Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 68 (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 68
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 68Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 68

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 68

(1964)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 104]
[p. 104]

Spiegel Vlaamse beweging
Strijd rond de Universiteiten in België!

De Belgische bladen werden de laatste weken overspoeld met allerlei artikelen over het universitair probleem in België. De regeringsinstanties zijn namelijk druk in de weer om voor dit probleem een oplossing te vinden. Het spreekt dan ook van zelf dat alle bevolkingsgroepen, politieke partijen en universitaire instanties met ijver en overtuiging hun eigen ideeën betreffende dit probleem naar voor schuiven in de hoop dat de regering hiermede rekening zal houden. Dit over-en-weer-gepraat en al deze verschillende stellingnemingen verlaten dikwijls het zuiver wetenschappelijk terrein (hoewel een wetenschappelijke aanpak voor een universitair probleem toch noodzakelijk is!) en het geheel krijgt soms een sterk politiek gekleurd en polemisch karakter. Sommigen vrezen zelfs voor een nieuwe schoolstrijd op universitair vlak.

 

Waarom al deze herrie? Omdat het probleem zo complex is.

Het vertrekpunt is en blijft dat de Belgische studentenbevolking - zoals trouwens overal in Europa - een reusachtige uitbreiding neemt. De Rijksuniversiteiten te Gent en te Luik hadden in 1963 respectievelijk

illustratie
Rijksuniversiteit te Gent


4821 en 4819 studenten; de om het universitair onderwijs zoveel mogelijk over het ganse land te verspreiden, een soort decentraliserende richting. Dit behelst dan niet zozeer de geografische uitzwerming der voorhanden zijnde universiteiten, maar vooral het oprichten van nieuwe autonome universiteiten in meer steden. In dit kader past ook de ruimere vrije universiteiten te Leuven (katholiek) en te Brussel (vrijzinnig) respectievelijk 14.663 en 6128. Dit maakt een totaal van zowat 30.000. Men voorziet dat dit cijfer in 1970 zal aangroeien tot minstens 47.000 studenten en dat dit cijfer in 1985 de 100.000 zou kunnen overschrijden.

De bestaande universiteiten zullen in hun huidige toestand dit stijgend aantal niet kunnen opvangen, zodat reorganisatie en aangepaste expansie noodzakelijk is.

Hier dient nog vermeld dat, naast de vier hiergenoemde universiteiten met volledig programma, er ook nog enkele beperkte hogescholen bestaan, die natuurlijk met dezelfde moeilijkheden, die voortspruiten uit de studentenaangroei, zullen te kampen hebben. Deze hogescholen zijn de rijkslandbouwhogescholen te Gent en te Gembloux, de polytechnische school en het handelsinstituut Warrocqué te Bergen, de vrije St.-Ignatius Handelshogeschool en de Rijkshandelshogeschool te Antwerpen, en de vrije hogescholen met beperkt programma St.-Louis te Brussel en Notre Dame de la Paix te Namen.

Regerings-initiatief

Grosso modo kan men de diverse standpunten om de expansie van de universiteiten te verwezenlijken in twee strekkingen onderbrengen. Enerzijds de strekking om de bestaande universiteiten Gent-Luik-Leuven-Brussel verder uit te breiden ter plaatse met inbegrip van enkele geografisch verspreide kandidaturen, die echter aan de ‘moederuniversiteit’ verbonden blijven. Men zou dit de centraliserende strekking kunnen noemen, volgens welke de 4 bestaande universiteiten het monopolie van het hoger onderwijs behouden. Anderzijds bestaat de strekking om het universitair onderwijs zoveel mogelijk over het ganse land te verspreiden, een soort decentraliserende richting. Dit behelst dan niet zozeer de geografische uitzwerming der voorhanden zijnde universiteiten, maar vooral het oprichten van nieuwe autonome universiteiten in meer steden. In dit kader past ook de ruimere uitbouw van de ‘beperkte’ hogescholen waarvan boven melding gemaakt werd. Deze tweede richting is ook in essentie het regeringsstandpunt althans van de C.V.P., terwijl de B.S.P. verdeeld is.

Het officieel werkdokument van de regering spreekt van twee totaal nieuwe universiteiten, één te Antwerpen voor de Vlamingen en één te Bergen voor de Walen. Daarnaast uitbreiding en volledige erkenning van de vrije hogescholen te Namen (Notre Dame de la Paix), Brussel (St.-Louis) en Antwerpen (St.-Ignatius Handelshogeschool).

Volgens hetzelfde bovenvermeld werkdokument van de regering krijgen de twee huidige meest bevolkte universiteiten Leuven en Brussel de toelating zich geografisch in zuidelijke richting uit te breiden en zullen zij over ruimere staatsgelden kunnen beschikken. Dit alles is echter nog steeds ‘werk’-dokument en kan dus nog gewijzigd worden.

De socialisten, alhoewel zij in de regering zetelen, zijn niet akkoord met de uitbreiding van het vrije katholieke hoger onderwijs, zoals door het regeringsplan voorzien wordt. Dit socialistisch onbehagen is wellicht te verklaren omdat zij het niet prettig vinden nog steeds te moeten constateren dat het overgrote deel der universitairen nog steeds uit het katholieke milieu komt. (Leuven heeft méér studenten als de drie andere samen!)

Standpunten

De voorstanders van een grootscheepse uitbreiding (met nieuwe universiteiten), baseren zich vooral op de bovenvermelde reusachtige aangroei van de studentenbevolking. Prof. Dr. P. de Somer, officieuze spreekbuis van Leuven, is overtuigd dat in Vlaanderen alleen reeds plaats is voor een nieuwe universiteit te Antwerpen en voor twee kandidaturen. Deze universiteit moet pluralistisch zijn, dus toegankelijk voor alle levensbeschouwingen. Hij ziet geen gevaar in de spreiding van de kandidaturen, o.m. het gevaar dat deze de universele en universitaire geest zouden missen.

 

LOVAN, de vereniging van het wetenschappelijk personeel van de Vlaamse afdeling Leuven, gaat nog verder. In een motie verklaarde zij dat België binnen 20 jaar behoefte zal hebben aan niet minder dan 12 volwaardige universiteiten, 6 in Vlaanderen en 6 in Wallonië. Voor

[pagina 105]
[p. 105]

Vlaanderen stelt LOVAN, naast Gent, Leuven en Brussel, de steden Antwerpen, Kortrijk en Hasselt voorop.

 

LOVAN verzet zich echter met klem tegen spreiding van kandidaturen, die aan de thans bestaande moederuniversiteiten zouden verbonden blijven. Zij eist volwaardige universiteiten, omdat de democratisering van het hoger onderwijs totaal haar doel zou missen, indien zij slechts een stelsel van ‘high schools’ van middelbare kwaliteit zou oprichten, en niet de toegang tot een échte universiteit zou verruimen.

 

Ook andere instanties keerden zich geheel of gedeeltelijk tegen het regeringsplan. Rector Bouckaert van de Gentse Rijksuniversiteit verzet zich met klem, omdat men nooit het nodige deskundige personeel zal vinden om al de ontworpen instellingen te bevolken. Daarenboven betekent de oprichting van een universiteit in West-Vlaanderen de doodsteek voor Gent, aldus rector Bouckaert. Gent recruteert nl. een vierde van zijn studenten in West-Vlaanderen, en een zesde uit Antwerpen. Het aantal studenten zou dalen van zowat 5000 tot 3000, en dit terwijl een gezonde universiteit toch een 10.000 studenten kan opnemen.

 

Rector Bouckaert wordt gesteund door de vereniging EENHEID, die katholieke en vrijzinnige intellectuelen groepeert, door ‘'t Zal wel gaan’, de vereniging van de vrijzinnige Gentse studenten, en door het Gentse Studentenkorps.

 

EENHEID verklaart o.m. dat de versnippering in regionale en beperkte instituten de wetenschappelijke krachtsinspanning ondoelmatig zal opslorpen, en de samenwerking der verschillende ideologieën zal in de weg staan.

 

Het Gents Studentenkorps is van oordeel dat in de eerste plaats de bestaande universitaire centra ter plaatse dienen worden uitgebouwd, wil men niet het gevaar lopen het peil van de Belgische universiteiten te verlagen.

 

Ook de Vereniging der Vlaamse Studenten, overkoepelend orgaan van alle Vlaamse studenten, verzet zich, voornamelijk tegen de spreiding der kandidaturen.

Daartegenover staat nog steeds het vroegere standpunt van de Kultuurraad voor Vlaanderen, die de universitaire achterstand van Vlaanderen gedeeltelijk op rekening brengt van de nadelige geografische spreiding der universitaire instellingen in Vlaanderen.

 

Klaar is dit alles niet, en vele belangen lopen door elkaar. Aldus is het universitaire probleem uitgegroeid tot een complex geheel. Geografische spreiding der universiteiten of gecentraliseerde expansie ter plaatse? Tegenstellingen tussen vrije en rijksuniversiteiten. En natuurlijk de inherente tegenstelling tussen Vlaanderen en Wallonië. Wallonië heeft nog steeds een sterk overwicht wat het aantal afgestudeerde universitairen betreft (40% voor Vlaanderen en 60% voor Wallonië). En heel wat Walen zien met lede ogen de universitaire bloei in Vlaanderen tegemoet.

J.S.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken