Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 69 (1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 69
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 69Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 69

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 69

(1965)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

15 jaar Nao Me Toque
P. Fr. Irineus van Tongeren O.F.M.



illustratie

Hoeveel lezers van dit cultureel maandblad zullen iets van de Nederlandse kolonie in Nao Me Toque afweten? Ik vermoed dat het er maar weinig zijn. En toch is het de moeite waard om er even kennis mee te maken. Want zowel naar oorsprong als karakter gaat het over een bijzondere kolonie.

 

Laten wij beginnen met de geografische ligging van de kolonie aan te duiden. Zij bevindt zich in de Staat Rio Grande do Sul, die door zijn gunstig klimaat en door zijn goede weiden en akkergrond de grootste immigrantenstaat van Brazilië is. Nergens treft men zoveel afstammelingen van Duitsers, Italianen en Polen aan als hier. De laatste tijd doen ook de Chinees en de Japanner hier hun intrede. Sinds 1949 is Nederland hier ook vertegenwoordigd door zijn landbouwkolonie in en rondom de stad Nao Me Toque.

 

Hoe zijn onze landbouwers hier gekomen?

De eerste twee families zijn op aanraden van hun familielid, Pater Franciscaan die leraar aan ons gymnasium was, direct uit Nederland naar hier gekomen. De andere families zijn afkomstig van de Fazenda ‘Holambra’, die in Sao Paulo ligt. Alles bij elkaar wonen er hier een goede zestig families.

 

Hoe is de kolonie samengesteld?

Onze emigranten zijn bijna allemaal landbouwers. Ook hebben we enige industriëlen in ons midden en enkelen die in het transportbedrijf zitten. Dit grijpt allemaal in elkander: waar landbouw is, zijn er machines en zijn er produkten om vervoerd of ter plaatse verwerkt te worden.

 

De mensen wonen verspreid in en om de stad. Ze hebben Duitsers, Italianen of Portugezen als buren. Ze maken in alle opzichten deel uit van de samenleving. Wel bestaan er enkele Nederlandse verenigingen van cultureel en sociaal-economische aard. Maar dat is nu eenmaal noodzakelijk om hun eigen karakter te handhaven en hun specifieke cultuurwaarden uit te blijven dragen. Was dit niet het geval dan zou er van kolonie geen sprake meer zijn.

 

Het is juist deze grote openheid van onze kolonie die haar voor onze Nederlandse autoriteiten en voor wetenschappers zo interessant maakt. Dit type kolonie is hier vanzelf zo gegroeid. De andere kolonies zijn allemaal z.g. gesloten kolonies: alle Nederlandse families bij elkaar op hetzelfde stukje grond en tamelijk afgesloten van de grote samenleving om hen heen. Maar men voorziet dat dit type kolonie zich niet kan handhaven. Het is te zeer een kunstmatige kleine samenleving temidden van de grotere natuurlijke gemeenschap er rond om heen. En dit is nu juist in Nao Me Toque niet het geval. Hier hebben we met directe cultuuruitwisseling te doen iedere minuut van de dag. En de resultaten ervan zijn groter van omvang en beter zichtbaar.

 

Welke zijn die resultaten?

Het eerste succes is dat de komst van de Nederlanders

[pagina 25]
[p. 25]

hier in Rio Grande do Sul een ware revolutie op landbouwgebied heeft ontketend. Het oude kolonistenstelsel om met primitieve werktuigen een klein stukje grond te verbouwen, werd doorbroken. Ook gebruikt nu iedereen kunstmeststoffen en wordt er een zekere landbouwtechniek toegepast. Heel Rio Grande do Sul staat op het ogenblik in het teken van de moderne landbouw. De Nederlandse industriëlen hebben hier eveneens hun aandeel in. Hun landbouwwerktuigen zijn heinde en ver bekend.

 

Ook op godsdienstig gebied is er door de komst van de Nederlanders veel veranderd. Onze kolonie is een roomskatholieke kolonie. Door hun van-huis-meegenomen godsdienstige praktijken hebben ze op godsdienstig gebied een ware opleving bewerkt.

 

Voorts is er het feit dat we hier in Rio Grande alom bekend zijn. Was Nao Me Toque vroeger een onogelijk plaatsje, nu is het een mooie stad geworden en breidt het zich steeds meer uit. En iedereen weet het aandeel dat onze kolonisten daarin hebben.

 

Wat voor type bedrijf hebben de Nederlanders hier en wat verbouwen ze en wat zijn de mogelijkheden?

 

Men houdt zich hier het liefst aan de akkerbouw. De meest verbouwde produkten zijn: tarwe, soja, boekweit, lijnzaad en maïs. Ook de aardappel doet het goed. Voor veeteelt zijn de grond en het klimaat ook uitstekend. Ook de pluimveeteelt gaat hier goed en sommigen hebben er een kippenfokkerij bij.

 

Maar, zult U zich misschien afvragen, zijn er dan helemaal geen moeilijkheden waarmee de kolonie te kampen heeft? Dat zou te mooi zijn.

 

Wij hebben hier inderdaad met enkele serieuze moeilijkheden te kampen. Het zou van oneeerlijkheid tegenover de lezers getuigen om die te verbergen. Maar ik heb er tot nu toe mee gewacht omdat die problemen samenhangen met de wordingsgeschiedenis en het eigen karakter van onze kolonie en die pas nu dus beter aangevoeld kunnen worden. En ik kan U ook zeggen dat wij met de hulp van de Nederlandse autoriteiten hard bezig zijn om die op te lossen.

 

De eerste moeilijkheid is dat veel ouders niet over voldoende kapitaal beschikken om hun nu reeds groot geworden kinderen aan een nieuw bedrijf te helpen. De oorzaak ligt hierin dat de uit Sao Paulo gekomen families hier met zo goed als niets zijn moeten beginnen. Zij hebben dus eerst voor hen zelf een modern bedrijf moeten opbouwen. En het moet gezegd worden dat het bijna niet te geloven is hoe ze daar in zo'n korte tijd in geslaagd zijn. Wij hopen deze moeilijkheid op te lossen door van de Nederlandse Regering kredieten op lange termijn los te krijgen.

 

Iedere kolonie, hetzij gesloten of open, heeft in zijn midden enkele mensen nodig die bekwaam zijn aan allen, vanaf de schoolgaande kinderen tot en met de getrouwden, scholing te geven. En deze scholing moet gebaseerd zijn op de Nederlandse taal. Dat is nodig om de eigen cultuurwaarden te leren kennen en uit te dragen en door contact met het moederland de bronnen te blijven voeden. Als onze kolonie een wetenschappelijk uitgewerkt emigratieplan was geweest, zou hier, ongetwijfeld vanaf het begin in voorzien zijn geweest. Maar zoals we gezien hebben is de kolonie toevallig ontstaan en heel spontaan gegroeid. En de eerste jaren hebben noodgedwongen sterk in het teken van de materiële opbouw gestaan. Niet dat er op dit gebied niets gepresteerd is. De Paters Franciscanen van hier, de mensen van onze Ambassade en Consulaten en de besten van onze eigen mensen hier hebben altijd in deze zin gewerkt en daar zijn we hun heel dankbaar voor. En wat de toekomst aangaat zouden we op hun onmisbare hulp en steun willen blijven rekenen. Maar deze instanties kunnen niet alles doen. Hun raad en advies moet door anderen uitgewerkt worden. Deels zullen onze mensen dat zelf kunnen doen, maar toch niet alles. Het ideaal zou zijn hiervoor een gestudeerd Nederlands echtpaar te vinden.

 

Een ander probleem dat zich hier doet gelden is de beperkte keus van een huwelijkspartner voor onze jongens en meisjes. De eerste generatie wil toch nog maar het liefst met een volksgenoot trouwen. Dat is zeer goed te begrijpen. Nu zijn we hier wel met een zestigtal families, maar slechts enkelen ervan zijn sterk vertegenwoordigd. Het contact met de andere katholieke kolonies kan de een of ander wel aan een levensgezel(lin) helpen. Maar de geëigende oplossing is het aantrekken van nieuwe emigranten uit Nederland.

 

Alhoewel het eerste doel van dit artikeltje wil zijn een bijdrage te leveren aan dit culturele maandblad en dit uit erkentelijkheid, schroom ik toch niet de aandacht van de jonge boeren in Nederland op Nao Me Toque te vestigen. Het klimaat hier is uitstekend en de grond is best. We wonen hier in een mooi stadje dat alles heeft en waarvan de omgeving ook heel mooi is. Men kan hier echt wat je noemt goed boeren. Ook voor hen die gespecialiseerd zijn in een of andere landbouwindustrie is hier een goede boterham te verdienen. Denkt er eens over na.

 

Het is de eerste keer dat er over Nao Me Toque iets in dit contactblad geschreven wordt. Ik hoop dat het een aangename kennismaking met de over de hele wereld verspreide lezers is geweest. De redactie wil ik hartelijk danken voor de zo hoffelijk beschikbaar gestelde ruimte en wens haar namens alle Nederlanders van Nao Me Toque veel succes toe met haar mooi ideaal: de Nederlandse cultuur onder de emigranten levendig te houden en te ontwikkelen. Cultuuroverdracht is toch het voornaamste doel van de emigratie.

 

N.B. Voor nadere informatie kunt U zich wenden tot: ‘Sociaal-economische Stichting’, Casa Canônica, Nao Me Toque, Rio Grande do Sul, Brazilië.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken