Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 88 (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 88
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 88Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 88

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 88

(1984)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

nieuwsbrief van het algemeen-nederlands congres

illustratie

Leefmilieu

De “Vlaamse-Nederlandse werkgroep Leefmilieu” vergaderde op vrijdag 9 december 1983 in de lokalen van de Brabantse Milieufederatie te Tilburg (BMF).

Nadat per 1 mei 1983 Roeland Dirks het secretariaat van Bond Beter Leefmilieu (BBL) verliet en om die reden ook aftrad als voorzitter van het milieuoverleg, werd drs. M.J.E. Kruijtzer (extern beleidscoördinator Stichting Natuur en Milieu) ad interim voorzitter. Per 1 januari 1984 wordt hij geïnstalleerd als voorzitter van de “Vlaams-Nederlandse werkgroep Leefmilieu” van het ANC. Prof. dr. H. Gysels wordt co-voorzitter.

Bij de Vlaamse overkoepelende milieuorganisatie Bond Beter Leefmilieu (BBL) werd een nieuw bestuur gekozen. Aan het BBL-secretariaat zal een verzoek gericht worden om een nieuwe afgevaardigde naar het milieuoverleg te willen afvaardigen.

 

Volgende punten werden op de vergadering behandeld:

 

1.Pro Memorie-lijst:
l.v.m. de Watertractaten zijn er plannen voor een nieuw gemaal bij Pan Heel t.b.v. de landbouw. Dit nieuw gemaal gaat een extra-hoeveelheid water onttrekken aan de Maas. Gezien deze materie ressorteert onder de waterverdragen zal overleg met België noodzakelijk zijn.
l.v.m. de Rijksweg 69 Eindhoven-Belgische grens (richting Hasselt) vreest de milieubeweging dat men aan beide zijden van de grens voor voldongen feiten zal worden gesteld. Het - formeel geschrapte - tracé A 24 (Hasselt-Nederlandse grens) wordt namelijk door de Nederlandse overheid gehanteerd om de A 69 aan te leggen. De milieufederaties van Noord-Brabant, Belgisch en Nederlands Limburg zullen deze zaak nauwlettend volgen.
l.v.m. de Zoomweg aan de Belgisch-Nederlandse grens ten Noorden van Antwerpen, zal er een contactvergadering worden belegd tussen BMF-Benegora en de werkgroep Havenweg-Zoomweg om te komen tot een gezamenlijk Vlaams-Nederlands standpunt inzake de Zoomweg.
2.Studiedag milieu-effectrapportering:
Zoals reeds eerder gemeld - een uitvoeriger bijdrage over de studiedag kunt u elders in dit blad lezen - organiseert de werkgroep op zaterdag 25 februari een studiedag in de Ufsia te Antwerpen over het thema m.e.r.
De subsidiëring voor deze dag is informeel (mondeling) toegezegd. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en het Commissariaat Generaal voor de Internationale Culturele Samenwerking (Belgisch-Nederlands Cultureel Akkoord) nemen elk de helft van het negatief saldo voor hun rekening.
3.Congresthema 39e Congres 1985:
Na de studiedag zal de werkgroep verder werken aan het congresthema voor 1985: de grensoverschrijdende parken en natuurgebieden. De fase van de inventarisatie is momenteel afgerond zodat kan begonnen worden met het onderzoek naar eenheid van inrichting en beheer voor deze parken.
Hiervoor zal een beperkte commissie worden samengesteld die twee taken meekrijgt:
-terminologie: conform aan art. 4-c van het Taalunieverdrag moet i.s.m. linguïsten orde op zaken gesteld worden inzake de terminologie. Zowel de Vlaamse overheid als milieumiddens hanteren andere begrippen dan de Nederlandse (de Benelux hanteert op haar beurt nóg andere begrippen).
-voorbereiding (inhoudelijk) van het congresthema.
4.Tot slot werd een aanzet gemaakt voor het thema “grensoverschrijdende effecten van ruilverkaveling”. Vaak wordt ervaren dat ruilverkavelingen aan de ene kant van de grens gevolgen heeft op de ruilverkavelingsplannen aan de andere kant van de grens. Tevens is in de toekomst voorzien (wanneer de Ontwerp-Structuurschets Westerscheldebekken, Benelux Economische Unie, door de drie overheden zal zijn geratificeerd) dat overleg over de grenzen heen inzake deze materie verplicht wordt.

Stichting boek zevende symposion en colloquium omtrent het boek

Over het thema “De boekenconsument in het Nederlandse taalgebied” worden door het Limburgs Universitair Centrum te Diepenbeek en de Stichting Boek in samenwerking met het Vlaams Cultureel Centrum te Amsterdam en met aanbeveling van de Nederlandse Taalunie twee studiedagen georganiseerd: een colloquium over “sociale marketing voor boek en lezen” op 22 maart 1984; een symposion over “de boekenconsument” op 23 maart 1984. Ze vinden plaats te Amsterdam in het Vlaams Cultureel Centrum “De Brakke Grond” in het raam van een uitgebreid programma “Manifestaties Boek '84” lopend van 22 maart tot en met 1 mei 1984.

[pagina 34]
[p. 34]

Sinds 1978 worden door het Limburgs Universitair Centrum - en de laatste jaren in een samenwerkingsverband met de Stichting Boek - elk jaar in het voorjaar de “Manifestaties Boek” georganiseerd.

De bestaansreden voor deze activiteiten is te vinden in de behoefte, binnen het Nederlandse taalgebied, aan een versteviging van de maatschappelijke rol van het boek als cultuurinstrument en het lezen als cultuurtechniek: het heden en de toekomst van de communicatie via het gedrukte medium. In het raam van zijn maatschappelijke taak heeft het Limburgs Universitair Centrum van meetaf aan daartoe willen bijdragen. In het raam van haar specifieke doelstellingen op dit gebied wil de Stichting Boek nog intensiever tot deze promotie bijdragen.

Met het symposion over “de boekenconsument” worden vooral vragen aan de orde gesteld als: tot wat dient het boek in hoofde van de consument (hoe gaat men individueel en maatschappelijk om met boeken) en aan welke kwalitatieve vereisten (naar inhoud en vorm) moet het voldoen; wat kan en mag de boekenconsument verwachten van de produktie, de distributie, de beschikbaarheid en de bereikbaarheid van het boek. Vooral tijdens een panel- en forumgesprek waarin de onderscheiden geïnteresseerde groepen vertegenwoordigd zijn zal hieraan aandacht worden gegeven. Het symposion is bedoeld voor een zo ruim mogelijk publiek dat geïnteresseerd is aan de verschillende aspecten die aan de orde gesteld worden. Aan het symposion verlenen hun medewerking: C. Van Baelen (Antwerpen), M. Bemelman (Amsterdam), E. Braches (Amsterdam), M. Degraeve (Hasselt), A. Faché (Diepenbeek), A. Grypdonck (Diepenbeek), A. Th. Hulskamp (Baarn), M. Janssens (Leuven), S.L. Kwee (Eindhoven), W.A.M. de Moor (Nijmegen), H.J.M. Nelissen (Bilthoven), W. Nimmegeers (Gent).

Voor het colloquium over “sociale marketing voor boek en lezen” wordt uitgegaan van de gedachte dat juist in een op oppervlakkigheid afgestemde informatiemaatschappij de promotie van het cultuurinstrument “boek” en de cultuurtechniek “lezen” moeten worden bevorderd. Daartoe dient vooral het “profijtbesef”, het waardenbesef bij de potentiële consument bevorderd. Dit kan gebeuren in het raam van een voorwaardenscheppend overheidsbeleid dat in dit verband kan afgestemd worden op maatschappelijke verandering door de marketing van maatschappelijk en cultureel georiënteerde opvattingen omtrent boek en lezen. Aandacht wordt ook gegeven aan de bijdragen van boekenbranche, onderwijs en bibliotheekwezen tot deze sociale marketing. In een brede panel- en forumdiscussie wordt nader ingegaan op de behoefte aan, en de mogelijkheden van realisatie van een dergelijke sociale marketing. Het colloquium is bedoeld voor een aan de promotie van boek en lezen geïnteresseerd publiek.

Aan het colloquium verlenen hun medewerking: P. Berger (Den Haag), B. Eisen (Brussel), A. Grypdonck (Diepenbeek), A. Heirman (Brussel), P. Mahieu (Antwerpen), H.J.M. Nelissen (Bilthoven), D. Reumer (Den Haag), H. Schurmans (Brussel), Jos Vandeloo (Antwerpen), A. Voster (Amsterdam), B. Wiebenga (Amsterdam).

 

Een gedetailleerd programma met inschrijvingsformulier kan worden aangevraagd bij het Limburgs Universitair Centrum, Universitaire Campus, B-3610 Diepenbeek (tel. 011/22 99 61) of bij het Vlaams Cultureel Centrum, Nes 45, 1012 KD Amsterdam (tel. 020/22 90 14).

Werkgroep vrouwenproblematiek

Met het oog op het 39ste Congres zal een eerste Noord-Zuid-vergadering plaatsvinden op zaterdag 28 januari van 14 tot 17 u. in ‘De Brakke Grond’.

 

Op de agenda van de vergadering staat:

 

-bespreking van de hoofdthema's voor het 39ste ANC
-aanduiden van de verslaggevers
-voorstellen voor uitbreiding van de werkgroep
-voorstellen voor tussentijdse actie
-vastleggen van kalender van de volgende vergadering
-uitwisselen van documentatie

 

Hiertoe werden een veertigtal personen en organisaties uitgenodigd die zich in Vlaanderen en Nederland met de vrouwen-problematiek bezighouden. Tevens werden de vrouwen, die zitting hebben in de Nederlandse 1e en 2e Kamer en in de Vlaamse Raad uitgenodigd.

Activiteitsverslag van de werkgroep ‘De Nederlanden in de wereld’

De werkgroep hield in 1983 7 werkvergaderingen, afwisselend in Maastricht, Den Haag, Roosendaal en Brussel.

Op 25 februari '83 organiseerde de werkgroep te Antwerpen een colloquium met als thema ‘Gemeenschappelijk Nederlands - Vlaams beleid voor Internationale Culturele Samenwerking’.

De verschillende werkvergaderingen waren voor een groot deel gewijd, hetzij aan de voorbereiding, hetzij aan de nazorg en evaluatie van dit colloquium en aan de opmaak van het verslag (persklaar maken van de voorgebrachte referaten, integraal uitschrijven van het debat, actualisering van de bijeengebrachte documentatie e.a.). Dit verslagboek is nu eindelijk klaar gekomen en wordt eerstdaags bezorgd aan de circa 200 deelnemers.

Ondertussen is de werkgroep, inspelend op een wens, geformuleerd op het colloquium, begonnen met een grondig onderzoek naar de mogelijkheden en modaliteiten om de Stichting ‘San Andres de los Flamencos’ te Madrid weer nieuw leven in te blazen, i.s.m. een Antwerpse afdeling van de ‘Orde van den Prince’, het Commissariaat-Generaal voor Internationale Culturele Samenwerking van de Vlaamse Gemeenschap en de Ambassade van België te Madrid. De vooruitzichten zijn bemoedigend, hoewel dient opgemerkt te worden dat het hier zal gaan om een werk van lange adem.

Tijdens de bijeenkomsten van 25 juli, 26 oktober en 7 december jl. heeft de werkgroep zich beraden over een ontwerpadvies-nota voor het ANV-Hoofdbestuur over de wenselijkheid en/of noodzaak van de samenstelling van een Nederlands-Zuidafrikaans Woordenboek, en meer speciaal over de vraag of het ANV hiervoor enig initiatief kan of moet nemen. De concept-adviesnota werd in de loop van de maand december aan het ANV-Hoofdbestuur overgemaakt.

De eerstvolgende bijeenkomst van de werkgroep heeft plaats in Maastricht op 3 februari e.k. en zal hoofdzakelijk gewijd zijn aan de bespreking van nieuwe projecten en initiatieven in het vooruitzicht van het komende Algemeen Nederlands Congres 1984-'85.

[pagina 35]
[p. 35]

Grensverkeer

Op vrijdag 18 november 1983 kwam in de Raadzaal van het Bureau voor Belgische Zaken te Breda de werkgroep Grensverkeer in vergadering bijeen.

Voorzitter J.L.M. Kits Nieuwenkamp verwelkomde er drie nieuwe leden: de heer J. Reuver (burgemeester van de Nederlandse grensgemeente Luycksgestel), de heer M. Van den Cloot (gemeenteraadslid van de Vlaamse gemeente Malle en voorzitter van de “actiegroep Europa”) en mevrouw J. Van Vlaanderen - Tuyaerts (gemeenteraadslid van Brugge).

Belangrijkste agendapunt betrof het voorstel tot een algemeen publiekrechtelijke bevoegdheid voor grensoverschrijdende gemeentelijke samenwerking.

Uit diverse rapporten en aanbevelingen blijkt de noodzaak te bestaan om een publiekrechtelijke bevoegdheid te creëren voor de grensoverschrijdende samenwerking tussen lagere overheden: Outline Convention van de Raad van Europa, Manifest voor een Beneluxrelance, rapport “Samenwerking tussen lagere overheden aan weerszijden van de grens met Duitsland en België”...

De werkgroep Grensverkeer is van plan medio 1984 een ontwerpverdrag aan het publiek voor te stellen om deze materie te regulariseren. Hiervoor werd reeds contact opgenomen met de Directie Binnenlands Bestuur (Mevr. drs. J.M.D. Munnichs - Van der Krabben), waar onze vraag tot samenwerking tussen de Directie en de werkgroep gunstig werd onthaald. Mevr. Munnichs kon echter om gezondheidsredenen niet aanwezig zijn op de laatste vergadering. Op de volgende werkgroepvergadering zal zij opnieuw worden uitgenodigd om na te gaan hoever die samenwerking kan gaan en wat de mogelijkheden zijn voor grensoverschrijdende samenwerking van lagere overheden.

Tevens zal er contact worden gelegd met het Belgische ministerie van Binnenlandse Zaken en het Gemeenschapsministerie van Ondergeschikte Besturen (m.b.t. de bevoegdheidsverdeling), en met de Benelux Economische Unie.

Tevens plant de werkgroep voor 1984 een hoorzitting in de grensstreek waar de presentatie van de verdragstekst het hoogtepunt moet zijn. De dagopzet ziet er als volgt uit:

1.Opening;
2.Betoog voor grensoverschrijdende samenwerking door een E.P.-lid;
3.Deskundige inleiding van een (meerdere) burgemeester(s) van grensgemeente(n): aangeven van praktische knelpunten;
4.Voorstelling verdragstekst.
5.Plenumdiscussie.

De werkgroep stelt duidelijk dat op deze dag op twee niveau's moet worden gewerkt:

-van bovenaf (overheden): via de verdragstekst;
-van onderuit (bevolking): via de getuigenissen over de concrete situatie.

De volgende vergadering zal begin maart worden georganiseerd.

Toerisme

Op 14 november 1983 vergaderde de werkgroep Toerisme in het Nederlandse Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme en Recreatie (NWIT) te Breda.

Voorzitter T.G.W. Bodewes, gastheer, opende er de vergadering om 17.00 uur. De werkgroep plant in het najaar '84 een studiedag over Jeugdtoerisme. Het is niet de bedoeling om met deze studiedag het hele veld van het jeugd- en jongeren-toerisme te bestrijken, maar eerder zich toe te spitsen op de toeristische mogelijkheden voor kansarmen.

De ervaring leert dat bv. schoolgaande jeugd, en ook in mindere mate de werkende jeugd, voldoende op de hoogte is van het toeristische aanbod en ook over de nodige financiële middelen beschikt. De nadruk zal daarom ook komen te liggen op de mogelijkheden die er geboden worden aan de zgn. kansarmen (werklozen...) voor goedkope vakanties. Wat is het aanbod? Hoe speelt de overheid in op de vraag? Hoe ligt de subsidiëring in Vlaanderen en Nederland? enz...

Voorlopig is de voorbereidende commissie samengesteld uit mw. Wilma Lankhorst (NWIT), Ruud Dekker (Bureau voor Internationale Jongeren Kontakten - BIJK) en Jan Van Aken (Commissariaat Generaal voor Toerisme - CGT). In een latere fase zal naar versterking worden uitgekeken.

Op het Algemeen-Nederlands Congres van 1985 zal de werkgroep Toerisme een studie presenteren over het “Nabuurtoerisme”. Uitgangspunt voor deze studie is de vraag of het geregeld toeristisch verkeer tussen Vlaanderen en Nederland gevolgen heeft voor de beeldvorming over en weer. Tevens zal worden nagegaan wat het algemeen beeld is van de omvang en de aard van, én de reden tot nabuurtoerisme.

Het rapport zal in drukvorm verspreid worden (Archiefnummer). Om echter niet in de fouten te hervallen zoals bij een vorige brochure “Toerisme in en van de Lage Landen” (A.N.A., tweede jaargang, nr. 4) is vooraf duidelijkheid omtrent het opzet noodzakelijk. Ondanks de vele goede bijdragen die voornoemde studie stofferen, is het geen consistent geheel (bepaalde afspraken werden niet nagekomen).

Om die reden wordt dan ook een duidelijk werkplan en opdracht opgesteld en moet er gezocht worden naar een budget.

Er zal worden nagegaan hoe bij de diverse ministriële departementen en nationale toeristische diensten in Vlaanderen en Nederland wordt gereageerd op dergelijk verzoek tot financiering van een rapport over nabuurtoerisme.

Tot slot werd de vergadering afgerond met een lezing van mw. Wilma Lankhorst over haar scriptieonderwerp “Toeristisch onderwijs in Nederland en Vlaanderen”.

(Deze scriptie kwam reeds uitvoerig aan bod in Neerlandia 1983/3, p. 235).

Toch nog kort vermelden dat deze scriptie van deze (nu voormalige) NWIT-studente kadert in een van de gestemde resoluties van de werkgroep Toerisme: stimuleren van de studie van mogelijkheden en moeilijkheden met betrekking tot de integratie in het toeristisch onderwijs in Vlaanderen en Nederland. Interessant is tevens de melding dat mw. Lankhorst haar scriptie komt voorstellen op een vergadering van het Vlaamse Geotoer, een vereniging die vnl. leraren toerisme groepeert.

De laatste vergadering van de werkgroep Toerisme had plaats op 17 januari ll. te Antwerpen (VTB). In onze volgende editie zal hier uitvoerig aandacht aan worden besteed.

Media

Op zaterdag 19 november opende te Antwerpen voorzitter A. Sliepen de vergadering van de werkgroep Media.

Speciaal woord van dank ging uit naar de beide genodigden drs. G.J. Kemme (deskundige inzake de kabel) en P. Te Nuyl (media-adviseur bij de Nederlandse Taalunie).

Dhr. P. Te Nuyl sprak over de taak en de specifieke mogelijkheden van de Com-

[pagina 36]
[p. 36]

missie Media in het kader van het Taalunieverdrag.

De activiteiten van het Taalunie-secretariaat spitsen zich toe op twee domeinen:

-terrein van de bestaande activiteiten continueren;
-terrein van de nieuwe gezamenlijke activiteiten.

Wat het tweede punt betreft, moet volgens Te Nuyl enige voorzichtigheid in acht worden genomen: ondanks de vele goede voornemens en zelfs concrete plannen is nog maar weinig in huis kunnen komen van de nieuwe activiteiten omwille van geldgebrek. Deze algemene vaststelling heeft natuurlijk ook gevolgen voor de Commissie Media van T.U. Zo werd o.m. het plan om te starten met een cursus Nederlands/Frans (i.s.m. met de Wereldomroep) geschrapt wegens geldgebrek.

Volgens Te Nuyl kan het nog een tijdje duren vooraleer het secretariaat functioneert zoals het werd vooropgesteld.

Belangrijk punt binnen het Taalunieverdrag is het voornemen te starten met een gezamenlijk Vlaams-Nederlands radioprogramma. De reeds voorgestelde rapporten inzake dit initiatief (Radio Delta) dateren reeds van februari 1982. Toch blijkt het R.D.-idee, niettegenstaande het opstarten van het T.U.-secretariaat, niet méér aan belang te winnen. De samenwerking binnen de bevoegde diensten verloopt niet vlotter. Er bestaan nog steeds - wederzijds - weerstanden om op mediagebied gezamenlijk iets te ondernemen. Toch blijft de werkgroep met aandrang pleiten voor het Delta-plan, niet alleen omdat die samenwerking zo voor de handliggend is, maar ook met het oog op de snelle veranderingen in medialand. De komst van de sateliet is niet te stoppen, noch de mogelijkheden met de kabel (glasvezelkabel). Er zal terdege moeten rekening gehouden worden met een vloed van buitenlandse programma's waardoor de Nederlandse taal en cultuur in het verdomhoekje dreigt te komen. Een gezamenlijk Vlaams-Nederlands radioprogramma kan er toe bijdragen dat dit niet gebeurt.

 

Vervolgens bracht drs. G.J. Kemme verslag uit van zijn studiereis naar Amerika (studie over de kabelsituatie) in relatie tot het toekomistig kabelgebruik in de Lage Landen. Waar in Amerika een rationeel gebruik van de kabel mogelijk is (groot afzetgebied) is dit niet mogelijk voor kleine gebieden zoals Nederland of Vlaanderen. Om die reden dringt zich samenwerking op om het kabelgebruik en de producties van audiovisuele programma's gezamenlijk te doen (commerciële en cultuurpolitieke redenen).

Ook acht hij samenwerking noodzakelijk bij de invoering van “betaaltelevisie” (de zgn. pay-tv). De kans is namelijk erg groot dat voornamelijk buitenlandse - goedkope - producties in het pakket zullen worden aangeboden. Alle druk zal moeten uitgeoefend worden op de beide Cultuurministeries opdat een redelijk aanbod in het pakket van eigen makelij is.

 

Tot slot werd aandacht besteed aan het vooropgesteld congresthema voor 1985 over “Beeldvorming”. De BRT- en NOS-studiediensten zullen een onderzoeksopzet maken waarna gezocht zal worden naar financiers.

 

Momenteel telt de werkgroep Media negen leden, waarvan zes Nederlandse (na de toetreding van drs. G.J. Kemme als effectief lid en P. Te Nuyl als adviserend lid). De beide voorzitters zullen dan ook in overleg met het ANC-secretariaat Vlaamse mediadeskundigen aantrekken om deel te nemen aan het Vlaams-Nederlands media-overleg.

Studiedag: “Milieu-effectrapportering in Nederland en Vlaanderen”.

Ingericht door de “Vlaams-Nederlandse werkgroep Leefmilieu” van het ANC

 

Antwerpen, 25 februari 1984.

 

Inschrijven voor de studiedag is mogelijk op de dag zelf. Gelieve echter wel het ANC-secretariaat telefonisch op de hoogte te stellen.

 

Deelname in de onkosten: 400 BF / fl. 22 voor milieuverenigingen;

400 BF / fl. 33 voor privé-personen.

 

In de prijs zijn begrepen: deelname aan de studiedag, voorinformatie, verslag, lunch en koffie.

 

Algemeen-Nederlands Congres Willy Coninx Gallaitstraat 80 1030 Brussel tel. 02 / 241 31 64, of vanuit Nederland: 09 - 32.22.41.31.64.

Programma:

10.00 u.: Ontvangst der deelnemers.
10.30 u.: Opening door dagvoorzitter prof.
dr. H. Gysels: m.e.r., deregulering
en preventief milieubeleid.
10.45 u.: M.e.r. in Nederland door dr. P.
Winsemius, Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer.
11.05 u.: M.e.r. op nationaal niveau in
België door dr. F. Aerts, Staatssecretaris
voor Volksgezondheid
en Leefmilieu.
11.25 u.: M.e.r. in Vlaanderen door J.
Lenssens, Gemeenschapsminister
van Leefmilieu, Waterbeleid en
Onderwijs (gevraagd).
11.45 u.: Koffiepauze.
12.00 u.: Gelegenheid tot het stellen van
vragen. aan het panel van Miniters.
Discutanten: prof. mr. Th. G.
Drupsteen en lie. R.J.V. Nys.
13.00 u.: Lunch.
14.00 u.: Randvoorwaarden voor milieu
effect rapportage.
Referaathouder: ir. R. Rense.
14.30 u.: M.e.r. in Vlaanderen en Nederland,
een vergelijkende analyse.
Referaathouder: lic. L. Lavrijsen.
15.00 u.: Pauze.
15.15 u.: Plenumdiscussie over de door
sprekers aangebrachte stellingen.
Panel: prof. dr. H. Gysels, prof.
mr. Th.G. Drupsteen, ir. R. Rense,
lic. L. Lavrijsen en H. Abts
(Benelux Econ. Unie).
16.30 u.: Resoluties en slotbeschouwingen.
17.00 u.: Einde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken