Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 63 (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 63
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 63Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 63

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 63

(1959)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

Afdeling Amsterdam zestig jaar

Nadat hetAlgemeen Nederlands Verbond tegen het eind van de vorige eeuw was opgericht, werden in de loop der volgende jaren in vele plaatsen in ons land afdelingen gestic ht. Een der eerste was Amsterdam, welke afdeling vrijwel steeds een belangrisjkce hroile ind deen geis van het A.N.V. heeftgespeeld, en ook de perioden van bloei en tern an gelijkelijk heeft meegemaakt. Speciaal voor de laatste wereldoorlog heeft de afdeling ook een voornameplaats in het culturele leven van de stad Amsterdam ingenomen.

Het is het bestuur slid S.S.D. Wehrens geweest, die uit de oude notulenboeken vele belangwekkende gegevens wist te putten en deze gebruikt heeft voor zijn voordracht over de geschiedenis van de afdeling Amsterdam op de leden vergadering van 8 mei 1959.

Het begin

Prof. Jan te Winkel, die als Neerlandicus geregeld de Nederlandse taalcongressen bijwoonde, heeft de stoot gegeven tot de oprichiing van de afdeling Amsterdam.

Op 12 januari 1899 werd te zijnen huize de eerste bestuursvergadering gehouden, waarbij het bestuur als volgt werd samengesteld: Prof. Jan te Winkel: voorzitter, H. Bijleveld: ondervoorzitter; Mr. P.W. de Koning: eerste secretaris, Martin J. Muller: tweede secretaris, H. Wertheim: penningmeester, en leden: Anton Tierie, Vorman en P.W. Sutorius.

Reeds op 25 januari werd een algemene ledenvergadering gehouden, waar prof. Dr H. Kern - de grote taalkenner, die met vele geleerden in alle Europese landen in het Nederlands correspondeerde - het doel van het A.N.V. heeft uiteengezet; op die dag werd die afdeling dus officieel opgericht.

In de bestuursvergadering van 31 januari 1899 werd reeds een commissie benoemd om zich tot de regering te wenden met het verzoek in het vervolg consuls in den vreemde te benoemen die ook het Nederlands machtig waren.

Snelle groei

Het ledental groeide snel; eind 1907 waren er reeds 734 leden; twee studentenafdelingen, nl. van de Gemeente Universiteit en van de Vrije Universiteit, waren mmiddels opgericht. In 1907 werd besloten de algemene vergaderingen van de groep Nederland beurtelings in Dordrecht en Amsterdam te houden, een bewijs voor de belangrijkheid van de Amsterdamse afdeling en de rol die zij in het culturele leven van de hoofdstad speelde.

In 1910 telde de afdeling, die ook een jongeliedenafdeling had opgericht, reeds 853 leden.

Op de groepsvergadering te Zwolle werd aan Amsterdam opgedragen een ontwerp te maken ter uitvoering van het in die vergadering aangenomen voorstel ter behartiging van de belangen der landverhuizers van de Nederlandse stam.

Veel goed werk

Gestadig is de afdeling vooruitgegaan.

Hoe langer hoe meer werd zij betrokken in allerlei culturele aangelegenheden; de secretaris werd overstelpt met aanvragen en verzoeken om inlichtingen over studie- en handelsmogelijkheden.

Zo was er groei en leven op alle gebied tot de wereldoorlog in 1914 uitbrak. Het kassaldo verminderde door het geven van steun, o.a. aan het Steuncomité Curaçao, de Ver. tot steun der Hollandse kolonie te Roubaix en geïnterneerde Belgen. Het Comité voor Nederlandse kinderen in den vreemde werd opgericht, waarvan de voorzitter der afdeling voorzitter werd en de secretaris: penningmeester. In korte tijd had het comité f 40.000 bijeen. Eind 1916 waren reeds 400 kinderen van Nederlandse stam hier gehuisvest, gevoed, gekleed, en was er gezorgd t'oor goed Nederlands onderwijs.

De heren W.F. van Heusden en S. van Lier Ezn., resp. secretaris en penningmeester van het comité voor Nederlandse kinderen in den vreemde, werden door H.M. Koningin Wilhelmina benoemd tot leden van het Centraal Comité tot steun van Nederlanders in het buitenland.

Kritiek

Ook de afdeling had te lijden van de kritiek op het A.N.V. gedurende de oorlogsjaren; men denke aan de met behulp van de Duitsers vervlaamste Gentse hogeschool, aan de Raad van Vlaanderen, aan de naar Nederland gevluchte activisten, aan de poging Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen maar bij België in te lijven. Ondanks grote verdeeldheid en de oprichting van de Vlaams-Hollandse vereniging ‘Guido Gezelle’, ondanks tegenwerking, vermindering van ledental en inkomsten, bleef de afdeling stand houden.

In 1920 trad als lid toe de heer J.W.C. Tellegen, burgemeester van Amsterdam; al bij de oprichting was de toenmalige burgemeester Mr. S.A. Vening Meinesz erevoorzitter geworden. Ook vele in Amsterdam woonachtige Vlamingen waren lid van het Verbond.

In 1923 verloor de afdeling haar voorzitter, mede-oprichter van het A.N.V. en de afdeling Amsterdam, prof, te Winkel; een warm vaderlander en een groot geleerde, trok zich terug. De afdeling benoemde hem tot erelid, en daarna tot erevoorzitter. Wethouder J. Wierdels deed zijn intrede in het bestuur, zodat er nu ook meer contact kwam met het gemeentebestuur.

Culturele activiteiten

Oorpronkelijk was het A.N.V. de vereniging die streed voor het behoud en de verbreiding van de Nederlandse taal en vóór de belangen der stamverwanten in den vreemde. Door de snelle groei, vooral voor wereldoorlog I, heeft de afdeling zich bewogen op velerlei gebied der Groot-Nederlandse cultuur. Kunst, literatuur, muziek, volkszang, geschiedenis en folklore hebben in de 60 jaar van haar bestaan steeds de aandacht gehad.

Het zou te ver voeren hier alle bijzondere culturele gebeurtenissen op te sommen, waarbij de afdeling in de loop der jaren betrokken was. Wij vermelden slechts de belangrijkste.

Reeds enkele jaren na de oprichting werden twee muziekavonden gehouden, waar de toen in Nederland nog bijna onbekende muziek van Vlaamse componisten ten gehore werd gebracht, o.a. van Peter Benoit. Ook een liederenavond door Emiel Hullebroeck en de Vos trok grote belangstelling.

Bij het herdenkingsfeest van M.A. de Ruyter in 1907 werd namens de afdeling een krans op zijn graf gelegd.

Met medewerking van de directies van enkele stoomvaartmaatschappijen, en vooral de directie van de Kon. Ned. Stoomboot Mij., mocht het gelukken enkele Surinaamse jongelui behulpzaam te zijn met hun zeevaartkundige studies in Amsterdam.

Op 10 mei 1909 wist de afdeling het klaar te spelen - ter herdenking van de geboorte van Prinses Juliana - op het Beursplein op een reuzedoek een 140-tal geschiedkundige lichtbeelden, betrekking hebbend op het Oranjehuis en daarmede in verband staande grote gebeurtenissen, te vertonen. Naar schatting waren hierbij 30.000 mensen aanwezig.

Op 19 november van dat jaar hield de vader van het A.N.V., Hippoliet Meert, een gloedvolle rede over de Vlaamse Beweging.

Op 11 april 1911 hield de bekende prof. Paul Fredericq uit Gent voor een zeer talrijk gehoor een lezing over hetzelfde onder werp.

Ook is de Nederlandse marine het onderwerp geweest van een belangrijke verhandeling door luit. ter zee C. Aronstein. Deze voordracht met lichtbeelden werd afgewisseld met liederen van Nederlandse toondichters, onder leiding van het bestuurslid mr. Herman van Leeuwen, en ten gehore gebracht door de zangeressen mevrouw Zweers- de Louw, mej. Johanna Cambier van Nooten en mej. Marie Bies. Het kluchtspel ‘De Zwetser’ van Pieter Langendijk werd met groot succes opgevoerd onder leiding van mej. Cato Esser, door leerlingen van de Vereniging voor vocale en dramatische kunst.

In 1916 werd nog een belangrijke lezing gehouden over Guido Gezelle door mr. Alberik Deswarte, waarbij mevrouw Berthe Seroen liederen met teksten van Gezelle ten gehore bracht.

[pagina 48]
[p. 48]

Regeringsjubileum

Bij het regeringsjubileum van H.M. Koningin Wilhelmina in 1923 had de afdeling de leiding bij de Nationale Huldebetoging.

De herdenking in 1930 van de afscheiding tussen Noord en Zuid honderd jaar geleden had geen gunstige invloed op de groei van de afdeling, ook al was burgemeester W. de Vlugt reeds enkele jaren te voren ere-voorzitter geworden.

 

In 1936 trad de afdeling nog eens op de voorgrond, toen zij onder voorzitterschap van mr. Jan te Winkel, zoon van prof. te Winkel, een tentoonstelling organiseerde van de nog in Nederland in ere gehouden Palmpaasviering. Deze tentoonstelling, die een overzicht gaf van de nog levende Palmpaasfolklore, is een groot succes geweest, ook dank zij de medewerking van de heer Leon van den Broeke, toenmaals redacteur van ‘De Tijd’, die in zijn blad grote artikelen hier aan heeft gewijd.

Na wereldoorlog II

De lezing van de heer Wehrens had betrekking op het tijdvak 1899-1940.

 

In de oorlogsjaren 1940-'45 heeft het A.N.V. zijn werkzaamheden vrij wel geheel moeten staken.

 

In 1947 brachten enkele getrouwe leden de afdeling weer op de been. Ondanks een uitstekend geslaagde Gezelle-herdenking in 1950, waar o.m. prof. Baur uit Gent een gloedvolle rede hield, was er eerst een geleidelijke achteruitgang. Dit is niet te verwonderen na wat Nederland in de oorlog heeft meegemaakt en rekening houdende met de grote veranderingen in het maatschappelijk leven, in de gewoonten van het publiek, in de concurrence van radio, bioscoop, enen daarna de tlevisie.

 

Sinds 1956 echter hield de afdeling geregeld enkele lezingen per jaar en maakt zij zo nu een dan tochten, o.m. naar het Muiderslot (in 1951) en het Zuiderzeemuseum (in 1956). Er is sedert enkele jaren ook weer sprake van vooruitgang in ledental. Zo gaat de afdeling vol vertrouwen de toekomst tegemoet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken