Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Neerlandia. Jaargang 62
Toon afbeeldingen van Neerlandia. Jaargang 62zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 62

(1958)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

Vlaamse Dag op Wereldtentoonstelling
Vlaanderen mag er trots op zijn

ZONDAG 6 juli was de Vlaamse dag op de Brusselse wereldtentoonstelling, waar die dag niet minder dan ruim 529.000 bezoekers werden geteld. Op een bijeenkomst in het grote auditorium, voorgezeten door de gouverneur van de provincie Antwerpen, de heer Declerck, die aan de voorzitterstafel gezeten was tussen de gouverneurs van de andere Vlaamse provincies, voerden het woord de heer Achilles Mussche, voorzitter van de vereniging van Vlaamse letterkundigen, prof. dr. P. Lambrechts, rector magnificus van de Gentse hogeschool en mgr. H. van Wayenburgh, rector magnificus van de rooms-katholieke universiteit van Leuven.

Het is voor de leden van ons Verbond goed om van deze redevoeringen het een en ander vast te leggen in Neerlandia, daar nog steeds blijkt, hoe slecht het Noorden op de hoogte is van hetgeen leeft onder het Vlaamse volk. Ook voor de Vlamingen is het goed, dat zij bepaalde opmerkingen en gevolgtrekkingen, bepaalde verhoudingen zich goed in het hoofd prenten, omdat toestanden, waarover men ontevreden is, een duidelijke verklaring vinden in hetgeen door de drie sprekers, elk op eigen gebied, naar voren werd gebracht.

Door duisternis tot licht

A CHILLES MUSSCHE herinnerde zijn gehoor er aan, dat nog maar een goede honderd jaar geleden in Vlaanderen benden van honderden halfnaakte bedelaars rondzwierven, dat de gevangenissen opgepropt zaten, dat men op de kerkhoven geen plaats meer had voor de doden. Vijftig jaar geleden waren op de honderd Vlamingen 60 analfabeten; in vele dorpen telde men op elke vier huizen één kroeg; pas veertig jaar geleden trad de wet op de leerplicht in werking en eerst in 1930 kregen de Vlamingen hun eigen universiteit. De traagheid en de ellende der voorbije eeuwen zit ons in het bloed, meent de heer Mussche. En misschien is daarom de Vlaming van heden ook nog traag in doen en denken en dreigt het gevaar, dat het Vlaamse volk het ritme van deze tijd niet kan bijhouden.

Voorspelling van talent

De spreker betreurde ten zeerste, dat zoveel talent en energie, welke andere volken aan opbouwende arbeid konden besteden, in België en Vlaanderen aan strijd en nog eens strijd moest worden verbruikt. Het beangstigt hem, dat nu, na een honderdjarige strijd voor taal en cultuur, die nog niet is uitgestreden, de Nederlandse stam in het z.g.n. kleine Europa alleen komt te staan tussen de 50 miljoen Duitsers en de 40 miljoen Fransen. Wat wordt, vroeg hij zich af van onze, nog zo weinig zelfbewuste Nederlandse cultuur? De vraag schept nieuwe ongerustheid, die ons komt beklemmen en die wij niet van ons kunnen afzetten.

 

Wij moeten om aan alle moeilijkheden van nu en in de toekomst het hoofd te kunnen bieden komen tot een Vlaamse eenheid ter regeling van de nog onopgeloste vraagstukken in de Belgische staat. Maar wij moeten evenzeer onverbrekelijk schouder aan schouder staan met het Noorden om als Nederlands sprekenden in de wereld van morgen samen hetzelfde lot te delen, en dezelfde gevaren die dreigen te boven te komen.

Onverwoestbare levenskracht

UIT DE TIJDEN der beproevingen sedert de 16de eeuw, het ontzettende verval van Vlaanderen en Vlaanderens cultuur, de verstomping van het Vlaamse volk, uit die donkere wolken van de tijden achter ons, is toch - constateert Mussche - een licht opgegaan. Er zijn mannen opgestaan: Hendrik Conscience, Guido Gezelle, Peter Benoit, Edward Anseele en tientallen anderen, die voor het Vlaamse volk een nieuwe toekomst hebben geopend. En zij zijn het geweest, die de mirakuleuze Vlaamse wederopstanding hebben weten te bewerken en dàt op eigen krachten, tegen alles in, zonder iemands hulp. Het is deze onverwoestbare levenskracht, welke spreker het geloof, de hoop, ja de zekerheid geeft, dat wij vertrouwen mogen hebben in het volk der Vlamingen.

Rede prof. Lambrechts

Van zeer bijzondere betekenis achten wij de rede, uitgesproken door de rektor van de Gentse universiteit, prof. dr. P. Lambrechts, die sprak over ‘stand en uitzicht van het Vlaamse geestesleven’.

Wanneer - zo ving de geleerde spreker zijn rede aan - voor de Belgische tentoonstelling de formule zou kunnen dienen: ‘Voor een betere mensheid in een betere wereld’, dan zou hij als motto voor het streven van alle Vlamingen willen bezigen de woorden: ‘Voor een schonere Vlaamse mens in een beter België’.

Vlaamse kracht neemt toe

DE BETEKENIS van het Vlaamse landsgedeelte in Belgisch staatsverband, zo vervolgde prof. Lambrechts, is in de laatste decennia in stijgende lijn gegaan.

In een kwart eeuw nam de Vlaamse bevolking met 5% toe. De landbouwende bevolking liep in de jaren tussen 1920 en 1957 van 29% tot 17% van het totaal terug. In de nijverheid nam het aantal der tewerkgestelde Vlamingen toe van 50 tot 63%.

Hoewel dus het industrialisatieproces onder de Vlamingen goede vooruitgang maakt, dient niet uit het oog te worden verloren, dat de zware industrie, welke niet zo aan conjuncturele schommelingen onderhevig is, in handen is van Walen en dat de Vlaamse industrie nog zwakheden van structurele aard vertoont. De Vlaamse industrie kenmerkt zich door kleinen middenbedrijf, bedrijven met zwakke rentabiliteit, te eenzijdig afgestemd op de productie van verbruiksgoederen en dus met een grote conjunctuurgevoeligheid en een groot werkloosheidsrisico.

Naar sprekers oordeel moet het intellectuele overwicht der Walen voor een goed deel worden toegeschreven aan hun industriële en economische voorsprong.

Taal en cultuur

PROF. LAMBRECHTS heeft een open oog voor de verbeteringen, welke in het gebruik van de Vlaamse taal zijn aan te wijzen. De landsvorst, ministers en leden van het parlement beheersen de Nederlandse taal glansrijk. Stilaan gaan de Vlamingen ongetwijfeld naar bevredigende toestanden toe.

Op cultureel gebied heeft het Vlaams sprekend deel der bevolking een zekere achterstand in te halen, en naar zijn oordeel is het totaal aantal van de intellectuele élite percentsgewijze kleiner dan in het Franssprekend gedeelte.

Van hen, die in de jaren 1938 tot 1955 meededen aan de Rijksbeurzenwedstrijd, was slechts een derde Nederlandstalig. De jonge afgestudeerde Vlaamse studenten zien in de eerste plaats uit naar een betrekking, in tegenstelling met vele Waalse afgestudeerden, die na de akademische studie, o.a. door middel van een rijksbeurs, hun wetenschappelijke vorming willen voortzetten. Van de Vlaamse student zou meer durf, meer zin voor de wetenschap, meer geestelijke moed mogen worden verwacht. Het zoeken naar een onmiddellijk renderende betrekking onder de Vlamingen is o.a. toe te schrijven aan de omstandigheid, dat deze studenten veelal uit financieel en sociaal minder bevoorrechte lagen der bevolking stammen dan de franstalige.

Niettemin mag een terugblik op hetgeen na amper een kwart eeuw vernederlandsing van het Vlaamse hoger onderwijs reeds werd bereikt, een ieder er van overtuigen, dat Vlaanderen een nieuwe periode van grootheid tegemoet gaat en de Vlaamse generatie nog een heerlijke taak wacht in dienst van land en volk.

(vervolg eerste kolom blz. 49 onderaan)
[pagina 49]
[p. 49]
(vervolg Vlaamse dag)

Groots Verleden

Z. Em. Mgr. Van Wayenbergh, de laatste der drie sprekers, schetste in een magistrale, vaak ontroerende rede de grootheid van het oude Vlaanderen, dat eens met het buitenland kon wedijveren op cultuurgebied: poezie, didaktiek, mystiek; Vlaanderen, waar eens de schilders aan de spits der kunst stonden, waar de bouwmeesters hun kathedralen, belforten en stadhuizen schiepen, waar handel en nijverheid Vlaanderen in betrekking brachten met verre gewesten, Vlaamse munt in Scandinavië werd aangenomen en Vlaams laken in geheel Europa gebruikt werd.

Ook Mgr. Van Wayenburgh voelt de dreiging in een verenigd Europa, in de vangarmen van wereldtalen, die Vlaanderen verlammen kunnen.

De toekomst maakt het Vlaamse volk zelf. Geen haat, geen nijd, geen oneerlijkheid, maar liefde tot de mensen en de volkeren zijn de waarborgen van wat Vlaanderen kan zijn, indien de Vlamingen eensgezind en eerlijk willen; aldus het slot van deze prachtige toespraak.

Deze drie toespraken openden de grootse Vlaamse dag op de Wereldtentoonstelling, waar voorts door druk bezochte openlucht feesten het beste van het Vlaamse land werd getoond.

Vlaanderen kan trots zijn op deze zeer geslaagde Vlaamse dag op 6 juli van dit jaar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken