Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 73 (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 73
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 73Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 73

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 73

(1969)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 181]
[p. 181]

Van alles wat

Noord

De N.R.U. en de N.T.S. zijn door de invoering van de omroepwet geworden tot Nederlandse Omroep Stichting (N.O.S.).

De Nederlandse Radio Unie, daterend van 1947 en de Nederlandse Televisie Stichting in 1951 in het leven geroepen, zijn daarmee in het N.O.S. opgegaan. Deze likwidatie vond plaats in een van de nieuwe studio's in Hilversum in tegenwoordigheid van minister dr. M. Klompé van C.R.M..

In die bijeenkomst nam mr. A.B. Roosjes afscheid. Zijn grote verdiensten werden erkend door zijn benoeming tot commandeur (bij bevordering) in de orde van Oranje-Nassau.

De heer De Vlaming, sedert 1951 werkzaam bij de N.T.S., werd onderscheiden door zijn benoeming tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.

Het bestuur der N.O.S. werd ook op dezelfde dag geïnstalleerd.

 

De jaarlijkse prijs voor de dagbladjournalist-1969 is toegekend aan de heer Cees Noteboom voor de verslagen die hij als medewerker van de ‘Volkskrant’ schreef over de mei-gebeurtenissen van 1968 te Parijs.

Nederlands aandeel in Navo-vlootschouw trok aandacht

Aan de grote vlootschouw op Spithead op 16 mei j.l. ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de N.A.V.O., waaraan 63 oorlgsschepen van 12 N.A.V.O.-landen deelnamen, was Nederland uitstekend vertegenwoordigd.

Het waren smaldeel 5, onder bevel van commandeur O. Cramwinckel, bestaande uit een kruiser en vier onderzeebootjagers, en de beide Nederlandse fregatten uit het gemengde N.A.V.O.-smaldeel, dat onder bevel staat van de Nederlandse commandeur B. Veldkamp. In totaal zeven moderne schepen, welke de Nederlandse industrie tot eer strekken en in het buitenland een goede indruk geven van Nederlandse soliditeit en prestatie. De Londense ‘Times’ van 17 mei j.l. schreef: ‘Indien er een natie is die meer dan andere de aandacht trok door de voortreffelijke wijze van prestatie, dan waren het wel de Nederlanders, die met zeven schepen aan de vlootschouw deelnamen’. Ook de kleine Belgische marine was goed vertegenwoordigd, namelijk door het moderne commandoschip ‘Zinnia’ en een vijftiental kust- en ondiepwatermijnenvegers. Hoewel het hier om kleine en zeer kleine schepen gaat, is deze vertegenwoordiging toch opmerkelijk en dit feit moge de Vlamingen aansporen tot

[pagina 182]
[p. 182]

grotere belangstelling voor zeemacht en zeewezen. Immers, de Belgische zeeprovincies zijn uitsluitend Vlaamse provincies. Hier ligt voor de Vlamingen een duidelijke taak. Trouwens, jarenlang lopen Belgische marinemannen, zowel offiiceren als schepelingen, mee in de rol van Nederlandse oorlogsschepen. Eenmaal maakten we zelfs mee dat een Belgische luitenant-ter-zee, een Vlaming, als adjudant van een Nederlandse smaldeelcommandant fungeerde tijdens een buitenlandse reis.

C.

Zuid

De minister van de Nederlandse cultuur, prof. Van Mechelen hield dinsdag 20 mei in zijn ministerie een persconferentie over ‘een jaar cultuurbeleid’. Verleden jaar juni nam prof. Van Mechelen nl. de erfenis van de heer Van Elslande over.

Hij had zich omringd door o.a. vice-gouverneur Cappuyns, mr. J. Fleerackers, kabinetschef, Paul Rock, d.d. adm.-directeur-generaal voor de Dienst van de Jeugd, de Vrije Tijdsbesteding en de Schone Kunsten e.a.. Deze topfunctionarissen illustreerden, nadat de minister had gesproken, diens toespraak.

Een kleine tentoonstelling in de hal ingericht bevatte maketten van de projecten onder impuls van het departement tot stand gekomen.

Nogmaals legde minister Van Mechelen er de nadruk op dat het bestaan van België - volgens hem - afhangt van de aanwezigheid van de Nederlandse Cultuur in de hoofdstad en het hoofdstedelijk gebied.

Hij deed mededeling van het uitgeven door zijn departement van een nieuw tijdschrift ‘Open Deur’. Daarin zal het Nederlands Cultuurdepartement verantwoording kunnen geven van wat zijn taak is en van zijn prestaties.

Het departement zal zoveel mogelijk door toelagen de opbouw van de door particuliere instanties nodig geachte acties bevorderen, maar het zal tevens nauwkeurig doen nagaan waarvoor de toelagen gebruikt worden.

In 1967 werd voor sport-infrastructuur in Vlaanderen 32 miljoen francs geïnvesteerd. De begroting-1969 heeft daarvoor een post opgebracht van 90 miljoen.

Een toelichting werd gegeven op de aan de gang zijnde splitsingen van bepaalde diensten bij zijn departement.

De minister sprak er zijn teleurstelling over uit, dat de cultuurdepartementen in België nog steeds over geen eigen wetgeving beschikken.

Tiende Zomerfestival van Vlaanderen van 15 augustus tot 19 september. Wie festival van Vlaanderen zegt: zegt Jan Briërs en Karel Aerts, beiden van de B.R.T., de krachtige, onvermoeibare motors van deze buitengewone manifestatie, met o.a. medewerking van het New York Philharmonisch Orkest o.l.v. Bernstein, het kamerorkest van Praag, het Amsterdams Concertgebouworkest, de Deutsche Oper am Rhein; opera's, symphoniën, requiems zullen worden opgevoerd in kathedralen, stadhuizen en oude kastelen, concerten met composities van een rijke rij van componisten worden ten gehore gebracht. Veertien ensembles uit de Balkan, Nederland, Frankrijk en de V.S. verlenen hun medewerking. Vier tentoonstellingen worden gehouden in Gent: van doedelzakken, Praagse muziekdozen, middeeleeuwse bouwwerken en een aantal tentoonstellingen genaamd ‘Festival van de roos’.

Het Zomerfestival is geconcentreerd op Gent, Brugge, Brussel en Leuven.

Ieder reisbureau kan belangstellenden inlichten over de data en de programma's, namen van dirigenten en solisten, waarover een kleurige folder ons alles vertelt.

 

Op het 32ste Vlaams Nationaal Zangfeest, 1 juni, kwamen ongeveeer honderd Zuidafrikanen van die Natsionale Raad vir Volksang en Volkspele. Dit honderdtal, dat een tournee in België zal maken, begon nl. in het Antwerps Sportpaleis en blijft in Europa van 9 mei tot 19 juli. Deze Zuidafrikaanse volkskunstbeoefenaars waren in 1953 met 110 en in 1958 met 68 dansers en zangers in Europa.

 

Unesco-clubs in Vlaamse middelbare scholen is sedert kort een onderwerp waarvoor groeiende belangstelling bestaat. De secretaris van de Belgische commissie voor de Unesco maakt daar propaganda voor en verwacht, dat voor de Franstalige scholen het volgend jaar reeds 50 Unesco-clubs kunnen worden opgericht.

Op 9 mei konden Vlaamse scholen gevolg geven aan een uitnodiging, bedoeld voor leerlingen en leerkrachten, over deze clubs te worden ingelicht. Het zijn clubs voor de jongeren maar onder leiding van hun eigen docenten.

Van het secretariaat van de nationale commissie voor de Unesco ontvangen de clubs documentatie over: culturele politiek, de rechten van de mens, jeugd en overheid, sexualiteit, wetenschap en technologie. Met alle ter beschikking staande middelen (Unesco films, dia's, rondreizen-

[pagina 183]
[p. 183]

de exposities, Unesco-sprekers) worden de clubs dus op de hoogte gehouden van internationale problemen. Engeland en Nederland hebben wel geassocieerde scholen, dat zijn scholen, die deelnemen aan Unesco-programma's over internationale verstandhouding, maar zij hebben geen clubs.

Bedoeling is de jeugd te informeren over de wereld waarin zij leven en ze met elkaar in contact te brengen.

 

Over het universitair onderwijs in Belgisch Limburg heeft gouverneur Roppe op een persconferentie te Hasselt gehouden o.a. opgemerkt, dat, met een totaal van 2.587 universitairen tegenover 53.150 studenten voor het gehele land, het jeugdige Limburg sinds lang de grootste achterstand inzake deelname aan het universitair onderwijs vertoont, alle democratiseringsmaatregelen ten spijt.

De nationale gemeenschappen zijn relatief het minst geïnvesteerd in Limburg, wat wel bijzonder tot uiting komt op het vlak van het universitair onderwijs.

Op eigen kracht richtte Limburg in 1965 het Post-Universitair Centrum in (thans 450 cursisten) en in 1968 de Limburgse Economische Hogeschool, die van meet af aan een succes werd. Maar Limburg wil méér, nl. opbouw van zijn universitaire instellingen uit departementen en instituten; noodzakelijk zijn departementen voor wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biochemie, voorts een departement voor geneeskunde en tandheelkunde.

Door nieuwe wetten moet ook de Economische Hogeschool opgenomen worden in het universitair centrum als een departement voor economie en sociale wetenschappen. Voorts wordt gedacht aan linguïstiek, sociologie, welzijnsonderwijs en informatieleer.

Bij uitvoeringen van deze projecten kunnen in 1980 ruim 5000 studenten worden opgenomen.

Waar blijven de plannen voor een gecombineerde universiteit voor beide Limburgen? (Red.).

 

De Erasmusherdeningen komen in België al flink van de grond. Op 17 mei was het te Brussel, de dag van de K.V.H.U. (Kath. Vlaamse Hogeschooluitbreiding) met een bezoek aan het Erasmushuis te Anderlecht, een gezamenlijke maaltijd en een tafelrede door prof. G. Degroote, die de grote humanist in een korte, knappe toespraak voor de luisteraars in zijn kleinheid maar vooral in zijn grootheid weer tot leven bracht.

In ‘K.V.H.U.-Tijdingen’ van maart/april, waaraan wij deze gegevens ontleenden, is de rede van prof. Degroote opgenomen, benevens interessante Erasmiana (bijzonderheden over zijn werken) en een bijdrage over de vriendschap tussen Erasmus en Thomas Moore.

Deze herdenking vond plaats van 3 tot 6 juni in Gent, Luik en Antwerpen.

In het januarinummer-1969 van ‘Neerlandia’ gaven wij reeds een overzicht van de in Noord en Zuid uit te voeren programma's.

In november zullen speciale Erasmusdagen worden gehouden, waarop o.a. de Nederlandse culturele week wordt ingericht. Hierover verschijnen t.z.t. nog nadere gegevens.

 

Van 18 tot 22 augustus zullen in de universiteit van Leuven de postuniversitaire Vliebergh-Sencie-leergangen worden gehouden.

Van 25 tot 27 augustus vinden in het kader van diezelfde leergang in Sint Ignatius te Antwerpen ook studiedagen plaats voor de afdeling Economische Wetenschappen.

De eerste dag in Leuven zal in het teken staan van het vijfde eeuwfeest van Erasmus.

Daarna gaan de leergangen over: Pedagogische Wetenschappen, Catechese met als jaarthema ‘Verlossing in de stad van de mens’, Aardrijkskunde, Natuurkunde, Geschiedenis, Talen, Wiskunde en Klassieke Oudheid. Onder vertoon van de congreskaart geniet elke deelnemer 25 t.h. korting op de prijs van heen- en terugreis met de Belgische Spoorwegen.

 

Lemmeninstituut vierde negentigste verjaardag. Het Lemmeninstituut, een interdiocesane kerkmuziekschool, werd door Jaak Nikolaas Nimmens in 1879 te Mechelen gesticht en verhuisde een jaar geleden naar Leuven, waar deze jaardag werd herdacht in aanwezigheid van de Nederlandstalige muziekpers.

De directeur van het instituut, de Eerwaarde Heer Kan. J. Joris, merkte in zijn toespraak op, dat het Lemmensinstituut het hoger muziekonderricht verstrekt en daarbij een horizontale lijn volgt, die een veelzijdige muzikale en algemene scholing nastreeft, terwijl in de conservatoria een vertikaal muziekonderricht wordt gegeven, dat naar de hoogste treden van de gespecialiseerde virtuositeit wil voeren.

De Franse afdeling, zo deelde hij mee, zal in Namen worden gevestigd.

[pagina 184]
[p. 184]

Na de persvergadering gaven de leerlingen een concert van superieur niveau, o.a. bijgewoond door de kabinetschef van de minister van de Nederlandse Cultuur, mr. J. Fleerackers.

Na dit concert nam kan. J. Joris het woord om mede te delen, dat de minister van de Nederlandse Cultuur als jubileumgeschenk een extra-toelage van 100.000 fr. had toegekend.

 

Zuidnederlands, geen dialect maar een cultuurtaal, is een these, verdedigd door Ludo Simons in zijn bij de Nederlandse Boekhandel Antwerpen, verschenen studie ‘Oostnoordoost. Facetten van de uitstraling van Vlaanderens taal en literatuur’. Hein de Belder, die in ‘De Standaard’ van dit werkje (123 blz.) een korte beoordeling geeft, neemt daaruit o.a. over de opmerking van Simons: ‘Men kan globaal aannemen dat de gemiddelde Duitser de taalstudie in de Benelux-landen als volgt ziet: in Holland wordt Hollands gesproken, in België Frans, met daarenboven in het noorden des lands een aantal Germaanse dialekten die samen het Vlaams vormen, een taaltje waarin de Uilenspiegel van Charles de Coster is geschreven. Indien het buitenland telkens gestijfd wordt in zijn idee dat “Vlaams” de benaming is voor een uiteindelijk niet genormeerde soort van Halbsprache, die om sentimentele redenen een spiegelgevecht voert tegen het “Nederlands” van Holland, evengoed als het een fanatieke struggle for life levert tegen het oppermachtige Frans in België, dan ligt de conclusie voor de hand dat de Vlamingen een zaak verdedigen die niet meer in de 20ste eeuw past’.

Het betoog van Ludo Simons getuigt uiteindelijk van zijn wil het Vlaamse isolement te doorbreken en van het verlangen het moderne karakter in het licht te stellen van een taal en literatuur die deel hebben aan de internationale evolutie van onze tijd. Daarom geloof ik dat deze bundel opstellen niet alleen nuttige informatie voor buitenlands gebruik bevat. Hij kan Vlaamse lezers net zo goed nog een handje helpen bij de bewustwording van de eigen waarde.

Merkwaardig dat deze studie van Ludo Simons samenvalt met de bijdrage van prof. Heeroma: ‘Niederländisch/Niederdeutsch in ditzelfde nummer aangekondigd.

 

De huldiging van de in 1925 te Gistel overleden dr. Eugeen van Oye - een initiatief van de V.T.B. - V.A.B. - heeft plaatsgevonden op 8 juni te Gistel.

Deze doktersfiguur, dichter en trouwe Vlaming heeft zich voor Vlaanderen zeer verdienstelijk gemaakt door zijn pogingen alle Vlamingen - buiten alle politiek om - te verenigen ten bate van de Nederlandse taal, de liefde waarvoor hij te danken heeft aan zijn leraar op het kleine seminarie te Roeselaere, Guido Gezelle. Als student medicijnen aan de universiteit te Leuven stelde hij al een affiche op tot erkenning van de Nederlandse taal aan die universiteit.

Als waardering voor zijn talrijke verdiensten op taalgebied werd hem het lidmaatschap van de Vlaamse academie voor taal en letterkunde aangeboden (1905).

Zijn leven als politieke gevangene (na de eerste wereldoorlg) beschreef hij in zijn boek: ‘Mijn gevangenis’ met het motto: ‘Omdat ik Vlaming ben’.

Honderden hebben zich 8 juni naar Gistel begeven om de huldiging op zijn graf aldaar bij te wonen en te getuigen van hun warme sympathie voor deze grote Vlaming onder de Vlamingen.

 

De begroting-1969 van het Belgisch departement van Nationale opvoeding bedraagt, blijkens een door de senaatscommissie uitgegeven verslag 48.756.075,- fr.. Dat is een stijging van zes t.h..

Voor de eerste maal zijn de ontvangsten en uitgaven voor het Nederlandstalig onderwijs afzonderlijk opgesteld.

In Vlaanderen wordt aan Nationale Opvoeding 24.185 miljoen fr. besteed tegen 18.628 miljoen fr. in het Franstalig landsgedeelte.

Het departement zal worden ingedeeld in twee zelfstandige (Nederlandstalige en Franstalige) zelfstandige ministeries, ieder met een eigen directieraad.

 

Het 32ste Zangfeest in het Antwerpse Sportpaleis is zondag onder de traditionele deelneming van tienduizenden gehouden. Componisten, dirigenten, choreografische groepen, kleinkunstenaars en de Zuidafrikaanse gasten hadden allemaal hun taak bij het uitvoeren van het feestprogramma.

Maar al is in dit zangspel uiteraard zingen een topnummer, toch is de jaarlijkse toespraak een der hoofdpunten op deze massabijeenkomst.

Onderwerp van de feestrede, uitgesproken door de heer Valeer Portier luidde: Brussel.

Hij ontkende het bestaan van Brussel als sociale eenheid; er bestaat geen Brusselse cultuur, geen Brusselse economie en geen Brussels volk en Brussel kan en mag nooit een derde macht in de staat worden.

[pagina 185]
[p. 185]

Hij besloot zijn herhaaldelijk toegejuichte rede met: ‘Omdat wij de meerderheid zijn, omdat wij ons door geen grendels laten ringeloren, omdat één Vlaming één Waal waard is, zullen wij verder ijveren, opdat “de Natie Vlaanderen” in dit land, in Europa en in de wereld de plaats zal krijgen, waarop zij recht heeft’.

Als eerste dirigent trad de 75-jarige Renaat Veremans, en na hem talloze andere presentators, tot kleuters toe, op.

Bewijs van belangstelling gaven Z.Ex. ambassadeur Steijn van Zuid-Afrika en de minister van Nederlandse Cultuur, vertegenwoordigd door de heer P. Rock.

Er waren minder jongeren dan andere jaren. Vermoedelijk - aldus de ‘Gazet van Antwerpen’ - omdat het thema Brussel hen minder aansprak, al zullen zij er weldra zeer reëel mee worden geconfronteerd.

De ‘Volksunie’ besloot zijn verslag in ‘WIJ’ van 31 mei als volgt: ‘De zangfeesten zijn niet louter zangfeesten meer, zij groeiden uit tot kijkspelen. De Vlamingen kunnen zich dat nu permitteren zonder van de oorsprong af te wijken. De zangfeesten blijven een uiting van strijdvaardigheid, op een steeds hoger kultureel peil en steeds meer volgens een eigentijdse vormgeving. Ze zijn en blijven een noodzakelijke prikkel, gelukkig geen achterhaalde floklore.

Suriname

Een Surinaams-Venezolaans Cultureel Centrum is in Paramaribo geopend. De heer Salvador Pena Vasquez, consul-generaal van Venezuela in Suriname, verrichtte de plechtigheid, bijgewoond o.m. door minister-president A. May.

In dit centrum zal o.a. les gegeven worden in de Spaanse taal, waarvoor de heer Cesar Casanova uit Venezuela is overgekomen. De bedoeling is ook Surinaamse krachten aan te trekken voor het geven van lessen.

 

Raymond Power, die een cursus volgde aan het Wereldomroep Training Centrum in Hilversum keert juni a.s. naar Suriname terug.

Deze cursus, geboren uit samenwerking tussen Wereldomroep, ministerie van Buitenlandse Zaken en N.V. Philips, geeft tweemaal per jaar radio- en t.v.-opleidingen van vier maanden. In februari begon deze cursus met 5 Nigerianen, 4 Ghanezen, 2 Indonesiërs, 1 Maleisiër, 3 Thailanders en 2 Surinamers.

De opleiding is gratis, overtocht wordt betaald, voor onderdak wordt gezorgd en zakgelden, alsmede de kosten verbonden aan het maken van de studieopdrachten, worden versterkt.

Raymond Power deelde desgevraagd mee, dat volgens hem de cursus de leerlingen concentreert op het maken van documentaire programma's in de ruimste zin van het woord.

Om ideeën op te doen en gegevens te verzamelen reisde hij met zijn medestudenten naar de Deltawerken, Hoogovens en de Keukenhof, waarbij vraaggesprekken werden afgenomen.

Nederlandse Antillen

Tot gouverneur van de Nederlandse Antillen is benoemd - in de vacature mr. N. Debrot - de gevolmachtigde minister dr. E. Jonckheer, met ingang van 15 oktober a.s..

In 1944 werd hij gekozen tot voorzitter van de door Curaçaose jongelieden opgerichte Democratische Partij, welke functie hij in 1967 neerlegde, na zich reeds eerder van de politiek te hebben gedistancieerd.

Dr. Jonckheer was jarenlang ook lid van de Staten en lid van de eilandsraad. 8 december 1954 werd hij minister-president van de Nederlandse Antillen, tevens minister van Algemene Zaken en even later ook van Sociale Zaken.

Op 15 december 1954 ondertekende hij namens de Nederlandse Antillen het Statuut.

Op 20 oktober 1965 ontving hij van de Vrije Universiteit van Amsterdam een eredoctoraat in de rechtswetenschappen.

Zuid-Afrika

Tweede lustrum Simon van der Stel Stichting. Op 11 april j.l. vierde de Simon van der Stel Stichting - waarvan de doelstelling overeenkomt met die van de Bond Heemschut in Nederland - haar tweede lustrum in het Kasteel van Kaapstad in aanwezigheid van 1200 leden en gasten uit Zuid-Afrika en daarbuiten.

Daaronder waren verscheidene leden van de Zuidafrikaanse regering, alsmede de Nederlandse ambassadeur en zijn echtgenote, baron en baronesse Lewe van Aduard, voorts de heer Ton Koot, secretarisgeneraal van het Rijksmuseum, die de Bond Heemschut vertegenwoordigde en de heren P. Korthuys en M.A. Cageling,

[pagina 186]
[p. 186]

die het hoofdbestuur van het Algemeen Nederlands Verbond vertegenwoordigden. Bij die gelegenheid werden door de Simon van der Stel Stichting bij monde van haar voorzitter, dr. S. Meiring Naudé en van haar Directeur, dr. W. Punt, de geschilderde portretten overgedragen van Joachim, Anema baron van Plettenberg, geboren te Leeuwarden en van 1774 tot 1785 gouverneur van de Kaap en van zijn echtgenote geb. jkvr. Cornelia, Charlotte Feith. Onder zijn gouverneurschap kreeg de Oranjerivier haar naam, uiteraard naar de Prins van Oranje.

De portretten werden aanvaard door de hoogste functionaris onder wie het Kasteel aan de Kaap ressorteert, nl. de opperbevelhebber (Kommandant-Generaal) van de Zuid-Afrikaanse krijgsmacht, generaal R.C. Hiemstra, van afkomst een Fries evenals gouverneur van Plettenberg. Bij het aanvaarden deelde generaal Hiemstra mede dat de grote zaal van het Kasteel voortaan Gouverneurszaal zal heten.

De officiële redevoeringen werden uitgesproken door de Zuidafrikaanse Eerste Minister, Z. Exc. B.J. Vorster en door de Nederlandse ambassadeur Z.Exc. E.J. baron Lewe van Aduard.

De oorspronkelijke schilderijen zijn in bezit van de afstammelingen van baron van Plettenberg, nl. de heer en mevrouw Scheidius uit Arnhem. Zij zijn nageschilderd door de Nederlandse kunstschilder Willem Hofker. Door bemiddeling van de heer Ton Koot zijn zij daartoe naar het Rijksmuseum gebracht.

Aangezien een groot deel van de cultuurmonumenten in Zuid-Afrika van Nederlandse oorsprong is en zeker de oudste van het land zijn, is een nauwe relatie tussen de Simon van der Stel Stichting en de Bond Heemschut voor de hand liggend. Het ‘Kasteel aan de Kaap’ is het oudste Nederlandse cultuurmonument in Zuid-Afrika.

Dr. Punt verdient grote waardering en lof voor zijn onverdroten arbeid ten bate van de instandhouding en opsporing van met name Nederlandse cultuurhistorische monumenten. Hij deed dat niet alleen in Zuid-Afrika, in Nederland en Vlaanderen, maar ook in andere delen van de wereld, bijvoorbeeld in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Wie zijn werk wil steunen, geve zich op als lid (3 Rand is f 15,- is 210 Bfr. per jaar, adres: Simon van der Stel Stichting, Postbus 1743, Pretoria).

C.

 

De eerste leerboeken in de ‘XU-taal’, bestemd voor moedertaalonderwijs op scholen der Bosjesmannen worden binnenkort gedrukt. De hele schrijfwijze van deze taal moest van de grond af ontwikkeld worden, omdat er geen standaard lettertekens waren om de uiteenlopende klanken van de taal aan te duiden.

Geheel nieuwe lettersymbolen zijn daartoe uitgevonden.

Wie deze geschreven taal wil aanleren kan zich vervoegen bij het Inboorlingentaalbureau in Windhoek, Z.W.-Afrika, maar dan ook nergens anders.

Andere landen

Werken van Vlaamse schilders uit de tijd van Karel V zijn te bewonderen op een tentoonstelling in het Fuensalida-paleis in Toledo, georganiseerd door de stad Gent. De schilderijen komen uit musea te Gent, Antwerpen en Brussel en uit particuliere verzamelingen.

Karel V werd geboren in Gent en woonde gedurende een deel van zijn koningschap in Toledo.

Woensdag 7 mei opende de burgemeester van Toledo deze tentoonstelling, in tegenwoordigheid van de Belgische ambassadeur, baron Prosper Poswick en een afvaardiging van de stad Gent.

 

De tweede leergang Nederlands in Buenos Aires werd vrijdag 11 april plechtig geopend. De lerares van deze cursus, mevrouw Blaton-Cayman, sprak bij die gelegenheid over de ‘Oorsprong en ontwikkeling van het Nederlands’. Zij gaf een ‘levensloop’ van de Nederlandse taal, gaf aan vanwaar deze taal kwam, legde uit waarom die taal oorspronkelijk Limburgs, daarna Vlaams, Brabants en tenslotte Nederlands was en hoe deze taal thans leeft, aldus ‘De Schakel’ (El Lazo) van april 1969.

Aan de leerlingen van deze cursus werden tijdens deze plechtigheid de getuigschriften uitgereikt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Cees Nooteboom

  • over Eugeen van Oye

  • over Ludo Simons


landen

  • over Suriname

  • over Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk

  • over Zuid-Afrika

  • over ArgentiniĆ«

  • over Spanje