Neerlandia. Jaargang 40

Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen op bezoek

Op Hemelvaartdag bracht een aantal leden van de afdeeling Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen een bezoek aan Brussel, waar zij, bij hun aankomst, door den voorzitter en den penningmeester van tak Brussel, de heeren M.J. Liesenborghs en G.J. Hooijer, alsmede enkele

[p. 162]

O.Z.-Vlamingen op bezoek bij Brusselsche Vlamingen.

andere A.N.V.'ers uit deze stad werden begroet. Na een eerste samenzijn, waar de voorzitter van tak Brussel van de gelegenheid gebruik maakte om ir. Cohen Stuart, mej. G. Bauwens en den heer t' Gilde, voorzitter, penningmeesteresse en bestuurslid van de afdeeling Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen ende andere medegekomen dames en heeren nogmaals hartelijk te danken voor het buitengewoon vriendelijke onthaal, dat ruim 70 leden uit Brussel, den vorigen zomer, van hunnentwege, te Terneuzen te beurt mocht vallen, sprak de heer Liesenborghs nog een inleidend en oriënteerend woord tot de historische wandeling, welke onmiddellijk daarop zou aanvangen. Door middel van voorbeelden, data en citaten toonde hij aan hoe Brussel steeds een Dietsche stad was en dit trouwens, ook nu nog, in haar wezen en haar volkslagen is gebleven.

Tusschen een paar regenvlagen in ging de wandeling vervolgens door de oude ‘benedenstad’, langs de Begijnhofkerk, de oude havenbuurt, de typische straten en steegjes van den Vlaamschen Steenweg, de Groote Markt, het onvermijdelijke ‘Manneken’, om te eindigen bij den Zavel, waar het gedenkteeken staat van den grooten Zwijger bij het Egmontpaleis.

Na den gezamenlijken maaltijd ging het, met de electrische tram, naar Waterloo, waar zooveel nog aan Nederlands geschiedenis herinnert. In een gezellig eethuis bood het bestuur van tak Brussel zijn gasten een ‘theekramiek’ aan en ook dit was alweer een gelegenheid om te wijzen op de innige banden, geleidelijk tusschen de groep Vlaanderen en de afdeeling Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen gesmeed, en nieuwe plannen te beramen voor dde naaste toekomst.