Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 57 (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 57
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 57Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 57

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 57

(1953)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

[Nummer 3]

** Het volk is wakker geworden

In de eerste dagen van Februari heeft een grote ramp ons vaderland getroffen. De bijzonderheden zijn U alien bekend Wij zullen er ons dus van onthouden ze hier mede te delen.

 

In enkele dagen zijn welvarende streken ondergegaan in de golven. Vriendelijke dorpen en schilderachtige nude stadjes zijn gehavend of verwoest. Duizenden mensen zijn van huis en hof verdreven en elders ondergebracht. Velen van hen hebben slechts het vege lijf kunnen bergen. Enkele honderden zijn omgekomen, of worden nog vermist. Duizenden dieren zijn gestorven, omdat voor hen de redding te laat kwam.

 

Dit is het somber en sober relaas van een ramp, van welker omvang wij ons nog geen voorstelling kunnen maken en waarvan de gevolgen nog niet zijn te overzien.

 

* * *

 

In zijn voortdurende strijd tegen het water heeft het Nederlandse volk weder een nederlaag geleden. Het waande zich veilig achter zijn dijken en duinen. Het even in zijn gewone gang, als altijd. Toen kwam de wind. Deze werd een storm. Hij zweepte de golven op. En teen deze macht van storm en water bezweek dijk na dijk. Het water nam, wat het in een langzame strijd had moeten afstaan. Voor de zoveelste maal moest de mens leren, dat alle berekeningen ten spijt, de techniek, hoe machtig ook, het onderspit moet delven teen de geweldige oerkrachten die de natuur en de elementen kunnen oproepen. En bij de ruïnes van zijn boerderijen en huizen, bij de troosteloze aanblik van wat eens bloeiende weiden en vruchtbare akkers waren, is de mens herinnerd aan zijn betrekkelijke nietigheid tegenover de absolute machten, die sterker zijn dan hij.

Homo sum, dat is de sprake, die er uitgaat van de troosteloze watervlakten van Wemeldinge tot Bruinisse en van Willemstad tot Rozenburg.

 

Homo sum - maar een mens.

* * *

 

En toch......

Nauwelijks zijn de eerste berichten over de ramp verspreid, of Nederland ontwaakt. Het staat op uit zijn dommel. Het snelt te hulp. Het volk komt. De visserman van Urk en Scheveningen, de ambtenaren van achter hun lessenaar, de arbeiders uit de fabriek, de boeren van hun akker, de doktoren, de verpleegsters, de militairen van hun verlof, de amateur radiotelegrafist, zij komen, het volk van Nederland, in zijn velerlei schakering van allerlei rang en stand.

Het volk is daar.

En dan zwijgt natuurlijk de critiek. Als de massa komt en helpt, dan zal er wel eens iets verkeerd gegaan zijn. Waarom ook niet. Wij waren, door ons ambtelijk overgeperfectioneerd systeem ook niet gewend initiatieven te nemen. Maar wat nood. De Nederlandse stam is nog levend. En kerngezond. Nu het volk komt, spreekt het niet, het handelt, het doet wat.

 

Op gevaar, dat er wel eens iets dubbel wordt gedaan. Of dat er iets wordt nagelaten. Of iets overbodigs wordt verricht.

 

Hier is het echte watervolk wakker geworden. Het heeft zich opgericht. Het heeft zijn slaperigheid van zich geschud. Het wacht niet tot zijn Regering het roept. Het komt. Het komt zoals zijn Koningin en zijn Prinses en zijn Prins kwamen.

 

Hier klopte in Vorst en volk één leven. Het leven van de Nederlandse stam. Het leven, dat niet te dwin-

[pagina 26]
[p. 26]

gen is in het schema van ambtenarij, maar dat zich bewust is van zijn eenheid van bloed en stam en afkomst. Hier keert het volk zich tegen zijn eeuwenoude vijand: het water.

Dit is het volk van polders en dijken. Dit is het volk, dat maar één verlangen kent: niet praten, maar aanpakken, doen en handelen.

En weer zeggen wij: dit is de Nederlandse mens, die, na erkenning van zijn nederlaag, opstaat, de handen uit de mouwen steekt en werkt.

Weer is het: homo sum. Anders dan straks. En toch weer net zo.

* * *

 

Wij zijn bewogen met het lot van de velen, die zijn ondergegaan in de bruisende vloed.

Wij hebben deernis met hen, die verloren, wat hun het meest dierbaar was in dit leven, man, of vrouw, of kind.

Wij weten het, geen woorden te hebben om hier te kunnen troosten. Hier is ieder woord een bespotting.

Hier is alleen de woordeloze gedachte, die ons bindt met hen, die hun leed te dragen kregen.

Maar daarnaast is daar de eerbied voor het leven, dat op eenmaal even uitbrak. Het leven, dat verkild scheen, onder wetten en reglementen, ingeklemd scheen te zitten in een dodelijke ambtelijkheid.

Hier ligt een belofte voor de toekomst.

Een belofte, die wij zien in dit geestdriftig helpen, waar hulp nodig was. Een belofte, die wij zien in de eenheid van leven tussen ons Vorstenhuis en ons volk. Hier was een wederzijds begrijpen. Hier was een geestelijke saamhorigheid, die, onverklaard, het Nederlandse stamleven liet zien.

 

Hier zou een geestelijk reveil uit kunnen ontstaan. Mits - mits het straks weer niet wordt neergeslagen door het geperfectionneerde systeem van onnodige bemoeiingen van allerlei aard.

 

Dan zou de ramp nog tot een zegen kunnen worden voor land en volk. Dan zou uit verlies, winst te boeken zijn. Dan zouden de doden, hoe ook betreurd, hun aandeel hebben geleverd aan de gezondmaking van ons Nederlandse volksleven.

 

Dan zou er misschien een andere geest wakker worden in onze gezinnen, onze scholen en onze kerken, onze raadzalen en provinciehuizen en misschien ook in de hope vergaderingen van onze volksvertegenwoordiging.

Het volk is wakker geworden.

 

Hoort ge het?

 

Het volk van Nederland!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken