Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 76 (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 76
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 76Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 76

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.92 MB)

Scans (148.58 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 76

(1972)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 40]
[p. 40]

Op de leestafel

Nachbarn

Voor ons liggen de nrs. 13 en 14 van ‘Nachbarn’, uitstekende publikatie van de Nederlandse ambassade in Bonn.

In nr. 13 wijdt de historicus en filoloog dr. W. Kohl een 18 bladzijden tellende beschouwing aan ‘De Nederlanden en Westfalen’, in de 16e eeuw, een onderwerp, dat reeds vele pennen in beweging bracht.

Kohl beperkt zich zuiver tot de politieke verwikkelingen uitgaande van de Bourgondische Kreits, waardoor de Nederlanden ook in het Habsburgse Rijk werden opgenomen. Hij staat stil bij de reformatie, de godsdienstoorlogen, Alva's tijd en diens gesjacher vaste voet in het Kleefse te verkrijgen.

In nr. 14 houdt de historicus dr. Burchard Scheper zich bezig met de betrekkingen tussen de Nederlanden en het Beneden Wezergebied, beiden gelegen langs de Noordzeekust en daardoor al op dezelfde problemen georienteerd.

Hij schrijft over de ‘Hollandse’ dijkenbouwers, die de Duitsers hielpen bij de strijd tegen het water, over de Nederlandse havenbouwer Jacobus Johannes van Ronzelen, in Bremen beroemd om zijn grote deskundigheid als waterbouwkundige, over de geuzen, onder wie Hans Abels, Duitser van geboorte en opgeklommen tot vice-admiraal van Willem van Oranje. Volle aandacht wordt geschonken aan de ‘Hollandgangers’, de seizoenarbeiders, die iedere zomer naar Nederland trokken, waar ze in één seizoen meer verdienden dan in een heel jaar thuis. Zeer lezenswaardige bijdragen, die onze Oosterburen de ogen openen voor de vele contacten, die al eeuwen her bestonden tussen de Nederlanden en West-Duitsland.

Niederländische notizen

Met het januarinummer van dit informatieblad van de Nederlandse ambassade, bestemd voor de belangstellende lezer in Duitsland, slaat het blad een andere weg in, belicht niet meer in één nummer verschillende facetten van ons land, maar wijdt het gehele nummer aan één onderwerp, in dit geval aan de provincie Gelderland, een gewest met een zeer lange grens met West Duitsland, een grens, die voor velen geen grens meer is, omdat talrijke contacten aan weerszijden daarvan werden gelegd.

Met fraaie illustraties verlucht maken we kennis met Arnhem, Harderwijk, Doetichem, museum Kröller-Möller op de Hoge Veluwe,

illustratie

de drooggelegde Zuiderzee en de stadjes, die eens aan de kust ervan lagen; om bij de Veluwe te blijven de oude primitieve industrie der koper- en papiermolens, en de moderne kunstzijdeindustrie, het werk van de heidemaatschappij Kema te Arnhem; getypeerd wordt het rivierengebied, de Betuwe, dan de Achterhoek, een apart stuk Gelderland en het Rijk van Nijmegen. Over de historie van dit gewest schreef de archivaris van Gelderland, de heer P.J. Meij. Ook het culturele leven in Gelderland wordt onder de loupe genomen, zodat men wel kan vaststellen, dat dit nummer van ‘Notizen’ een uitstekend portret geeft van een der interesantste en qua natuurschoon een der mooiste Nederlandse provincies.

Schakels

Wij staan steeds weer verbaasd over de aantrekkelijke presentatie van deze publikaties van het Kabinet voor Surinaamse en Antilliaanse Zaken (Herengracht 19a, 's-Gravenhage).

Dit nummer 59 houdt zich bezig met de bevolking van de Nederlandse Antillen, een menging van vele rassen en landaarden. Als altijd sieren fraaie gekleurde en witzwarte illustraties deze ‘Schakels’ op. Er zijn zes Antilliaanse eilanden: Aruba, Bonaire en Curaçao, de zgn. benedenwindse eilanden, ook wel de A.B.C.-eilanden en de bovenwindse, die 800 km noordwaarts liggen: St. Eustatius, St. Maarten en Saba. De A.B.C.-eilanden, die op korte afstand van Zuid-Amerika liggen, ondergingen duidelijke latijnse invloeden. De Bovenwindse eilanden dragen, dank zij hun geografische ligging, meer een angelsaksisch stempel.

Curacao telt een grote groep blanken: Nederlanders, Duitsers, Noren, Zwitsers en de Zuid-Europeanen nl. Portugezen en Spaanse Joden.

Naast de blanken en de negerbevolking zijn de ex-slaven, die in 't midden van de 17de eeuw zijn ingevoerd en gedeeltelijk weer uitgevoerd naar andere gebieden.

Blanken en negroiden vormen nog steeds groepen apart, hoewel van raciale taboes geen sprake is.

Dan is er nog de grote groep van kleurlingen, de mulat, de man of vrouw met gemengd bloed. Zij proberen zo veel mogelijk tegen de blanke groepen aan te leunen.

Aruba is het enige eiland, waar geen samensmeltingsproces valt waar te nemen. Aruba vertoont nauwelijks negroide trekken. De verklaring daarvoor is, dat Aruba weleer als een plantage van de West Indische Cie werd beschouwd, waar voornamelijk blanken woonden, tezamen met een zeer gering aantal negers, die vrijwel zijn opgegaan in de blanke en Indiaanse oerbevolking. Eerst na de vestiging van de Lago (Esso-olieraffinaderij), die veel arbeidskrachten van buiten moest aantrekken, kwam de invasie van negers op Aruba.

Bonaire had aanvankelijk, evenals Aruba een overwegend blanke bevolking op de plantages, later kwamen daar slaven bij uit Curacao voor wie Bonaire een strafkolonie werd. Er heerst op Bonaire een gemoedelijke verhouding tussen blank, bruin en zwart.

Deze zeer interessante studie eindigt met de volgende opmerking:

‘Voor de uit 50 groepen samengestelde bevolking van de Nederlandse Antillen is de enige mogelijkheid om te komen tot een gezonde maatschappij, het opbouwen van een maatschappij, waarbinnen de criteria voor sociale waardering en sociaal verkeer helemaal los komen te staan van de raciale elementen van het somatische uiterlijk van het individu.

Slechts voor een zodanige maatschappij is een evenwichtige ontwikkeling te voorspellen van de relaties tussen de bevolkingsgroepen’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken