Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 76 (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 76
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 76Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 76

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.92 MB)

Scans (148.58 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 76

(1972)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Kort genoteerd

Honderd jaar Nieuwe Waterweg

Honderd Jaar Nieuwe Waterweg zal in dit jaar niet ongemerkt voorbijgaan.

Op 9 maart 1872 voer de ‘Richard Young’ als éérste stoomboot via de Nieuwe Waterweg naar zee.

Dit feit zal op grootse wijze worden herdacht.

Daartoe is een werkkomité ingesteld, onder voorzitterschap van mr. A. Blussé van Oud-Alblas, dat een programma heeft ontworpen met evenementen tussen maart en einde van het jaar. Nadat de beslissing gevallen was voor een verbinding tussen Rotterdam en de Noordzee slaagde Pieter Caland er in de doorsteek naar de Hoek van Holland te voltooien. Na de zoevengenoemde ‘Richard Young’ voeren in 1872 nog 872 stoom- en zeilschepen de Nieuwe Waterweg op.

De officiële viering - zo moesten we in de ‘Gazet van Antwerpen’ (in de Nederlandse pers zagen wij er geen woord aan besteed!) lezen - geschiedde op 9 maart e.k. met een herdenkingsbijeenkomst in De Doelen, waar enkele vooraanstaande personen het woord voerden.

In het voorjaar worden een aantal werkbezoeken gebracht aan steden in het Rotterdamse achterland, in samenwerking met het bedrijfsleven. Wethouder H.J. Vieren van Haven en Economische Ontwikkeling zal aan die bezoeken deelnemen. Het gaat hier voornamelijk om steden langs de Rijn. Een groep van belangstellenden, daartoe speciaal uitgezocht, zal worden uitgenodigd een bezoek aan Rotterdam te brengen.

De reacties op de werkbezoeken zullen worden gebruikt voor het organiseren van de ‘Havendagen’ in september, waarbij dit jaar speciaal de nadruk zal worden gelegd op de Waterweg als toegangs- en uitvalspoort van het vasteland.

Ook Engeland zal bij dit evenement worden betrokken.

De viering zou dan in het najaar worden besloten met een bootreis langs de Rijn. Een tentoonstelling over ‘Honderd Jaar Waterweg’ zal het gemeente-archief organiseren in de hal van het Stadhuis, om deze later ook in het buitenland te houden.

Bij de organisatie van de herdenking zijn mede betrokken de Kamer van Koophandel, de Stichting ‘Havenbelangen’, de Scheepvaartvereniging ‘Zuid’ en de Havenvereniging Rotterdam.

Veslagboek van het Algemeen Vlaams Congres (13 juni 1971)

Het Overlegcentrum van Vlaamse verenigingen, dat in 1965 op initiatief van het Davidsfonds, Vermeylenfonds en Willemsfonds werd opgericht, organiseerde op 13 juni 1971 een Algemeen Vlaams Congres met als thema ‘Brussel’.

Het Overlegcentrum groepeert alle belangrijke Vlaamse culturele en strijdverenigingen, die over de politieke en levensbeschouwelijke grenzen heen samenwerken en gemeenschappelijke standpunten formuleren.

De Kultuurraad voor Vlaanderen achtte het belangrijk om het verslagboek van dit congres uit te geven: de jongste ontwikkelingen rond Brussel wijzen erop dat er tijdens deze nieuwe legislatuur andermaal maatregelen dienen getroffen te worden, die Brussel als hoofdstad van een meertalig land moeten aanvaardbaar maken, Het congres heeft deze problematiek grondig onderzocht in verschillende werkgroepen die werden voorafgegaan door zes referaten: demografie en bodembeleid, onderwijs te Brussel, subnationaliteit, taalwetgeving, decentralisatie en het Nederlands cultuurleven te Brussel. De teksten van deze referaten evenals de goedgekeurde resoluties werden in het verslagboek opgenomen. Samen met de slottoespraak van de voorzitter van het Overlegcentrum en het A. Vermeylenfonds, Prof. Dr. A. Gerlo, bieden deze documenten in dit verslagboek een duidelijk overzicht van de huidige standpunten van de Vlaamse beweging inzake Brussel als hoofdstad van een meertalig land. Het is duidelijk dat wanneer met de standpunten van het Overlegcentrum meer rekening was gehouden, de situatie m.b.t. Brussel niet zo pijnlijk zou zijn als ze nu wordt aangevoeld. Een ruim publiek vindt er ruime informatie over het probleem Brussel; voor de beleidsvoerende instanties kan dit verslagboek een handleiding zijn met het oog op de te nemen beslissingen terzake.

Het verslagboek is uitgegeven door de Kultuurraad voor Vlaanderen. Het wordt niet in de handel gebracht. Belangstellenden ontvangen het thuis na storting van 90 fr. op prk. 14.1929 van de Kultuurraad voor Vlaanderen te Antwerpen. Op het strookje vermeldt men: ‘Verslagboek Vlaams Congres,’ naam en adres (postnummer) in drukletters.

[pagina 30]
[p. 30]

Zuid-Nederland en Noord-België één planologisch gebied

Een op elkaar afgestemd ruimtelijk ordeningsbeleid, milieubeheer inbegrepen, van België en Nederland ten aanzien van zeehavenontwikkeling moet als noodzakelijk worden beschouwd. Over vraagstukken als het Baalhoekkanaal en de verontreiniging van de Westerschelde zullen konkrete afspraken met België moeten worden gemaakt. Zuidwest-Nederland en Noordwest-België zijn gebieden die niet los van elkaar kunnen worden gezien.

 

Dit heeft de Kommissie voor Ruimtelijke Aspekten Zeehavenontwikkeling van de Raad van Advies voor Ruimtelijke Ordening gezegd in een advies over een rapport van de Rijksplanologische Kommissie. Het advies handelt over de ontwikkeling van Zuidwest-Nederland. Het werd uitgebracht op verzoek van de Nederlandse minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Udink.

 

De verhouding tot België, zegt de Kommissie, is een aspekt dat in het rapport van de Rijksplanologische Kommissie niet wordt aangeroerd. De kommissie ziet een viertal punten waaraan naar haar mening, bij nadere uitwerking van de studie in het biezonder aandacht moet worden besteed: de internationale aspekten, de bestuurlijke aspekten, de milieuproblemen en het ruimtebeslag.

 

Sprekend over de verhouding tussen België en Nederland wijst de kommissie erop dat rondom de Westerschelde een gebied ligt, dat wanneer men over de landsgrenzen kijkt, een ontwikkeling kan kennen die vergelijkbaar is met die van het ‘Nieuwe-Waterweggebied’, ondanks het feit dat de bereikbaarheid voor schepen met een zeer grote diepgang geringer is. Men dient zich echter te realizeren dat men in België en Nederland te maken heeft met niet geheel vergelijkbare strukturen, die bovendien aan een verschillend ruimtelijk regime zijn onderworpen. Een op elkaar afgestemde ruimtelijke ordening is een voorwaarde voor de ontwikkeling van beide landsdelen.

 

Ook in België zullen zich problemen voordoen van overspanning op de arbeidsmarkt, indien men voortgaat alle buitenlandse ondernemingen die zich aanmelden toe te laten.

 

Dit maakt, volgens de kommissie, een geharmonizeerd beleid van beide landen des te meer noodzakelijk. Als een eerste voorwaarde ziet de kommissie de totstandkoming van een geïntegreerd denkmodel voor het gehele gebied, dat begrensd wordt door Rotterdam, Zeebrugge, Oostende, Gent, Antwerpen, West-Brabant. De voorbereiding van dit denkmodel zou bij voorkeur aan een Belgisch-Nederlandse groep worden opgedragen, die onderzoeksinstituten uit beide landen kan inschakelen.

Afscheidsfeestje Frans Maes in Amsterdam

Wij hebben vrijdagavond 18 februari 1972 ervaren dat recepties en min of meer officiële feestjes niet altijd even formeel en saai behoeven te zijn. Het was het afscheid van Frans Maes, consul-generaal van België, en zijn vrouw. Frans Maes is benoemd tot ambassadeur in Ecuador. Loco-burge-meester Wim Polak vertegenwoordigde het gemeentebestuur, voorts waren er de garnizoenscommandant, leden van de rechterlijke macht, verlegen vertegenwoordigers van het bedrijfs- en culturele leven en, uit de aard van de zaak, de collega's van de scheidende consul-generaal. Journalisten waren wel bijzonder welkom. Begrijpelijk want Frans Maes is 16 jaar journalist geweest in dienst van de B.R.T. Hij kwam, min of meer bij toeval, in de diplomatie terecht. Men ontdekte in Brussel dat van de 10 diplomaten in buitenlandse dienst, er één Vlaming was.

 

Daarin werd verandering gebracht. Frans Maes ondernam een poging en werd in het corps opgenomen. Amsterdam zal hem en zijn vrouw missen. De banden met het echtpaar Maes waren voor iedereen steeds hartelijk bij een eerste kennismaking. Daaruit zijn honderden vriendschapsbetrekkingen voortgekomen. Het ‘Nierstenenhuis’ aan het Museumplein - de naam is aan de woning gegeven omdat de uroloog Van Gulik het liet bouwen - krijgt straks andere bewoners wanneer de heer en mevrouw Maes de Atlantische Oceaan zijn overgestoken op weg naar hun nieuwe bestemming.

Frans-Vlaanderen

De verleden jaar in Frans-Vlaanderen opgerichte Michiel de Swaenkring (de Swaen was de 17e eeuwse Duinkerkse dichter) heeft een manifest gepubliceerd, waarin de volgende doelstellingen worden naar vorengebracht.

1.amendering van de wet-Deixon, daterend van 11 januari 1951, waardoor het Nederlands ook als regionale taal wordt erkend, zoals het Bretoens, het Baskisch, het Catalaans en het Occitaans;
2.opleiding van leerkrachten Nederlands en de inschakeling van lessen Nederlands in het lager onderwijs;
3.de effectieve toepassing van de wet-Guichard, daterend van september 1970, inzake het Nederlands voor de baccalaureaats-examens;

Deze punten ziet de kring slechts als overgangsmaatregelen. Wil men het voortbestaan en de ontwikkeling van de eigen cultuur waarborgen dan zijn er nog enkele andere maatregelen nodig, nl.:

a.tweetalig (Nederlands streekdialect en Frans) kleuteronderwijs;
b.drie lesuren per week verplichte studie van het A.B.N. in de lagere school;
c.het Nederlands als eerste vreemde taal en enkele bijvakken in het Nederlands in het middelbaar onderwijs;
d.studie van het Nederlands in het technisch en het handelsonderwijs.

De Michiel de Swaenkring wil ook ijveren voor een nederlandstalïge uitzending op de regionale radio en televisie. Voorts zal hij handtekeningen verzamelen ter ondersteuning van zijn manifest. Gemeentebesturen en overheidspersonen in Frans-Vlaanderen zullen worden ingelicht over de doelstellingen.

 

De Michiel de Swaenkring zou als drukkingsgroep het terrein kunnen effenen voor een zo ruim mogelijke toepassing in Frans-Vlaanderen van de wet-Guichard (toelating van het Nederlands als vreemde taal in heel Frankrijk), want aan de uitvoering van die wet mankeert nog vrijwel alles.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken