Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 70 (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 70
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 70Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 70

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 70

(1966)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Uit de tijdschriften

Nederland Nu, kwartaalblad uitgegeven door de Stichting School en Bedrijf te 's-Gravenhage. Abonnementsprijs f 10, - per jaar. Losse nummers f 2,75.

Dit kwartaalblad, dat met 1966 zijn achtste jaargang is ingegaan, draagt als ondertitel: Tijdschrift gewijd aan Nederlandse prestaties op nationaal en internationaal gebied. De oprichters van het blad waren zich destijds duidelijk ervan bewust dat Nederland na de Tweede Wereldoorlog bezig was grondig van gezicht te veranderen en dat dit in de eerste plaats was te danken aan indrukwekkende nationale inspanningen. Dit was en is niet alleen het geval waar grote waterbouwkundige ondernemingen, zoals de Deltawerken, verdere inpolderingen van het IJsselmeer, drooglegging van de Lauwerszee en dergelijke, letterlijk het aanzien van het land wijzigen.

Het geldt evenzeer voor de ingrijpende overgang van het overwegend agrarisch land, dat Nederland voorheen was, naar het overwegend geïndustrialiseerde land waartoe Nederland bezig is zich te ontwikkelen. Hiermede samenhangend ziet ons land zich gesteld voor nog tal van andere belangrijke werkzaamheden, zoals structuurverbetering van de verscheidene ontwikkelingsgebieden, ruimtelijke ordening, uitbreiding van het wegennet, zorg voor de recreatie, ontwikkeling van binnen- en buitenlandse handel, wetenschappelijk onderzoek, enzovoort. Al deze onderwerpen worden in het hier besproken blad op kundige en goed gedocumenteerde wijze behandeld.

De redactie streeft er daarbij naar de stof in een aangenaam leesbare vorm te brengen, terwijl steeds grote aandacht wordt geschonken aan de illustraties en verdere verzorging van het blad. Geregeld worden artikelen, die zich daartoe lenen, aangevuld met los bijgevoegde instructieve landkaarten.

 

‘Nederland Nu’ wil de lezers meer geven dan men als regel over genoemde onderwerpen aantreft in de dagbladen, zonder daarbij te vervallen in de voor leken soms moeilijk te volgen artikelen zoals die in de vakbladen verschijnen. De laatste zijn bovendien in het algemeen te zeer gespecialiseerd op het gebied van een enkel onderwerp om voor een brede kring van lezers aantrekkelijk te zijn. Van tijd tot tijd schenkt ‘Nederland Nu’ ook aandacht aan onderwerpen op artistiek of cultureel terrein, omdat ook in dit opzicht in ons land belangrijke dingen gebeuren. Samenvattend kunnen wij zeggen dat allen, die geregeld op de hoogte willen blijven van ontwikkelingen welke bepalend zijn voor het huidige en toekomstige beeld van ons land, in ‘Nederland Nu’ een waardevolle en actuele bron van informatie vinden.

K. TON, Medewerker Stichting School en Bedrijf

Studium Generale, dec. 1965, 11e jaarg. nr. 12.

Dit voor Neerlandialezers zeer lezenswaardige nummer van ‘Studium Generale’, het maandblad voor de ontwikkelde Nederlander, bevat vier belangrijke bijdragen over ‘Het Nederlands in de wereld’ van de hand van J.A. Meijers, ‘Historische achtergrond in de verhouding Noord-Zuid, Groot Nederland’, van de heer H. van Praag en ‘Waterproblemen in en om het IJsselmeer’.

 

De heer Meijers staat stil bij de invloed van het Nederlands op de taal der landen, waarmee Nederland als zeevarend volk - vooral eeuwen terug - sterke contacten had en zelfs op zeevarend gebied de toon aangaf. Vervolgens houdt hij zich bezig met de taaltoestanden in België en de omstandigheid, dat door de scholen, de pers, radio en televisie, die zich allen daarmee bezighouden - althans mèt het ABN - krachtiger tegen het gebruik van de vele streektalen kan worden geageerd, mèt de mogelijkheid dat Noord en Zuid, ook naar buiten, meer en meer een duidelijke en tastbare taaleenheid vormen.

 

Dan volgt een beschouwing over het Afrikaans, in feite een dochtertaal van het Nederlands, maar wat als zodanig niet meer wordt gevoeld door een aantal Zuid-Afrikaners, die het Afrikaans uitsluitend zien als een eigen moedertaal. Bij hen kan dan ook nauwelijks worden gesproken over een gevoel van cultuurverbondenheid. Van een culturele eenheid steunend op eenheid van taal, is volgens de schrijver helemaal geen sprake. Het Afrikaans is geen Nederlands ‘in den vreemde’ meer.

Voor het Nederlands in Indonesië ziet hij geen kansen meer, een mening, die niet

[pagina 33]
[p. 33]

door anderen zal geduld worden om dat juist zij, die weer contact met Indonesië hebben opgenomen, herhaaldelijk constateren dat het Nederlands in verschillende lagen der Indonesische maatschappij nog steeds wordt gesproken en de vraag naar Nederlandse boeken en periodieken zelfs toeneemt.

 

Zo wijst de heer H. van Praag in zijn artikel ‘Groot Nederland’ in hetzelfde maandblad op de grote belangstelling in Indonesië voor het Nederlands.

 

De bijdrage: Historische achtergronden in de verhouding Noord-Zuid van dr. M. de Vroede is overgenomen uit de ‘Handelin gen’ van het 36ste Nederlands Congres, gehouden te Antwerpen op 1, 2 en 3 november 1965.

Tydskrif vir Geesteswetenskappe, december 1965, nr. 4.

Bevat een artikel van prof. B.F. Nel van de Universiteit van Pretoria over ‘De immigranten en de taal en cultuur van de Afrikaner’.

 

De schrijver gaat uit van de strijd, die de Afrikaner met grote felheid heeft gestreden voor de rechten van zijn taal en cultuur onder het Britse regiem. Men streed toen o.a. voor scholen met de moedertaal als voertaal, een strijd waaraan vele culturcle verenigingen meededen. Na de tweede wereldoorlog triomfeerde het Afrikaanse nationalisme, maar onder de toen zo gunstige omstandigheden hebben de Afrikaners zich niet gerealiseerd, dat waar ook twee talen en twee culturen zich naast elkander hebben te ontwikkelen, de culturele strijd nóóit tot een einde komt niet tot een einde màg komen.

 

De culturele geschiedenis van de Afrikaners kent perioden van enorme opleving en vooruitgang, maar ook van inzinking en teruggang, met de onvermijdelijke els het culturele evenwicht te herstellen.

 

Als wij rekening houden met de grote invaste van immigranten in de laatste jaren achten wij het hoe langer hoe meer noodzakelijk ons te herinneren - aldus de heer Nel - dat taal en cultuur geestelijke scheppingen zijn van de hoogste orde en dat deze beide tot elke prijs dienen te worden bewaakt, vooral daar de Afrikaner op dat gebied sterk verslapte.

 

De meer dan 30.000 immigranten, die jaarlijks worden toegelaten, versterken in hoodzaak de Engelse taal en cultuur.

De Nederlandse immigranten zijn eigenlijk de enigen die zich vereenzelvigen met de taal en de cultuur in Zuid-Afrika. maar met uitzondering van deze groep èn een deel van de Duitse immigranten, zenden alle andere immigranten hun kinderen naar Engelse scholen.

Daarom lijkt het hoogst noodzakelijk, dat de regering op korte termijn een onderzoek doet instellen naar de educatieve, culturele, sociologische en economische aspecten van de binnenkomende immigranten, om t.z.t., aan de hand van de verkregen gegevens, het onderwijs in Zuid-Afrika daarop af te stemmen.

 

Jubdeumnummer Veldeke, januari 1966, met inleidende bijdragen van de Bisschop van Roermond, Z.Exc. Cals en de commissaris der Koningin in de provincie Limburg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken