Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 79 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 79
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 79Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 79

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.88 MB)

Scans (34.88 MB)

ebook (9.47 MB)

XML (1.00 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 79

(1975)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 168]
[p. 168]

Uit Noord en Zuid

Tiende congres Genootschap Onze Taal

Het Genootschap Onze Taal hield op zaterdag 1 november in het Circustheater te Scheveningen het tiende congres, dat als titel heeft meegekregen ‘Taal van Den Haag’ en als ondertitel ‘Van Vondel tot Vondeling: de taal van overheidsdienaren, volksvertegenwoordigers en politici’.

De inleiders waren de oud-burgemeester van Den Haag, mr. H.A.M.T. Kolgschoten die sprak over ‘De overheid spreekt naar zij gebekt is’. Prof. dr. Nico Cramer en mr. A. Stempels spraken over de taal van de regeerders en volksvertegenwoordigers onder de titel ‘Binnen de perken van het parlement’. Prof. dr. Garmt Stuiveling hield een inleiding over het onderwerp ‘Duidelijker taal’ en dr. J. Veering over ‘Bang zijn voor woorden’.

Spektakelbeurs voor de Nederlanden

Het begon allemaal in april 1974 toen er door de Culturele Raad van Limburg (NL) en de Kultuurraad voor Vlaanderen in Antwerpen een ‘Theaterbeurs’ werd georganiseerd. Nederlandse toneel-, muziek-, dans-en concertgroepen stelden zich voor aan Vlaamse geïnteresseerden (directeuren van culturele centra, schepenen van cultuur, verantwoordelijken van de provinciale culturele diensten, vertegenwoordigers van de sociaal-culturele sector, enz.). Deze Theaterbeurs kende een grote belangstelling zodat de initiatiefnemers besloten om in december van dat zelfde jaar een ‘Spektakelbeurs voor de Nederlanden’ te organiseren. Deze beurs werd gehouden in het Cultureel centrum ‘De Beyerd’ te Breda. Mede dank zij de actieve en enthousiaste medewerking van het Stadsbestuur van Breda werd deze Spektakelbeurs een feestelijke én toch zeer zakelijke gebeurtenis. Niet alleen van de zijde van de producenten was er uitermate grote belangstelling maar ook het aantal bezoekers overtrof de verwachtingen. Daarom besloten de initiatiefnemers om op woensdag 21 januari 1976 in ‘Het Turfschip’ te Breda de tweede ‘Spektakelbeurs voor de Nederlanden’ te organiseren.

Ook deze beurs wil een ontmoetingsplaats zijn voor ‘producenten’ en ‘consumenten’ van grote en kleine culturele evenementen in een zo groot mogelijke verscheidenheid.

Deze beurs biedt de mogelijkheid om kennis te nemen van het totale aanbod van theater- en kleinkunstgebied in de Nederlanden. Naast de ‘stands’ die zijn ondergebracht in de foyer en wandelgangen van het Turfschip wordt in de grote zaal in de middaguren een non-stop programma gepresenteerd met korte fragmenten door een aantal deelnemers aan de beurs.

 

Voor alle inlichtingen:

 

-Culturele Raad Limburg, Het Bat 16, Maastricht (tel. 043/11951)
-Kultuurraad voor Vlaanderen, Jan van Rijswijcklaan 28 - 2000 Antwerpen (tel. 031/37.61.70)
-Cultureel Centrum ‘De Beyerd’, Boschstraat 22 - Breda.

Noorbeek (Ndl.-Limburg) en Etikhove (Oost-Vlaanderen) goede (speel)maatjes.

Zaterdag 9 en zondag 10 augustus 1975 was de Noorbeekse Toneelvereniging ‘De Eendracht’ - ruim 30 personen - op bezoek in Etikhove, een rustiek dorpje in de Vlaamse Ardennen.

Aanleiding tot dit bezoek vormde een initiatief van de Toneelvereniging ‘Die Winterroose’ uit Etikhove, welke op zoek was naar contacten met een Nederlandse zustervereniging.

Het motief: waarom trekken wij zo ver weg, naar andere taalgebieden en gaan wij voorbij aan toch meer voor de hand liggende intermenselijke contacten in het eigen taalgebied.

Wel: Noorbeek en Etikhove hebben elkaar gevonden. Twee dorpen, die een beetje vergelijkbaar zijn:

-qua inwoneraantal;
-qua bevolkingsopbouw (agrarisch met een pendel naar de stad);
-qua regio: heuvelachtig i.c. de Zuid-Limburgse heuvelen en de Vlaamse Ardennen.

 

Het eerste actieve contact werd een waar feest: ontvangsten door gastvereniging en gemeentebestuur; een trip door de streek en een verbroederingsavond in de parochiezaal van Etikhove.

Natuurlijk werd er ook toneel gespeeld. Op zondagmiddag een openluchtvoorstelling van het marionettenspel ‘De legende van Quinten Matsijs’ en op zaterdagavond op de gezellige binnenplaats van Hoeve ‘Erregat’ van de middelnederlandse klucht ‘De gecroonde leersse’ van Michiel de Swaen. Het resultaat: Die Winterroose is in maart 1976 twee dagen te gast in Noorbeek. Een zodanig initiatief, volledig particulier opgezet, verdient navolging. Meerdere sectoren van de amateuristische kunstbeoefening kunnen daar iets aan doen. Immers zo groeit een uitwisseling vanaf de basis, zo ontstaan de beste intermenselijke contacten. De kosten van een dergelijk initiatief kunnen echter een struikelblok vormen. Mogelijk kan daaraan iets gedaan worden in het kader der culturele verdragen.

M. SCHMEITZ

24e Toernooi der Lage Landen 1975-1976

Het Toernooi der Lage Landen is aan zijn 24e uitgave toe. Een merkwaardige prestatie! Onder de deelnemers langs Nederlandse zijde vindt men allereerst de glorieuze winnaar van vorig jaar m.n. Dr. Ariëns Toneelgroep uit Eindhoven, verder nog het Haagse ‘Carrousel’ en Het Limburgs Toneel uit Sittard.

De volgende Vlaamse gezelschappen zullen mee naar de kroon dingen:

Het Meiklokje (St.-Agatha Berchem); de Socialistische Toneelkring ‘Multatuli’ (Antwerpen); het Zwevegems Theater (Zwevegem) en De Breydels' zonen (Borgerhout).

 

Het programma ziet er als volgt uit:

-zaterdag 1 november te 20 uur: ‘De Vrek’ van Molière (Het Meiklokje);
-zaterdag 8 november te 20 uur: ‘Wachten op Godot’ van Samuel Beckett (Multatuli);
-zaterdag 15 november te 20 uur: ‘In Wankel evenwicht’ van Edward Albee (Carrousel’);
-zaterdag 22 november te 20 uur: ‘De Maxibulen’ van Marcel Aymé (Het Zwevegems Theater);
-zondag 23 november te 20 uur: ‘Requiem voor een non’ van W. Faulkner; bew. Albert Camus (Het Limburgs Toneel);
-zaterdag 29 november te 20 uur: ‘Cactusbloem’ van P. Barillet en J.P. Grédy (De Breydels' zonen);
-zaterdag 6 december te 20 uur: ‘Blaffen tegen de maan’ van Dimitri Frenkel Frank (Dr. Ariëns Toneelgroep);
-zaterdag 10 januari 1976 te 20 uur: Slotavond met prijsuitreiking en Bal der Lage Landen.
[pagina 169]
[p. 169]
Het Toernooi wordt gehouden in het Maaslandcentrum te Elsloo.
Geïnteresseerden kunnen zich rechtstreeks wenden tot de heer M. Schmeitz, Papenweg 53a, Mheer.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft de heer Verbrugh (G.P.V.) een vraag gesteld over het gebruik van de Nederlandse taal door bewindslieden in brieven aan buitenlandse collegae. De tekst luidde als volgt:

 

1.Zou de minister van Verkeer van de Duitse Bondsrepubliek de brief d.d. 18 september 1975 door de Nederlandse Minister van Verkeer en Waterstaat aan hem verzonden en o.a. afgedrukt in de Handelingen dezer Kamer, zitting 1975-1976, Aanhangsel Antwoord nr. 75, niet hebben begrepen indien deze in de Nederlandse taal zou zijn gesteld?
2.Indien het, omgekeerd, de gewoonte zou zijn van de Duitse minister om brieven aan zijn Nederlandse collega in de Nederlandse taal te stellen, zou het dan niet eenvoudiger voor de ministers uit de EEG-landen zijn dat in de onderlinge correspondentie iedere schrijver zijn eigen taal bezigt?
3.Als daarentegen de Duitse minister ook in de Duitse taal aan zijn Nederlandse collega zou schrijven, veroorzaakt dan de taalkeuze van de Nederlandse Minister in genoemde brief geen a-symmetrisch taalgebruik binnen de EEG, dat niet in overeenstemming is met de overeengekomen gelijke betekenis van alle nationale talen der lidstaten?
4.Is de Minister voornemens, zijn officiële brieven aan hooggeplaatste personen uit de andere lidstaten voortaan in de Nederlandse taal te doen uitgaan?
5.Is de Minister tevens bereid om bij publikatie van brieven, die uit het buitenland afkomstig en in een vreemde taal gesteld zijn, een vertaling hiervan in het Nederlands te voegen?

 

Minister Westerterp (Verkeer en Waterstaat) antwoordde daarop als volgt:

 

1.Dat weet ik niet. Om te kunnen antwoorden zou ik mijn Duitse collega eerst - in het Duits? - moeten schrijven. In onze bilaterale gesprekken bedienen ij ons van de taal van Goethe, in de ministerraadzittingen van de EEG tracht ik mij in de taal van Vondel(ing) uit te drukken.
2.Ik ben niet van mening dat de in deze vraag vervatte suggestie de correspondentie eenvoudiger zou maken; integendeel, de huidige door mij gevolgde procedure vermijdt overbodig vertaalwerk.
3.De overeengekomen gelijke betekenis van alle nationale talen der EG-lidstaten geldt in de eerste plaats voor het taalgebruik in en met de organen van de Gemeenschap; daarbuiten - en zeker in bilaterale contacten - zullen ook en vooral doelmatigheidsoverwegingen een rol moeten spelen.
4.Ik ben van mening dat brieven aan buitenlandse collega's het best kunnen uitgaan in een taal die in het desbetreffende land wordt verstaan, zodat in het ontvangende land geen problemen met betrekking tot de inhoud van de brief ontstaan.
5.Ja. Door een misverstand is mijn brief aan mijn Duitse collega - die als bijlage was gevoegd bij het antwoord op de bedoelde schriftelijke vragen - in de Duitse vertaling meegezonden. Ditmaal voeg ik de tekst in de Nederlandse taal als bijlage aan dit antwoord toe.

A.N.V. delegatie bij algemeen voorzitter V.T.B.-V.A.B.

Op 14 november 1975 hadden de heer J.P.M. Meuwese, algemeen voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond en de heer M. Cantrijn, algemeen secretaris, een onderhoud met de heer J. Van Overstraeten, algemeen voorzitter van de Vlaamse Toeristenbond.

Ten behoeve van de Nederlandse leden moet gezegd worden dat, in tegenstelling met de A.N.W.B., de V.T.B., naast zijn activiteiten op het toeristische vlak, enorm veel werk verricht als cultuurvereniging. Onderwerp van het gesprek was de vraag naar mogelijke samenwerking van de V.T.B.-V.A.B. en het A.N.V.

Aangezien de heer Van Overstraeten en zijn organisatie steeds met enthousiasme de Noord-Zuid contacten steunt en stimuleert werd spoedig besloten om in de toekomst, daar waar nodig en noodzakelijk, samen te werken.

In een van de volgende nummers van Neerlandia zal de werking van V.T.B.-V.A.B. o.m. t.a.v. de culturele samenwerking en integratie nader worden toegelicht en omschreven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken