Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Neerlandia. Jaargang 66
Toon afbeeldingen van Neerlandia. Jaargang 66

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 66

(1962)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Derde bijeenkomst van de adviesraad voor culturele samenwerking tussen de landen van het koninkrijk

Dinsdag 21 augustus jl. leidde mr. I.C. Debrot, minister van cultuur en opvoeding van de Nederlandse Antillen, bovengenoemde bijeenkomst in de buitensociëteit ‘Het Park’ te Paramaribo, in.

De wd. gouverneur, de heer A. Currie, sprak daarna de openingsrede uit.

Mr. I.C. Debrot, die daarna weer aan het woord kwam, wees er op, dat de Antillen reeds grote sommen hebben geinvesteerd in plannen voor en uitvoering van de monumentenzorg, voor de televisie en voor het opbouwen van een microfoto-bibliotheek.

[pagina 147]
[p. 147]

In deze bibliotheek zal de geschiedenis der Nederlanden in hun bloeiperiode meer bekendheid en ook meer waardering krijgen. Nu minister Cals de voldoening heeft gekregen, dat zijn ontwerp Mammoetwet door de Staten-Generaal werd aanvaard, zal volgens mr. Debrot op de Antillen vóór alles moeten worden begonnen met het nieuwe type-school, het atheneum, waaraan in de Antillen een grote behoefte bestaat.

Mr. J.M.L.Th. Cals, minister van O.K. en W. in Nederland, merkte op dat voor onderwijs en cultuur de samenwerking niet nadrukkelijk is vastgelegd in het Statuut. Dat is ook vanzelfsprekend. Cultuur en onderwijs zijn diep geworteld in het eigen volk, in het eigen land. Men kan dus ook niet spreken van een Koninkrijkscultuur. Cultuur moet groeien en tot nieuw leven komen. Daarom acht hij juist op dit gebied de autonomie van zo grote betekenis. Zowel de Limburger als de Antilliaan mag zich ‘civis Neerlandiae’ noemen en dient hecht samen te werken met allen, die aan de beschaving en de cultuur van Nederland in het Koninkrijk bijdragen.

Minister Cals stelde de vraag of de samenwerking van thans niet zou kunnen uitlopen op een wisselwerking. Over het onderwijs, hoewel een zuiver autonome taak van de drie landen, zal z.i. de Adviesraad in het algemeen dienen te spreken. Van voorlichting op de scholen verwacht hij goede resultaten. Door uitwisseling van programma's wil Nederland een beter begrip krijgen van het eigene van land en volk van Suriname en van de Antillen. Mr. Cals noemde voorts het door de Adviesraad, gestimuleerde Taalbureau waar de specifieke Surinaamse taalproblemen worden bestuurdeerd; ook de Nederlandse taal wordt er bestudeerd. Minister Cals bracht hierbij in herinnering de toekenning van de hoogste onderscheiding door de Amsterdamse universiteit aan Lou Lichtveld (Albert Helman), die zoveel heeft gedaan op het gebied van de taal.

De minister van onderwijs en volksontwikkeling van Suriname, de heer A.J. Morpurgo, gaf in zijn toespraak een overzicht op welke wijze uitvoering is gegeven aan de verleden jaar op de conferentie van Piscadera vastgestelde negen aanbevelingen. In het leven werden geroepen de stichting tot voorbereiding van de instelling van een wetenschappelijk instituut en de stichting voor wetenschappelijk taalonderzoek. Over een centrale wetenschappelijke bibliotheek zijn reeds uitvoerige rapporten ontvangen. Over een rapport betreffende het Javaans wordt reeds beschikt.

Verschillende reeds ontvangen praeadviezen op taalkundig gebied zullen straks kunnen worden dienstig gemaakt aan het onderwijs.

Uit dit alles blijkt wel - aldus de heer Morpurgo - dat de raad geen ornament is, maar dat op practische resultaten kan worden gewezen, die hoopvol lijken voor de toekomst.

Mededelingen O.K.W. nr. 35.


Vorige Volgende