Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 57 (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 57
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 57Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 57

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 57

(1953)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 79]
[p. 79]

Vlaanderen, Europese natie

Een eenvoudige vaststelling van de naoorlogse angstpsychose die over Europa heerst: ‘Nous avons peur’ beeft geleid tot een intense werving voor de Europese eenheidsidee. Het oude avondland wordt, juist omwille van zijn innerlijke verdeeldheid, als een arme luis tussen twee duimnagels geknipt. Aan de ene zijde de Unie der Sovjetrepublieken, die agressief, dictatoriaal, gereed staat om onze Westerse Naties met millioenen Aziaten te overspoelen; aan de andere zijde de Verenigde Staten van Amerika, jong, overmoedig en imperialistisch, een volk zonder verleden, dat alleen droomt van een rijke toekomst onder leiding van Amerika. En daartussen het oude Europa, door innerlijke oorlogen onttakeld, waar volkeren leven boven hun stand, rustend op hun lauweren en terend op hun roemrijke nationale geschiedenissen. Elk dezer staten en staatjes met zijn chauvinistische neigingen, moet onder de dwang der omstandigheden, met zijn naburen het Verenigd Europa gaan vormen, door een volledige integratie op politiek, militair en economisch gebied. Dat deze nieuwe opbouw met allerlei moeilijkheden zal gepaard gaan, spreekt vanzelf. En toch moet het nieuwe vaderland ‘Europa’ door samensmelting van alle weerbare krachten een feit worden, omdat wij alleen door vereniging sterk genoeg zullen zijn om de vrede in ons continent en in de wereld te redden.

Weliswaar zullen de souvereiniteiten der velschillende staten-leden verzwakt, vervaagd en genivelleerd worden. De bestaande landen worden aldus slechts grote Europese provincies. Alleen de naties, de bestaande cultuurgemeenschappen, houden altijd stand. Een volk zal niet vergaan.

Als de Belgische staat niets meer in de melk zal te brokkelen hebben in de inrichting van zijn eigen economie en politiek en ons nieuwe vaderland een feit wordt, dan zullen er misschien zijn, die spijt hebben over de devaluatie van het begrip ‘Belg’ omdat onze identiteit van ‘Europeër’ meer waarde zal hebben. Anderen nog, wellicht een grote menigte, zullen t.o.v. het hele gebeuren onverschillig blijven. Dit is de vlottende massa, die het beginsel ‘ubi bene, ibi patria’ huldigt.

Maar voor de bewuste Vlamingen betekent deze historische koerswending eer zekere herademing, alhoewel nog met lichte vrees gemengd. Onze houding tegenover het onvermijdelijke moet echter positief-realistisch zijn. Altijd tegen iets of iemand vechten, doet verstarren in eigen minderwaardigheid. Een positieve houding uitstippelen voor de Europese Vlamingen is echter geen sinecure.

Ondanks alle politieke of diplomatieke verwikkelingen en compromissen, ondanks de instelling van een supranationaal gezag, zullen, wij onze plaats moeten innemen in ons nieuwe Vaderland, en dit zullen wij moeten doen, vóór alles, als Vlamingen! Wij moeten dus. om goede Europeërs te worden, eerst goede Vlamingen zijn.

En dit zullen we des te beter kunnen, als we ons in de huidige politieke evolutie meer en meer doen gelden. Het voornaamste object van de Vlaamse Beweging in de nabije toekomst is o.i.: hoe zal onze Vlaamse natie, klein in aantal en geografische uitgestrektheid, maar groot door haar cultuurverworvenheden en rijk door haar bodemschatten (kolen!) zich doen gelden tussen de omringende volkeren. En hoe zullen wij invloed uitoefenen op de verhouding tussen Vlaanderen en de nieuwe plurinationale staat ‘Europa’ die wij bezig zijn te vormen?

Vlaanderen moet Vlaanderen blijven

In de verhouding België-Vlaanderen speelde vooral de Waalse imperialistische bluf-mentaliteit t.o.v. het verarmde en achterlijke Vlaanderen een grote rol, in zoverre dat zelfs na 120 jaar samenleven in de centraliserende Etat Beige, de virtueel ontvoogde Vlaming zich nog ongemakkelijk voelt in de nabijheid van vreemden, in casu de Walen. Alhoewel wij in de evolutie der huidige Belgische staatsstructuur goed op weg zijn naar gelijkberechtiging en zelfs naar autonomie, zullen we echter in Europa opnieuw een minderheid uitmaken. De vrees bestaat dan ook dat de Walen, aangetrokken en aangespoord door de Franse natie, zullen trachten hun overwicht in de politiek uit te drukken. Laten wij juist nu op onze hoede zijn! Wij mogen ons nooit neerleggen bij dat begrip van tweederangsburgerschap. Dat ware een nationale ramp. Maar wij moeten van alle bestaande of nog op te richten organisaties (die als doel hebben: het algemeen welzijn van Europa!) de nodige eerbied afdwingen voor onze eeuwenoude cultuurverworvenheden. Desnoods moeten we daarvoor de taal van de-vuist-optafel durven spreken.

De rechten van een natie (zoals Vlaanderen) die een natuurlijk gegroeide, door God gewilde cultuurgemeenschap vormt, zijn ten minste even eerbiedwaardig als de rechten van uit nood of uit sympathie der mensen gevormde kunstmatige staatsgemeenschappen. Om het algemeen welzijn zo goed mogelijk te dienen is Europa dus aangewezen op de hulp van alle naties. De algemene wetten en verordeningen zullen aangepast moeten worden aan ieders cultuur, opvoeding en zeden, taal en godsdienst. De Vlaamse, en in bredere zin de Nederlandse, natie waartoe wij behoren, kan in deze een schitterende bijdrage leveren. Het komt er op aan, dat de integratie van onze instellingen op economisch, industrieel, politiek of diplomatiek terrein geschiedt zonder de minste verminking van het Vlaamse, onderscheidenlijk het Nederlandse karakter ervan.

Intussen bliift het plicht verder te werken voor de algehele vervlaamsing van de laatste franskiljonse nederzettingen. Moge de immer actuele leuze der Vlaamse IJzersoldaten ons voorlichten: ‘Vlaanderen baas in eiqen huis! - In Vlaanderen Vlaams! Geheel!’ Geheel, d.w.z. op territoriaal gebied: van Overmaas over Landen en...... Brussel, tot aan het Vlaamse strand, en van Knokke over Antwerpen tot Maaseik. Geheel, d.w.z, van hoog tot Jaag in iedere kerk. school en gemeente, in de administratie van binnen- en buitenlandse politiek en in ons leger. Onze jongens zullen als Vlaamse soldaten in Vlaamse eenheden naast hun Europese kameraden staan. Geheel, d.w.z. in het economische en het industriële leven, zowel binnen de fabriekspoorten als in de opschriften van buiten, evenals in de benamingen van hotels, handelshuizen en banken. De ontluikende, zeer noodzakelijke nijverheid in Vlaanderen moet door eigen mensen vrijwillig in het Europese bedrijf ingeschakeld worden. Limburg, ons historisch voorbestemd gewest, draagt een grote verantwoordelijkheid. Naar het voorbeeld van hun broeders ten Oosten van de Maas, zullen de leiders van Vlaams-Limburg binnen 20 jaar moeten klaar staan met een leger ingenieurs en technici, om de industrie stevig in Vlaamsvolkse zin te leiden. De Vlaamse hogescholen zullen zorgen voor de vor-

[pagina 80]
[p. 80]

ming van Vlaamse politici en diplomaten van internationaal formaat. En misschien zou de tijd weldra aangebroken zijn om na de definitieve afbakening van de taalgrens over te gaan tot de evenredige verdeling van ons Kongoterritorium tussen Vlaanderen en Wallonië, zodat de toekomstige Europese provincie ‘Vlaanderland’ de laatste stap naar gelijkberechtiging en autonomie gemakkelijker zou kunnen zetten.

In korte woorden gezegd: onze gehele Vlaamse cultuur moet behouden blijven, d.w.z. eentalig Vlaams in radio, televisie en pers. Zelfs tot in de doopnamen onzer Vlaamse kinderen. En ééntalig Vlaams tot zelfs in het officiële Staatsblad! Wij mogen nergens toelaten, dat onze vorstelijke Nederlandse taal genegeerd, achteruitgesteld of officieel geradbraakt wordt. Wil dit nu zeggen, dat we onze kinderen geen Frans, Duits of Engels laten leren? Weineen, integendeel. Nu meer dan ooit zou de studie der dode Latijnse en Griekse talen vervangen moeten worden door de instudering der moderne levende kultuurtalen, opdat door beter wederzijds begrijpen en waarderen ook een nauwere samenwerking op economisch en op politiek gebied vergemakkelijkt worde. Wij moeten ons gemoed breed open zetten voor het vele schone en goede dat uit de andere culturen ook te halen valt.

Onze eigen cultuurtaal echter blijve het enige bindmiddel tussen alle volksgenoten in de Nederlandse gemeenschap. Als Europeërs moeten we nog meer dan vroeger strijdlustig propaganda voeren voor het A.B.N. Overal waar Vlamingen of Nederlanders onder elkaar samenkomen of gezamenlijk optreden, moet het mooie Beschaafd weerklinken en eerbied afdwingen van al onze Europese medeburgers.

Onze Vlaamse fierheid, Vlaamse durf en Vlaamse eenheid worde befaamd zoals in 1302!

Een fiere Vlaamse natie, die niet de marteldood wil sterven, die wil leven, moet haar plaats veroveren door harde taaie strijd, en zonder vragen of klagen. Zo alleen wordt Vlaanderen een evenwaardige en autonome partner der andere Europese naties. Want iedere natie, zelfs de grootste, kan slechts haar beperkt deeltje aan het menselijk bedrijf in Europa bijdragen. Maar als elke natie haar taak op haar plaats getrouw vervult, dan is zij onmisbaar en onvervangbaar.

Vlaanderen en Nederland

De Nederlandse staat heeft in de jongste tijd blijken gegeven van zijn verlangen tot culturele en economische samenwerking. Dit is reeds veel, maar lang niet voldoende. Wij moeten ook van onze stambroeders die eerbied en hoge waardering bekomen die gemakkelijker tot algehele economische en politieke samensmelting zullen leiden. Bij veel Vlamingen ontbreekt echter het Nederlandse bewustzijn geheel. Tot hen zouden we willen roepen: Wordt wat ge zijt! Wij zijn Nederlanders in wezen, taal en cultuur. Sinds de onzalige scheidingen, door noodlottige staatsgrenzen bevestigd, zijn we tot tweederanasburgers geworden en verliezen we dagelijks veld in alle openbare instellingen. In de nieuwe gemeenschap echter, die op federatieve grondslag kan opgericht worden, zullen Vlaanderen en geheel Nederland voor de verdediging van hun vele gemeenschappelijke nationale belangen een grotere eenheid en wederzijdse steun vinden. Zo zal onze Nederlandse natie, een volk van meer dan 15 millioen zielen (en 20 millioen in de toekomst) in ons nieuwe vaderland Europa de rol te spelen krijgen, waarop het als oeroud cultuurvolk recht heeft.

Christelijke broederschap

Mag het toeval genoemd worden dat het initiatief van de vorming van een Verenigd Europa is uitgegaan van zes christelijk georiënteerde regeringen? Zijn we dus gerechtigd te hopen, dat de normen van de christelijke liefde en rechtvaardigheid de grondslag zullen vormen van alle wetten en besluiten, die door de Europese regering zullen uitgevaardigd worden? Alleen door te steunen op de normen in onze christelijke beschaving vervat zullen de rechten van elke natie gevrijwaard blijven en hun onderlinge verhoudingen dusdanig geregeld, dat elke naijver of vijandschap uitgesloten wordt. Daaruit volgt, dat de Vlamingen zich voor de Europese politiek moeten interesseren en werkdadig deelnemen aan de bedrijvigheid der Europese vergaderingen, waar onze belangen mede op het spel staan.

De Duitse en Franse naties, onze naaste kameraden, samen met Engeland, Italië, Spanje en alle andere, die tot de Europese Statenbond zullen toetreden, moeten als evenwaardige partners deelnemen aan de opbouw van een politiek apparaat, dat de redding is van een vernieuwd Avondland.

Zo is o.i. de houding van een bewuste Vlaming tegenover het onvermijdelijke. Willen wij onze eigen Vlaamse, Nederlandse aard bewaren, dan moeten we er voor strijden, nochtans niet zonder wapens! Wij bezitten morele en economische machten, die wij moeten aanwenden als wij ons woordje willen meespreken. Een volk dat wil leven, vernietigt men nooit.

J. GILLISSEN


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken