Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 84 (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 84
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 84Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 84

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.43 MB)

Scans (46.79 MB)

ebook (10.07 MB)

XML (1.00 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 84

(1980)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 196]
[p. 196]

Verbondsaktiviteiten

Tussentijds rapport van enkele A.N.V.-werkgroepen

1. Basisonderwijs

De werkgroep ‘basisonderwijs’ vierde vorig jaar zijn vijfjarig bestaan. Er werd gedurende deze 5 jaren een hele weg afgelegd: uitwisselingen, studiebijeenkomsten en colloquia. De activiteiten hebben bijgedragen tot de bekendheid van de werkgroep in de onderwijsmiddens.

Gedurende deze 5 jaren werd de werkgroep uitgebreid met 2 representatieve figuren met name prof. dr. E. Velema (Nederland) en prof. dr. G. de Carte (Vlaanderen).

In een concreet vijfjaren-plan staan de volgende activiteiten op het programma:

-de werkgroep bereidt een duidelijk aanbod voor om de uitwisselingsprojecten en studiebezoeken tussen basisscholen uit Nederland en Vlaanderen betere kansen te geven.
-de werkgroep zal in de komende vijf jaren regelmatig studiedagen inrichten in Nederland en Vlaanderen rond pedagogische en didactische problemen.
Deze studiedagen zijn bedoeld voor schoolhoofden, leerkrachten, inspectie, begeleiders.
-in het voorjaar van 1982 en 1984 zal de werkgroep colloquia organiseren (resp. in Vlaanderen en Nederland).
-de werkgroep werkt mee aan het 38ste Algemeen-Nederlands Congres.

2. Voortgezet onderwijs

Het terrein van de werkgroep ‘voortgezet onderwijs’ van het A.N.V. ligt duidelijk anders dan dit van de werkgroep ‘basisonderwijs’.

Het doel van deze werkgroep is zich te verdiepen in de relatie jeugdige-volwassene of leerling-leerkracht.

Binnen de werkgroep en onder leiding van een specialist ter zake werkt men aan een vernieuwingsproces over structuren en landsgrenzen heen, om te komen tot de kern, namelijk de noodzakelijke verbetering van de menselijke relatie in en buiten het onderwijs.

Wanneer de werkgroep hiermee klaar is, zal hij zijn ervaringen en bevindingen vertalen voor een bredere groep betrokkenen. De werkgroep wil deze ervaringen ook concreet uitwerken naar leerboeken, leermiddelen, leerplannen, structuren enz. Hij zal niet nalaten hierbij de overheden te betrekken.

Wat betreft concrete uitwisselingsprojecten op het vlak van het voortgezet onderwijs wordt samengewerkt met het V.V.L. en met J.P. Gaillez.

3. Literatuurlijk

Wanneer in januari 1980 de aanzet werd gegeven voor de werkgroep ‘Literatuurlijk’ had niemand kunnen vermoeden dat dit project dermate enthousiast onthaald zou worden bij de jeugdigen.

Waar de werkgroep vreesde dat de samenstelling van de jury één van de zwaarste problemen zou vormen, bleek dat de aangesproken kandidaat-juryleden enthousiast reageerden. Hetzelfde gold voor de sponsors en zeker ook voor de werkgroep. De resultaten liegen er niet om.

Een eerste oproep tot het inzenden van literair werk werd door een 200-tal jongeren beantwoord. De eerste contactdag (13-9-80) werd bijgewoond door ongeveer 100 geïnteresseerden, de jury en de leden van de werkgroep.

Ter gelegenheid van deze contactdag werd een eerste debuutbundel uitgegeven. De interesse voor deze bundel is verheugend zowel bij de deelnemers als bij de redacties van tijdschriften.

De jury bestaande uit K. Vertommen (VL), M. Maes (NL), G. Luyten (VL), W.J. Roggeman (VL) P. Simons (NL), J. Tulkens (NL), T. Luiting (NL), waren het eens dat de kwaliteit van de ingezonden werken uitzonderlijk hoog was.

Nu wordt voor de tweede maal het project aangekondigd via de media en literaire tijdschriften en voor het eerst via de ‘Topkrant’.

Dagelijks ontvangen de beide secretariaten van het A.N.V. inzendingen voor dit project. De secretariaten zijn bijgevolg ook druk doende de werkstukken door te zenden aan de juryleden.

Daarenboven zijn zij in samenwerking met de werkgroep en de Kunststichting Eindhoven de tweede contactdag (te Eindhoven) grondig aan het voorbereiden.

(Debuutbundels zijn nog steeds te koop voor de prijs van fl. 8 of 120 fr.).

4. Topjournalist

Het verschijnen van de ‘Topkrant’ heeft dit jaar op zich laten wachten. Deze vertraging was te wijten aan de veelheid van werk binnen de beide secretariaten. De belangstelling voor deze wedstrijd groeit nog steeds.

De topkrant werd van formaat kleiner dan het voorbije jaar en ook de opdrachten werden aangepast. Zo heeft de werkgroep bij de eerste leeftijdsgroep 2 opdrachten toegevoegd, nl. het schrijven en spelen van een poppenkastspel en het schrijven en opvoeren van een toneelstukje.

Voor leeftijdsgroep 3 geldt de nieuwe opdracht dat de deelnemers hun kort verhaal, interview, beschouwing of verslag, mogen inzenden op casette.

Leeftijdsgroep 4 is weggevallen en vervangen door het project ‘literatuurlijk’. In de komende weken zullen de secretariaten de inzendingen ter beoordeling doorzenden aan de juryleden en zullen zij boeken aanvragen bij de uitgeverijen en natuurlijk ook de prijsuitreiking voorbereiden.

5. Taalgebruik

De niet aflatende ijver van de werkgroep ‘taalgebruik’ van het A.N.V. resulteerde de laatste tijd in een aantal concrete acties:

 

-een tweede actie werd ondernomen voor correct taalgebruik bij de Brusselse verzekeringsmakelaars;
-een eerste actie werd ondernomen voor correct taalgebruik bij de Antwerpse en Gentse verzekeringsmakelaars;
-er werd uitgebreid actie gevoerd voor correct taalgebruik bij de warenhuizen in en rond Brussel;
-actie voor correct taalgebruik bij de Brusselse kunstgalerijen;
-tweede gedeelte van de uitzuivering van de Brusselse Gouden Gids.

 

De werkgroep deelde mee dat hij een goede respons heeft op zijn voorstellen.

 

MIEKE KNAEPKENS

Literatuurlijk

Jongeren die op één of andere manier creatief willen zijn op literair gebied hebben vaak te kampen met reële moeilijkheden.

Vaak zijn ze niet erg zeker of hun werk nu wel ‘iets waard is’ en of het dan ook wel de moeite loont om ermee naar buiten te komen.

Iedereen tussen 17 en 30 jaar kan haar of zijn werk laten beoordelen door mensen

[pagina 197]
[p. 197]

met literaire ervaring.

Dit is een van de onderdelen van een literair project dat door de werkgroep ‘Literatuurlijk’ van het Algemeen-Nederlands Verbond wordt opgezet.

Uit de ingezonden werken wordt een keuze gemaakt voor een bundel, die op ruime schaal verspreid zal worden.

Op deze wijze wil de werkgroep een bijdrage leveren om jonge dichters en prozaschrijvers in contact te brengen met lezers en hun kansen te bieden hun talent te ontwikkelen.

Naast deze beoordeling, die elke inzender individueel gegeven wordt, organiseren wij regelmatig contactdagen, waar de inzenders met elkaar in contact kunnen komen en in samenspraak met de werkgroep ideeën kunnen ontwikkelen voor verdere activiteiten.

Tijdens deze contactdagen kunnen de deelnemers ook praten met de juryleden die hun werk hebben beoordeeld.

 

Wij verwachten uw inzending (in vijf-voud): 5 gedichten of een prozastuk op de secretariaten van het A.N.V.

 

A.N.V.-secretariaat

Surinamestraat 28

Den Haag (Nederland)

Tel. 070/46.24.11

 

A.N.V.-secretariaat

Monnikenhofstraat 262

2040 Antwerpen (België)

Tel. 031/68.83.17

Wedstrijd De Top-journalist 1980

De jury aan het woord...

De sterke toename van het aantal inzendingen, met name in de beide middelste leeftijdsgroepen, 12-16 en 17-20-jarigen, maakt duidelijk dat in deze beide categorieën, de grootste belangstelling bestaat voor dit soort wedstrijd. Opvallend was daarbij ook, dat enkelen bewust schreven met het oog op een eventuele beroepskeuze in deze richting. Zij vroegen ook zonder bekroning om een beoordeling van hun kundigheid. De jury zou dit enkel op de ‘gerichte taalvaardigheid’ kunnen doen, wat slechts één, zij het belangrijke, kant van het vak van journalist is.

Bij de beoordeling van die taalvaardigheid over het geheel, bleek dat toename in kwantiteit toch wel wat mindere kwaliteit heeft opgeleverd. In de leeftijdsgroep 12-16-jarigen zal dit rapport daar enige aandacht aan besteden. Daar kwam de wat mindere kwaliteit het duidelijkst tot uiting. Maar de jury had de indruk, dat er over de hele linie enig kwaliteitsverlies was, eerder overigens aan Nederlandse dan aan Vlaamse zijde.

Wat de jongste leeftijdsgroep betreft, blijkt de opgave ‘stripverhaal’ kennelijk aan te slaan. Opvallend was echter, dat weinigen de vóórgegeven strip hebben voortgezet: zelfs de daarin aangegeven namen (Tim en Ans) werden vervangen door andere. Een op zich verheugende creativiteit leverde enkele interessante werkstukken op, maar deze waren dermate ‘uniek’, dat ze niet vermenigvuldigd konden worden, zeker niet in journalistieke kaders.

Opvallend was ook, dat bij deze groep de reportage van eigen stad of dorp dit jaar ontbraken.

Naast de stripverhalen waren er enkele klassekranten als groepswerk, die over het geheel een zwakke indruk maakten.

Bij het individuele werk in deze leeftijdsgroep kon slechts één stripverhaal waardering vinden. Er werd daarom slechts één prijs toegekend.

Bij de tweede leeftijdsgroep (12 tot 16 jaar) waarvan de deelname meer dan verdubbeld was, viel bij de meisjes in talrijke bijdragen een nogal uniforme schrijftrant op. Men zou het een dagboeken- en brieven-stijl kunnen noemen; een vlotte verteltrant, maar tamelijk stereotiep. Men trof dit vooral aan bij het beschrijven van eigen hobbies en populaire muziek- en sportcoryfeeën. Het lijkt er op dat een dergelijke stijl een soort imitatie is van die in tienerbladen. Toon en inhoud daarvan hebben kennelijk een positieve invloed op een vrije, onverbloemde en directe uiting van inzichten en gevoelens. Het gevaar dreigt echter een soort ‘mono-stijl’ in te voeren, die bij klakkeloze overname door jongeren tot verarming kan leiden.

School- en klasse-krant vormen de categorie groepswerk in deze leeftijdsklasse. De jury meent te moeten waarschuwen voor een neiging om er een soort ‘compendia’ van andere tijdschriften van te maken en bepleit meer eigen werk en creativiteit in deze publicaties.

De individuele meningen over televisie en tv-programma's boeken van geringe kwaliteit. Veel beter was het schrijven over favoriete figuren die een rote persoonlijke benadering tot gevolg hadden. Voor de hoofdprijs werd echter gekozen voor een poëtische ontboezeming over een favoriet landschap. Lag de kwaliteit al hoog in deze groep individuele bijdragen, nog sterker was dat bij de ‘vraaggesprekken’. Natuurlijk waren er ook diverse bij, die het kennelijk vooraf opgestelde vragenlijstje afwerkten zonder verder tot dialoog met de geïnterviewde te komen. Maar er bleven verschillende gesprekken van bijzonder goede kwaliteit ter beoordeling over om de jury voor een zeer moeilijke keuze te stellen. Vandaar dat deze het aantal eervolle vermeldingen hiervoor uitgebreid wilde zien.

De sterkste inzendingen kwamen ook ditmaal uit de leeftijdsgroep van 17 tot 20-jarigen. Er was behoorlijk groepswerk in de vorm van schoolkranten, al geldt ook hier, dat schoolkranten die voor een groot deel bestaan uit van elders verzameld werk, niet ingezonden behoorden te worden.

Hetzelfde geldt voor enkele boekbesprekingen: men valt daarbij wel eens te gemakkelijk terug op al bestaande excerpten van boeken (!). Overigens waren er ook enkele zeer goede besprekingen van boeken of films in een zeer persoonlijke stijl bij.

Bijzonder goed viel een aantal teksten uit, die over voorgeschreven onderwerpen moesten gaan. Ook hier was de jurering moeilijk. Opvallend was, dat een onderwerp als ‘mode’ boeiend behandeld werd met een grote verscheidenheid van invalshoeken voor deze ‘persoonlijke keuze’. Daarnaast viel op, dat een onderwerp als ‘beroepskeuze’ veel minder geëngageerd en zelfs soms nogal defaitistisch behandeld werd. Men had ook minder voor dit onderwerp gekozen dan voor ‘mode’. De moeilijkste beoordeling gold de onderwerpen naar eigen keuze. Vandaar het juryvoorstel hier twee gelijkaardige prijzen toe te kennen. Tenslotte dient vermeld te worden dat tot de bekroningen van dit jaar twee inzenders behoren die ook vorig jaar een eervolle vermelding verdienden.

Ook dit jaar meende de jury in de oudste leeftijdsgroep 21 tot 25-jarigen geen eerste prijs te kunnen toekennen.

Aan het gevraagde ‘cursiefje’ hebben enkelen zich duidelijk vertild: slechts een enkele inzending had b.v. de beperkte omvang die er zo kenmerkend voor is.

De jury wilde trouwens weer haar beklag doen over de te grote lengte van een aantal inzendingen. Als maximum staat opgegeven 1200 woorden en vaak ziet men

[pagina 198]
[p. 198]

een overschrijding met méér dan tien procent hiervan.

Tot slot dient gesteld te worden, dat de jury toch weer over het geheel genomen haar taak met plezier heeft vervuld. Er is een goed en vaardig taalgebruik, er is belangstelling voor een verscheidenheid aan onderwerpen en kennelijk bestaat er in noord en zuid ook een belangstelling voor het medium van de geschreven voorlichting.

Activiteiten van het Algemeen Nederlands Verbond
Afdeling Limburg

Secr.-Penningm.: Ir. F. Hendrickx Gorsemweg 8, 3800 Sint-Truiden Tel. 011 / 68 33 41

 

-23-1: (K.VIV + WA) bezoek radiatorenfabriek Radson, Zonhoven.
-3-2: Hugo SCHILTZ: ‘De V.U. en de actuele politiek’.
-24-2: (K.VIV + VVA) J. VAN ROMPAEY: ‘Belevenissen van een TV-journalist’.
-6-3: (VVA + K.VIV) Prof. P. SMEYERS ‘Het uitdeinende heelal’.
-19-3: (K.VIV + WA) Prof. J. PUT: ‘Evolutie van het wetenschappelijk denken’.
-mei: bezoek Tessenderlo L.V.N.
-lente: Gezinsweek-end aan zee.
-van 6-6 te 17 u. per luxecars GROTE PINKSTERREIS naar PRAAG. Terug in de nacht van 9-6. Ontmoeting met academici is voorzien. Nu reeds aanmelden verhoogt de kans om bij de 40 deelnemers te zijn.

Jury-rapport Visser-Neerlandiaprijsvraag toneelstukken 1980

De jury zag zich bij deze prijsvraag geconfronteerd met een ongebruikelijk groot aantal inzendingen. Het waren er maar liefst 76.

Ofschoon de inhoud soms door het ontbreken van enige kwaliteit, maar vaak ook door telkens terugkomende deprimerende thema's van onze tijd, als bij voorbeeld de problemen van het verouderen en het daarbij langzaam afsterven van geest en lichaam en/of allerlei vormen van sexuele frustraties, het lezen niet altijd tot een onverdeeld genoegen maakte, kon de jury toch uiteindelijk met voldoening de conclusie trekken, dat zo'n 20% van de inzendingen wezen op voldoende kwaliteit qua thema, taalgebruik en speelbaarheid, om 21 stukken in de eind-discussie te betrekken. Voorwaar geen slechte oogst.

De jury heeft aanbevolen drie inzenders met een geldprijs te bekronen, maar meende goed te doen een zevental stukken, die wel degelijk bij de finale betrokken waren, met een eervolle vermelding voor het voetlicht te plaatsen, opdat ook de schrijvers daarvan de aandacht krijgen, die zij wel degelijk verdienen.

 

In strikt alfabetische volgorde gerangschikt naar de titels, waren dit de volgende inzendingen:

 

1.HET BUITENLAND, schrijver Edwin Vlassenroot uit Amsterdam. Twee mannen en vier vrouwen ergens op een strand. Er gebeurt weinig. Het contact tussen de figuren blijft vaag, maar de schrijver heeft een Harold Pinter-achtige sfeer opgeroepen, waarin onuitgesproken conflicten voelbaar zijn, zodat het gegeven blijft boeien.
2.DE DAKBEWONERS, schrijver Omar Robinon uit Denderleeuw.
Drie mannen en drie vrouwen, bewoners van een groot flatgebouw in een volksbuurt, ontmoeten elkaar op een zonnedak. De figuren zijn mensen van vlees en bloed. Nadine, een jonge, mooie vrouw die met haar warmte en levenslust voor de communicatie zorgt; een zwanger meisje; een vastgelopen echtpaar; een jonge werkloze. En dan, als tegenpool een in dat milieu verdwaalde violist. Er gebeurt veel. Een staking, zelfmoord, misschien gebeurt er te veel, maar de situaties en figuren zijn geloofwaardig.
3.EEN AVOND IN MEI, schrijver Lucien van den Briele uit Mechelen. Thuis bij een blinde oorlogsinvalide. Drie gevallen krijgsmakkers, die hem in zijn herinnering niet loslaten, krijgen op toneel gestalte voor hem, maar niet voor zijn vrouw.
Een originele en gedurfde aanpak. Een interessante opgave voor een regisseur.
4.GASKASTJE VOOR TWEE PERSONEN, schrijver C. de Hoon, Heerlen.
Een oud, versleten echtpaar wacht op een bezoek van een zoon, die nooit komt. Wel komt een oude vriend, een circusartiest. Goede, vaak beklemmende, natuurlijke dialoog.
5.KASSANDRA, schrijfster Suze Rodrigues Lopes uit Haarlem.
Een met kundig taalgebruik goed geconstrueerd drama, geheel op klassieke leest geschoeid, en daarom zeker interessant voor een speciaal gericht publiek.
6.LANG ZAL DIE LEVEN, schrijver Jurrie Kwant uit Amsterdam.
De hoofdfiguur Bert Lapinski, een man van middelbare leeftijd viert zijn verjaardag met zijn ex-vrouw, zijn moeder, zijn zoon, zijn psychiater, zijn minnares en nog een paar figuren. Via flashbacks en monologen wordt duidelijk dat heel veel, zo niet alles in het leven van Lapinski ondanks zijn uiterlijke succes een droevige mislukking is.
Behoorlijke dialoog, levende figuren, een interessante opzet.
7.MONTEZUMA, schrijver Adriaan Venema, Amsterdam.
Montezuma, de laatste vorst der Azteken in confrontatie met zijn overweldiger Cortez.
De schrijver heeft met uiterst beperkte toneelmiddelen de essentie van deze grootse historische tragedie raak weten te treffen.
De jury heeft bedenkingen, wanneer de schrijver dergelijke figuren een plat modern idioom in de mond legt, maar zo nodig is dat niet moeilijk te verhelpen.

En nu de prijswinnaars.

De jury heeft aanbevolen een derde prijs, groot f 1000,-, toe te kennen aan Haye van der Heyden uit Utrecht, voor het stuk: DRIE MEISJES, DRIE JONGENS.

Een echtpaar, wier huwelijk vastgelopen is, wil afstand doen van hun kind. Een stel homofielen wil het kind aanvankelijk graag hebben.

Openhartige gesprekken over ouders, jeugd en sexualiteit. Een knappe tekening van een modern grotestads milieu. Bij een drinkpartij ontwikkelen zich dramatische, veel onthullende situaties. Een natuurlijke, rake dialoog maakt dit stuk zeer speelbaar.

[pagina 199]
[p. 199]

De jury heeft aanbevolen een tweede prijs, groot f 1500,-, toe te kennen aan Michel Desmyter uit Lier voor GODSENEWARIE. Een jong echtpaar leeft in bij ‘Ma’, de moeder van de vrouw. Ma lijdt aan allerlei ouderdomsverschijnselen, waaronder geheugenverlies. Maar afgezien daarvan bemoeilijkt ze op allerlei manieren het liefdesleven van het jonge paar zodanig, dat het huwelijk op springen komt te staan.

Natuurlijke levendige dialoog, tragikomische situaties, goed getekende en goed vastgehouden karakters, geschreven door een schrijver, die al eerder een Visser-Neerlandiaprijs gewonnen heeft.

 

De jury heeft aanbevolen een eerste prijs, groot f 2000,-, toe te kennen aan Rudy Geldhof uit Brugge voor zijn stuk NOCH VIS NOCH VLEES.

Een oude dame houdt een kookdemonstratie voor een vrouwenvereniging. Zij zal een eigen vinding toebereiden. ‘Het is iets met vis en vlees’, zegt ze. Terwijl ze dit doet, onzichtbaar bijgestaan door helpsters achter het toneel, vertelt ze in een monoloog haar leven, onderhoudend beschreven tegen de achtergrond van de recente Belgische geschiedenis.

Het stuk is zo natuurlijk opgezet, zowel wat de demonstratie zelf betreft als de ontroerende levensgeschiedenis van de vrouw, dat men in de jury verwachtte, dat het stuk door een oudere vrouw geschreven zou zijn. Dat dit niet zo blijkt te zijn, vervult de jury met nog meer respekt.

Het stuk is in één adem geschreven. Van begin tot eind is het boeiend. Als de demonstratie tenslotte mislukt, is dit tevens het symbool van de tragische slotfase van haar leven. Een aangrijpend slot.

De jury was unaniem van mening, dat de schrijver van ‘Noch vis noch vlees’ ditmaal met de eerste prijs bekroond behoort te worden.

 

De jury

 

Hans Keuls, voorzitter,

Alphons van Impe,

Rob Scholten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Hans Keuls

  • Alfons Van Impe

  • Rob Scholten

  • Mieke Knaepkens

  • over Rudy Geldhof