Neerlandia. Jaargang 68

Nederland

Stichting ‘actie samen’

Al eens eerder hebben wij de aandacht van onze lezers gevraagd voor de Stichting ‘Actie Samen’, een actie der gezamenlijke koninklijke fondsen, welke zich ten doel stelt aan de Nederlanders in het buitenland en vrienden van Nederland een aantrekkelijk filmprogramma aan te bieden en op die wijze weer gelden ter beschikking te krijgen voor de Kon. fondsen (Kon. Wilhelmina Fonds, Kon. Juliana Fonds, Prins Bernhard Fonds, Prins Bernhard Stichting, Prinses Beatrix Fonds, Prinses Irene Fonds, Prinses Margriet Fonds en het Vierde Prinsenkind). Met de vertoningen van het 1961-programma werd een bedrag van f 100.000,- bijeengebracht.

Bij de komende films (16 mm geluidsfilm) is op verzoek in ruime mate de Engelse taal gebezigd. De totale speelduur is 90 minuten.

Het nieuwe programma is als volgt samengesteld:

1.	Polygoon filmjournaal ‘Nederland-1963’, speciaal voor ‘Actie Samen’ vervaardigd;
2.	Rotterdam;
3.	Over glas gesproken (glasblazerij Leerdam);
4.	Dit is Limburg;
5.	Delta Fase I (de Deltawerken).

Mochten er nog Nederlandse verenigingen in het buitenland zijn, die wellicht geen rondschrijven van de Stichting ‘Actie Samen’ hebben ontvangen, dan geven wij hierbij de raad U te verstaan met andere Nederlandse verenigingen in het land van uw vestiging, teneinde te komen tot een aaneensluitend rouleringsschema.

Voor het aanvragen van een filmpakket richte men zich tot Stichting ‘Actie Samen’, Stadhouderslaan 146 te 's-Gravenhage (Nederland) met verzoek, onder opgave van naam, functie en adres, om toezending ten behoeve van de te noemen organisatie en adres (straat, naam, plaats, land) met vermelding van de periode, waarin bij voorkeur de vertoning dient plaats te vinden.

Hoewel de inzending van een dergelijke aanvraag in drievoud liefst vóór 15 maart wordt ingewacht kan in uitzonderlijke gevallen misschien met later binnenkomende aanvragen nog worden rekening gehouden.

De opbrengst van de plaatselijke filmavond dient te worden overgemaakt aan de Ned. Handelmaatschappij in den Haag of, indien dat niet mogelijk is, aan de betrokken Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging, die voor overmaking naar Nederland zal zorgdragen.

Moge de Nederlandse verenigingen, waarmee het Verbond geregeld betrekkingen onderhoudt, als één man meedoen aan deze voortreffelijke actie, tot heil der fondsen en nog meer tot heil der vele landgenoten, die, dank zij deze fondsen, op de een of andere manier in hun lichamelijke en geestelijke nood kunnen worden geholpen.

Ontwikkeling van westelijk Noord-Brabant

In het juli/augustusnummer 1963 van Neerlandia schreef drs. H.A.G. Moonen, directeur van het Economisch Technologisch Instituut voor Noord-Brabant, een artikel over ‘Enkele aspecten van de naoorlogse economische ontwikkeling van Noord-Brabant’.

In ‘Tijd’, weekblad voor Economische voorlichting, uitgegeven door het Vlaams Economisch Verbond, van 27 maart 1964, troffen wij in de rubriek ‘Nederlandse Kroniek’ een bijdrage aan over een Rapport over Westelijk Noord-Brabant, uitgegeven door de Stichting Welvaartsbevordering West-Brabant (W.E.B.), een organisatie, waarbij 34 gemeenten zijn aangesloten, die in de stichting vertegenwoordigd waren door haar burgemeesters. Hieraan werden door de gemeenteraden gekozen vertegenwoordigers toegevoegd, zodat er nu een contactraad is bestaande uit 66 leden. In dit tweede rapport (het eerste verscheen 4 jaar geleden) wordt voorrang bepleit voor de verdere ontwikkeling van de stedengordel, met name voor de industriële uitbouw van Breda, Roosendaal, Bergen op Zoom en Oosterhout. Dit rapport stelt o.a. aan de orde de aardgastoevoer en een afvalwaterlozing op de Wester-Schelde, het scheppen van bouwrijpe industrieterreinen in Oudenbosch, Halsteren en Woensdrecht. Voor Lage-Zwaluwe is een havenplan geprojecteerd.

Voorts komen uiteraard verbeterde verkeerswegen aan de orde. In de eerste plaats aansluiting van industrieterreinen op de bestaande spoorwegen, o.a. voor Oosterhout.

De wenselijkheid wordt uitgesproken van de voltooiing van de autoweg Oosterhout -Gorinchem als vierbaansweg, vastlegging van de tracé's van de zgn. Kempenerwaardweg van het Kreekrak naar Tilburg en van de Zoomweg van het Volkerak tot de Belgische grens. In uitvoering dient mede genomen te worden de weg Breda-Belgische grens in de richting Galder bij Meerle-Dreef, welke een onderdeel moet vormen voor de nieuwe weg Breda-Antwerpen. België moet dan zorgen voor de aansluiting Belgische grens-Antwerpen.

Uitgangspunt voor de W.E.B. is West-Brabant tot schakel te maken tussen de grote haven- en industriegebieden van Rotterdam en Antwerpen, door dat gebied tot spreidingsgebied voor de nijverheid te maken.

Vakantiecursussen Belgische docenten Amsterdam 1964

Op advies van de gemengd-technische commissie tot uitvoering van het Nederlands-Belgisch Cultureel Verdrag zullen dit jaar, voor de veertiende achtereenvolgende maal, twee vakantiecursussen worden gehouden in de tot het gebouwencomplex van de Amsterdamse universiteit behorende Agnietenkapel, O.Z. Voorburgwal 231, de eerste van 3 t/m 18 juli voor Belgische leraren bij het middelbaar onderwijs, de tweede van 24 juli t/m 8 augustus voor Belgische onderwijzers. Evenals het vorige jaar zal de lerarencursus onder leiding staan van prof. dr. W.J.H. Caron, hoogleraar in de Nederlandse en oud-Germaanse taalkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, de onderwijzerscursus onder die van prof. dr. A.A. Weijnen, hoogleraar in de Nederlandse en Indogermaanse taalkunde aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen.

De cursussen hebben ten doel zowel de Walen als de Vlamingen een indruk te geven van het onderwijs in Nederland en het culturele leven, ook tegen zijn historische achtergrond. Daartoe zullen vooraanstaande deskundigen op verschillend gebied een aantal voordrachten houden,

[p. 71]

terwijl enkele speciale leergangen de deelnemers in staat zullen stellen hun praktische kennis omtrent het gebruik van de Nederlandse taal en letterkunde te verrijken. De deelnemers aan de lerarencursus kunnen naar keuze deelnemen aan een sectie ‘geschiedenis en sociologie’ dan wel ‘taal en letteren’; daarnaast zijn in het cursusprogramma voordrachten opgenomen voor alle cursisten.

Excursies, concerten en bezoeken aan culturele instellingen zullen ertoe bijdragen de cursisten een indruk te geven van de Nederlandse cultuur en van het sociale en economische leven hier te lande. Teneinde de deelnemers in staat te stellen het taalgebruik in de dagelijkse omgang te leren kennen en zich op de hoogte te stellen van de gewoonten en gebruiken in Nederland, worden zij in Amsterdamse gezinnen gehuisvest. Inlichtingen omtrent deze huisvesting zijn te verkrijgen bij het bureau Organisatie Congressen van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage, Nieuwe Uitleg 2, telefoon 185090, kengetal 070.