Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 61 (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 61
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 61Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 61

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 61

(1957)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

Nederlanders in Australie op de planken

WANNEER MEN DE ACTIVITEITEN van de Nederlandse verenigingen in Australië nagaat, komt men tot de ontdekking, dat het toneel een der belangrijkste vormen, zo niet de belangrijkste worm is, waarin die activiteit zich uit. Dit is niet verwonderlijk, want het toneel is van ouds het middel om geestvervanten, in dit geval landgenoten, tot elkaar - in elk geval: bij elkaar - te brengen. De aloude geest der rederijkers verloochent zich onder de Nederlandse immigranten in Australië niet. Onder de verenigingen en clubs van Nederlanders in het vijfde werelddeel nemen de toneelverenigingen een, voorname plaats in.

Een andere vraag, die zich bij een beschouwing van het Nederlandse cultuurleven in Australië opdringt, is: Wat spelen die verenigingen? Wat voor soort stukken brengen zij op de planken? Deze vraag wordt gesteld, omdat bij de beantwoording er van zal blijken, dat ‘het toneel’ een zekere weerslag vormt van het milieu, waaruit de Nederlandse immigranten zijn voortgekomen. Er ligt in die vraag dus een soort sociologisch symptoom verscholen, dat aan onze opmerkzaamheid niet mag ontsnappen.

 

De stukken, die voor het voetlicht worden gebracht, zijn bijna alle oude bekenden. Zij komen voor in de Toneelfondsen der verschillende Nederlandse uitgevers. Voor de opvoering er van wordt vereist, dat het auteursrecht wordt betaald, hetgeen, zoals bekend, meestal gebeurt door een ‘verplicht’ aantal boekjes bij de uitgever te bestellen en te betalen. Of inderdaad in alle gevallen het auteursrecht op die manier ook uit Australië is of wordt voldaan, wil ik met de hand op m'n hart niet beweren, maar het is een feit, dat men in het algemeen wel de keizer wil geven wat des keizers is.

Een van de successen, die het Nederlandse amateurtoneel in Australië heeft geoogst, was de opvoering van ‘De nacht van de zestiende Januari’, dat in Nederland bekend is geworden in de vertaling van Caro van Eyck en Dick Sternheim. Het is een bijzonder stuk, omdat de demarcatielijn tussen toneel en zaal tijdens de opvoering als het ware vervalt. De rechtszitting op het toneel speelt zich af met het publiek in de zaal als toehoorders op de publieke tribune, en met esn jury, die uit het publiek wordt gekozen.

Reclamestunt

Het is echter ook de propaganda, voorafgaande aan de uitvoering, die hier een rol speelt. De vroegere Haagse acteur, Koos Simonis, die al ruim vijf jaren in Australië vertoeft en hier de regie verzorgt van toneelstukken zowel voor een Nederlandse als voor een Australische toneelvereniging, vend een prachtoplossing door een publikatie in een Australisch wijkblad in een der voorsteden van Sydney. In dit wijkblad werd op de voorpagina een dramatisch verslag gegeven van een moordaanslag, die ‘gisteren’ heette gebeurd te zijn en waarvan de rechtszitting zou plaats hebben op zaterdag in de School of Arts te Sutherland. Dit weekblad werd verspreid onder de Nederlanders en heeft uiteraard grote beroering en verrassing gewekt, hetgeen de bedoeling was. Het publiek kwam in groten getale op: Nederlanders uiteraard. De opvoering was een succes en is nadien herhaald, zowel in Sydney als elders.

Geld en vermaak

Dezelfde vereniging heeft kortgeleden wederom een aanval gedaan op de vesting der middelmatigheid door een vertolking te brengen van Carlo Goldoni's ‘Knecht van Twee Meesters’, waarin Jan Retèl vroeger in Nederland heeft uitgeblonken en dat in december van het vorige jaar nog een opvoering beleefde in de Haarlemse schouwburg met Paul Storm als gastspeler. Daarmee wil ik slechts aantonen, dat het Nederlandse toneel in Australië niet achterlijk behoeft te zijn, mits men een actieve en barricaden bestormende regisseur tot leider durft te nemen, zoals in het onderhavige geval gebeurd is. De commedia dell'arte is nu juist niet direct geschikt voor het Nederlandse publiek in Australië, dat over het algemeen losse, vlotte, niet al te diepgaande en liefst helemaal niet diepgaande stukken ziet spelen, omdat de bedoeling nu eenmaal is: zich te vermaken en te ontspannen en niet om zich in te spannen. Deze opmerking is niet stekelig bedoeld. Niemand zal haar trouwens stekelig vinden, indien men begrijpt voor welke moeilijkheden een toneelgezelschap van Nederlanders zich in Australië geplaatst ziet: de kring, waaruit men zijn spelers kan kiezen, is beperkt en de leden van die kring zijn van diverse pluimage. Voorts spelen de financiën een grote rol. Bij de opvoering van een toneelstuk in Australië speelt vrij wel altijd de bedoeling om ‘winst’ te maken de doorslaggevende rol. Het toneel is voor verschillende verenigingen dikwijls de enige behoorlijke bron van inkomsten (entrée-gelden)! Bij de keuze van een stuk moet men dus de grootste gemene deler zoeken en voor ogen houden hoe men het grootste aantal Nederlanders kan trekken, m.a.w. geld en vermaak staan voorop, kunst komt pas in de tweede plaats.

Verschil met Nederland

HIER STAAN WE VOOR EEN GROOT VERSCHIL met de rederijkers-kamers in Nederland, waar de amateurtoneelgezelschappen dikwijls streven naar het brengen van kunst en dit stellen boven Jan Publiek. Daarbij bedenke men verder, dat een recensie in een plaatselijk blad in Nederland van grote en vèrdragende betekenis voor de reputatie en de groei van de rederijkerskamer kan zijn, terwijl recensies van opvoeringen in Australië geen rol van enige betekenis vervullen. De Australische wijkblaadjes bekommeren zich niet om opvoeringen van toneelstukken in de Nederlandse taal. Om de Kunst bekommert een toneelvereniging zich dus niet zo heel veel. Het amusement staat voorop. Slechts indien er een soort wedstrijd georganiseerd zou kunnen worden, zoals in Nederland gebeurt, waarbij prijzen worden toegekend aan het amateurtoneelgezelschap, dat de beste opvoering geeft, zou er mogelijkerwijs een verandering kunnen optreden. Sommige toneelclubs hebben al heropvoeringen gegeven in verschillende plaatsen en er zijn uitwisselingen van toneelopvoeringen geweest. Sutherland's toneelgezelschap deed dit met ‘De Nacht van de 16e Januari’. ‘De Kleine Komedie’ uit Narrabeen heeft het gedaan met ‘De Spooktrein’, dat zij behalve in Narrabeen ook opgevoerd heeft in Bankstown. Hetzelfde stuk, dat vroeger al succes heeft geoogst in Nederland, werd onlangs ook opgevoerd door ‘De Komedianten’ in Brisbane (Queensland).

De uitwisseiing van toneelstukken (opvoering) is wegens de grote afstanden in Australië en de daarmee gepaard gaande belangrijke kosten voor de verenigingen, echter vrijwel niet mogelijk, tenzij men zich beperkt tot de onmiddellijke omgeving van de hoofdplaats. Veel verder dan honderd kilometer trekt een toneelgezelschap er niet op uit. Sutherland's toneelgroep trok bijv. naar het het tachtig kilometer verder gelegen Wollongong.

Amateur-toneelschrijvers

BEHALVE TONEELSPELERS, be vinden zich onder de Nederlanders in Australië ook amateur-toneelsschrijvers. Jan Mulder in Bankstown en Jan Logeman in Engadine (N.S.W.) hebben him talenten op dit gebied al eens beproefd. Dank zij het niet al te kritisch gestemde publiek, hebben zij met hun geestesprodrukten, waar voor ik alle waardering heb, wel succes geoogst, Jan Logeman met ‘Een reisje naar Holland in 1956’ en met ‘Het testament van Oom Eduard’, een blijspel dat zou passen in elk toneelfonds voor amateurs, en Jan Mulder met ‘Emigranten’, een revue. In beide gevallen traden de auteurs ook op als regisseur. Het feit. dat een toneelgroep bereid is een stuk op te voeren van een hunner leden, stemt tot voldoening. Toneelverenigingen lijden - niet in het minst in Australië - aan onderlinge naijver. Vandaar dat de opvoering van stukken, geschreven door iemand uit dezelfde kring, die tot de opvoering besluit, een woord van waardering verdient.

Onder de in Australië opgevoerde toneelstukken bevinden zich ‘De Huistyran’ van Godfried Bomans (door de toneelgroep ‘Olympia’ in Geelong, Victoria),

[pagina 37]
[p. 37]

Nederlands toneel in Australië
(vervolg van vorige pagina)
onder regie van Huub van Baars; ‘Vreemde Lading’ onder regie van Nico van Dalen (door de toneelgroep ‘De Klomp’ in St. Albans, Victoria). ‘De Tante van Charley’ (door de toneelgroep ‘Animo’, in Unley, Zuid-Australië). De toneelgroep ‘De Clieck’ in Perth (West-Australië) voerde ‘En zo begon het’ op, een door Jan Sengers vertaald blijspel van Philip King, waarnaar 500 Nederlanders die avond hebben geluisterd. In Wollongong heeft de Nederlandse vereniging aldaar opgevoerd ‘Haar laatste wil’ door J.W.v.d. Heide en Henk Bakker. ‘De Kleine Komedie’ bracht ‘In het Gouden Haantje’ in Dee-Why.

Dit is geen uitputtende opsomming van de stukken, die hier voor het voetlicht zijn gebracht. De keuze, die ik uit de lange reeks heb gedasn, heaft enkel de bedoeling onze lezers een indruk te geven van het peil, waarop het amateur-toneel zich in Australië beweegt. Daarbij kan ik voor het ogenblik de conclusie trekken, dat voor het serieuze toneel, dat Kunst met een hoofdletter tracht te brengen, over het algemeen geen waardering bestaat.

Verdwijnt dit Nederlands toneel?

WELKE RICHTING HET TONEEL hier zal inslaan in de toekomst, valt moeilijk te voorspellen. Persoonlijk ben ik van mening, dat met het vorderen der jaren, het Nederlandse toneel (in de Nederlandse taal) zal uitsterven. Ik grond deze onderstelling op het feit, dat zich nu reeds in een plaats in New South Wales (Sutherland) een aantal Nederlanders met amateur-toneelbloed heeft aangesloten bij een overigens uitsluitend uit Australiërs bestaand amateur-toneelgezelschap voor de opvoering van stukken in de Engelse taal voor een niet beperkt publiek.

 

DAAR DE NEDERLANDSE IMMIGRANTEN op den duur in de Autralische samenleving worden opgenomen, zal daarmee tevens hun toneelspel in de Nederlandse taal verdwijnen. Er opent zich daarmee echter tevens het verschiet, dat door die assimilatie het Australische publiek te zijner tijd de geest van een Nederland toneelstuk leert ondergaan, doordat het Australische toneelgezelschap onder de invloed zijner Nederlandse leden een toneelstuk van Nederlands karakcer in de Engelse taal voor het voetlicht brengt voor een Australisch (mogelijk: een gemengd Australisch-Nederlands) publiek.

Voor wie daaraan mocht twijfelen, moge ik vermelden, dat de Nederlandse regisseur (toneelspeler) Koos Simonis zich kort geleden uit de Nederlandse toneelgroep Sutherland (N.S.W.) heeft teruggetrokken, toen hem door een Australisch toneelgevelschap (Miranda Theatre Group) het regisseurschap werd aangeboden, hetgeen hij aanvaardde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken