Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 59 (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 59
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 59Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 59

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 59

(1955)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 67]
[p. 67]

Wat deed het A.N.V. in 1954?
uittreksel uit het jaarverslag

*

 

Met grote voldoening kunnen wij terugblikken op hetgeen in dat jaar is verricht. De betrekkingen in de voorgaande jaren aangeknoopt, hebben goede gevolgen gehad en nieuwe aanknopingspunten werden gevonden.

Ook hier mogen wij er nog eens op wijzen, dat het Algemeen Nederlands Verbond er naar streeft de verbinding te onderhouden met allen van Nederlandse afkomst, waar ook ter wereld gevestigd. Het wil hen allen blijvend op de hoogte houden van hetgeen Nederland op cultureel gebied bezit, verwerft en biedt. Het wil het besef levendig houden dat wij iets in de wereld betekenen, dat wij daarin meetellen, dat wij een roeping hebben te vervullen. Het tracht de volkskracht te verhogen door een gerechtvaardigde trots op land en volk aan te wakkeren.

Aan de taal wordt alle aandacht besteed, want door haar gevoelen wij onmiddellijk dat wij bij elkaar behoren, dat wij één geheel vormen. Het is de taal, waarin wij onze gedachten, welke voortkomen uit onze inborst, ons gemoed, tot uitdrukking brengen, waardoor die eenheid van denken, die eenheid in doen en laten tot stand komt, die wij nodig hebben om ons in deze woelige wereld staande te houden.

Juist door dat gevoel van saamhorigheld aan te kweken en allen van Nederlandsen bloede daarop te wijzen, heeft het Algemeen Nederlands Verbond in onze gemeenschap een zeer belangrijke en zeer bijzondere taak te vervullen.

Het is dan ook verheugend - wij mogen haast zeggen zeer begrijpelijk - dat wij van alle kanten de grootst mogelijke steun en bewijzen van medewerking en waardering ontvangen.

De Nederlandse Regering, waarvan wij in ons vorige verslag reeds spraken, is ons zeer tegemoet gekomen. Uit de debatten, gevoerd bij de behandeling der rijksbegroting in de beide Kamers der Staten-Generaal, is wel gebleken, dat ons werk daar met grote belangstelling wordt gevolgd en dat ook van die zijde krachtig werd aangedrongen op verruiming van de overheidssteun. Dit had tengevolge, dat de ons voor dit begrotingsjaar oorspronkelijk toegedachte rijkssubsidie verdubbeld is.

 

En inderdaad is zeer ruime regeringssubsidie noodzakelijk, wanneer wij nagaan hoeveel duizenden Nederlanders in den vreemde werkzaam zijn en hoevelen in de laatste jaren zijn uitgezwermd naar alle delen van de wereld. Weliswaar gaat het zeer velen materiëel goed, doch de overgang is groot en zij missen meestal de geestelijke verbinding met het moederland. Alles wat het eigen land hun bood, alles waarmede zij waren opgegroeid en waarmee zij zo vertrouwd waren geraakt, moeten zij ontberen. Niet over het hoofd mag worden gezien, dat zij voorname steunpilaren kunnen zijn voor ons economisch bestel.

Een zeer belangrijke taak van het Hoofdkantoor is en blijft het bewerken van dat deel van het buitenland, dat niet bestreken wordt door onze afdelingen. Het betreft hier het aanknopen en onderhouden van de betrekkingen met Nederlandse verenigingen en onze emigranten en in het algemeen met de Nederlanders in het buitenland.

Het cultureel contact is voor hen allen van allergrootst belang. De dagelijkse werkzaamheden, op welk gebied dan ook, bepalen hun verhouding tot de gemeenschap, het land, enz. waarin zij leven, doch bovendien hebben zij er behoefte aan zichzelf te zijn, zich te wijden aan datgene, wat hun het dierbaarst is.

De geëmigreerden hebben behoefte aan de hulp van het A.N.V. en dit te meer, omdat zij niet over de middelen beschikken zelf te voorzien in alles waaraan hun geest behoefte heeft teneinde hun steun te geven in hun dagelijkse beslommeringen.

Zij kunnen die hulp alleen uit Nederland krijgen. Daarom blijft het te betreuren, dat, hoewel de Overheid warme belangstelling toont, de bevolking van Nederland hier betrekkelijk koel tegenover staat en weinig besef toont voor de behoeften van onze vrienden in den vreemde. Daardoor ontvangt het A.N.V. bij de verwezenlijking van zijn idealen van die zijde te weinig werkelijke steun.

Men is te veel bezig met eigen omgeving en men heeft geen oog voor hetgeen over de grenzen geschiedt. Te veel wordt aangenomen dat het werk vanzelf gaat en de Overheid voor alles zorgt. Daarom blijft het zo noodzakelijk, dat het A.N.V. de aandacht blijft vestigen op het goede, dat in ons Volk leeft en op zijn ontwikkeling op het gebied van wetenschap, cultuur, nijverheid en wat door ons wordt gedaan. Daarom dient ons Verbond met voortvarendheid de uitvoering van zijn werkprogramma te bevorderen. Hoe langer hoe meer wordt daarbij het gemis gevoeld aan belangstelling van de jongeren voor ons werk, want deze jeugdige personen zullen zich van hun Nederlanderschap meer bewust moeten worden om later de steunpilaren van het A.N.V. te kunnen worden.

De samenwerking met regeringsinstanties was van aangename aard.

Men beseft daar volkomen van welk groot belang het is de Nederlanders in het buitenland op de hoogte te houden van de vooruitgang der ontwikkeling op elk gebied in Nederland en de Nederlands sprekende delen der wereld. Wij hebben dan ook van regeringszijde de meest mogelijke medewerking ontvangen, waarvoor wij bij deze onze erkentelijkheid betuigen. Niet minder waarderen wij de hulp, welke wij van onze diplomatieke vertegenwoordigers in het buitenland bij voortduring mochten ontvangen.

Het doet ons genoegen te kunnen vermelden, dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken in dit verslagjaar is tegemoetgekomen aan onze herhaaldelijk geuite wensen, voor meer voorlichting te zorgen ten behoeve van de Nederlanders in het buitenland. Zo worden door tussenkomst van onze diplomatieke vertegenwoordigingen Polygoonjournaals, overgedrukt op smalfilms, in bruikleen afgestaan. Verder staan ter beschikking de z.g. tentoonstellingskoffers, terwijl gramofoonplaten in de maak zijn.

 

Met verscheidene verenigingen, welke een aanverwant doel beogen, onderhielden wij vriendschappelijke betrekkingen.

 

De samenstelling van het Verbondsbestuur werd enigszins gewijzigd en was op 31 December 1954 als volgt:

 

E.H. Bos, voorzitter,
Ir J.F. van Hoytema, ondervoorzitter,
Ir G. Schutte, secretaris,
C. van Leeuwen, penningmeester.
Mr. F.G.A. Huber, 's-Gravenhage,
L.C. Kutch Lojenga, Amsterdam,
F. Kroon, Utrecht,
Mr Fr. M.E. v.d. Elst, Brussel,
Mr N. Dewitte, West-Vlaanderen,
C. Holstein, Curaçao,
Dr F.C. Dominicus, Kaapstad,

 

Raadgevende leden:

 

Ereleden:
K.E. Oudendijk,
F. Reysenbach,
Fred. Oudschans Dentz.

 

Vertegenwoordigers van bevriende verenigingen:

Mr G.H. Eskes, vert. van de Kon. Ver.
‘Oost en West’ en van de ‘Nederlandse Bond in Duitsland’,
Dr P.C. Visser, vert. van de Ver. ‘Nederland in den Vreemde’,
Dr J.P. Duyverman, vert. van de Ver. ‘Nederlands Fabrikaat’.

 

Directeur:

Ir G. Schutte.

 

Vertegenwoordigingen in andere besturen:

Teneinde de samenwerking met andere verenigingen te bevorderen hadden gedurende 1954 voor het A.N.V. de volgende bestuursleden zitting in de besturen dezer verenigingen:

 

E.H. Bos in de Kon. Ver. ‘Oost en West’,
Ir G. Schutte in de Ver. ‘Nederlands Fabrikaat’,
C. Holstein in de Ver. ‘Nederland in den Vreemde’,
Mr G.H. Eskes in de ‘Nederlandse Bond in Duitsland’,
F. Reysenbach in de ‘Tuchtunie’.
[pagina 68]
[p. 68]

Eind 1954 telde het Verbond de volgende Afdelingen:

Amsterdam Leuven
Dordrecht Oost-Vlaanderen
's-Gravenhage, West-Vlaanderen
Groningen Belgisch Congo-
Haarlem Ruanda-Urundi
Nijmegen Stud. afd. Bloemfontein
Rotterdam Kaapstad
Utrecht Pretoria
Zuid-Limburg Aruba
Zwolle Bonaire
Antwerpen Curaçao
Brussel  

De eerste stappen zijn gedaan ter uitvoering der bepalingen van het testament Visser. Dit testament schrijft voor, dat de opbrengst van het toegewezen kapitaal voor vier zeer bepaalde en in het testament aangegeven doeleinden mag worden aangewend. Deze zijn kort omschreven:

 

a.Zedelijke en materiële steunverlening, vooral aan Nederlanders, uit hoofde van hun bijzondere karaktereigenschappen. Hierbij wordt in de eerste plaats gedacht aan het instellen van schoolprijzen ter aanmoediging van goed karakter;
b.Steunverlening aan werkzaamheden ten dienste van culturele ontdekkingen in Nederlandse laboratoria;
c.Medewerking ter voorkoming van alles wat samenhangt met paniek, gevaarlijke massasuggestie en derg., in het bijzonder in Nederland;
d.Uitloving van prijzen voor een Nederlands toneelspel of een Nederlands muzikaal werk.

 

In de loop van het verslagjaar is sprake geweest van een ‘overkoepeling’ van alle verenigingen, die te maken hebben of zouden kunnen hebben met Nederlanders in het buitenland, dus alle verenigingen op commerciëel-, industriëel-, emigratieen cultureel gebied. De stoot daartoe kwam voornamelijk van de zijde van handel en industrie.

Het lag echter ook voor de hand, dat bij een zodanige ‘overkoepeling’ rekening moest worden gehouden met het feit, dat, wanneer die plannen tot uitvoering zouden geraken, de werkzaamheden van het A.N.V. dat zich, in tegenstelling met alle andere hierboven bedoelde verenigingen, vrijwel uitsluitend op cultureel gebied beweegt, aanmerkelijk zouden worden besnoeid.

Bovendien was het niet denkbeeldig, dat de zestig-jarige ervaring die het A.N.V. heeft verworven, zou worden gebruikt om doeleinden na te streven, welke niet de onze zijn, zodat ons Verbond door de overkoepeling zijn kracht en zijn zelfstandigheid zou verliezen.

Uit de aard der zaak kunnen wij wel met verenigingen samenwerken, die een doel nastreven gelijk aan het onze, zij het ook gedeeltelijk, doch deze samenwerking mag onder geen beding afbreuk doen aan onze zelfstandigheid of onze zelfstandige ontplooiing.

Wij hebben daarom gemeend, daaraan niet te moeten meewerken.

De afdelingen buiten Europa verheugen zich in een grote bloei. Het ledental wordt daar steeds groter. Wij schrijven dat in de eerste plaats toe aan het feit, dat de samenwerking van bestuur en leden daar zeer innig is en het bestuur daardoor de leden datgene weet te bieden wat zij wensen, waardoor het doel van het Verbond wordt bereikt.

Ook dit jaar brachten, met onze medewerking, verscheidene Nederlandse kinderen, woonachtig in West-Duitsland, een gedeelte van hun zomervacantie in Nederland door, waar zij de vruchten konden plukken van hun verblijf in een echt Nederlandse sfeer.

Na terugkeer in Duitsland maakten zij over hun ervaringen opstellen, waarvan de beste met door ons Verbond ter beschikking gestelde waardevolle boekenprijzen werden bekroond.

In Vlaanderen, dat deel uitmaakt van het twee-talig België, dient ons Verbond, nog meer dan in Nederland, alle aandacht te schenken aan het behoud en de eerbiediging van de Nederlandse taal. Mede dank zij het streven van de Ver. voor Beschaafd Nederlands wordt thans in België het Nederlands officiëel als voertaal erkend. Een zeer belangrijk hulpmiddel daarbij wordt de in 1955 in te voeren woordenlijst van de Nederlandse taal, het resultaat van de arbeid der commissie, reeds in 1947 ingesteld door de Ministeries van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in Nederland en van Openbaar Onderwijs in België.

Het is een verblijdend teken, dat bij uitspraak van de Rechtbank van Elizabethstad in Belg. Congo het verzoek om vonnissen in het Nederlands uit te spreken, werd ingewilligd.

Van 16 tot 19 Februari vond te Leuven het Tweede naoorlogse Groot-Nederlandse Studentencongres plaats, waaraan niet minder dan 700 studenten uit België en Nederland deelnamen.

De afdelingen in de Unie van Zuid-Afrika hebben in 1954 een buitengewone opleving getoond. De afdeling Kaapstad boekte daarbij haar 500ste lid. Het Afrikaanse element wordt hier steeds sterker, waardoor de Afrikaanse taal, zo nauw verwant met het Nederlands, meer en meer veld wint. Nadat twee jaar geleden de afdeling Pretoria is gesticht, die door haar activiteit steeds in belangrijkheid toeneemt, staat de oprichting van afdelingen in Johannesburg en Oost-Londen op het programma.

De Boekerij van het A.N.V. te Kaapstad heeft geldelijke moeilijkheden. Als gevolg van de Kaapse Provinsiale Bibliotheek Ordonnansie zou deze boekerij bij de Gemeentelijke Kaapse Bibliotheek worden ingelijfd. De afd. Kaapstad heeft dat weten te voorkomen, doch dit sloot in, dat de boeken kosteloos moesten worden uitgeleend en geen ledenbijdragen meer mochten worden ontvangen. Uit de aard der zaak derfde men daardoor vele inkomsten; wij hopen, dat de Nederlandse Regering het voortbestaan van deze voor de Nederlanders en de Nederlandse emigranten zo belangrijke Boekerij door financiële steun zal waarborgen. De Boekerij beschikt over 10.200 boeken en het aantal uitleningen in 1954 bedroeg ongeveer 9.500.

De afdeling Kaapstad stelde voor de vierde maal boekprijzen ter beschikking en wel 33 voor verdienstelijke leerlingen van de Hogere Scholen in de Kaap-Provincie.

Mej. Rousseau ontving aan de Universiteit van Stellenbosch de door de Stichting Reina Prinsen-Geerligs Fonds ter beschikking gestelde jeugdprijs voor letterkunde met oorkonde. Het bestuur van de afd. Kaapstad reikte deze namens genoemd Fonds uit. Het was de eerste maal, dat een Zuidafrikaanse dame voor een Afrikaans werk deze prijs verwierf.

In Pretoria herdacht men op 24 April de geboortedag van Willem de Zwijger, waarbij Dr F.J. du Toit de herdenkingsrede hield.

 

Met grote belangstelling volgden wij de besprekingen welke geleid hebben tot de bevestiging van de nieuwe rechtsorde voor Suriname en de Nederlandse Antillen, zoals deze is vervat in het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden, waarin de nieuwe staatkundige verhoudingen zijn vastgelegd en Suriname en de Nederlandse Antillen met Nederland gelijkgerechtigde delen van het Koninkrijk werden.

De afdelingen Aruba, Curaçao en Bonaire verheugen zich in een krachtige bloei van het A.N.V.-verenigingsleven aldaar. Aan deze opleving en de grote activiteit zullen wij onze volle aandacht wijden.

In New-York doet de General Netherlands Association Inc. (het A.N.V.) goed werk en zorgt voor de verbinding met de in deze wereldstad wonende Nederlanders.

Met grote vreugde kunnen wij melding maken van het feit, dat dit jaar als onderafdeling is opgericht de ‘New Netherlands Junioren’, met het doel - zeer juist gezien - de Nederlandse jongeren nu reeds gelegenheid te geven toe te treden, teneinde het voortbestaan der vereniging te verzekeren. De Nederlandse Consul-Generaal, Mr J.A. Baron de Vos van Steenwijk, die het A.N.V. een zeer warm hart toedraagt, was de eerste, die reeds vroeger de aandacht op deze jongeren vestigde en die met grote belangstelling van de oprichting kennis nam.

Met de Nederlandse Vereniging te Sao Paulo in Brazilië bestaan als van ouds de hechtste banden. Deze vereniging telt over de 500 leden en is een voor de Nederlandse cultuur zeer belangrijk steunpunt in het Zuidelijke Amerika.

Het verspreiden van boeken en tijdschriften vormt een belangrijk onderdeel van ons werk.

De vraag in het buitenland naar Nederlandse boeken en tijdschriften blijft overal sterk stijgende. Wij brengen in herinnering, dat men een jaar of twee geleden nog zelfs in officiële kringen de mening was toegedaan, dat emigranten en hun gezinnen geen ‘nazorg’ behoefden. Het is wel opvallend, dat wij, in tegenstelling met dit standpunt, de laatste tijd zelfs van vreemde regeringspersonen het verzoek ontvingen Nederlandse lectuur naar hun ambtsgebied te zenden, daar het voor de mensen op leeftijd niet gemakkelijk is zich volkomen in de nieuwe taal in te werken. Van andere buitenlandse zijde ontvingen wij zelfs het verzoek Nederlandse kinderboeken ter beschiking te stellen waaraan uit de aard der zaak gaarne gevolg werd gegeven.

Uit deze feiten blijkt ook wel, dat de mening, dat de emigranten spoedig door het nieuwe land worden opgeslokt, volkomen uit de lucht gegrepen is. Dit moge met de kinderen en latere afstammelingen gedeeltelijk het geval zijn, voor de vertrekkende generatie gaat dat zeer zeker

[pagina 69]
[p. 69]

niet op. Vertrekkende Nederlanders zullen wij steeds blijven houden, zolang de Nederlandse bevolking zich uitbreidt en het buitenland voor velen aantrekkelijker bestaansmogelijkheden biedt.

De wijze waarop de Nederlands-sprekenden in het bezit komen van onze boeken loopt in de verschillende gebieden zeer uiteen en ook hier mogen wij onze bijzondere erkentelijkheid betuigen aan de organisatoren, die de lectuurvoorziening geheel aanpassen aan de plaatselijke behoeften.

Hoofdzakelijk zijn het weer de Nederlandse dames die zich met dit menslievend werk bezig houden. Een woord van waardering aan haar, die zich daarvoor beschikbaar stellen, is in dit verslag zeer zeker op zijn plaats.

Niet onvermeld moge blijven, dat zelfs in de meest zuidelijk gelegen Nederlandse vestiging, t.w. in Invercargill, Nieuw-Zeeland, thans een Nederlandse bibliotheek bestaat, die zich in de algemene belangstelling mag verheugen.

De vele bibliotheken, die wij in het buitenland hebben opgericht, zijn van bijzonder grote waarde gebleken en voor velen zijn de Nederlandse boeken en de Nederlandse tijdschriften vaak het voornaamste middel geweest om hen door bepaalde moeilijkheden heen te helpen.

Naast de bestaande boekerijen, waarvoor wij naar ons jaarverslag van vorige jaren verwijzen, zijn nieuwe opgericht en wel in Canada te Chatham en Smithers, Invercargill in Nieuw-Zeeland, Corio, Turramurra en Kurnell in Australië.

In behandeling zijn bibliotheken te Mount-Gambier in Australië, Santiago de Chile in Zuid-Amerika.

De boekerijen van Melbourne, Bassendean in Australië, San Paulo in Brazilië, Kaapstad en Parijs zijn uitgebreid.

In Vlaanderen hielpen wij bij het oprichten en uitbreiden van bibliotheken te Mariakerke (Gent), Aalst, Staden, Putte, De Haan aan Zee, veelal op verzoek van het Willemsfonds.

Voorts werden vele zendingen boeken geschonken aan instellingen, waarvan wij slechts de voornaamste vermelden: de Universiteiten te Leuven en Kaapstad, het Cultuurhistorisch Instituut te Pretoria, Sociedas de Hermanns te Primavera in Paraguay.

Ook verschillende personen ontvingen boeken. Wij zonden speciale boekenzendingen naar Nederlanders achter het IJzeren gordijn.

Ook dit jaar stelden wij weer voor verschillende plaatsen in het buitenland boekenprijzen, voortbrengselen in Nederlands proza, beschikbaar bij voordrachtwedstrijden voor jeugdige personen. Wij vermelden hier Kaapstad, Vereniging voor Beschaafde Omganstaal in Vlaanderen, de Melomanen te Brussel, schoolwedstrijden op Curaçao, in West-Duitsland enz.

In ons vorig jaarverslag maakten wij melding van het feit, dat 72 Nederlandse bibliotheken in West-Duitsland in de oorlogsjaren werden verwoest, waardoor onze landgenoten van lectuur waren verstoken. Als gevolg daarvan stelde het Prins Bernard Fonds 2.000.- gld. aan de Nederlandse Bond in Duitsland ter beschikking voor aankoop van boeken en konden door ons niet minder dan 650 exemplaren verzonden worden.

Het was dit jaar nog niet mogelijk ons orgaan ‘Neerlandia’, dat thans om de twee maanden verschijnt, iedere maand uit te geven.

Van vele zijden ontvingen wij het dringend verzoek ons verenigingsblad toch weer elke maand te laten verschijnen, daar Neerlandia zo goed als de enige verbinding betekent tussen het Verbondsbestuur en de leden en ook tussen de leden onderling.

Aangezien ontvangen bijdragen onmogelijk langer dan twee maanden konden worden aangehouden, gingen wij er reeds toe over enkele afleveringen in grotere omvang uit te geven. Hartelijk hopen wij binnenkort het blad weer iedere maand het licht te doen zien.

Een woord van dank en waardering jegens de vele medewerkers, die belangeloos hun bijdragen aan ons blad afstonden, is hier zeker op zijn plaats.

Aan het einde van dit verslag willen wij niet nalaten de velen, die ons financiëel of op andere wijze steunden bij ons zo uitermate belangrijke werk, onze welgemeende dank te betuigen.

Met de wetenschap, dat velen, vol belangstelling voor het A.N.V., naast ons staan, zien wij de toekomst met vertrouwen tegemoet.

Voor leden is liet volledige jaarverslag op het Verbondskantoor verkrijgbaar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken