altijd geëerd.... Hiep, hiep.... hou, hou.... Nu was de vlinder tot voor de tribune gekropen; nieuwe lichtbundels overstroomden hem met verblindend schijnsel. Het voorluik ging open en de een of andere bestuurder wuifde.. Familie en vrienden bestormden het gevaarte....

Op de tribune geheschen, in helle verlichting en ijzige kou hadden de luchtvaarders nog een laatsten storm te doorstaan: niet minder dan elf redevoeringen, die door luidsprekers overal voortgalmden. Alle vier geridderd. Donderend gejuich. De rest bijzaak.

Het Verbond behoefde hier niet te spreken. Nederland was hier verbonden in één allen omvattend gevoel.... Hoe we weggekomen zijn, weet ik nauwelijks. Getrappel van zenuwachtige politiepaarden, gesnor van auto's en motorfietsen. Wild gekrioel op het parkeerterrein onder een sneeuwjacht. Eindelijk onze auto gevonden. Toen het veld af en door het sneeuwlandschap langs de eindelooze vaarten en plassen van den Haarlemmermeerpolder voorzichtig weer zuidwaarts. Een dwaze nacht als een Noordpool-droom; een tooverfilm van wonderlijke, bijna angstwekkende schoonheid. Om half twee thuis. Ik herinner me nu, het avondmaal te hebben overgeslagen en ga zoeken naar iets eetbaars....

Dat was de Pelikaan-nacht. Met vreemde ontroering gaat Nederland dit nieuwe jaar in.



illustratie
Herinneringsbordje, door de N.V. Goedewaagens Kon. Hollandsch Pijpen- en Aardewerkfabrieken Gouda, in den handel gebracht.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken