Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 66 (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 66
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 66Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 66

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 66

(1962)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Wereldomroep (vervolg)]

in zijn jonge jaren. Om de oude P.C.J.-zender groepten in die eerste naoorlogse tijd dus zes man.

Contact met de Nederlanders overzee was hun eerste doel. Reeds spoedig echter deed zich de behoefte gevoelen om dit contact uit te breiden tot buitenlanders, want Nederland, dat niet langer neutraal was, moest zijn stem in de wereld laten horen. De situatie in Indonesië resulteerde in de oprichting van een Indonesische afdeling, die uitzendingen in de Bahasa Indonesia verzorgde. Nog geen jaar na het begin der uitzendingen zag naast de Nederlandse dienst, een Internationale dienst het licht, die programma's in de Engelse taal ging uitzenden. De oorspronkelijke zes hadden versterking gekregen; het personeel van de Wereldomroep werd tot 44 man uitgebreid. Dat was in 1946. Het betekende het begin van een stormachtige ontwikkeling. Het jaar 1949 zag een totaal van 167 1953, van 200 medewerkers.

Het Engels was niet langer de taal, waarmede Nederland zich tot de wereld richtte. De Internationale Programma Dienst breidde zich uit met een Spaanse afdeling, een Afrikaanse- en een Arabische sectie. De Wereldomroep begon uit haar jasje te groeien. Twee villa's bleken niet voldoende om de medewerkers te huisvesten. Er kwamen nog twee huizen bij. In de voormalige slaapkamers van rijke villabezitters werden spreekstudio's gebouwd: de rekken in de wijnkelder moesten plaats maken voor afluistercabines. Op elk gebied moesten de mensen van de Wereldomroep zich behelpen. Van hen werd echter verwacht, dat zij een visitekaartje van Nederland in de kamers van landgenoten overzee en buitenlandse luisteraars zouden deponeren. Alleen al het feit, dat men namens Nederland sprak, betekende dat slechts het beste van het beste kon worden gegeven. Wat in die vier Hilversumse villa's werd gedaan, was een nationale taak.

[pagina 6]
[p. 6]

Uit de talrijke brieven, die van landgenoten uit alle delen van de wereld binnenkwamen, bleek hoe deze vaak geisoleerde mensen gesteld waren op het contact met het moederland, al was het dan ook via de kortegolf. Hun honger naar nieuws uit het vaderland, naar typisch Nederlandse muziek, eigenlijk naar alles waar Nederland aan te pas kwam was zo groot, dat zij alle narigheid die bij kortegolfontvangst om de hoek kwam kijken graag voor lief namen, om de stem van Nederland te horen. Daarvoor hadden zij zelfs tientallen kilometers rijden

illustratie

Foto Wereldomroep
Nieuwe gebouw uitsluitend bestemd voor de Wereldomroep


door de rimboe over om bij de dichtstbijzijnde buurman, die een goed toestel had, te kunnen luisteren. Deze luisterdrang is er van het begin af geweest en in de loop der jaren zelfs toegenomen, vooral nadat in 1956 de Wereldomroep eindelijk de beschikking over een sterke en moderne zender van 100 KW kreeg. In de volgende jaren kwamen er nog drie van diezelfde sterkte bij en voorts nog een zender van 50 kilowatt en één van 10 KW.

De oude P.C.J.-zender van 1927 had zijn diensten bewezen. Hij eindigde zijn bestaan bij de sloper.

Bij de Nederlanders overzee, bestaat dus wezenlijke behoefte aan radiocontact. Echter, om geheel objectief te zijn, het zoeken naar contact met buitenlanders is feitelijk nog belangrijker, want daarmede wordt beantwoord aan de drang in Nederland zelf, om internationaal meer bekend te worden, niet alleen op politiek gebied, ook op economisch en cultureel terrein.

Waar bij de landgenoten het verlangen aanwezig is om te luisteren, moet bij de buitenlanders zoveel belangstelling worden gewekt, dat zij bereid zijn te luisteren en door de originaliteit van de programma's er toe overgaan geregeld toehoorders te worden. De Wereldomroep heeft dat getracht te bereiden door landslieden, dus kenners van de luistergebieden, als medewerkers aan te trekken. Hierdoor kregen de programma's in de vreemde talen, ondanks hun Nederlandse inslag, een presentatie, die de vreemdeling ergens bekend voorkwam. Een ander facet was dat juist in deze uitzendingen strikte objectiviteit in acht werd genomen, waarmee volledig werd gebroken met de politiek van propaganda, die de meeste andere kortegolfstations hun bestaansrecht verzekerde. Juist deze objectiviteit heeft de Wereldomroep in het buitenland bijzonder veel goodwill bezorgd, met name in de zogenaamde gevoelige landen, in Noord-Afrika, het Midden- en Nabije Oosten, Zuid-Oost-Azië en Latijns Amerika.

De weg, die de Wereldomroep voor zichzelf had gekozen, bleek de juiste te zijn. Het aantal reacties steeg met het jaar: 16 duizend in 1950; 18.000 in 1952: 19.000 in 1954; 19.700 in 1957 en 40.000 in 1960. Zij varieerden van een brief van een Nederlandse

[pagina 7]
[p. 7]

in India, die de vlag uitstak toen zij luisterde naar een programma t.g.v. de verjaardag van Koningin Wilhelmina, tot een Arabier, die om een Nederlandse bril vroeg, opdat hij Holland zou kunnen zien, en om een Nederlands horloge, om te weten hoe laat het in Nederland was.

De taak van Radio Nederland Wereldomroep beperkte zich echter niet uitsluitend tot het directe contact via de kortegolf.

Zij zag ook het nut van de serviceverlening aan de talrijke stations in het buitenland, die zich in de middengolf tot de eigen landgenoten richten. De mogelijkheid om via deze kanalen een extra stukje Nederland in de aether te krijgen werd al in het eerste jaar van haar bestaan benut. Met trots staat in het eerste jaarverslag, dat van 1946, vermeld dat meer dan 30 programma's gereed kwamen, waarvan 17 voor de Verenigde Staten, 2 voor Argentinië, 2 voor Brazilië, 2 voor Canada, 3 voor Frankrijk, België en Zwitserland, 11 voor Zweden, 1 voor Noorwegen.

Sinds die tijd is er veel veranderd. Dat bewijst de opsomming van het jaar 1960 wel. Toen gingen 28.436 transcriptie-exemplaren in 37 verschillende talen naar 122 landen. Met transcriptie-exemplaren worden kant en klare programma's, op band of plaat opgenomen, bedoeld, die gratis aan buitenlandse stations worden aangeboden. Het is moeilijk zich een voorstelling te maken van de goodwill, die met dit soort werk voor de Nederlandse zaak wordt geschapen.

Het werk van de Wereldomroep rustte tot dusver op twee peilers, namelijk de rechtstreekse uitzendingen en de transcripties.

Sinds kort is er een derde, machtige peiler bijgekomen, in de vorm van een zogenaamde relaydienst voor de Verenigde Staten van Noord-Amerika en een aantal republieken in Latijns-Amerika.

Tweemaal per week wordt voor de op deze dienst aangesloten stations een actualiteitenprogramma van 15 minuten uitgezonden, waarin beschouwingen en commentaren voorkomen uit verschillende Europese hoofdsteden. Ruim 160 radiostations op het Westelijk Halfrond zenden dit in het Spaans en Engels gestelde programma uit en bereiken daarmee een dikke 11½ miljoen luisteraars. Voor die luisteraars is de Wereldomroep dus eigenlijk een nieuwskoerier uit Europa. Met deze nieuwe relaydienst legt Radio Nederland Wereldomroep zelf nog eens de nadruk op de vaste, eigen plaats, die zij in de loop der jaren, door haar werk, in het Nederlandse radiobestel heeft verworven.

Zij kreeg haar sterke zenders, om krachtiger te kunnen spreken. Zij heeft nu ook een eigen, representatief, huis. De oude villa's, van waar in alle primitiviteit de naam van de Wereldomroep in de aether werd gevestigd, liggen verlaten. Het werk wordt voortgezet in een omgeving waar de resultaten van modern technisch vernuft de stem van Nederland in volmaakte harmonie in de wereldaether kunnen doen klinken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken