Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 80 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 80
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 80Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 80

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 80

(1976)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

Op de leestafel

Michel van der Plas
in het land der Belgen
Uitg. Elsevier, Amsterdam-Brussel - 1975-160 blz.

Tussen 1955 en 1975 bracht de Nederlandse auteur Michel Van der Plas een aantal bezoeken aan zijn zuiderburen, aan het land der Belgen. Zijn bevindingen, zijn bewondering en verwondering, zijn culinaire en andere vondsten schreef hij neer in een aantal spitse en boeiende reportages. Het boek zou ik een onvolledige legpuzzle willen noemen. Onvolledig niet alleen omdat een land, een volk zich moeilijk in één boek laat ‘vangen’, maar vooral omdat de auteur zich bij een beperkt aantal onderwerpen heeft gehouden. Het zijn geen diepzinnige beschouwingen over bepaalde economische, politieke, culturele of sociale problemen maar levendige, uitstekend geschreven stukken, waarin o.m. de ‘gewone’ mens met een warm gevoel wordt beschreven en reliëf krijgt. Voor wie in het verleden reeds herhaaldelijk geconfronteerd werd met de soms laatdunkende beschouwingen van Nederlandse journalisten wanneer zij schrijven over ‘het laatste indianenreservaat van Europa’ (waarmee België bedoeld wordt), is dit boek een verademing. Acht hoofdstukken handelen over bepaalde aspecten van het leven in het land der Belgen, m.n. Icarus in het Pajottenland; Moresnet, eens een notedop onafhankelijkheid; Argeloos op de Gentse zesdaagse; De derde verwoesting van Leuven; Een bankier als mecenas; De witte duif zit nog altijd op het paleis; Belgenmoppen en Een melodrama in de duisternis. Twee hoofdstukken m.n. Nederlanders en Belgen zeggen elkaar de waarheid en Belgisch dagboek, zijn algemener. In beide vindt men een aantal rake opmerkingen, niet alleen over ‘de Belg’ maar evenzeer over ‘de Nederlander’.

Het boek is geen wetenschappelijke verhandeling. Het verwijst slechts sporadisch naar historische of andere achtergronden van bepaalde feiten, houdingen of gebeurtenissen. De aandachtige Nederlandse lezer zal echter vaststellen dat België niet in clichés kan gevangen worden. Het boek is als het ware een uitnodiging om eerlijk en zonder vooroordelen dit land aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Is dit niet reeds enorm belangrijk?

En slechts hopen dat deze uitnodiging ook in Nederland zal gelezen én begrepen worden.

Ik klapp'n nu Vlaamsch lyk myn ouders, en gy?

Van de hand van Frederik Klauwaert verscheen onder deze titel, ten behoeve van Frans-Vlamingen, een handboek om vlug Vlaams te leren. Vlaams, omdat men aldus kan aansluiten bij de taal die in talrijke gezinnen in Frans-Vlaanderen nog gesproken wordt. In zijn inleiding verantwoordt de auteur duidelijk het ‘waarom’ van dit taalboek, dat hij opdraagt aan de 150.000 Vlamingen die in Noord-Frankrijk trouw blijven aan hun ‘moedertaele’. Er bestaat een groeiende belangstelling voor de talen van de minderheden in Frankrijk (Bretoenen, Basken, Catalanen, Vlamingen, e.a.). Dit is volgens de auteur te wijten aan de wens van deze minderheden om terug te keren naar de bronnen van hun cultuur en een antwoord op de culturele ‘eenmakingspolitiek’ van Parijs. Dit handboek is bedoeld als eerherstel aan de Vlaamse gemeenschap in Frankrijk, want het Vlaams was ‘une langue que l'on n'enseigne pas, eest une langue que l'on tue’.

De lessen geven meteen informatie over Frans-Vlaanderen, over het Vlaams en het Nederlands, over de verdrukking van de Vlaamse cultuur in Frankrijk in het verleden en heden, (‘II est défendu de jeter des cailloux et de parler Flamand’), enz.

Voor Nederlanders en Vlamingen is dit met de hand geschreven lesboek een merkwaardig document. Voor alle inlichtingen kan men terecht bij de heer Moeyaert, Deken de Brouwerstraat, leper (West-Vlaanderen/België), dit om te vermijden dat een of andere contactpersoon in Frans-Vlaanderen moeilijkheden zou krijgen met ‘Parijs’. Prijs: 60,- fr.

Roger Avermaete
Frans Masereel
Mercatorfonds, Antwerpen, 320 blz., 540 afdrukken, 2900 BF.

Dank zij het Mercatorfonds (Antwerpen) werd de boekenmarkt verrijkt met een werkelijk schitterend boek van de gekende auteur Roger Avermaete. Dit boek is het 32ste in een reeks die door de boekenliefhebbers hoog gewaardeerd wordt. Denken wij maar aan boeken zoals ‘Onze Bruegel’; ‘De gouden eeuw van Antwerpen’; ‘Vlaamse tapijten’; ‘Fritz van den Berghe’; enz. Frans Masereel is wellicht de belangrijkste houtgraveerder van deze eeuw. Masereel werd geboren in 1889 te Blankenberge, de door iedereen bekende Vlaamse kuststad. Hij volgde te Gent diverse cursussen, o.m. deze van de Academie voor Schone Kunsten. Hij vestigde zich in 1911, na zijn huwelijk, in Parijs en o.m. Equihen en Nice. Frans Masereel is een kind van zijn tijd. Het opkomend socialisme en de eerste wereldoorlog duwden hem, benevens andere invloeden, in de richting van een duidelijk sociaal engagement. Masereel schreef dienaangaande over zichzelf: ‘In mijn werk heb ik me, vóór alles, laten leiden door mijn ondervinding van het leven. Het is voor mij een echte bron geweest waarin ik onverpoosd vormen, kleuren, gedachten en onderwerpen heb gevonden.

Het aantal werken dat Masereel graveerde is indrukwekkend. Meestal zijn het sociaalbewogen werken waarin de oorlog, het maatschappelijk onrecht, de uitbuiting van het proletariaat, enz. scherp worden aangeklaagd. Het aantal artikels en boeken over Masereel is even indrukwekkend. Daarom was het een goed initiatief van de uitgever om in het boek een uitvoerige bibliografie op te nemen van artikels en boeken. Deze bibliografie is van de hand van twee deskundigen m.n. Pierre Vorms en Hanns-Conon von der Gabelentz.

De voorstelling van het boek aan de pers was in de zetel van de Bank van Parijs en van de Nederlanden te Antwerpen, een feestelijke gebeurtenis. In aanwezigheid van Mevr. Masereel en van Roger Avermaete lichtte de heer Naessens, voorzitter van het

illustratie

[pagina 64]
[p. 64]

Mercatorfonds, het initiatief toe. Het was geen gewone toelichting vanwege de heer Naessens, het was - terecht - een ode aan het boek.

Aan alle lezers van Neerlandia bevelen wij dit boek ten zeerste aan. Het is qua publikatie, vormgeving en inhoud een kostbaar juweel.

Het boek telt 320 bladzijden, telt niet minder dan 540 afdrukken waarvan een aantal in kleurendruk en is zeer mooi ingebonden.

M.C.

Brussel, open boek
Culturele Gids voor Brussel
300 blz., 100 fr., Contact en Cultuurcentrum, 1000 Brussel.

Hij is er, de Culturele Gids voor Brussel; een dik boek van over de 300 bladzijden, het resultaat van een jaar speur- en zoekwerk, boordevol informatie over al wat leeft en beweegt in het nederlandstalige Brussel. Zo te zien is dat heel wat om er zovele dichtbedrukte pagina's mee te vullen. Hugo Weckx, Voorzitter van de Nederlandse Cultuurcommissie en Clem De Ridder, Directeur van het Contact- en Cultuurcentrum waren terecht trots op deze verwezenlijking, waarmee tegemoet gekomen wordt aan de verzuchtingen van de Brusselse vlamingen om een klare en duidelijke informatieverwerking en verstrekking.

In het officiële gedeelte vinden we het kabinet van de Vice-gouverneur van Brabant, de agglomeratieraad, de Nederlandse Cultuurcommissie en de Verenigde Commissies, de gemeentebesturen en Commissies voor Openbare Onderstand, telkens met alle leden en adressen.

In een tweede gedeelte worden de culturele instellingen behandeld, die de laatste jaren een ongekende bloei doormaken. We vinden hier eerst de instellingen op agglomeratievlak, dan de sociaal-kulturele Raden van elke gemeente. Vervolgens alle verenigingen, algemeen, jeugd, derde leeftijd, toneel, sport, de onderwijsinstellingen, trefcentra en vergaderlokalen, verzorgingstehuizen, erediensten. Ook het groene Brussel wordt niet vergeten, zo min als de musea, bibliotheken, monumenten, kermissen, markt-dagen en jaarmarkten. Het boek wordt afgerond met een lijstvan Vrije beroepen (advokaten, notarissen, apothekers, artsen, etc...) waar elkeen in het nederlands terecht kan.

De samenstelling van deze Gids is zeker een omslachtig werk geweest en daarenboven een ondankbare taak, daar alle inspanningen ten spijt de volledigheid utopisch blijft. Niet minder dan 2800 adressen werden door Guido Dutry en zijn medewerkers bijeengespeurd. Zij wachten nu op de reakties om een tweede druk die al voor de deur staat nog beter te maken.

De Culturele Gids voor Brussel mag bij niemand ontbreken. Hij is te verkrijgen door storting van 100 fr. + 20 fr. port op PR. 000-0171920-36 van Contact- en Cultuurcentrum, 1000 Brussel.

YVO PEETERS

De Vroede M.,
The Flemish Movement in Belgium, p. 100, Le Mouvement Flamand en Belgique, p. 104, 1975.
Uitgaven van de Kultuurraad voor Vlaanderen en het Instituut voor Voorlichting.

Twee recente publicaties die informatie willen brengen over onze lange en moeizame strijd voor ontvoogding. Uiteraard bedoeld voor buitenlanders en franstalige Belgen die eerlijke en objectieve informatie wensen over de spanningen in België die zo vaak verkeerd overkomen, over de achtergronden en motieven van een ‘democratische’ revolutie, over de wijzigingen die het klassieke patroon van België grondig hertekenen.

Alhoewel ook Vlaamse lezers aan de lectuur van deze publicatie genoegen zullen beleven moeten wij ons toch op de eerste plaats afvragen hoe buitenlanders op dit werkje zullen reageren. Wij zijn daarom zo vrij geweest de proef te wagen met twee Amerikaanse universiteitsstudenten die in Vlaanderen verbleven hebben en grote belangstelling vertonen voor alle aspecten van onze kultuur. Dan blijkt het volgende: Opzet en inhoud worden zeer hoog gewaardeerd.

Men schijnt vooral getroffen door het historische perspectief dat als totaal nieuw over komt. ‘I was most interested to learn about the slow Frenchification under the Austrian government and the drastic steps to Frenchification that were taken by the French occupators (1794-1814) (p. 17). I was amazed to read that ‘it was only from January 1823 that the use of Dutch was rendered obligatory in the Dutch-speaking arrondissements but even in the Flemish regions the middle classes refused to return to Dutch... so the king was finally obliged to retreat: in June 1830 complete linguistic freedom was proclaimed’ (p. 1718). Ook de toestand na 1830 wekt grote verbazing (p. 19: over half the inhabitants were Dutch-speaking, but the Flemish masses had absolutely no say in public affairs: all political power was in the hands of the nobility and the upper-middle class, whose members were completely gallicized). Geboeid leest men het relaas over de verfransingsijver van de nieuwe Belgische staat, de opbloei van de Waalse industrie en de teloorgang van Vlaanderens jonge textielindustrie en de traditionele huisnijverheid.
‘The section on how the Flemish movement stared was great: the men that were involved, their efforts of getting the public involved and the ways they fought Frenchification’. Ik heb hier naast mij zelfs een lijst waarop blz. na blz. de regels vermeld worden die speciaal de aandacht hebben weerhouden. De samenvatting op p. 94-95 wordt nuttig geacht en dan komt het besluit: ‘Something I didn't realize was that the Flemish people still have a problem and are still discriminated against. A lot has still to be done so that the Flemish people obtain equal rights. This book made me aware of a lot of facts that I didn't know - I am now a supporter of the Flemish movement’.

Toch zou ik niet durven schrijven: einde goed, alles goed, Men mag inderdaad niet uit het oog verliezen dat de twee jonge Amerikanen het boek hebben gelezen op mijn uitdrukkelijk verzoek en dan zijn volgende zinnen toch wel een duidelijke waarschuwing:

‘The book was difficult reading - the vocabulary was quite advanced and sometimes I had to force myself to go on, but I'm happy that I did. The book was full of dates, names, places, etc. and it took time to underline those that I found worth remenbering and those that were particularly disturbing’.

Ik ben er dan ook van overtuigd dat een eventuele herdruk verder moet snoeien in namen en jaartallen. Indien men wil dat het boek de verspreiding kent die het verdient dan is boeiend illustratiemateriaal onmisbaar. Voor veel toevallige lezers zullen goed gekozen onderschriften trouwens veel belangrijker blijken dan de tekst die men eigenlijk pas gaat lezen nadat men door de foto's en onderschriften geboeid werd.

 

L. UREEL


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Y.J.D. Peeters

  • Albert WieĆ«rs

  • over Michel van der Plas

  • over Roger Avermaete

  • over M. de Vroede