Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 66 (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 66
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 66Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 66

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 66

(1962)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Uit de tijdschriften

Leo Picard: ‘Het Belgisch overheidsapparaat en de dualiteit der bevolking’, De Maand, juni-juli 1962.

Wij hebben in dit blad reeds herhaaldelijk gewezen op beschouwingen, die in het Katholiek-progressistische tijdschrift ‘De Maand’ verschenen over de Vlaams-Waalse kwestie. Vrijwel al deze beschouwingen waren pogingen om op een redelijke, gematigde, soms ook oorspronkelijke, wijze een oplossing te zoeken voor het brandende Belgische nationaliteitenprobleem. Picard is één van de mensen, die op matiging aansturen en die waarschuwen tegen radicale oplossingen. In tal van essays heeft hij in de laatste tijd - hij deed het, onder andere omstandigheden ook al vóór de oorlog - bezwaren naar voren gebracht tegen het federalisme. Een federalistische ‘avontuur’ zou z.i. kunnen leiden tot allerlei onvoorziene en ongewenste consequenties, met name tot de versterking van de toch al zo machtige positie, die de economische belangenconcentraties in het Belgische maatschappelijke bestel innemen. Men kan het met Picard in zeer veel opzichten oneens zijn, het is niettemin de moeite waard van zijn beschouwingen kennis te nemen, vooral waar hij wijst op de samenhang van sociaal-economische hervormingen en de oplossing van het Vlaamse vraagstuk. Het hier besproken artikel is een variatie op Picards bekende thema. Eén kanttekening slechts: Het is merkwaardig, dat Picard vrijwel geen aandacht besteedt aan de Europese ontwikkeling, de inkapseling van de Belgische staat in supranationale organen en de daaruit voortvloeiende uitholling van de Belgische staatsmacht. Dit stelt toch een eventuele federalistische oplossing in een heel ander perspectief dan vroeger aanwezig was. Met name zijn belangrijkste argument, dat de Belgische gemeenschap uiteen zou vallen en dat hierdoor een internationale crisis verwekt zou worden, houdt geen rekening met het veranderde en nog steeds in een snel tempo veranderende Europese bestel. Hieraan zal het ook wel te wijten zijn, dat hij in de passages over de culturele autonomie het vraagstuk van een culturele integratie van Nederland en Vlaanderen geheel verwaarloost. Ja, hij zegt terloops, dat ‘voor een aaneensluiting bij Nederland de tijd zeer zeker nog niet rijp’ is. Dit nu toch lijkt mij typisch gedacht, vanuit de optiek van de volstrekte staatssoevereiniteit. In de toekomst stelt zich echter het probleem van een Nederlandse eenheid op een heel ander vlak. Het is jammer - en toch ook wel ietwat verwonderlijk - dat de auteur van een standaardwerk over de geschiedenis van de Vlaamse en grootnederlandse beweging aan de algemeen-Nederlandse problematiek nauwelijks of geen aandacht schenkt.

 

Men kan het belang van een serene, ondogmatische discussie, zoals die in De Maand gevoerd wordt over de Vlaams-Waalse kwestie, moeilijk overschatten. Zonder zo'n redelijke discussie zal in de toekomst de Vlaams-Waalse verhouding niet of op een onbevredigende wijze geregeld worden. De gedachtenwisseling zou echter in de lucht hangen, als niet een krachtige Vlaamse agitatie de voltooiing van de Vlaamse emancipatie (toch het uitgangspunt van de discussie), mogelijk zou maken. Het is haast onvermijdelijk, dat die agitatie wel eens minder serene vormen aanneemt.

W.

Ons Erfdeel, 6de jaargang, nummer 1, september 1962.

Ons Erfdeel - men kan het in ieder nummer van Neerlandia lezen op de 2de bladzijde van de omslag - is een driemaandelijks cultureel tijdschrift voor het behoud van de Nederlandse cultuur op plaatsen waar deze bedreigd word speciaal in Frans-Vlaanderen.

 

Dit tijdschrift, dat we steeds met groot genoegen en klimmende belangstelling lezen, is zijn 6de jaar ingegaan.

 

Het eerste nummer met meer dan 80 bladzijden inhoud is een zeer goed begin. In het hoofdartikel, gewijd aan Nederlands cultuurbeleid, waarin de heer Jozef Deleu ook aandacht schenkt aan de resoluties genomen tijdens het in 1961 in Den Haag gehouden Colloquium van hoogleraren en lectoren in de neerlandistiek, zegt hij: ‘Het is onze taak te zorgen dat in de loop der geschiedenis uit elkaar gegroeide delen van onze cultuurgemeenschap, cultureel zo nauw mogelijk weer aaneensluiten. Dat zal onze mooiste en meest opbouwende bijdrage zijn tot vorming van het gemeenschappelijke vaderland: Europa’. De lezing van Kanunnik Antoine Lescroart, gehouden op 6 juni 1962, naar aanleiding van de hulde die hem werd gebracht t.g.v. zijn 65ste verjaardag - ‘een getuigenis uit Frans-Vlaanderen’ - wordt dan woordelijk afgedrukt. Er moet, aldus kanunnik Lescroart, ondanks de grenslijn, tussen Vlaanderen en Zuid-Vlaanderen een broederlijke vriendschap en samenwerking blijven.

 

De heer Luc Verbeke vervolgt zijn serie: Taalstrijd en Vlaamse Beweging in Frans-Vlaanderen met nr. 13 van de reeks.

Indien straks deze serie is voltooid zal worden beschikt over een goed gedocumenteerde studie over de problemen in Frans-Vlaanderen van de hand van een deskundige, die al zo vele jaren als secretaris van het Comité voor de Frans Vlaamse cultuurdag met grote toewijding de zaak van Frans Vlaanderen heeft gediend.

 

Piet Calis (Amsterdam) brengt in een uitvoerig artikel de dichter Leop Vroman voor het voetlicht. Vele van diens gedichten zijn in dit nummer afgedrukt.

 

Met grote belangstelling namen wij kennis van het artikel van Prof. Dr. Walter Lagerwey, van het ‘Calvin College’ te Grand Rapids, die vertelt van zijn werk in de Verenigde Staten en de studie van de Nederlandse taal en cultuur aldaar.

Dr. A.W. Willemsen, lid van de redactie van Neerlandia en lid van het Verbondsbestuur, schrijft over de integratie van de gescheiden delen van de Nederlandse

[pagina 150]
[p. 150]

cultuurgemeenschap, een onderwerp dat door hem en anderen in Neerlandia ook reeds werd aangesneden.

Na een beschouwing over de toondichters Albert Roussel en Victor Legleu, beiden uit Frans-Vlaanderen en de bekende Frans-Vlaamse dichter Michel de Swaen uit de 17de eeuw, zeer bewonderd door de enige jaren geleden overleden Vital Celen, wordt dit uitstekende nummer van Ons Erfdeel afgesloten met de gebruikelijke Kulturele Kroniek, waaraan steeds de grootste zorg wordt besteed.

Wie op de hoogte wil blijven van Frans-Vlaanderen kan het zonder Ons Erfdeel niet stellen.

d.K.A.

Dokumentatieblad van de Vlaamse Volksbeweging, 4de jaargang nr. 5 - mei 1962.

Het Dokumentatieblad van de Vlaamse Volksbeweging wordt uitgegeven door de informatiedienst en de dokumentatiedienst van de Vlaamse Volksbeweging. Het redactieadres is Gewad 18 te Gent. Wij achten dit Dokumentatieblad zó belangrijk, dat we willen trachten er geregeld belangstelling voor te wekken. Bespreking van de talrijke rubrieken is ondoenlijk. Wij moeten volstaan met hier en daar een greep te doen.

 

We vestigen de aandacht op De Vlaamse socialisten op blz. 233, de taalgrensafbakening (met o.a. de Voerstreek, blz. 238), het probleem Leuven (blz. 254, ev.), het son (blz. 240), vestiging van buitenl. ondernemingen in Vlaanderen (blz. 251), het probleem Leuven (blz. 254, evv.), het taalgebruik in het onderwijs (blz. 256). Op blz. 268 vangt aan de Periodiekenparade, een rubriek, waarin niet minder dan 16 periodieken de revue passeren.

 

Zonder dit Dokumentatieblad is het, vooral voor niet-Vlamingen, moeilijk op de hoogte te zijn en te blijven van al wat in België voorvalt, van de problemen en mogelijkheden daar, die ons toch allen ter harte gaan.

d.K.A.

Julien Kuypers: ‘De uitstraling van de Nederlandse cultuur’, De Vlaamse Gids, 1962-7.

Dit belangwekkend artikel is een lezing, die Kuypers op 6 mei te Gent hield op een algemene vergadering van het Willemsfonds.

 

Het vormt een variatie op het thema, waarover hij in het laatste jaar herhaalde malen gesproken en geschreven heeft, en waarvan de lezer van dit blad reeds uitvoerige kennis heeft kunnen nemen. Daarom moge deze korte aankondiging volstaan.

West-Vlaanderen, tweemaandelijks tijdschrift voor kunst en cultuur.
Uitg. Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond.

Het was een aangename verrassing, het 64e nummer van het maandblad West-Vlaanderen te zien gewijd aan Zuid-Afrika en dat op zulk een voortreffelijke manier.

 

‘Bevriende, selfs bloedverwante volke, wat in een beskaving deel, moet mekaar ken, ja goed ken en mekaar verstaan. So word nog groter vriendskap gebou en behou.’

Dit schrijft dr. H.F. Verwoerd, de eerste minister van Zuid-Afrika, in een inleidend artikel, waarin achter zijn woorden iets valt waar te nemen van droefheid en teleurstelling, dat er misverstand en wanbegrip bestaat in de Nederlanden over hun zuidelijke verwant. De schrijver zegt, dat taalverband zeker een van de sterkste redenen is, waardoor ‘verwag kan wordt, dat wedersydse vriendskap en respek tussen die Dietse volke moet bestaan. Daardoor kan immers kennis van mekaar se probleme en ideale en geloof in mekaar se opregtheid en eerbaarheid maklik oorgedra word. Wanneer die indruk posvat dat daar verwydering kom, veroorsaaak deur wêreldstrominge, ideologieë of internasionale magspolitieke strewe, dan veroorsaak dit droefheid en pyn. In hierdie familieverband van volke mag daar geen misverstand of twis wees nie.’

 

In het hoofdartikel van het juli-augustusnummer van Neerlandia heb ik ook de aandacht gevraagd van de Europese en andere buiten Zuid-Afrika wonende verbondsleden voor de zuidelijkste groep van het Nederlandse cultuurverband, en gepleit voor begrip, groeiend uit kennis en wil tot verstaan.

 

Terwijl op ander gebied tegenstellingen bestaan, kan juist het A.N.V. een ontmoetingsplaats vormen waar de verbondenheid die er toch is, wordt beseft, zodat van daar uit vruchtbare gedachtenwisseling kan volgen die onze zuidelijke vrienden mogelijk helpt om de juiste weg te vinden.

Tot beter begrip en goede verstandhouding kan dit fraaie nummer van West-Vlaanderen uitstekend bijdragen. Het vertelt van het leven in Zuid-Afrika, geeft indrukken van de Afrikaanse poëzie sedert 1940 en gedichten van vier dichters ‘onder het zuiderkruis’, wijdt aandacht aan de Afrikaanse verhaalkunst sedert 1940 en overziet essay, kritiek en tijdschriften in Zuid-Afrika. Charles Eglington behandelt aspecten van de huidige zuidafrikaanse schilderkunst, geillustreerd met heel goede reproducties in kleur en in zwart wit. Muziek en beeldhouwkunst krijgen aandacht, de laatste te weinig: alleen de figuur van Eduardo Villa, terwijl Coert Steynberg voor zijn latere en zijn kleinere werk toch ook zeker de aandacht har verdiend, evenals Moses Kottler, Willem de Sanderez Hendrikz, Lippy Lipshitz, Gerard de Leeuw, Borbereki e.a. Eduardo Villa is bovendien in Italië geboren en in 1947 naar Z.-Afr. gekomen. Het muziekoverzicht van Jan Bouws geeft wel, en dat zeer kundig, al het scheppend talent op dit gebied weer. Voorts worden van de vele aspecten in Z-A nog architectuur, pers, uitgeverij en radio behandeld. Een aparte beschouwing is gewijd aan Vlaamse kunst in Z.-A.

Enkele drukfouten: niet in 1848, maar in 1949 kwam de nationale regering aan het bewind (bl. 205); Franhoek (bl. 207) moet zijn: Franshoek; ‘wat hou hoogste waardering’ (blz. 212) moet zijn: ‘wat jou hoogste w.’

Geen wonder, dat behalve dr. Verwoerd, de beide wederzijdse ambassadeurs van Zuid-Afrika en België dit nummer een boodschap wilden meegeven.

P.K.

Emigratie, driemaandelijks tijdschrift gewijd aan Emigratie vraagstukken. No. 15, jaargang 1962.

Dit nummer, dat in zijn huidige vorm voor de laatste maal verschijnt, is in hoofdzaak gewijd aan de ontwikkeling van de emigratie zoals deze zich in de laatste eeuw uit Nederland heeft voltrokken.

Emigratie is een uitgave van het Emigratiebestuur in samenwerking met de internationale Migratie-organisatie ICEM te Genève.

In dit laatste nummer troffen we zeer belangwekkende bijdragen aan van de heer T. Cnossen (Christelijke Emigratie Centrale) over ‘De taal der geschiedenis, van Prof. Ivo Schöffer, hoogleraar in de vaderlandse geschiedenis aan de universiteit te Leiden over ‘Australië opnieuw ontdekt’, Mr. J.J. Bosch over ‘Een eeuw emigratiewetgeving’, Drs. B.P. Hofstede over ‘De emigratie in parlement en pers’ en Dr. C. Beijer, secretaris van de Research Group for European Migration Problems, over ‘Europeanen in beweging’. Aan het slot tekent de bekende auteur P.J. Risseeuw twee portretten n.l. van Henry S. Lucas, de intellectueel die in Amerika alles heeft verzameld wat betrekking had op Nederlanders aldaar, bekend o.a. door zijn tweedelig ‘Dutch Immigration Memoires and Related Writings' en van de zakenman George Horlings, afkomstig uit Nieuwe Pekela, thans een topman in het land- en tuinbouwbedrijf in Toronto.

Een zeer lezenswaardig, laatste nummer van Emigratie.

d.K.A.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Ons Erfdeel. Jaargang 6


auteurs

  • A.W. Willemsen

  • P. de Kat Angelino

  • over Leo Picard

  • over Julien Jozef Kuypers