Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 60 (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 60
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 60Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 60

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 60

(1956)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

Kreupele paradepaardjes uit de stal van het germanisme hinken lustig rond

Weet U nog wat boven uw eindexamenopgave in de vreemde talen stond? Het is wellicht al te lang geleden. Welnu, er stond: ‘Vertaal in goed Nederlands.’ Dat was bij het Frans en Engels, als je tenminste genoeg van die talen afwist nog niet zo'n grote toer, maar bij het Duits waren er allerlei onzekerheden die je tijdens en na het werk zouden kwellen: is het wel goed Nederlands wat ik heb opgeschreven? Hoe is nu precies ‘sick bewähren’ in het Nederlands, en klimatbedingt, erstklas sig, fraglos? Klimaatafhankeljk, eerstklassig, vraagloon! De rode streep zag je al voordat je deze onwezenlijke stommiteiten had neergeschreven. Maar wat dan?

HET IS GEEN WONDER dat juist bij de vertaling van het Duits de twijfel aan het Nederlands bij ons oprezen. Van alle onderwijs in vreemde talen scherpt dat in het Duits ons eigen taalgevoel het meest. Nederlands en Duits zijn nu eenmaal, of we dit plezierig vinden of niet, zeer verwante talen. Het gaat er mee als met twee familieleden die elkaar te veel zien: vroeg of laat komt er ruzie. De woordenvoorraad van beide talen vertoont, ondanks de overeenkomsten, heel wat verschillen. Telkens lopen de betekenissen van historisch nagenoeg dezelfde woorden ver uiteen of scheren rakelings langs elkaar. Zet eens naast elkaar smeken en schmeicheln, vleien en flehen. Rustig is niet rustig, Eertig is niet vaardig, auswendig is niet uitwendig, verrückt niet verrukt, om nog maar te zwijgen van woorden als aufrücken, erkennen, unscheinbar. Het Nederlands heeft vele oude woorden behouden: oorlog, zeer doen, houden van, woensdag. Het Duits heeft in de nieuwe tijd vele woorden gesmeed: Fernseh, Zündkerze, Federball. Het Nederlands in zijn positie tussen de grote anderen, heeft veel buitenlands taalgoed overgenomen. Het laatste woord, Federball, kennen wij als badminton!

Al in de Middeleeuwen

Natuurlijk ligt het voor de hand dat de kleine van de grote overneemt. Reeds in de Middeleeuwen kwamen de Duitse woorden. De hervorming bracht nieuwe. Aan sommige zijn wij gewend, we voelen ze als volkomen Nederlands en ze zijn dat door het gebruik ook geworden: heilzaam, aanwenden, boetvaardig, behartigen.

Spieghel verkondigt in de 16e eeuw dat men ter verdrijving van Franse woorden gerust woorden naar Duits model kan nemen. In de steden van het westen komt een avontuurlijk volkje van marskramers, gedroste soldaten en fortuinzoekers en met hen rollen mee: kroeg, pimpelen, schoft, schransen. In dit leger dienen Duitse huursoldaten: dolk, sabel, vaandrig, zoetelaar.

Pas in de negentiende eeuw komt de grote vloed. Bij Bilderdijk vindt men woorden als daadzaak, geschicht, bekleiteren. Dergelijke woorden kunnen nu slechts onze afkeer oproepen, maar wat ziet men nu nog voor Duits in de volgende ontledingen, inburgeren, bijbrengen, bespreken? De Duitse wetenschap was machtig in Europa. Duitse boeken op medisch, filosofisch, teologisch en technisch gebied worden in ons land gelezen en taalkundig maar half verteerd. Juist in diezelfde eeuw komt het verzet tegen het Duits. Er worden lijsten aangelegd waarin de afkeurenswaardige woorden zijn opgenomen.

In de twintigste eeuw dezelfde strijd. Bepaalde woorden winnen het, andere worden verworpen.

Nu komen niet meer, als in de Gouden Eeuw, de oostelijke haveloze avonturiers ‘op een strowis aandrijven’. In ons leger hebben wij geen Duitse ‘krijgsknechten’ meer.

Waarom toch?

Zouden wij in onze tijd en dan vooral na 1940-1945, ter verdrijving van vreemde woorden, het Duits te hulp willen roepen? Het Duits kent voor de onderdelen van een auto verschillende tekenende namen: Leerlauf, Kuhler, Luftklappe. We zouden met leegloop, koeler, luchtklep onze personenkrachtwagen onherkenbaar gaan maken. De C.T.T., die goede Nederlandse technische namen heeft ontworpen, moet wei eens het Duits benijd hebben!

Waarom, zo vraagt men zich af, duiken er dan toch - en méér dan af en toe - van die wendingen op, die wij als germanismen kennen en verfoeien?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken