Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 67 (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 67
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 67Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 67

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 67

(1963)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 151]
[p. 151]

[Nummer 10]

‘Het 36e Nederlands Congres is een gezamenlijke manifestatie van een groot aantal representatieve verenigingen en instellingen, vertegenwoordigd in de Bestendige Commissie voor de Nederlandse Congressen. Met dit gemeenschappelijk congres wensen zij getuigenis af te leggen van de noodzaak van een culturele integratie van Nederland en Vlaanderen’. Aldus de verklaring van de Bestendige Commissie bij het programma van het 36e Nederlands Congres, dat men o.m. in het vorige nummer van Neerlandia heeft kunnen lezen.

Het 36e Nederlands Congres

De betekenis van de hiernaast aangehaalde zinsnede is niet, dat er een nieuwe gedachte in geopperd wordt, maar wel dat de gedachte van de algemeen-Nederlandse culturele integratie onderschreven wordt door een gezelschap van personen, die een zeer breed forum van verenigingen en instellingen uit Noord en Zuid vertegenwoordigen. De betekenis van het 36e Nederlands Congres is, dat het parool van de culturele integratie van Noord- en Zuid-Nederland, met verve gelanceerd door Julien Kuypers op het 35e Nederlands Congres, door een grootscheepse manifestatie uitgedragen zal worden bij een breed publiek van mensen, die in Noord-Nederland en Vlaanderen verantwoordelijkheid dragen in de meest uiteenlopende culturele organisaties. Het 36e Nederlands Congres kan een belangrijke stoot geven tot de praktische verwezenlijking van de culturele integratie op het particuliere vlak. Te overwegend was tot dusver het Nederlands-Vlaamse samenspel nog een aangelegenheid van de regeringen. Een uitermate belangrijk initiatief werd vorig jaar door de Gemengde Commissie ter uitvoering van het Belgisch-Nederlands cultureel accoord genomen met de nota over ‘de Belgisch-Nederlandse culturele samenwerking in de naaste toekomst’. Wij brengen nog even de slotconclusie van de opstellers van de nota in herinnering: ‘De versterking van de innerlijke kracht van de Nederlandse beschaving, de culturele integratie van het Nederlands taalgebied, de uitstraling van de Nederlandse cultuur in het buitenland en in organisaties van regionale en mondiale samenwerking vormen een zo belangrijk geheel van taken dat, naar het oordeel van de Gemengde Commisie ter uitvoering van het Nederlands-Belgisch cultureel verdrag, de oprichting van een gemeenschappelijk Belgisch-Nederlands orgaan - een Hoge Raad - voor de behartiging daarvan aanbevolen moet worden’.

[pagina 152]
[p. 152]

Bij de regeringen moet ten zeerste erop aangedrongen worden, dat zij dit voorstel tot werkelijkheid maken, maar men kan moeilijk verwachten, dat ze dit zullen doen, als de wenselijkheid, laat staan de noodzaak ertoe, niet in brede kring beseft wordt. Het 36e Nederlandse Congres dient duidelijk te maken, dat het voorstel van de Gemengde Commissie niet in de lucht zweeft. Het Congres moet echter niet alleen regeringen aansporen iets te ondernemen, het dient in nog grotere mate een manifestatie te zijn van de zelfwerkzaamheid van personen en organisaties op het particuliere vlak, van hun wil om op hun eigen terrein aan de algemeen-Nederlandse culturele integratie gestalte te geven.

 

De algemeen-Nederlandse integratie komt niet bij proclamatie tot stand; zij zal het gevolg zijn van een bestendige werking, van een groeiproces, dat gestaag bevorderd moet worden en dat jaren in beslag zal nemen. In ‘Neerlandia’ is al meermalen uiteengezet, dat voor een verregaande culturele integratie bepaalde objectieve voorwaarden vervuld moeten worden, met name een wezenlijke culturele autonomie voor Vlaanderen, die nog steeds niet vervuld zijn. De slottoespraak van de congresvoorzitter, Julien Kuypers, zal dan ook gewijd zijn aan het verband tussen culturele autonomie van Vlaanderen en culturele integratie van Noord en Zuid. Maar dit houdt niet in, dat er gewacht moet worden tot de optimale voorwaarden voor een culturele integratie aanwezig zijn. Reeds nu kan die integratie een aanvang nemen, vooral waar het gaat om de integratie van het werk van culturele verenigingen en instellingen. De tijd is hiervoor rijp. Als de gedachte nog niet voldoende gerijpt was, dan zouden met name grote Noord-Nederlandse culturele ‘dakorganisaties’ als het ‘Nederlands Cultureel Contact’, waarbij honderd verenigingen en instellingen aangesloten zijn, en de Stichting ‘Nationaal Overleg voor Gewestelijke Cultuur’, de overkoepeling van gewestelijke culturele raden en instellingen, dan zouden deze organisaties zeker niet zo'n actief aandeel nemen in de inrichting van de Nederlandse Congressen als ze nu metterdaad doen. N.C.C. en N.O.G.C. werken trouwens, in de jaarlijkse conferenties volksontwikkeling voor het Nederlands taalgebied, zeer nauw samen met de Kultuurraad voor Vlaanderen, een samenwerking, die in de naaste toekomst een nog verdere uitbreiding zal krijgen. De positie en de betekenis van de Kultuurraad voor Vlaanderen als de Vlaamse partner in deze samenwerking is een levende illustratie van de behoefte aan instellingen, die in Vlaanderen een autonoom cultuurgebied kunnen voeren, ook wat de verhouding tot Noord-Nederland betreft. Voor Vlaanderen is de Kultuurraad momenteel - en hiermee wensen we aan de andere samenwerkende verenigingen in genen dele iets tekort te doen - de belangrijkste pijler voor de Noord-Zuidwerking.

 

In de meeste sectievergaderingen zal gehandeld worden over de mogelijkheden tot integratie op het particuliere vlak, op diverse terreinen van het sociaal-culturele leven. Er zal nagegaan worden, hoe verenigingen en instellingen, die in Noord en Zuid een gelijkaardig werkterrein bestrijken, tot een nauwer samenspel kunnen geraken. De vragen, die op deze bijeenkomsten aan de orde komen, zullen dan ook vooral van praktische aard zijn: op welke terreinen moet de samenwerking van verenigingen en instellingen uitgebreid worden en hoe dient dit georganiseerd te worden? De sectievergaderingen knopen nauw aan bij bestaande initiatieven.

 

De wil om te komen tot culturele integratie is er, het gaat erom de juiste wegen te vinden. Ook voor wie er ooit aan getwijfeld mocht hebben, moet het nu wel duidelijk zijn, dat die wegen lopen via de bestaande grote culturele verenigingen en instellingen in Noord en Zuid, moet het duidelijk zijn, dat gebouwd dient te worden op bestaande structuren om een eigen structuur voor integratie te kunnen vestigen. En het gaat inderdaad om het vestigen van een structuur, van een kader, waarin de integratie van het cultuurbeleid in Nederland en Vlaanderen zich kan voltrekken. Pas als in zaken van cultuurbeleid in één van de twee delen van het Nederlandse taalgebied telkens a.h.w. vanzelf het samengaan met de partner over de grens aan de orde komt omdat de Noord-Zuid-integratie deel uitmaakt van het culturele organisatiepatroon, pas dan zal de voorwaarde voor een intensief verkeer van gedachten en van personen, die die gedachten dragen, vervuld zijn, pas dan wordt de integratie van wenselijkheid tot werkelijkheid.

 

Er is al dikwijls - zie o.m. de nota van de Gemengde Commissie voor het Ned. Belg. cultureel accoord - beklemtoond, hoe belangrijk een algemeen-Nederlandse integratie is voor onze positie in Europa. Deze positie is mede een zaak van cultuurbeleid. Wij volstaan hier met te verwijzen naar de beschouwingen, die drs. J.L.M. Kits Nieuwenkamp elders in dit nummer aan dit vraagstuk wijdt n.a.v. de Frans-Duitse overeenkomst voor jeugduitwisselingen.

 

Het 36e Nederlands Congres is geen studiecongres, althans niet in de eerste plaats een studiecongres. Het is opgezet als een grootscheepse manifestatie om duidelijk te maken, dat de gedachte van de culturele integratie van Noord en Zuid wortel heeft geschoten. Het wil tevens duidelijk maken, hoe die integratie tot stand moet komen.

 

Het besluit van het Algemeen Nederlands Verbond om de inrichting van de Nederlandse Congressen uit handen te geven en over te dragen aan een Bestendige Commissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van een groot aantal representatieve verenigingen en instellingen, is destijds een daad van wijs beleid geweest. De congressen hebben een veel grotere actieradius gekregen. Wij wekken onze lezers op om in grote getale deel te nemen aan het 36e Nederlands Congres. Het programma van het congres staat er borg voor, dat u op 1, 2 en 3 november in Antwerpen welbestede en aangename dagen zult doorbrengen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken