Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 57 (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 57
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 57Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 57

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 57

(1953)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 62]
[p. 62]

Uittreksel uit het verslag der werkzaamheden van het Verbondsbestuur over het jaar 1952

Inleiding

De algemene toestand, tegenover welke de wereld zich ook weer in 1952 zag geplaatst, is ongetwijfeld van invloed geweest op ons Verbond.

Het Algemeen Nederlands Verbond toch bevordert het belang van allen, wie Neerlands bloed door d'ad'ren vloeit, waar ter wereld en onder welke omstandigheden zij zich ook mogen bevinden. Voor velen is de strijd om het bestaan zwaarder geworden, overal zijn de gevolgen van de wereldevolutie merkbaar, hetgeen bij sommigen tot uiting komt in een zekere loomheid en onverschilligheid, bij anderen in het zich schrapzetten om te voorkomen onder de voet te worden gelopen, terwijl weer anderen hun heil zoeken in de emigratie, hopende in het nieuwe land voor zich en de hunnen een betere toekomst te vinden, dan zij in de tegenwoordige werkkring of omgeving menen te kunnen verwachten.

Met de wensen en gevoelens van al deze stamgenoten, wier belangen zo zeer uiteenlopen, heeft het Verbond rekening te houden, wil het zijn taak naar behoren vervullen.

De hier wonende Nederlanders zijn in deze tijd niet gemakkelijk warm te maken voor belangen, die niet hen zelf of hun allernaaste omgeving raken. De berichten over de noodzakelijkheid van bewapening, internationale samenwerking op elk gebied en de voortdurende propaganda om te emigreren zijn niet bemoedigend.

Toch behoeft dit geen aanleiding te zijn om bij de pakken neer te zitten. Integendeel. Door zijn bijzondere karaktereigenschappen en zijn ontwikkeling op het gebied van cultuur, wetenschap, kunst, techniek, enz. staat de Nederlander in de wereld hoog aangeschreven en wordt het Nederlandse volk bewonderd. Het is de taak van het A.N.V. daarop te wijzen en ertoe mede te werken, dat de Nederlanders en het Nederlandse volk een waardige plaats in de wereld blijven innemen.

Wij moeten het duidelijk maken, dat wij in een belangrijk historisch tijdsgewricht leven. Het koloniale tijdperk, waarin Nederland een eervolle rol heeft gespeeld, is voorbij en - tenzij de wereld zichzelf zou vernietigen - staan we op de drempel van een nieuwe tijd: een tijd van samenwerking en sterkere economische en culturele banden.

In die strijd hebben wij de hulp nodig van steunpunten in het buitenland. Overal waar Nederlanders gevestigd zijn, moeten zij zich nauw met het vaderland verbonden voelen, door onze cultuur, onze taal, onze historie en onze economie.

Landen als Zwitserland, Duitsland, Schotland e.a. hebben dit reeds jaren gevoeld en zij steunen op krachtig aaneengesloten verenigingen en clubs van landgenoten in het buitenland.

Zwitserland, een land zonder koloniën, heeft zich op die wijze een ‘Uebersee-Schweiz’ opgebouwd, dat de hechtste steunpilaar is voor het Zwitserland in Europa.

Datzelfde moet en kan met onze landgenoten in het buitenland gebeuren.

Hier kan het A.N.V., in samenwerking met de Regering en met andere corporaties, een groots werk voor Nederland verrichten.

Hier ligt een arbeid, die geestdrift en enthousiasme kan wekken, juist in tijden van ontmoediging en neerslachtigheid.

In Vlaanderen liggen de moeilijkheden op geheel ander terrein. Onze stamgenoten daar voelen zich in hun eigen gebied de grond onder de voeten wegzinken door de opdringende Franse taal en cultuur en roepen de morele en daadwerkelijke steun in van de Noord-Nederlander in de voor hen zo zware strijd.

De band met Zuid-Afrika met zijn zo zeer met Nederland verknochte en Nederlands voelende bevolking moet worden verstevigd. Vooral door en na de oorlog zijn ook hier factoren aanwezig, die de Afrikaanse taal en cultuur in gevaar brengen. Moeizaam, maar gestadig, breidt het Afrikaanse taalgebied zich noordwaarts uit en reikt nu reeds van de Kaap tot Rhodesia. Daar sluit het zich aan bij Belgisch Congo, waar de Vlaamse invloed sterk merkbaar wordt.

Weer anders liggen de verhoudingen in de Nederlandse Antillen en Suriname, delen van het Koninkrijk der Nederlanden. Niet alleen is er een groot verschil tussen die delen onderling, maar ook ten opzichte van de verhouding tot Nederland.

Indonesië heeft uit de aard der zaak onze zeer bijzondere belangstelling. Daar voltrekt zich in een zeer snel tempo een grote ommekeer: een aanpassen der Nederlanders aan toestanden, die nog niet in een stadium zijn gekomen, waarin een ieder zich onbevangen aan de opbouw van dit gebied kan wijden.

Dit zijn de gebieden, waarmee wij reeds jaren lang contact hebben. Er zijn nu vele andere bijgekomen, waar na de oorlog Nederlanders zijn heengetrokken. De daar wonende landgenoten eisen onze belangstelling op en ook met hen zijn zeer belangrijke verbindingen tot stand gekomen.

In de eerste plaats zijn dit de emigratiegebieden Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. In economisch opzicht tonen deze landen een zeer groot verschil, waardoor ook de geaardheid der emigranten, die door die landen worden aangetrokken, sterk uiteenloopt.

Nieuwe contacten zijn gelegd in Brazilië, Argentinië, Bolivia, Venezuela, Midden-Afrika enz., alle landen, waar de plaatselijke instelling ten opzichte van de daar wonende land- en stamgenoten dagelijks kan veranderen en dit ook inderdaad doet.

En al deze Nederlanders hebben door de in het desbetreffende land heersende levensomstandigheden en de daar gestelde andere eisen, andere behoeften. Op dit alles moet het Verbond zich instellen, willen zij de noodzaak van aansluiting bij het Verbond inzien, zodat ons daardoor de gelegenheid geboden wordt, ook in hun belang werkzaam te kunnen zijn.

In deze tijd ligt hetgeen onze stamgenoten bezig houdt en hen met het moederland bindt, naast het zuiver culturele ook op maatschappelijk, sociaal en vooral ook op economisch gebied. Zelfs een goed geleide ontspanning na het beëindigen van de zware dagtaak speelt in die landen voor de Nederlanders een belangrijke rol. Het gebied dat wij willen bestrijken is dan ook bijzonder uitgebreid. Het eist voortdurende opmerkzaamheid, onversaagde arbeid en concentratie, ten einde de behoeften der land- en stamgenoten te kunnen aanvoelen, hun vertrouwen te winnen en daardoor een blijvende band met hen aan te knopen.

Verbondsbestuur

Op 31 December 1952 bestond het Verbondsbestuur uit de volgende leden.

Dagelijks bestuur:

E.H. Bos, voorzitter.

Ir J.F. van Hoytema, ondervoorzitter.

Mr F.G.A. Huber, secretaris.

C. van Leeuwen, penningmeester.

Afgevaardigden:

Ir J.F. van Hoytema, benoemd door afd. 's-Gravenhage.
J.J. Kloppert, benoemd door afd. Rotterdam.
L.C. Kutsch Lojenga, benoemd door afd. Amsterdam.
F. Kroon, benoemd door afd. Utrecht.
Mr Fr. M.E.v.d. Elst, benoemd door afd. Brussel.
Mr N. Dewitte, benoemd door afd. West-Vlaanderen.
C. Holstein. benoemd door afd. Curaçao.
C. van Leeuwen, benoemd door afd. Aruba.
Ph.C.A.J. Quanjer, benoemd door afd. Indonesië.
L.W.B. Binge, benoemd door afd. Kaapstad.

Raadgevende leden:

P.J. de Kanter, Erevoorzitter.

K.E. Oudendijk, Erelid.

F. Reysenbach, Erelid.

Ph.C.A.J. Quanjer, Erelid.

Vertegenwoordigers van bevriende verenigingen:

Mr G.H. Eskes, vert, van de Kon. Ver. ‘Oost en West’ en van de ‘Nederlandse Bond in Duitsland’.

Dr Ph.C. Visser, vert, van de Ver. ‘Nederland in den Vreemde’.

Dr J.P. Duyverman, vert, van de Ver. ‘Nederlands Fabrikaat’.

Directeur:

Ir G. Schutte.

Vertegenwoordigingen in andere besturen:

Teneinde de samenwerking met andere verenigingen te bevorderen, hadden gedurende 1952 voor het A.N.V. de volgende bestuursleden zitting in de besturen dezer verenigingen:

[pagina 63]
[p. 63]

E.H. Bos, in de Kon. Ver. ‘Oost en West’.

Mr F.G.A. Huber, in de Ver. ‘Nederlands Fabrikaat’.

Mr G.L. Mens Fiers Smeding, in de Ver. ‘Nederland in den Vreemde’.

Mr G.H. Eskes, in de ‘Nederlandse Bond in Duitsland’.

F. Reysenbach, in de ‘Tuchtunie’.

De samenwerking met de genoemde verenigingen is steeds van prettige aard geweest.

 

Eind 1952 telde het Verbond de volgende Afdelingen:

Amsterdam Maastricht Kaapstad
Dordrecht Zwolle Ruanda-Urundi
's-Gravenhage Antwerpen Belgisch Kongo
Groningen Brussel Aruba
Haarlem Leuven Bonaire
Rotterdam Oost-Vlaanderen Curacao
Utrecht West-Vlaanderen  
Utrecht stud. afd. Bloemfontein  

Met de General Netherlands Association te New York, die in verband met de in de Staat New York geldende wetten, geen afdeling van een Nederlandse vereniging mag zijn, bestaan hechte banden.

 

Hiernaast zijn nog talrijke leden, die niet bij een afdeling zijn aangesloten.

 

Het ledental is in 1952 iets gestegen.

Niet te ontkennen valt echter, dat in Nederland een zekere moeheid valt waar te nemen. De besturen der Nederlandse afdelingen en ook de leden zelf zullen alles in het werk moeten stellen om de activiteit in hun gebied te verhogen. Zij allen dienen eensgezind mede te werken om te voorkomen, dat het bolwerk der Nederlandse cultuur door internationaal gerichte stromingen aan kracht inboet.

Meer voordeel trekken uit de door anderen opgedane ervaring en meer uitwisselen van denkbeelden zal zeker niet nalaten ook van gunstige invloed te zijn op hun eigen werk.

Op 24 April werd weer op plechtige wijze in de Oude Kerk te Delft de geboortedag herdacht van Prins Willem van Oranje. Na een inleidend woord van de verbondsvoorzitter sprak Prof. Dr Walter Couvreur uit Antwerpen een rede uit.

Op 7 Juni werd te Culemborg een Taalcongres gehouden. Hier sprak Prof. Dr Vital Celen uit Antwerpen over het Nederlands in Belgisch- en Frans-Vlaanderen en Prof. Dr G.C. Kloeke uit Leiden over de invloed van de Nederlandse dialecten op het Afrikaans. Voor dit taalcongres was deze stad gekozen, omdat hieraan dan de Jan van Riebeeck-herdenking kon worden gekoppeld. Deze herdenking vond behalve in Zuid-Afrika zelf bovendien onder meer plaats te 's-Gravenhage, Utrecht, Brussel, Antwerpen en vele andere Vlaamse steden.

Voor de inzameling ten bate van de herbouwing der Eusebius Kerk te Arnhem werkten wij in de tweede helft van het jaar samen met de Stichting Herstel Grote Kerk Arnhem, waar bij wij in het bijzonder als werkterrein de landen buiten Europa op ons namen. Een aanbevelend woord hiervoor sprak de voorzitter over de zenders van de wereldomroep.

Een actie is op touw gezet, om jonge Nederlanders, die het buitenland bezoeken, drukwerken ter hand te stellen, waaruit zij hun gegevens kunnen putten.

Ook dit jaar werden wederom in samenwerking met verschillende rijks- en andere instellingen maatregelen getroffen om kinderen van Nederlandse ouders in Duitsland gelegenheid te geven hun vacantie in Nederland door te brengen.

De Stichting Taalgebruik in de Landbouw te Wageningen zocht contact met het Verbond voor raad en bijstand met het oog op het gebruik van zuiver Nederlands ook in de landbouw.

De Afrikaanse Studenten, die uit het daarvoor ter beschikking staande fonds voorschotten hebben ontvangen teneinde hun studie te beëindigen, dan wel hun academisch proefschrift af te werken en te promoveren hebben allen hun doel bereikt. Ook op deze wijze hebben wij kunnen bijdragen tot verspreiding van de Nederlandse cultuur in Zuid-Afrika.

De emigratie had dit jaar wederom onze zeer bijzondere aandacht. Er is sprake geweest van een emigrantenblad. Tot de uitgave daarvan hebben wij nog niet kunnen besluiten, niet alleen in verband met de hoge kosten, doch mede, omdat het zeer moeilijk bleek te zijn, in de eerste jaren na hun vertrek naar het buitenland rechtstreeks contact met de emigranten individueel aan te houden. Zij reizen en trekken dan om een geschikte werkkring en een passend verblijf te vinden. Hierbij komen in den beginne nog het gebrek aan voldoende geldmiddelen, de veelal lange werktijden en de vaak minder goede sociale verzorging dan hier het geval is, waardoor zij zich, ten koste van andere verlangens, geheel op de onmiddellijke, dagelijkse, allernoodzakelijkste eisen hebben in te stellen.

De emigranten hebben daardoor zelf geen tijd en gelegenheid de contacten met het moederland rechtstreeks gaande te houden, doch dat contact wordt plaatselijk onderhouden door onze vertegenwoordigers, zo mogelijk door middel van bestaande plaatst jijke Nederlandse verenigingen.

Op die wijze is op verscheidene plaatsen in de emigratie gebieden Canada, Australië en Nieuw-Zeeland de band tussen ons en de emigranten tot stand gekomen. Deze band wordt bovendien nog versterkt door de door het A.N.V. opgerichte en namens het A.N.V. beheerde uitleenbibliotheken van Nederlandse boeken.

In 1952 zijn door ons de grondslagen gelegd voor bibliotheken in de volgende plaatsen: Regina, Winnipeg, Sydney, Canberra, Orange, Perth, Trentham, Wanganui, Dargaville en Auckland.

Niet onvermeld mogen wij laten, dat wij van onze diplomatieke vertegenwoordigers in het buitenland alle mogelijke hulp en medewerking hebben ondervonden.

Ongetwijfeld hebben ook de etalages ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Boekverspreiding medegeholpen om het A.N.V. voor zover betreft het verzenden der boeken aan emigranten meer bekendheid te geven. In de derde week van October 1952 werden in Rotterdam, Maastricht, Utrecht, Haarlem, Amsterdam, Dordrecht en Schiedam niet minder dan 20 uitstallingen ingericht, die zeer de aandacht trokken. Zeer vele dag- en weekbladen hebben uitvoerige artikelen aan onze Boekverspreiding gewijd, ten gevolge waarvan ook zeer veel boeken zijn binnengekomen.

De subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die, zoals bekend mag worden verondersteld, gedurende bijna vijftig jaar achtereenvolgens tot een bedrag van gemiddeld 8 à 10.000 gld. werd uitgekeerd, werd ook dit jaar niet ontvangen, hoewel bij het afsluiten van het begrotingsjaar nog een gering bedrag werd toegekend.

Zou het niet mogelijk zijn, dat het A.N.V. op de achtergrond is geschoven ten gevolge van de voorgeschreven bezuinigingen en door het feit, dat wij bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zijn ondergebracht bij de afdeling Oudheidkunde en Natuurbescherming, waardoor voor ons zo uitermate belangrijke werk geen gelden op de begroting konden worden uitgetrokken?

Vergelijken wij hiermede eens wat andere Regeringen in dergelijke gevallen doen. Wij denken hierbij aan de Alliance Française, de vereniging Oostenrijk-Nederland, de pas opgerichte vereniging Hongarije-Nederland en soortgelijke.

Het ontbreken van de Rijkssteun was oorzaak, dat de winst en verliesrekening 1952 sloot met een nadelig saldo van 6928.10 gld., ondanks de tot het uiterste doorgevoerde bezuinigingen.

De afdeling Bonaire werd tegen het eind van het vorig jaar opgericht, daarna volgden Maastricht en Belgisch Congo-Ruanda-Urundi. Door deze laatste is een bijzondere schakel gevormd tussen Nederlanders en Vlamingen.

In Vlaanderen heeft de afdeling West-Vlaanderen zich gesplitst in de afdelingen West-Vlaanderen, Leuven en Antwerpen, alle met afzonderlijk bestuur.

Wij zijn thans ook onder meer bezig in Venezuela de band nader aan te knopen, evenals in Costa Rica, waar de onderhandelingen reeds vastere vorm krijgen.

Met Sao Paulo bestaan zeer hechte banden. Niet alleen is de Nederlandse Vereniging aldaar sterk verbonden met het A.N.V., hetzelfde geldt voor de aldaar gevestigde Kamer van Koophandel.

De uitgifte van het maandblad Neerlandia werd op dezelfde voet voortgezet. Alle bijdragen werden kosteloos ter beschikking gesteld. Wij danken hier de velen die hun medewerking hebben verleend.

Gedurende het jaar 1952 zijn besprekingen gevoerd om het maandblad te toetsen aan de verlangens van velen. Daar echter iedere lezer andere eisen stelt, die meestal niet in evenredigheid zijn met de draagkracht van het Verbond, zijn de daarmee gepaard gaande hogere kosten oorzaak geweest dat de voorstellen niet konden worden verwezenlijkt.

Van vrijwel alle afdelingen zijn de jaarverslagen ontvangen. Daaruit blijkt, dat de besturen dezer afdelingen op een aan de plaatselijke toestanden aangepaste wijze een band onderhouden met de daar wonende land- en stamgenoten.

Sommige afdelingen zijn bijzonder actief geweest en een der kleinere heeft zelfs gedurende het jaar niet minder dan ruim 15.000 circulaires verzonden.

 

Het volledige verslag is, zolang de voorraad strekt, kosteloos verkrijgbaar op het Verbondskantoor.

S.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken