Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 84 (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 84
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 84Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 84

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.43 MB)

Scans (46.79 MB)

ebook (10.07 MB)

XML (1.00 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 84

(1980)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 58]
[p. 58]

De Nederlanden in de wereld



illustratie

[pagina 59]
[p. 59]

Nederlands op Duitse scholen

Raar maar waar: in Duitsland is het Nederlands in opmars. Met name op de middelbare scholen in Noordrijn-Westfalen neemt de belangstelling voor onze taal zienderogen toe. Wil men onze televisie-uitzendingen beter volgen? Is men door Frau Antje en Rudi Carell plotseling Holland-freundlicher geworden of steekt er iets anders achter?

 

We vragen het aan Herr Combecher. Een 53-jarige Duitse leraar, die in Kerkrade woont en aan het gymnasium van het (Duitse) Herzogenrath - net even over de grens - Engels, aardrijkskunde èn Nederlands doceert.

 

‘Men heeft daar verschillende redenen voor’, zegt Hans Combecher in grammaticaal vlekkeloos Nederlands. ‘Sommige scholieren kiezen het Nederlands om na hun eindexamen te kunnen gaan studeren aan Nederlandstalige hogescholen. Anderen willen later zèlf leraar Nederlands worden. En weer anderen omdat zij er rekening mee houden na hun eindexamen een baan te krijgen bij firma's in het grensgebied, die bij voorkeur mensen aantrekken die zowel het Duits als het Nederlands beheersen. Van één van mijn leerlingen weet ik dat hij een baan heeft gevonden bij een grote bank in Aken, waar hij alle zaken van Nederlandse cliënten moet behartigen’.

‘Kölsche jong’

Hans Combecher - van geboorte ‘enne Kölsche Jong’ - zou je een van de pioniers van het Nederlands kunnen noemen. Het is onder meer aan zijn persoonlijke inzet te danken dat het vak Nederlands zijn intrede heeft gedaan in het onderwijs in de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Voor het eerst 'n jaar of twintig geleden in het stadje Kleef. Momenteel is het een eindexamenvak aan een groot aantal middelbare scholen in de deelstaat. Er zijn leerstoelen aan de universiteiten van Münster en Keulen. Er zijn in totaal zo'n 1200 leerlingen die Nederlands in hun eindexamenpakket kiezen en men beschikt over een vijftigtal bevoegde docenten. Deze aantallen nemen jaarlijks toe. Dat Noordrijn-Westtalen de bakermat was voor het Nederlandse onderwijs, tekent volgens Combecher het eigen bewustzijn van deze deelstaat. ‘Nu wordt het echter tijd dat ook de andere West-Duitse deelstaat die aan Nederland grenst, namelijk Neder-Saksen, ermee gaat starten. Nederland zou dit eigenlijk moeten stimuleren’. Opmerkelijk vindt Combecher dat vanuit Nederland absoluut niets gedaan wordt om deze ontwikkeling te stimuleren. ‘Het is louter een onderlinge zaak van Duitse mensen, die gegrepen zijn door de Nederlandse taal en de rijke Nederlandse cultuur’, zegt hij. ‘In Nederland heeft men eerder de neiging om verbaasd op te kijken naar dit initiatief en zich af te vragen wat het nut ervan is. En dat is spijtig’.

Duits dialect

Combecher kreeg belangstelling voor het Nederlands tijdens zijn studie aan de universiteit van Keulen in 1949. ‘Ik ontdekte dat het sprookje, dat Nederlands een Duits dialect is, niet waar was’.

 

Toen Hans Combecher in datzelfde jaar, in het kader van de eerste aarzelende studentenuitwisseling na de oorlog, een tijdje naar Nederland kwam heeft hij nachtenlang Nederlandse gedichten overgeschreven in een dik schrift, dat hij nu nog steeds als een kostbaar goed bewaart. Enkele jaren later hield hij aan een bezoek aan Nederland een ander kostbaarder goed over: zijn vrouw.

 

De jonge Crombecher vond dat er iets met die Nederlandse taal in Duitsland moest gebeuren. Wat hem zo boeide in die taal wilde hij doorgeven aan zijn landgenoten en daarnaast wilde hij de onwetendheid in Duitsland over Nederland en de Nederlandse taal wegnemen.

 

Volgens de ‘Duitse Nederlander’ Hans Combecher denkt de doorsnee Duitser nog steeds dat het Nederlands een (lelijk) Duits dialect is en doet Nederland niets om daar iets aan te veranderen.

 

Van Nederlandse literatuur en cultuur is in Duitsland nauwelijks iets bekend en wat Nederland daar tegenover stelt is over het algemeen niet meer dan Frau Antje, klompen en windmolens.

 

‘De Nederlanders weten wel van de Duitse literatuur en cultuur, maar doen zelf niets om hun cultuur uit te dragen’. Hij vertelt van een van zijn leerlingen aan de middelbare school in Kleef. Deze leerling viel van de ene verbazing in de andere

illustratie

Combecher doceert Nederlands aan de gymnasium-leerlingen in Herzogenrath.


[pagina 60]
[p. 60]

toen hij eenmaal in contact was gekomen met de Nederlandse literatuur door een verhaal van Anna Blaman. Deze jongen vond het te gek om los te lopen, aldus Hans Combecher, dat hij jarenlang naast Nederlanders woonde en nog nooit iets van de kwaliteit van hun literatuur had gehoord.

Masochisme

Schuld hieraan zijn niet de buitenlanders, maar de Nederlanders zelf. Hans Combecher spreekt heel voorzichtig van een vorm van masochisme in Nederland ten opzichte van hun eigen taal. ‘Waar op de wereld vind je dat nou, dat een volk het niet de moeite waard vindt als buitenlanders hun taal willen leren? Alleen in Nederland’. Nederlanders spreken volgens hem in het algemeen over hun eigen taal als een ‘rot taal, die geen toekomst heeft’. ‘Dit is uniek in Europa, zoiets vind je bij geen ander volk. Deze zomer was ik veertien dagen in Noorwegen. Onze gids had er een omweg van meer dan een uur voor over om ons het huis van een Noors dichter te laten zien. Die mensen zijn trots op hun cultuur en dat steken ze niet onder stoelen of banken’. De Nederlander doet dat niet. Hans Combecher heeft het idee dat het hem geen moer kan schelen of iemand hem begrijpt. ‘Het kan niet goed gaan als Nederlanders alleen maar Duits leren en niet omgekeerd. Een volk, dat zich steeds in andere talen moet uitdrukken loopt het gevaar van sociale declassering voor tientallen jaren. Nederlands is een bedreigde taal, omdat de Nederlanders het niet de moeite waard vinden hun taal hoog te houden en uit te dragen’. Een kans voor het Nederlands, zou volgens Hans Combecher zijn de taal te verbieden, omdat dan de revolutionaire geest van de Nederlanders in opstand zou komen tegen deze onderdrukking.

‘De Vlamingen zijn daar een goed voorbeeld van omdat dit volk voor zijn taal moet strijden. Omdat de Belgen veel taalbewuster zijn, zal daar in de toekomst ook het taalkundige zwaartepunt van onze taal terechtkomen’.

‘De Nederlanders zouden het veel meer voor hun taal moeten opnemen. Het Nederlandse taalgebied omvat ruim twintig miljoen mensen. Veel kleinere taalgebieden, zoals bijvoorbeeld IJsland of de Kelten, komen veel meer op voor hun taal’. Als voorbeeld noemt Hans Combecher ook het bedreigde Nederlandse taalgebied rond Duinkerken in Frankrijk en de door de Franstaligen bedreigde Voerstreek, van origine eveneens Nederlands taalgebied.

 

In Nederland voelt zich nauwelijks iemand geroepen om voor deze taalgenoten op te komen.

‘Er is in de Nederlandse literatuur zoveel anders dan in onze literatuur. Ze vullen elkaar goed aan en dat wil ik doorgeven. We zouden blij moeten zijn met het andere van anderen. Ik noem het een falen in Europese zin als dit niet gebeurt, want zo worden de natuurlijke vooroordelen die we ten opzichte van elkaar hebben steeds weer bevestigd’.

‘Europees gelul’

Zoals momenteel aan de eenwording van Europa wordt gewerkt noemt Hans Combecher ‘Europees gelul’. ‘We menen een heleboel van elkaar af te weten en weten in feite niets van elkaar af. Het beeld dat we echter van elkaar hebben is een verkeerd beeld. We zitten nog steeds vast aan de oude beelden. Als een Nederlander over Duitsland spreekt heeft hij het over het Duitsland van 50 jaar geleden. Hoe het Duitsland van vandaag is weet men nauwelijks’. Omgekeerd klopt het beeld ook niet meer. Hans Combecher noemt als voorbeeld de verbolgenheid in Duitsland na het TV-optreden van Kohl enkele maanden geleden in Den Haag. ‘Plotseling kwam men er in Duitsland achter dat het beeld van “die gemütlichen Holländer” helemaal niet klopte. Steeds weer wordt bewezen dat de verhouding tussen Nederland en Duitsland in feite zo slecht is, dat kleine dingen weer tot haatgevoelens leiden. Denk maar eens aan de finale van het wereldkampioenschap voetballen in München’. Collectieve verbolgenheid is volgens Hans Combecher iets wat de harten van de mensen afsluit. ‘Dit moeten we vermijden. Europese solidariteit betekent dat je aan de andere kant vrienden hebt ook als het moeilijk wordt. ‘Wat we moeten doen is de volle afschuwelijke waarheid laten zien, anders krijgen we alleen maar laaiende ruizes in ons Verenigd Europa’.

 

WIEL BEYER

HUB JANSSEN

 

Overgenomen uit ‘Inkijk’, bijlage van het dagblad ‘De Limburger’.

Australische regering voor multicultureel onderwijs

Launceston - In het kader van een programma van multicultureel onderwijs in Australië heeft ook de gereformeerde John Calvin School in Launceston een subsidie ontvangen voor het lesgeven in de oorspronkelijke taal van de betreffende bevolkingsgroep, in dit geval dus het Nederlands.

 

Ofschoon in Nederland zelf van verschillende kanten regelmatig wordt aangedrongen op meer aandacht en financiële steun voor studie in de Nederlandse taal in het buitenland, zijn van de zijde van de regering de inspanningen op dit gebied nog steeds zeer gering. Het is daarom des te opmerkelijker dat een Australische regering wel een dergelijk programma op touw zet en ze ook Nederlandse emigratie-kernen behoedt voor het uitsterven van hun oude taal.

 

Uitgaand van het principe dat deze talen worden onderwezen aan alle leerlingen die er belang in stellen, worden door de regering gelden beschikbaar gesteld aan scholen die een verzoek daartoe indienen.

 

Daarbij wordt de voorkeur gegeven aan scholen met een hoog percentage leerlingen van niet-Engelssprekende afkomst.

 

De John Calvin School in Launceston meende zeer zeker in de termen te vallen, mede omdat het in de vijftien jaar van haar bestaan steeds moeilijker was geworden om een vakkundig gerichte cursus in de Nederlandse taal op te bouwen. Het personeel en het materieel hadden veelal ontbroken, juist ook omdat de Nederlandse taal als ‘vreemde taal’ moest worden gepresenteerd.

 

Inmiddels is gunstig antwoord ontvangen op het desbetreffende verzoek. Voor 1979 kan worden gerekend op een subsidie van $ 1330.

 

Dit bedrag mag worden besteed aan aanschaffing van materialen en tijdelijke assistentie van een specialiste die ervaring heeft in lesgeven in de Nederlandse taal aan een Matriculation College.

 

De kleine gemeenschap van de John Calvin School is met de onverwachte hulp

[pagina 61]
[p. 61]

erg ingenomen. Het moet nu mogelijk zijn om voor 1980 een verantwoorde cursus Nederlands op te zetten waarvan ook de middelbare school kan profiteren. Momenteel wordt Nederlands als verplicht vak gedoceerd in de klassen 5, 6, 7 en 8, en als keuzevak in klas 9. Er is goede hoop dat de hernieuwde belangstelling voor ‘de taal van de (groot)ouders’ voor komende jaren een belangrijke stimulans zal geven aan personeel en schooljeugd, ten bate van kerk en natie.

 

(Het Nederlands Dagblad)

Cultuur- en sociaal-wetenschappelijk onderzoek op de Antillen

‘De laatste jaren is de belangstelling voor de Nederlandse Antillen en voor het Caraibisch gebied in het algemeen in wetenschappelijke kringen in Nederland sterk toegenomen. Van verschillende Nederlandse universiteiten uit, met name Amsterdam, Leiden, Utrecht en Wageningen, trekt jaarlijks een aantal studenten in de sociale wetenschappen naar de Nederlandse Antillen om aldaar in het kader van hun doctoraal studie onderzoek te verrichten. Nu kort geleden de Hogeschool van de Nederlandse Antillen is omgezet in de Universiteit van de Nederlandse Antillen zal deze tendens nog toenemen’. Aldus de aanhef van een artikel van bijzondere informatieve betekenis in het STICUSA-JOURNAAL.

 

De bijdrage heeft betrekking op een onlangs ingestelde werkgroep die zich met bovengenoemd thema inlaat. Er wordt gesteld, dat de onderzoekprojecten bij voortduring een zwaardere belasting meebrengen voor een zeer klein aantal wetenschappers in de Nederlandse Antillen, wie gevraagd wordt de onderzoeksactiviteiten te begeleiden.

 

Daarbij komt, aldus het artikel, dat de onderzoeksprobleemstellingen zodanig uiteen kunnen lopen dat de welwillende begeleider in de Nederlandse Antillen een schaap met vijf poten dan wel een wetenschappelijke duizendpoot moet zijn om de veelheid aan stages met de vereiste deskundigheid te kunnen begeleiden. Een goede begeleiding van het onderzoek vraagt immers om een eigen oriëntering, zo vervolgt de schrijver, op de onderzoeksgebieden en het mede-doordenken van probleemstellingen, uitgangspunten en veronderstellingen.

Bovendien dient de begeleider ingeschakeld te worden bij het leggen van contacten tussen onderzoekers en personen of instanties, wier hulp wordt gezocht en is de begeleider betrokken bij het ontwerpen van de onderzoeksprocedures en de bijstellingen daarvan. Tenslotte behoort tot de taak van de begeleider een kritische controle op de voortgang van het veldwerk en op de tussentijdse en uiteindelijke verwerkingen van het verworven materiaal.

 

Teneinde de belasting van de weinige, beschikbare Antilliaanse wetenschappers enigszins te doseren hebben dr. A.A. Marks, hoofd van de Caraibische Afdeling van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Leiden, en dr. R.A. Römer van de Universiteit van de Antillen, na overleg met prof. dr. H. Hoetink van de Rijksuniversiteit van Utrecht en prof. dr. J.D. Speckmann van Rijksuniversiteit van Leiden het initiatief genomen tot de oprichting van een Werkgroep voor Cultureel en Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek.

 

Deze werkgroep zou zich moeten belasten met het coördineren van het culturele en sociaal-wetenschappelijk onderzoek van de Nederlandse Antillen en het Caraibisch gebied en de begeleiding daarvan. Hierdoor zou de Antilliaans-Nederlandse onderzoekssamenwerking in het veld kunnen worden bevorderd, alsook Antilliaanse inbreng in programmering en het aanwijzen van de prioriteiten van het Nederlandse stageonderzoek. De bedoeling is voorts dat de werkgroep zich belast met geselecteerde verslaggeving van de onderzoekingen in de vorm van een reeks Antilliaans-Nederlandse ‘student-werking-papers’.

 

Het bestuur van Sticusa heeft besloten steun te verlenen door de publicatiekosten te dragen.

Kruis van verdienste Duitse Bondsrepubliek voor Josef Kempen

De leraar Nederlands Josef Kempen in de Bondsrepubliek Duitsland ontving onlangs, uit handen van burgemeester Rudolf Meffert in het oude raadhuis van Bonn, het kruis van verdienste van de B.R.D. Bij de plechtigheid was ook de heer Ploeg, namens de Nederlandse ambasade in Bonn aanwezig. Josef Kempen kreeg de onderscheiding voor zijn onvermoeid ijveren voor de betrekkingen tussen Nederland en Duitsland en in het bijzonder voor zijn jarenlange inspanningen ten gunste van het leervak Nederlands aan scholen in Duitsland.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Wiel Beyer

  • Hub Janssen

  • over Josef Kempen


landen

  • over Duitsland

  • over AustraliĆ«

  • over Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk