Neerlandia. Jaargang 68

Kroniek

Noord-Zuid

Groot-Limburgse dag

Voor de eerste maal namen Limburgers uit Nederland deel aan ‘de Limburgse Dag’, die voor de 12de maal werd gehouden, dit jaar te Zonhoven in het Maria Goretti-Instituut aldaar. Dit jaar kreeg deze dag dan ook de naam van Groot-Limburgse dag.

De deelnemers wensten zich te bezinnen over de noodzaak de cultuurgemeenschappen van Belgisch en Nederlands Limburg dichter bij elkaar te brengen, zo mogelijk zelfs te integreren.

Volgens ‘De Standaard’ werd deze bijeenkomst o.a. ook bijgewoond door de gouverneur van Belgisch Limburg, de heer Roppe, de burgemeester van Hasselt, Meyers, de voorzitter en de directeur van de culturele raad van Nederlands Limburg, de heren Goossens en mr. Dobbelstein, de heer Clem de Ridder, algemeen secretaris van het Davidsfonds, de Renier, voorzitter van het Davidsfonds, Midden-Limburg en vele andere vooraanstaanden uit het culturele leven in beide gemeenschappen. In een plenovergadering werden de besluiten, genomen tijdens de besprekingen van twee werkgroepen, een voor de jongeren en een voor de ouderen, voorgelezen.

Deze luidden:

De jongeren pleitten voor een intensief overleg onder de jeugdorganisaties van beide gouwen en kontakten via een toporgaan (kultuurraad), drongen aan op de gelijkschakeling van akten en diploma's in beide Limburgen en uit de weg ruimen van al hetgeen de bloei en de werking van de jeugdbewegingen kan remmen.

Voor de volwassenen kulmineerde het probleem zich rondom de noodzakelijkheid van de vorming van goede gespreksleiders en organisatoren die het maatschappelijke en kulturele leven in de verenigingen kunnen stimuleren en in goede banen leiden. Ook het voordeel van menselijke kontakten werd onderstreept.

De heer Wijnen van de Bond van de Nederlandse volksuniversiteiten hield een betoog voor de noodzakelijkheid van contacten tussen beide Limburgen op het culturele plan alsmede voor contacten tussen de individuen aan beide zijden van de Maas, waardoor beide Limburgen, zowel maatschappelijk als cultureel, één kunnen worden gemaakt. Van weerszijden werd aangedrongen op het oprichten van een Limburgs toneelgezelschap van beroepsacteurs dat steun zou dienen te krijgen van de overheid zowel in Noord- als in Zuid-Nederland.

De aan deze bijeenkomst verbonden tentoonstelling van Nederlandse schilderwerken werd geopend door de heer Goossens. Gouverneur Roppe verzekerde aan het slot van de Groot-Limburgse Dag dat het provinciale bestuur de culturele samenwerking tussen beide Limburgen van harte toegejuicht en deze ten zeerste zal bevorderen.

Gustaaf van Steenwegen

In het Beneluxhuis, Nassauplein 38 te 's-Gravenhage, worden van tijd tot tijd tentoonstellingen gehouden van het werk van Belgische kunstschilders. Op deze wijze wordt de schilderkunst uit Zuid-Nederland bij de Noord-Nederlanders thuisgebracht.

Zo waren er van 16-30 oktober 1964 schilderijen te zien en te bewonderen van de Antwerpse kunstschilder Gustaaf van Steenwegen.

Dr. C. Clerckx, ambassade-secretaris en attaché voor culturele en informatie-aangelegenheden, vertelde in zijn openingswoord dat de schilder van 1914-1919 in Breda heeft gewoond en dus in Noord-Nederland is opgevoed. Na de tweede wereldoorlog heeft hij meer bekendheid gekregen en het is een goede gedachte geweest van het bestuur van de Haagse afdeling van het Comité Benelux deze schilderijen in Den Haag ten toon te stellen.

De opening werd bijgewoond door enige leden van het A.N.V., onder wie de algemeen voorzitter.

[p. 184]

Nederlanders schenken een gebrandschilderd raam aan Antwerpen

Een gebrandschilderd raam, ontworpen en uitgevoerd door Joep Nicolas, is op 16 november aan het gemeentebestuur van Antwerpen overgedragen. Het is een geschenk van de zeer vele Nederlanders uit de Scheldestad en de provincie Antwerpen, die daarmee uitdrukking willen geven aan hun gevoel van erkentelijkheid voor vele jaren in Antwerpen genoten gastvrijheid.

Het raam, dat een afmeting heeft van 2.75 × 1.20 m en dat wordt geplaatst aan de zuidzijde van de wandelzaal van het stadhuis, symboliseert de lange vriendschap tussen Noord- en Zuid-Nederland, de compositie is opgebouwd om de figuren van Willem de Zwijger, koningin Juliana, het prinselijk wapen van De Zwijger en het Nederlandse rijkswapen.

Twee jubilarissen

In de maand oktober van dit jaar is de Noordnederlandse schrijver mr. F. Bordewijk 80 jaar geworden. In Noord-Nederland zijn en worden zijn romans en novellen veel gelezen. In Zuid-Nederland ook? Wij weten het niet, maar wij kunnen aanraden dit te doen, b.v. zijn roman Karakter en zijn novelle Bint. Ter gelegenheid van zijn 80e verjaardag verscheen de verhalenbundel Lente.

In dezelfde maand heeft de Zuidnederlandse schrijver Marnix Gijsen (schuilnaam voor prof. dr. J.A. Goris) de 65-jarige leeftijd bereikt. Wij weten niet waar hij het meest gelezen is of wordt, in Noord- of in Zuid-Nederland. Hoewel hij ook gedichten heeft geschreven, kent iedere Nederlandse intellectueel hem als roman- en novellenschrijver. De roman die hem in Noord-Nederland bekend maakte was Joachim van Babylon, waarvan dit jaar de 25e druk zal verschijnen. Wij spreken de hoop uit, dat Marnix Gijsen nog veel Nederlands werk zal schrijven. Bij gelegenheid van zijn 65e verjaardag zal een bundel Candid Opinions on Sundry Subjets verschijnen, geschreven onder zijn eigen naam A.J. Goris. Het is een bundel opstellen, ingeleid door J. Greshoff.