Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 68 (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 68
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 68Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 68

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 68

(1964)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 124]
[p. 124]

Spiegel Vlaamse beweging
De Brusselse randgemeenten

Over de taalwetgeving van vorig jaar, waarbij o.m. zes van de Brusselse randgemeenten een speciaal statuut kregen, is al het nodige te doen geweest, en echo's daarvan heeft men ook in dit blad kunnen horen.

Eén van de meest opvallende aspecten was, dat de wetgeving toen politiek in elkaar geflanst werd - en dit is bepaald niet een te krasse uitdrukking - en nauwelijks of helemaal niet steunde op een voorafgaand wetenschappelijk onderzoek van de bestaande situatie. In ‘Hertoginnedal’ - nogal berucht woord sedertdien in de Vlaamse politieke terminologie - werd een staaltje politiek touwtrekken weggegeven. De oplossing die uit de bus kwam was ook alleen daarop gebaseerd. Ze was voorts een typerend staaltje van het liberalistische beleid - in de slechte betekenis van het woord - waaraan België zo rijk is. Blijvende, laat staan gedegen, oplossingen werden er niet gevonden; een behoorlijk toekomstperspectief nog minder.

 

Het voorgaande ter inleiding van een publikatie, die, hoe belangwekkend ook, enigszins komt als mosterd na de maaltijd. Geschrokken door het onwetenschappelijke politieke geknutsel t.a.v. de Brusselse randgemeenten en vooral door het feit, dat wetenschappelijke gegevens over de situatie in de randgemeenten vrijwel bleken te ontbreken, heeft de Kultuurraad voor Vlaanderen aan de planologische studiegroep ‘Mens en Ruimte’ verzocht om op korte termijn een studie te maken van de verstedelijking rond Brussel en van de die verstedelijking begeleidende verschijnselen. Een zeer loffelijk initiatief. Het laattijdig ter tafel komen van de mosterd kan bepaald niet aan de Kultuurraad verweten worden. Men moet het in de eerste plaats aan de Belgische regering verwijten, dat ze niet, alvorens aan wetgeving te gaan doen, gezorgd heeft voor een wetenschappelijk onderzoek. Daar was ruimschoots tijd voor geweest. In 1961 was, in de regeringsverklaring van het nieuwe kabinet, reeds het voornemen geopperd om de wetgeving op dit punt te wijzigen en aan te vullen. Men heeft dus twee jaar de tijd gehad voor wetenschappelijk onderzoek. De studiegroep ‘Mens en Ruimte’, die, als particuliere organisatie, natuurlijk over veel geringere middelen beschikt dan de overheid, heeft kans gezien om in enkele maanden tijd haar onderzoek te verrichten.

 

Dit onderzoek was een zgn. ‘snelsurvey’, d.w.z. een globaal wetenschappelijk onderzoek van een bestaande situatie in het geheel van een bepaald gebied, dit in tegenstelling tot een gedetailleerd onderzoek van bepaalde gedeelten van een gebied of van bepaalde facetten. Men heeft het laatste niet gedaan omdat daarvoor in feite eerst over een globaal overzicht van de situatie zou moeten worden beschikt. Het is te hopen, dat men dit diepergaande onderzoek nu op basis van het voor ons liggende rapport zal verrichten.

 

Dit rapport nu geeft reeds een zeer verhelderend inzicht in de problematiek van de urbanisering van de Brusselse randgemeenten, waarvan er 38 in het onderzoek betrokken werden.

In het eerste deel van de studie wordt de residentiële en taalkundige evolutie van de Brusselse randzone behandeld vanaf 1830 tot nu, in het tweede gedeelte

illustratie

wordt nader ingegaan op de factoren van verfransing in de randgemeenten. Zeer gedetailleerd worden in deze zone een 218 woonkernen onderscheiden en worden deze wijken getypeerd naar periode en wijze van ontstaan, wijze van bebouwing, huur- en grondprijzen, welke sociale groepen er gevestigd zijn, en het percentage van Franssprekenden. Voorts wordt een inventaris gemaakt van de in uitvoering of voorbereiding zijnde verkavelingen en deze worden onderscheiden in private verkavelingen en verkavelingen voor sociale huisvesting.

 

In een aantal besluiten krijgen de feitelijke gegevens en factoren, die de evolutie bepalen, een nadere uitwerking. Veel hiervan was in zijn algemeenheid al bekend, en de studie bevestigt veelal in concreto de tendenties die men meende aanwezig te zijn.

 

De meest intensieve verstedelijking vindt plaats in oostelijke en zuidelijke richting. Deze verstedelijking verloopt ongeordend en is onvoldoende in overeenstemming met planologische normen. De verfransing gaat gelijk op met de residentiële ontwikkeling, ze is verreweg het grootst, waar personen met een hogere sociale status zich vestigen, dit weer vooral in wijken,

[pagina 125]
[p. 125]


illustratie
Verstedelijking in het Brusselse.


die aangelegd zijn door zgn. ‘beroepsverkavelaars’. De meeste van deze ‘verfransingswijken’, waarvan vooral de nieuwste ordeloos verspreid zijn over het platteland, hebben hun ontstaan te danken aan grondspeculatie. De zgn. ‘sociale woonwijken’ blijken planologisch meer verantwoord te zijn; ze tellen over het algemeen minder Franssprekenden.

Wanneer de immigranten van een hogere sociale status numeriek belangrijk worden, treedt er een sterke acculturatie van de autochtone bevolking, dat wil hier dus zeggen verfransing, op. Factoren die hierbij tevens hun invloed doen gelden zijn het onderwijs, de politieke verhoudingen, die veelal afgestemd zijn op die in Brussel, de gemeentepolitiek en in het algemeen een reeds bestaande oriëntering op de hoofdstad.

Toch behoeft verstedelijking niet met verfransing gepaard te gaan. Deze is afhankelijk van de status en van het taalgebruik van de nieuwgekomen bewoners. Waar overwegend Nederlandssprekenden zich vestigen, krijgt een wijk een Nederlandstalig karakter. Alleen is vrijwel overal de ‘verfransende inwijking’ overheersend. Een aantal keurig uitgevoerde kaarten geeft een duidelijk overzicht van de situatie.

Het is geen opwekkend beeld, dat deze studie ons biedt. De opstellers ervan hebben zich beperkt tot het schetsen van de feitelijke situatie; ze hebben geen oplossingen voor verbetering aan de hand gedaan. Hiervan worden er wel enkele aangegeven in het woord vooraf namens de Kultuurraad voor Vlaanderen. De belangrijkste suggesties zijn: een programma voor ruimtelijke ordening met een Franstalig en een Nederlandstalig nieuw satellietcentrum; het eerste, zoals al vaker voorgesteld is, gelegen bezuiden de taalgrens; oprichting van gewestelijke bouwmaatschappijen. Voorts moet de tot verfransing leidende sociale druk worden ingeperkt, in de eerste plaats door een verdere democratisering van het openbare leven en met name van het onderwijs en op sociaal-economisch gebied.

Nogmaals, de Kultuurraad voor Vlaanderen en de studiegroep ‘Mens en Ruimte’ verdienen lof voor deze publikatie, maar het blijft niettemin ten zeerste te betreuren, dat een dergelijke studie vorig jaar niet reeds voorhanden was.

 

De Brusselse randgemeenten. Een onderzoek naar de residentiële en taalkundige ontwikkeling. Door de studiegroep ‘Mens en Ruimte’ in opdracht van de Kultuurlaad voor Vlaanderen, met samenvattingen in het Frans, Duits en Engels.

Antwerpen, Kultuurraad voor Vlaanderen, Frankrijklei 107, 1964. 118 blz. met afbn, kaarten en tabellen. Bfrs 70, - (Postrek. 141.929. (Dokumenten van de Kultuurraad voor Vlaanderen, 4-1964/2).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken