Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 89 (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 89
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 89Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 89

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 89

(1985)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 98]
[p. 98]

Brieven van lezers

De leeuw

Met aandacht heb ik het artikel ‘DE LEEUW IN DE LAGE LANDEN’ van H.J. Hazewinkel gelezen.

De auteur valt gelukkig niet in het verhaal, hier in België zelfs officieel verspreid, dat graaf Diederik van den Elzas de ‘leeuw’ zou hebben afgenomen van een Turk en die zo hier hebben geïntroduceerd...

De waarheid is moeilijk uit te leggen, daar het ons voorgeschotelde beeld van ons verleden gans vervormd werd. Zulks wordt in datzelfde nummer 1984/5 besproken op blad 241 rechtse kolom, waar wordt vermeld wat in Duitsland (= buurland) nu over ons wordt gedacht.

Zoals de informatie nu, terzelfdertijd, op enkele kilometer gans vervalst is, wat moet dan de waarde zijn van informatie ons gebracht over eeuwen heen?

De verklaring van het voorkomen van al die leeuwen in onze wapenschilden is dan ook gewoonweg onmogelijk te begrijpen door mensen van onze tijd, heilig overtuigd van dingen als ‘wij werden beschaafd door de Romeinen’, ‘onze cultuur komt van de Grieken’, ‘Rome was in de tijd van Christus de eerste militaire macht van West-Europa’.

Ja, zelfs dat laatste blijkt vals te zijn... Twee decaden geleden had ik de gelegenheid een studie te maken met een hindouintellectueel (geschoold in hun opvatting van intellectualisme), en uit de vergelijking van onze en hunne overlevering kwamen elementen die niet enkel hun overlevering duidelijker maakten.

Weet u b.v. dat het Nederlands een der oudste talen der wereld is, met een groot prestige in landen als Indië en Japan? Hier in België leren de leidende kringen het natuurlijk anders. Maar ook in Nederland zijn de leidende kringen niet erg neerlandofiel, wat u reeds bekend was.

Vermits de geschiedenis der lage landen, zoals zij werkelijk is geschied in de eeuwen vóór de 11e eeuw, weinig uitstaans heeft met wat daarover officieel wordt aangeleerd, kan het voorkomen van de ‘LEEUW’ in onze wapenschilden onmogelijk worden verklaard, dan na grondige revisie van het geschiedkundig beeld dier tijden, met inbegrip van dat der voorgaande millennia.

 

Ir. L. THYSSENS

Antwerpen

De Trojaanse afstamming

In uw blad van december 1984 is het lezenswaardige artikel geplaatst van de hand van de heer H.J. Hazewinkel, ‘De leeuw in de lage landen’.

De schrijver stelt vast dat de heraldische leeuw voor het eerst in Vlaanderen in 1163, in Holland in 1198 en in Gelderland en Limburg in het begin van de twaalfde eeuw voorkomt. Dirk VII was de eerste Hollandse graaf die de leeuw in zijn wapen voerde. Dan volgt: ‘Later weet men niet meer waar de leeuw vandaan komt, en dan maakt men er helemaal een mooie legende van. De leeuw zou het koninklijk wapen van het oude Troje zijn geweest. De Frankische koningen uit het geslacht der Merovingers zouden afstammelingen zijn geweest van de koningen van Troje, die in goud een leeuw van rood voerden’. Dan wordt opgemerkt dat volgens de Rijmkroniek Graaf Dirk, door keizer Karel de Kale met het Graafschap Holland beleend, een leeuw van keel uit het Trojaanse geslacht als wapen naar Holland heeft gebracht.

Anders dan de schrijver opmerkt, is de herkomst dier legende omtrent de Trojaanse herkomst van vorstelijke geslachten in de latere Middeleeuwen wel terug te vinden. Ook elders in de door de schrijver geciteerde Rijmkroniek van Melis Stoke is de herkomst van Troje vermeld zoals:

‘Die clene Puppijn was genant.
Deze hevet die Vrancse croone genome Hem die van Troyen waren comen’.

En Graaf Aernout huwde in 980 ‘een wijf... van Grieken Tsconinx dochter waert/Die gheheten was Luutgaert’. Melis Stoke vermeldt dat de Graven van Holland stammen van de Frankische Koningen, dus van Pepijn de Korte en Karel de Grote.

Ook Jan van Leyden, Karmeliet-monnik uit Haarlem, vermeldt in zijn Hollande Cronijk dat koningen en edellieden allen stammen uit Troje.

Jan Romein heeft in 1931 voor het XIVde Nederlandsche Filologen-Congres een knap betoog gehouden, getiteld ‘De funktie van een historische fiktie. Zie zijn bundel ‘Het Onvoltooid Verleden’.

Hij geeft een verklaring voor deze legende. Het is terug te brengen tot het fundamentalistische geloof in de Bijbel dat in die dagen sterk was, er op neerkomende dat de Bijbel voor letterlijke waarheid gehouden diende te worden.

Zo ook de droom van Nebukadnezar, Koning van Babel, weergegeven in het Oud-Testamentische Bijbelboek Daniël. Nebukadnezar had gedroomd doch was de droom vergeten. Hij eiste van de geleerden, bezweerders en tovenaars in zijn rijk dat zij hem zouden vertellen wat hij had gedroomd en wat de uitleg er van was.

Tevergeefs wezen de ongelukkigen hem op de onmogelijkheid van die eis welke nog nooit door enig heerser was gesteld. Kort en goed was het koninklijke antwoord: Indien zij hieraan niet zouden voldoen, dan zouden zij ‘in stukken gehouwen worden’ en hun huizen ‘tot een puinhoop worden gemaakt’.

Daniël redt de situatie door Goddelijke inspiratie. Hij vertelt de Koning zijn droom en geeft de uitleg. In zijn droom had Nebukadnezar een groot beeld in een weidse vlakte gezien. Het hoofd was van goud, de borst van zilver, de buik van koper, de benen van ijzer, de voeten deels van ijzer deels van leem. Zonder toedoen van mensenhanden raakte een steen los. Deze verbrijzelde alles. Er was geen spoor meer van te vinden. De uitleg was: ‘Gij, o koning... - gij zijt dat gouden hoofd’. De overige metalen stelden de komende wereldrijken voor. De Middeleeuwse theologen en historici wisten nauwkeurig aan te wijzen dat het Zilver het Perzische Rijk had verbeeld, het Koper het Rijk van Alexander de Grote, het IJzer het Romeinse Rijk. En daarna? IJzer en leem en de totale vernietiging.

Geen prettige gedachte en dat juist in een tijd waarin het aardse leven in West-Europa iets prettiger werd. De opkomst der steden gaf een nieuwe beschaving, nieuwe hoop voor tallozen, nieuwe welvaart etc. en om dit alles te moeten verliezen?

Geen nood, theologen en juristen wisten er iets op, om hoop voor een voorlopig nog veilige toekomst te garanderen.

De Trojanen, zo heet het in de Middeleeuwse Kronieken, hebben niet alleen Rome gesticht, hetgeen ook reeds door de Romeinse hofpoëet Vergilius was bezongen, doch ook Xanten of Santen, aan de Duitse Rijn. Kortom, de Germanen stammen, evengoed als de Romeinen af van de Trojanen.

Nu de Germanen dus verwant zijn aan de Romeinen, is wat hun afstamming betreft, de historische fictie gered: krachtens afstamming bestaat nog steeds het IJzeren Rijk.

Meer zekerheden werden ingebouwd: Keizer Karel de Grote zou een Byzantijnse moeder hebben gehad (historisch onjuist). Graaf Aernout eveneens. Overal in de Eu-

[pagina 99]
[p. 99]

ropese heersersgeslachten treft men dochters van Byzantijnse keizers aan. Byzantium was onbetwist het (Oost-)Romeinse Rijk. Dus stamden de regerende vorsten in ieder geval ook van moederszijde af van een Romeins keizersgeslacht.

Daarnaast kwam de juridische constructie van de translatio imperii - de overdracht van het rijk - te hulp. In de kerstnacht van het jaar 800 werd in de toenmalige Sint Pieter te Rome Karel de Grote door de Paus tot keizer gekroond. Hierin werd naderhand de overdracht van de macht over heel het Romeinse Rijk naar de Franken gezien. En via hen naar de Roomse koningen van het Heilige Roomse Rijk. Zodoende was ook in juridische zin de fictie gered. De Germanen, door afstamming uit Troje aan de Romeinen gelijk, hadden een Rijk dat de voortzetting was van het Romeinse Rijk. En dus vertoefde men nog in het IJzeren Rijk: het rijk van IJzer en Leem en de ondergang waren dus nog lang niet aangebroken.

De betekenis van die Trojaanse herkomst is nadien verloren gegaan. Vandaar dan ook dat Simon van Leeuwen in zijn Batavia Illustrata (1688) spottend opmerkt: ‘Troye of Truye beduidt in de oude Duitse taal een straatverken, een Seuge; dewelke gemeenlijk vele jongen hebben. Soo heeft deze Troyaanse Seuge mede vele jonge biggens voor den dag gebracht, daar de Koningskroonen als baggens ende kostelijke steenen medeverciert werden. O IJdelheid der Ydelheden’.

Ook de befaamde Divisie-Kroniek van 1516 - eeuwenlang de bron geweest voor vele geschiedenisboeken - begint de geschiedenis van het Graafschap Holland met Adam en Eva in het Paradijs en Troje.

Nebucadnezar wordt in de Middeleeuwen onder de profeten gerekend. Hij immers had, volgens de Middeleeuwse theologen, Christus in de vurige oven met de drie jongelingen en in de steen, welke het beeld verbrijzelde, eeuwen voor de geboorte van Christus, gezien!

Vergilius gold ook als profeet: hij, de hofpoëet van Augustus, zou Christus' komst in zijn dichtwerken hebben voorspeld en was ook de grondlegger voor het nageslacht van de traditie van de Trojaanse afkomst der Romeinen.

Dank zij de dubbele constructie - de Trojaanse afstamming en de voortzetting van het Romeinse Rijk - was een middeleeuwse traditie geschapen welke over geheel West-Europa verbreid was.

Het vorige-eeuwse Bijbelcommentaar van Dächsel vermeldt nog het volgende: ‘Het Chaldeeuwse Rijk maakte, evenals later het Romeinse, er aanspraak op, een de gehele wereld omvattende, algemene, monarchie te zijn. Een rechtsgeleerde in Bologna, Bartolus en Saxoferrat (overleden in 1356), bewijst in een commentaar op de Pandecten, dat diegene een ketter zou wezen, die beweerde dat ‘de Duitsche keizer van het Roomsche Rijk niet zou zijn de monarch en heer der gansche aarde’.

Veel glorie ontleende het Graafschap Holland aan het feit dat graaf Willem II Rooms Koning zou zijn geweest.

Door de fictie van de Trojaanse afstamming hadden de heersende geslachten tevens een garantie voor hun erfopvolging: andere geslachten konden niet op zulk een afstamming bogen en dus zou het gevaarlijk zijn zulk een geslacht aan de macht te brengen. Het bestaan van het IJzeren Rijk stond op het spel.

Het doet deugd dit betoog bevestigd te zien in het artikel van de heer Hazewinkel die aantekent dat de heraldische Leeuw evenzeer uit Troje zou stammen.

 

Mr. L. van HEIJNINGEN

's-Gravenhage

‘Op glad ijs’

Als ik in een ‘Vlaamse’ krant lees: ‘Minister van Vlaamse Kultuur Poma heeft zich tijdens het afgelopen karnavalsweekeinde op glad ijs begeven’ (De Standaard, 5 maart 1984), of in een lezersbrief in Neerlandia (september 1984) ‘dat men Vlamingen en Nederlanders als twee verschillende volkeren moet zien’, word ik wat treurig. Moet ik dan mijn leven verder opgescheept blijven met dat oergallicisme ‘Vlaming’? Het komt me voor als pure ironie dat ik me zou moeten Vlaming noemen terwijl ik in Tienen geboren en getogen ben. Soms wordt de ironie eens ontmaskerd, zoals op een revue van studenten, waar een podiumbeklimmer een grap maakte over Oostvlamingen en daarna zinspeelde op de Limburgers, ‘die toch ook Oostvlamingen zijn!?’. Zelfs het gejouw van de Limburgers in de zaal als reactie op de delicate (!) woordspeling van de Mechelaar achter de microfoon deed niemand zijn wenkbrauwen fronsen. Jammer, maar de ironie ontspoort hier en de verwarring groeit.

Zou een Tienenaar - of Hasselaar - tot het ‘Vlaamse’ volk behoren en niet tot het Nederlandse omdat zijn ‘grote levenskunst’ in tegenstelling tot die van een Eindhovenaar - of Maastrichtenaar - ‘het plantrekken’ is, omdat de mensen van Eindhoven - en Maastricht - zich hebben ‘geconfirmeerd’ aan het Noorden en die van Tienen - en Hasselt - (nog) niet?

Sinds mijn vijftiende heb ik gestadig mijn Nederlands bewustzijn gevoed en verzorgd, net als mijn kennis over onze Lage Landen en hun hstorie. Al vlug kwam ik tot het inzicht dat mijn taal verzorgen en ontwikkelen niet mogelijk was zonder de geschiedenis van haar sprekers te kennen. Door zoveel jaren standvastig en gewillig als goede leerling zoveel boeken en boekjes, kranten en krantjes te lezen, door zoveel woorden van geleerde professoren, enthousiaste perslui, geestdriftige politici, voorzitters van cultuurverenigingen en andere clubs te beluisteren, door zoveel fietstochten langs taal- en landsgrenzen, tentatieve enquêtes in dorpen waar wie in 's hemelsnaam wat sprak te wagen, door zoveel jaren zonder ophouden mijn taal te oefenen, te toetsen en te meten aan andere talen - we leerden hét Frans, hét Engels en hét Duits - , daardoor ben ik tot het onomstootbare besef gekomen dat ik, hoewel ik héél soms de neiging voel het anders te wensen, slechts tot één taal- en cultuurgebied behoor: het Nederlandse, slechts tot één natie: de Nederlandse.

Ooit, niet lang, heb ik mezelf ook Vlaming genoemd. Het begon bij mijn vaders verhalen, kende een hoogtepunt toen ik vergeelde frontblaadjes uit '14-'18 in handen kreeg, en eindigde toen ik in de poësis het Wilhelmus las.

Me confirmeren aan het Noorden meen ik niet te hoeven; me uiten, zij het niet staatkundig dan toch volkskundig, als Nederlander wens ik ongehinderd te doen. Waarom me Vlaming noemen als ik Nederlander ben? Het zou niet alleen ongerijmd, maar vooral overbodig zijn.

 

Wim GINCKELS

Tienen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken