Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 56 (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 56
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 56Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 56

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 56

(1952)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Immigratie-comité helpt landgenoten bij aankomst in Zuid-Afrika
Gebrek aan geschoolde krachten

Wie zei daar, dat er in deze harde, cynische tijd geen menselijke hulpvaardigheid en geen belangeloze vriendelijkheid meer bestaan? Kom als emigrant naar Zuid-Afrika en ge zult in de haven van Kaapstad, zodra uw schip voor de wal ligt en nog vóór ge bekomen zijt van uw eerste verwondering over de majestueuze bergen en de witte stad, het tegendeel aan den lijve ervaren!

 

Want in Kaapstad bestaat een Nederlands Immigratie-Comité en de leden van dat comité handhaven hier, ver van het vaderland, de beste tradities van Nederlandse gastvrijheid, hulpvaardigheid en welwillendheid en zij zullen u, voorzover dat ook maar enigszins mogelijk is, met raad en daad terzijde staan. Twee of drie leden van het uit twee dames en vijf heren bestaande ‘vriendelijkheids-comité’, zoals men het gerust kan noemen, zijn aanwezig op ieder schip dat hier binnenkomt en dat emigranten uit Holland aan boord heeft. Ze zijn er 's morgens om acht uur en ze blijven er, tot iedere emigrant gerustgesteld en tevreden van de valreep is gestapt, het nieuwe land, het nieuwe werk en het nieuwe leven tegemoet. En ze zijn voorts, op ieder uur van de dag (en desnoods van de nacht) op hun respectievelijke adressen bereikbaar voor iedere Nederlander die tegenslag mocht ondervinden en die, door welke omstandigheden dan ook, raad en bijstand behoeft.

 

En deze mensen, stuk voor stuk ‘geslaagde’ Nederlanders, die sinds vele jaren in Zuid-Afrika wonen, doen al die moeite zonder er ook maar één cent beloning voor te krijgen. Ze geven hun tijd, hun auto's, ze offeren soms hun feestdagen op, ze stellen hun kennis en hun ervaring ter beschikking alléén en uitsluitend uit menslievende overwegingen, alléén en uitsluitend om de landgenoten, die hier - meestal bijzonder slecht ingelicht - aankomen, een warme handdruk te kunnen geven, hen welkom te heten in het nieuwe vaderland en hun te vragen: wat kunnen we voor u doen?

Bezielende kracht

Dit werk, dat in alle eenvoud en zonder ook maar de minste ophef sinds 1947 wordt verricht, wekt de bewondering van allen, die het kunnen gadeslaan. Voorzitter van het comité is de heer M.A. van der Mark, een genoeglijke, ronde zakenman, die hier al dertien jaren werkt als secretaris en agent van de Hollandse Aanneming Maatschappij, en die onder meer de stuwende kracht was van het Nederlandse Van Riebeeck-Comité, dat het Culemborgse marktplein stichtte op de grandioze tentoonstelling. De heer Van der Mark (die niet ten onrechte bevorderd werd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau) is er trots op, dat ‘zijn’ marktplein 275.000 bezoekers trok, maar ik geloof, dat zijn werk voor het Immigratie Comité hem toch nauwer aan het hart ligt. Ik heb hem nog maar zelden gemist aan boord van de Nederlandse en Engelse schepen, waarmede emigranten naar de Kaap kwamen.

Toen ik hem dezer dagen aan boord van een der schepen opzocht en hem vroeg, hoe dit werk nu eigenlijk ontstaan is, zei hij direct: ‘Schrijf nu eerst eens in de Nederlandse kranten, dat de mensen zich beter moeten laten voorlichten over Zuid-Afrika vóór zij komen. En schrijf er dan meteen bij, dat er in Zuid-Afrika van de mensen die hun vak verstaan, vrijwel niemand is verongelukt. En dat er hier een industriële revolutie aan de gang is, waardoor men letterlijk schreeuwt om geschoold personeel. Bij de spoorwegen alleen al komt men vierduizend man technisch personeel tekort, bij de P.T.T. minstens evenveel, de bouwerij kan nog mensen volop plaatsen, op de nieuwe goudvelden van Oudendaalsrust en Welkom verrijst een nieuwe wereld. Hier zijn kansen in overvloed. En niet voor werknemers alleen. Hier is ruimte voor Nederlandse bedrijven: Honig, Bensdorp en Bruynzeel zijn er al, Albert de Jong heeft een bloeiende scheepswerf hier aan de Kaap, Herman Jansen uit Schiedam fabriceert

[pagina 8]
[p. 8]

whiskey in Stellenbosch, Hommes en Bergsma maken stalen meubelen en bedden voor hospitalen, er is al een Nederlandse sigarenfabriek, in de bouwerij werken tientallen Nederlandse zakenlui - maar er zijn hier mogelijkheden voor véél meer bedrijven. Wat de Engelsen en de Duitsers kunnen, kunnen onze Nederlanders ook en soms nog véél beter. Laat de mensen weten, dat zij hier een kans hebben.’

- En hoe ontstond nu dat Nederlandse Immigratie Comité?

- In Juli 1947 kwam hier het eerste emigrantenschip aan met achthonderd Nederlanders aan boord. Toen hebben we gezegd: er moet wat voor die mensen gedaan worden, we zijn allemaal Nederlanders onder elkaar. Toen is dat comité dus opgericht. Een van de leden is dr W.G. Rijss, een bekend Nederlander hier in Zuid Afrika. Later hebben we er nog een garantiefonds aan toegevoegd. Dat helpt de mensen, die geacht mogen worden hier snel een betrekking te zullen vinden, bijvoorbeeld automonteurs, metselaars, timmerlieden. Het fonds stelt zich, tot een maximum van honderd pond Sterling, garant voor de eventuele terugzending naar Nederland binnen twee jaar, als de Zuid-afrikaanse regering dat zou eisen. In de practijk komt zo iets niet voor, maar de garantie moet er nu eenmaal zijn. In alles werken we nauw samen met de Nederlandse ambassade en met name met de heer F. Schulz, die hier onze emigratie-attaché is.

Zotte dingen

Natuurlijk maken we soms de zotste dingen mee. Nog niet zo lang geleden kwam er een gezin aan, man, vrouw en twee kinderen, die met z'n allen nog een paar gulden op zak hadden. En ze moesten van Kaapstad met de trein naar Johannesburg, maar dat vonden ze helemaal niet erg, want men had hun in Holland gezegd, dat ons comité wel voor het geld zou zorgen. Wat doe je in zo'n geval? Geld lenen natuurlijk. Die tweehonderdvijftig gulden zijn ons later keurig terugbetaald.

We maken het ook wel anders mee. Er stonden hier op een keer twee dames, die nota bene naar Zuid-Rhodesië moesten. Maar ze hadden geen cent. We hebben de reiskosten voorgeschoten en we hebben sindsdien nooit meer iets van de dames gehoord. Dat zijn natuurlijk vervelende dingen, nog niet eens zozeer om het geld als om de mentaliteit, die er uit spreekt.

Ons gesprek wordt onderbroken door een blozend Nederlands meisje dat de hulp van het comité komt inroepen. Ze moet met de boot door naar Durban, ze gaat daar over vijf dagen trouwen en nu hebben de immigratie-ambtenaren haar pas in beslag genomen. Hoe moet dat nu? Een van de leden van het comité, mevr. A. Penterman, laat koffie komen. We feliciteren het bruidje en haar bezorgde gezichtje ontspant zich. Er volgt een korte conferentie met de ambtenaren, er blijkt een formulier verkeerd te zijn ingevuld; dat kwaad wordt ijlings hersteld en tien minuten later huppelt het Nederlandse meiske alweer opgewekt over het dek.

En zo gaat het door. Van kwart over acht in de ochtend (‘dit comité maakt een mens matineus’) tot tegen twaalven. En iedereen, die hulp nodig heeft, wordt geholpen.

Wie zei daar, dat er geen onbaatzuchtige vriendelijkheid meer bestaat? De Nederlanders, die als immigranten in Kaapstad aankomen weten wel beter!

(Overgenomen uit ‘Het Vaderland’).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken