Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 57 (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 57
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 57Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 57

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 57

(1953)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Leestafel

‘Onderdrukking en Verzet’, aflevering 43.

De rubriek ‘Londen’ wordt in deze aflevering voortgezet met

a.Nederlands aandeel in de voorlogvoering ter zee, te land en in de lucht.
Daarna volgt:
b.Het vierde wapen: De voorlichting, door H.J. van den Broek.
c.Engelandvaarders, door Mr J.A.W. Burger (o.m. verlucht met een afbeelding van een bezoek door Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana aan ‘Oranjehaven’).
d.Londens Geheime diensten, door Mr C.L.W. Fock.
e.Londen en Indië, door Mr N.S. Blom.
f.Voorbereiding van de terugkeer, door Dr J.R.M. van Anger en (beginnende in deze aflevering met een beschouwing, betreffende het Militair Gezag.).

Onderdrukking en Verzet, aflevering 44.

Bij deze aflevering voegden de uitgevers een bekendmaking, waarin zij mededelen, dat het gehele werk, met inbegrip van het register, 49 afleveringen zal bevatten, waarvan de laatste uiterlijk in Januari 1954 zal verschijnen.

Aflevering 44 bevat het slot van het overzicht over ‘Voorbereiding van de terugkeer’, uit het hoofdstuk Londen, met name over de Terugkeerwetgeving en ten slotte over de Voedselaankopen.

Daarop volgt Het rijk overzee, aanvangende met een hoofdstuk door D.M.G. Koch over ‘de Japanse bezetting van Indonesië’.

Wij vestigen hier de aandacht op de verdediging van de olieplaatsen Tarakan, Balikpapan en Palembang tegen de Japanse aanvallen eindigend met de vernietiging der installaties, toen de onzen voor de overmacht moesten wijken en herinneren aan de slag op de Java-Zee van 27 Februari 1942, waarbij de kruisers Java en De Ruyter tot zinken werden gebracht en aan de tegenstand in de buitengewesten na de capitulatie van het leger op Java.

Al spoedig bleek, ‘dat het Japanse bewind zich ten aanzien van de Nederlanders door geen enkele belofte, geen enkele menselijke, morele verplichting gebonden achtte’, lezen wij.

De slachtoffers van dat bewind zijn niet te tellen. Velen werden vermoord of stierven tengevolge van mishandeling of het ontbreken van een enigszins behoorlijke verzorging. De toegepaste straffen waren barbaars.

R.

Inleiding tot het denken van Schweitzer, door Prof. Dr C.J. Bleeker. Uitg.: Born N.V. Assen; prijs f 1.45.

In de serie ‘Hoofdfiguren van het menselijk denken’ is thans verschenen een overzichtelijk boekje over Schweitzer.

Dat was nodig. Iedereen kent Schweitzer; maar weiniger kennen hem. Deze schijnbare paradox gaat voor Schweitzer ten volle op.

Men kent òf de beroemde medicus; òf de Bach-vertolker; of de theoloog; òf de philosoof; maar de totale Schweitzer kent men niet. Daarom is het nodig Schweitzers instelling tot het leven te kennen.

Prof. Bleeker is er in geslaagd in dit kleine boekje een beeld te ontwerpen van Schweitzer, dat deze ten voeten uit te zien geeft.

Dat bijzondere aandacht wordt besteed aan Schweitzer's theologie spreekt van zelf en dit neem ik de theoloog Bleeker allerminst kwalijk.

E.H.B.

De Vlaamse Politieke Doctrine. Zeven proefschriften over de vragen van deze tijd (58 blz.), door Jan Roeges. Uitgeverij Oranje, Gent, en Uitgeverij Foreholte, Voorhout. Prijs: 40 fr.

Dit in een handig formaat uitgegeven boekje brengt een goed gedocumenteerde uiteenzetting over de manier waarop, volgens het inzicht van de schrijver, de Vlaamse Beweging zich bij de huidige tijdsomstandigheden zou moeten aanpassen om de vernederlandsing van het culturele, economische en sociale leven in België bewust en doeltreffend in de hand te werken.

Na, in de ‘schets van een Vlaamse politiek’, een kort overzicht te hebben gegeven van de beschikbare middelen om de Nederlandse geest en het politiek verantwoordelijkheidsgevoel onder de Vlamingen te doen herleven, behandelt steller achtereenvolgens de invloed van de religieuse, sociale en economische factoren op de jarenlange strijd voor de bewustwording van het eigen volk, de culturele problemen die aan elk streven naar politieke ontvoogding ten grondslag liggen en de rol, gespeeld door het internationaal gezag en de internationale gezagsorganen bij de nieuwe ordening van een wordend Europa, waarin wij onze Nederlandse culturele eigenwaarde ongeschonden moeten kunnen bewaren.

De heer Roeges besluit zijn werkje met een warm pleidooi voor een krachtige actie op sociaal gebied (‘de verovering van de partijen en van de partijorganisaties voor de Vlaamse geest is ook een doel voor de Vlaamse strijd’) en geeft voor de onmiddellijke toekomst twee duidelijke aanwijzingen: de strijd met de arbeiderssyndicaten en alle Vlaamsgezinden tegen de sociale taalgrens in de bedrijven en een door een volksbeweging gedragen actie voor een tweejarenplan met het oog op een volledig Vlaamse legeropleiding van hoog tot laag, met behoud van de ene strategische leiding.

Door een al te ver doorgedreven ontleding van sommige begrippen en waardebepalingen, die de schrijver in zijn betoog te pas brengt, wordt het op talrijke plaatsen vrij moeilijk zijn algemene gedachtengang te volgen.

Ondanks dit geringe bezwaar zal al wie een beter inzicht wenst te krijgen in de toekomstmogelijkheden van de Vlaamse Beweging, met deze, van een gezonde werkelijkheidszin getuigende voorlichtingsbrochure, zijn voordeel doen.

M.v.G.

[pagina 83]
[p. 83]

Willem de Vreese en de Bibliotheca Neerlandica door Pierre van den Valkhof.

Op 14 Juli promoveerde aan de universiteit te Amsterdam Pierre van den Valkhof, de conservator van de Kon. Bibliotheek te Den Haag tot doctor in de letteren en wijsbegeerte op een dissertatie: ‘Willem de Vreese en de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta’, met als promotor Prof. Dr W.G. Heilinga. Onder de aanwezigen was ook Mevr. De Vreese.

Op een zeer vakkundig maar tegelijkertijd heldere manier geelt dit boek de inleiding tot en een overzicht van het werk wji Prof. Willem de Vreese, de in 1938 overleden hooglerar van Gent. tevens, en dit is ook belangrijk, de hoofd-bibliothecaris, later directeur van de bibliotheek en leeszalen van de gemeente Rotterdam. Gedurende meer dan 40 jaar speurde deze eminente geleerde naar Middel-Nederlandse handschriften, die nog niet beschreven of zelfs onbekend waren, hetgeen in onze tijd nog zeer goed mogelijk is. Telkens opnieuw worden er immers handschriften bij gedeelten teruggevonden, terwijl de eigenlijke studie van het Middel-Nederlandse handschrift nog in het middelpunt van de belangstelling staat. Prol Dr Willem de Vreese reisde met subsidie van de Nederlandse en de Belgische regering heel Europa af en al wat hij vond tekende hij aan en hij maakte inleidingen tot bestudering ervan. Wel geraakte hij niet tot uitgave van deze ‘aanhalingen’, daar hij hiermee wilde wachten tot hij zijn nasporingen had kunnen afsluiten, hetgeen echter niet het geval is geweest. De grote verdienste van Prof. de Vreese berust hierop, dat hij geheel alleen de weg gebaand heeft, waartoe in andere landen meestal talrijke deskundigen gelijktijdig en in breedvoerig overleg kwamen. Veel van het materiaal van Prof. de Vreese was onbekend, in zoverre, dat men niet wist wat er mee aan te vangen. Hoe nauwkeurig, precies en uitvoerig de beschrijvingen en klappers van deze Index op Neerlandica Manuscripta ook waren de jonge doctor Pierre van den Valkhof mag het als een zeer grote verdienste beschouwen, dat hij de weg gebaand heeft in navolging van Prof. de Vreese, voor een degelijke bestudering van deze bronnen, terwijl hij, in overleg met de oud-leerling Prof. Dr Blancquart te Gent, de eerste is geweest, die ook weer met Prof. Dr Hellinga als stuwkracht, in 1952 een begin gemaakt heeft met de uitgave van dit nationale werk, waarvan men hoopt dat de grote Index in ca 2 jaar geheel persklaar zal zijn. Het ware te wensen dat ook anderen aan deze uitgave hun steun verleenden, in die zin dat het ontzaglijke pionierswerk door Prof. Willem de Vreese in blijmoedig optimisme begonnen, tot heil van de Nederlandse stam, tot een monument strekke van wat Nederland, ook op het gebied van taal, aan rijkdom in het verleden reeds gekend heeft.

K.L.

De Buitenplaatsen aan de Vecht. door Dr R. van Luttervelt. Uitg. ‘De Tijdstroom’ Lochem. 200 afb Prijs 22 gld.

Het is een aanvechtbare nalatenschap, die lustwarande, welke in de 18de eeuw een zodanige roep genoot, dat er toen reeds enige scherpe herdrukken verschenen van ‘De zegepralende Vecht’ en dat haar stralen nòg uitschieten over het land. dat na nationale en plaatselijke vernederingen zonder tal, hoofd en handen vol heeft met droogleggen, in-kultuurbrengen en industrialiseren, gezwegen van im- en e-migreren! Het kan zijn nut hebben thans vast te stellen, wat er van di praal nog te achterhalen is. Daarop heeft de schrijver, die in deze materie thuis is, zich toegelegd.

De buitenplaatsen om de wereldhaven onzer Gouden-Eeuw, waren talrijker dan de volkstuintjes tegenwoordig. Het waren er vele honderden. Bekendheid verwierven vooral die aan de, oevers van de Vecht, welke kronkelende rivier gedurende eeuwen een sappige verkeersweg bood voor de onvolprezen vaderlandse trekschuit en vele reizigers zich ‘van daaruit’ aan Holland's welvaren deed vergapen.

Het boek bevat hoofdstukken over de bewoners, over de huizen en over de tuinen en parken, waaraan soms meer zorg besteed werd dan aan de vaste opstanden en welke menig verwend buitenlander (Czaar Peter, Cosimo de Medici, Johanna Schopenhauer e.a.) bij herhaling bekoorden en met hun bloemenpracht in verrukking brachten. Een greep uit nog steeds veelbetekenende namen: Goudensteyn, Guntersteyn, Nederhorst, Queekhoven, Vechtoever en Vechtvliet. Tot de talrijke gesloopte scheppingen behoorden het ‘Huis ter Meer’, ‘Petersburg’ van de gunsteling van Czaar Peter en vooral ‘Zydebalen’ (1681-1819) onder de rook van Utrecht, waarover de legenden en de schrijver niet uitgepraat raken. Zij schijnen wel de meest besproken ‘cierboedel’, poëten incluis, opgeleverd te hebben.

A.St.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • F. Reysenbach

  • E.H. Bos

  • M. van Gijsegem

  • L.C. Kutsch Lojenga

  • over C.J. Bleeker

  • over W.L. de Vreese

  • over R. van Luttervelt