Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 78 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 78
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 78Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 78

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.87 MB)

Scans (48.90 MB)

ebook (9.97 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 78

(1974)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 127]
[p. 127]

Schrijvende lezers

Wanbegrip in verband met Suriname

Met het artikel van Martin Minnaert ben ik het voor een deel geheel oneens.

Hij noemt de Barend Servet Show immoreel. Deze Show zouden wij b.v. laagbijdegronds of iets dergelijks kunnen noemen, maar de naam immoreel past eerder voor de discriminerende programma's van de EO (abortus, homofilie e.d.).

Belangrijker is de bewering dat in Curaçao een koloniaal beleid zou worden gevoerd en dat daar geen programma's over worden gemaakt om de doorsnee-Nederlander niet te kwetsen. Nog daargelaten dat het onzin is hier van een koloniaal beleid te spreken worden er vaak genoeg kritische programma's over de Nederlandse Antillen en Suriname uitgezonden. Over zulke onderwerpen toont de Nederlander zich echter niet gekwetst.

De vergelijking welke Martin Minnaert maakt met het beleid van de vroegere Portugese regering in Mozambique (massamoorden e.d.) is wel kwetsend te noemen en toont een volledig wanbegrip aan over de situatie in Curaçao.

 

J. VAN DEN THOORN
Voorburg

Onze taal verdient een betere bejegening

Met belangstelling hoorde ik op 30 maart jl. in de middagvergadering van het Algemeen Nederlands Verbond de uitlatingen van het forum over het onderwerp ‘Vervuiling van de Nederlandse taal’ aan.

Ik had nl. enige bezwaren tegen de uitlatingen van het forumlid dr. J.A. Veering. Als ik de heer Veering goed begrepen heb, ziet hij geen reden tot ongerustheid over de vervuiling van de moedertaal, omdat naar zijn mening het daarmee nogal meevalt. Ik was het meer eens met een der andere heren in het forum, die een ander geluid deed horen. Ook vond ik het onjuist, dat de heer Veering de opmerking van een zijner medeforumleden, dat men in Duitsland veel waakzamer is tegen taalbederf dan in ons land (Voorbeelden: ‘Fernsehen’ en ‘Fernsprecher’) bestreed met de stelling, dat hun grotere waakzaamheid de Duitsers wordt ingegeven door hun nationalisme.

Ik wil voor niemand onderdoen in verfoeiing van het Duitse nationalisme, dat zo veel ellende over de wereld heeft gebracht, maar dat belet mij niet van mening te zijn, dat - ook als genoemde stelling van de heer Veering juist is - de houding van de Duitsers tegenover hun moedertaal, afgedacht van hun beweegreden daartoe, meer waardering verdient dan die van ons volk ten aanzien van zijn taal. In een eerdere brief aan u wees ik reeds op de noordelijke landen - die toch wel niemand van nationalisme betichten zal -, waar men evenals in Duitsland veel meer liefde en eerbied voor zijn moedertaal aan de dag legt dan in Nederland. Ook daar heeft men niet, zoals bij ons het taalkundig misbaksel ‘televisie’ (half Grieks, half Latijn) zonder slag of stoot aanvaard: men spreekt van ‘fjernsyn’. In ons land bestaat de bespottelijke gewoonte allerlei vruchtensappen met een Nederlands woord aan te duiden, maar sinaasappelsap steevast ‘jus d'oranje’ te noemen; in Duitsland is het gewoon ‘Apfelsinensaft’. Toen men een aantal jaren geleden blijkbaar van het woord ‘gebrekkigen’ voor lichamelijk of geestelijk misdeelden afwilde, was een keur van Nederlandse woorden ter vervanging beschikbaar: ‘belemmerden’, ‘gestoorden’, ‘beperkten’, ‘gehinderden’, maar ons op taalbederf beluste volk koos voor ‘gehandicapten’. In Duitsland zegt men ‘Behinderte’; waarom bij ons weer een volkomen onnodig Engels woord? Ik zou zo nog enige tijd kunnen doorgaan.

Ik hoop zeer, dat de bijeenkomst van 30 maart jl. het begin - tegenwoordig heet dat meestal ‘start’, weer zoiets onzinnigs - is geweest van een krachtige opleving van het besef, dat onze moedertaal een betere bejegening dan ons volk haar - helaas - veelal geeft, verdient.

 

MR. A.C. VAN DEN BRAND
Wageningen

Geen executies in belgië na de eerste wereldoorlog.

In het buitengewoon interessant en degelijk overzicht over het A.N.V., verschenen in Neerlandia, nummer 3, 78ste jaargang, lees ik in het hoofdstuk ‘Ontwikkeling van het A.N.V. tussen de twee wereldoorlogen’ (blz. 70, eerste kolom, 3de paragraaf):

‘Verschillende leiders van het A.N.V.-Vlaanderen, waaronder de stichter Hippoliet Meert, werden veroordeeld, in hechtenis genomen en in sommige gevallen terechtgesteld’.

Aangezien deze tekst betrekking heeft op de toestand in Vlaanderen na 1918, sluipt er ontegensprekelijk een vergissing in, want na de eerste wereldoorlog werd bij de activistenvervolging geen enkele politieke veroordeelde in België geëxecuteerd. Executies waren er wél (en bij de vleet!) na de tweede wereldoorlog.

Het verschil in de (‘milde’) bestraffing - na 1918 - van het activisme en de (harde) bestraffing - na 1944 - van de collaboratie in België, is trouwens heel opvallend en juridisch zelfs onverklaarbaar. De activisten waren immers opgetreden toen het Belgisch leger nog in de oorlog 1914-1918 tegen de Duitsers aan de IJzer vocht. De collaborateurs (1940-1944) daarentegen handelden maar pas na de eervolle capitulatie van het Belgische leger, in een land met compleet rechtsvacuüm, in een periode tijdens welke de eigen Belgische politionele instellingen hun werk, in sommige gevallen zelfs hun gewapende taak (onder toezicht van de bezettende overheid) bleven voortzetten en de Belgische rechtbanken door voort te blijven zetelen (heel de duur van de bezetting) het voorbeeld tot collaboratie gaven.

Het waren diezelfde rechtbanken die na 1944 als beschuldigers optraden, executies uitspraken en lieten uitvoeren.

Tot slot moge ik er uw aandacht op vestigen dat het op 20 november a.s. een halve eeuw geleden is dat Hippoliet Meert overleed. Over diens laatste levensjaren schreef wijlen mijn oude, onvergetelijke vriend Karel Angermille vele ontroerende bladzijden in zijn dagboek ‘De lotgevallen van een activist’ (uitgave De Regenboog - Antwerpen 1931). Ondermeer op blz. 351 de manier waarop hij in het ziekenhuis te Middelburg de ontslapen Hyppoliet Meert ging begroeten: ‘Als laatste afscheid drukte ik een langen kus op het koude, breede voorhoofd, dat zooveel voor Vlaanderen gedacht en gewrocht had’.

Als wij in november a.s. een dankbare gedachte wijden aan de stichter van het A.N.V., zullen we meteen ook de edele dr. Alfons Depla willen gedenken, die een maand eerder, op 14 oktober 1924 te 's Gravenhage in ballingschap stierf en wiens laatste woorden als een testament klonken voor de hele nederlandse zaak.

 

ALBERT GOOVAERTS
Antwerpen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken