Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 66 (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 66
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 66Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 66

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 66

(1962)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 98]
[p. 98]

[De algemeen-Nederlandse integratie (vervolg)]

Dit is slechts één, mij toevallig bekend, voorbeeld. Dr. Van Haegendoren heeft een aantal andere aspecten van het volksontwikkelingswerk behandeld.

Het zal wellicht nog een paar jaar duren, alvorens de culturele autonomie doorgevoerd zal zijn, zulks na misschien enkele voorbijgaande tussenoplossingen, die voort zullen vloeien uit partijpolitiek, en die in wezen niemand bevredigende compromissen zullen zijn. De geschiedenis van de Vlaamse Beweging kent hiervan voorbeelden te over. Al zal dus een blijvende oplossing van de culturele autonomie nog wel enkele jaren op zich laten wachten, het is niettemin noodzakelijk, dat de Vlaamsgezinden - willen ze tenminste een culturele integratie, die méér omvat dan de literaire en aanverwante gebieden - nu de wenselijke draagwijdte van de culturele autonomie gaan beseffen en zich er actief mee gaan bezighouden. Met name zullen ze, om nogmaals het zwaarwegende aspect van het onderwijs te noemen, bij een eventuele regeling op unitaire basis van de levensbeschouwelijke en daarop berustende financiële modaliteiten van het onderwijs, het vraagstuk van de onderwijsstelsels daarvan streng moeten zien te scheiden. Is eens een definitief statuut tot stand gekomen, dan zal dit uiteraard niet zo gemakkelijk weer op losse schroeven gesteld worden.

Het besef van de noodzaak van een algemeen Nederlandse culturele integratie zal daarom in Vlaanderen snel in brede kring moeten doordringen. Maar dat men in Vlaanderen daar nog nauwelijks aan toe lijkt te zijn, bewijst de in hoge mate verwarring scheppende discussie rondom de culturele autonomie. Een veeg teken in dit opzicht is o.a., en het is m.i. een bijzonder illustratief voorbeeld, dat bij een kwestie, die ook in het middelpunt van de belangstelling staat - de uitbreiding van het technische en natuurwetenschappelijke H.O. -, niemand voorzover mij althans bekend, er zelfs aan schijnt te denken, dat in Eindhoven een T.H. gevestigd is, die een haast natuurlijk achterland heeft in N.O. België, terwijl toch juist in de technische wetenschappen, in tegenstelling tot de humanoria, het vraagstuk van de effectus civilis een vrij gering belang heeft. Enkele simpele maatregelen zouden de T.H.-Eindhoven ook aantrekkelijk kunnen maken voor Vlaamse studenten. Die maatregelen (b.v. inzake studiebeurzen) kunnen zelfs genomen worden zonder culturele autonomie.

Nederland

En Nederland zal men vragen? Het is er natuurlijk nog verre van, dat men in het Noorden in een wat bredere kring het probleem zelfs maar vagelijk beseft, maar bij mensen, die zich bezighouden met de officiële culturele samenwerking in Nederlands-Belgisch verband, treft men meer openheid voor deze zaken aan dan de meeste Vlaamsgezinden, teleurgesteld als ze zijn door het gebrek aan steun van Nederlandse zijde in het verleden betoond aan de Vlaamse strijd, kunnen vermoeden. In Nederland zal het denkbeeld van de culturele integratie langzaamaan moeten doordringen. Het zal allicht een moeizaam proces zijn, maar het is in Vlaanderen een probleem, dat zich nu als een actueel vraagstuk opdringt. De basis voor een wezenlijke culturele integratie moet gelegd worden door een ruime culturele autonomie voor Vlaanderen en dat is op dit ogenblik een brandend vraagstuk. Men ontkomt er ook niet aan door, zoals van een meer radicaal-flamingantische zijde wel gedaan zal worden, deze aangelegenheid uit te willen stellen tot een eventuele, ingrijpender hervorming van de Belgische staatsstructuur. Dat toch is een wissel trekken op een in ieder geval onzekere toekomst.

Andere aspecten van integratie

Natuurlijk is het veld van de cultuur niet het enige, waarop sprake zal moeten zijn van een algemeen-Nederlandse integratie, maar het is zeker één van de belangrijkste. Het is zelfs in zoverre het belangrijkste, omdat het een uniek geval op zichzelf vormt.

Dat laatste kan niet gezegd worden van de integratie op politiek en economisch gebied. Voorzover er een politieke integratie zal zijn, zal dat vooral een eenheidspolitiek in Europees verband van de Beneluxregeringen dienen te zijn; de economische integratie is er voornamelijk één in Benelux- en Europees verband. Een


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken