Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Neerlandia. Jaargang 62
Toon afbeeldingen van Neerlandia. Jaargang 62zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 62

(1958)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 21]
[p. 21]

Het geestelijk volkslied in Frans Vlaanderen

In het Kerstnummer van ‘BAND’, het bekende tijdschrift voor Vlaams Kultuurleven (hoofdredacteur dr O.V. Spitaels) wijdt pater Ward Corsmit een beschouwing aan het geestelijk volkslied in Frans-Vlaanderen. Hij brengt hulde aan de dichter De Coussemaker, die in de vorige eeuw een rijke verzameling van oude gezangen bijeenbracht. Daarin nam het godsdienstig lied de ereplaats in. En de jongeren in Frans- of Zuid-Vlaanderen voelen zich ook nu nog door die oude zangen opnieuw verbonden met de traditie van een vroom en Vlaams Christendom.

Zo zingt dit Frans-Vlaamse volk zijn heilig Kerstverhaal op d'oude wijs, zoals blijkt uit het hieronder gedeeltelijk afgedrukte geestelijke lied, dat dit jaar nog te Belle werd gezongen:

 
't Huys was zonder setel
 
Sonder pan of ketel;
 
... eene scheur daer de vlagen
 
den wind jaegen
 
door 't huys sonder meur of deur.
 
Maria geeft hem suykerpap,
 
en Joseph brengt den windelap;
 
Daer hij werckt den heele nacht
 
en wascht de luiers in de gracht.
 
Nu maeckt hij vier, dan raept hij hout ...

Natuurlijke eenvoud

Pater Ward Corsmit neemt nog andere geestelijke liederen over, die in de zondagscholen heden nog gezongen worden of in de Kersttijd weer tot nieuw leven komen en die allen zijn opgenomen in de verzameling van De Coussemaker.

Pater Corsmit eindigt met de volgende opmerking: ‘Het geestelijk volkslied in Frans-Vlaanderen vertoont dezelfde hoedanigheden als het geval is met soortgelijke gezangen in Rijksvlaanderen. Vooral sedert de 18de eeuw is het geestelijk volkslied naar de taal en de vorm soms enigszins onhandig en 't doet stuntelig aan, maar het wint aan natuurlijke eenvoud, waarin het volksgemoed zich zuiverder uitspreekt’.

Een tweede artikel in hetzelfde nummer van BAND behandelt de volkse kerstgedichten uit Frans Vlaanderen. Gewezen wordt op de grote betekenis van de jaarlijkse prijskampen onder Frans Vlaamse schrijvers van proza of poëzie.

Deze wedstrijden, waarvoor zich jaarlijks vele deelnemers opgeven, bewijzen, aldus dat artikel, overduidelijk, dat onze taal voortleeft in Frans-Vlaanderen, waar men zelfs van een zekere letterkundige bloei mag gewagen.

In het bijzonder staat dat artikel stil bij de Frans-Vlaamse dichter J. Utendale, die een drietal Kerstgedichten aan zijn stamgenoten schonk.

Uitstekende miniatuurtjes

Uit deze ‘uitstekende miniatuurtjes van vrome volkskunst’ nemen we, ter typering van die kunst, het volgende gedicht over:

 
't Wos wienter, de straote wos moôzig en nat.
 
Zijn schoen schier in 't woater verzopen,
 
Sint Jozef gienk moeilik, en Mar ja, ze zat
 
up 't ezelke, 't wulde nie lopen ...
 
‘Maria’ zei Jozef, ê zag nor heur up
 
‘Maria, ê litje passênsche,
 
‘kijk, gunter weunt Wiesten en boer daenedrup
 
en dat zijn nog simpel goê mensen’.
 
Maria, ze lachte zo teêre en zo fijn
 
up 't ezelke - 't wulde nie lopen -
 
‘Hier stoat er ê sceure, kom, hier moe'me zijn ...’
 
de deure stoeg woagewijd open.

Bij het lezen van deze gedichten voelt men de verwantschap aan met zoveel Vlaamse letterkunde en schilderkunst, die geheel oorspronkelijk en met voorliefde, door vele eeuwen heen, dit ontroerende gedeelte uit Jezus leven, dank zij een onovertroffen lyrisch realisme van oog en gemoed, tot uitdrukking hebben gebracht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken