Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 89 (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 89
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 89Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 89

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 89

(1985)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 124]
[p. 124]

nieuwsbrief
algemeen-nederlands congres

illustratie

Werkgroepen

Vredesproblematiek

Op dinsdag 18 juni vond in 't Blazoen te Antwerpen de eerste contactvergadering plaats van de nieuwe Vlaams-Nederlandse werkgroep Vredesproblematiek.

 

Op deze vergadering waren aanwezig: Robby Berloznik (Centrum voor Polemologie, Vrije Universiteit Brussel); Philip Everts (Instituut voor Internationale Studiën, Vereniging voor Vredes- en Konfliktonderzoek; Rijksuniversiteit Leiden), Miklós Racz en Ad Woudenberg (Nederlands Comité voor Europese Veiligheid en Samenwerking, Krommenie); Rik Gysels (co-voorzitter werkgroep Leefmilieu, professor Rijksuniversiteit Gent); Chiel Verduijn (Humanistisch Vredesberaad, Amsterdam); Eloi Glorieux en Marleen Duymelinck (Medische Werkgroep tegen Atoomwapens, Brussel); Paul Lansu (Pax Christi Vlaanderen, Antwerpen); Pieter Sturm (Stichting Vredesopbouw, Utrecht); Guy Riems (Universitaire Vredesdagen, Brussel); Bert Vanhulle (Vlaams Aktiekomitee tegen Atoomwapens); Michel Hermans (Bureau Buitenland Technische Hogeschool Delft), Ben Oostenbrink (werkgroep Polemologie, Vrije Universiteit Amsterdam); Rob Vierhout (Studiecentrum voor Vredesvraagstukken, Nijmegem); Herman de Lange (Polemologisch Instituut Rijksuniversiteit Groningen).

 

Waren verontschuldigd, maar willen wel meewerken: Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie (de heren Hollants Van Loocke en Jacobs); Interfacultaire Coördinatiegroep Vredesonderzoek Katholieke Universiteit Leuven (Prof. Leirman deelde mee dat de coördinatiegroep momenteel geherstructureerd wordt en in twee luiken wordt opgesplitst); Nederlandse Vereniging voor Medische Polemologie; de heer R. Coolsaet (Socialistisch Emiel Vandervelde Instituut); de heer M. van Opstal (ex-majoorgeneesheer); Overlegcentrum voor de Vrede (de heer R. de Gendt); Pax Christi Nederland; Prof. H. van Daele (Historische en Vergelijkende pedagogiek, R.U. Gent).

 

Nadat de aanwezigen zich hadden voorgesteld, gaf secretaris W. Vandaele een kort overzicht over doel en werking van het Algemeen-Nederlands Congres. Aan de aanwezigen werd een korte toelichting bij het A.-N.C. uitgedeeld en een overzicht van de verschillende werkgroepen en hun thema's.

Meteen corrigeerde de secretaris de tekst die in de brochure voor de openingszitting verscheen over de toen nog op te richten werkgroep Vredesproblematiek. Bij het opstellen van die tekst had de auteur enkel contact gehad met ‘vredesbewegers’ en polemologen. Het was toen nog niet duidelijk of er van militaire zijde medewerking kon verwacht worden en of het hoe dan ook haalbaar en wenselijk zou zijn zowel polemologen, mensen van de vredesbeweging, als militairen in één werkgroep samen te brengen. Ondertussen bleek echter niet alleen dat er wel degelijk belangstelling bestaat vanuit het leger, maar dat ook de polemologen en de vredesactivisten er prijs op stellen tot een brede en serene dialoog te komen. Ze hopen dat het Algemeen-Nederlands Congres daartoe een forum kan bieden.

 

Op de vergadering werd verder gesproken over de organisatie van het 39ste Algemeen-Nederlands Congres en werd het werkschema uiteengezet waarvolgens de diverse werkgroepen de slotzitting van het Congres voorbereiden. Bijzondere aandacht ging hierbij vanzelfsprekend naar de publikaties.

 

Na een persoonlijke getuigenis van prof. Gysels vanuit zijn ervaringen als co-voorzitter van de A.-N.C.-werkgroep Leefmilieu, volgde een uitvoerige ‘brainstorming’. Hoewel op die manier tal van mogelijke acties en onderwerpen voor studie werden gelanceerd, werd uiteindelijk heel concreet afgesproken dat elke aanwezige vóór 15 augustus voor zijn eigen vereniging en rekening houdend met zijn eigen ervaringen een beknopte tekst zal opstellen over:

 

-wat de jongste 5 jaar gebeurd is op het terrein van de vredesproblematiek, specifiek wat de Nederlands-Vlaamse samenwerking betreft;
-welke aanbevelingen kunnen worden geformuleerd voor de toekomst. Hoe kan de samenwerking worden verbeterd op het vlak van de diverse verenigingen en instituten?

 

Wie vond dat andere organisaties, momenteel nog niet vertegenwoordigd in de werkgroep, ook bij de ‘enquête’ moeten worden betrokken, beloofde zo vlug mo-

[pagina 125]
[p. 125]

gelijk het secretariaat op de hoogte te brengen.

 

De voor 15 augustus ingestuurde basis- of discussieteksten zullen op het A.-N.C.-secretariaat worden gebundeld en gesynthetiseerd, en op de volgende vergadering van de werkgroep worden besproken.

Op basis van de ingezonden teksten en de verwerking ervan, kunnen de verenigingen en/of hun afgevaardigden dan beslissen of en in welke vorm ze verder aan de werkgroep kunnen meewerken.

Anderzijds kan uit de ingezonden teksten materiaal worden geput voor de congrespublikaties en voor de uiteindelijke dialoog op de slotzitting zelf.

 

Het ziet er dus naar uit dat de werkgroep door de nauwkeurige taakverdeling die gebeurde op 18 juni, een en ander in het najaar zonder veel moeite in een definitieve vorm zal kunnen gieten.

Nederlanden in de wereld

Op 8 maart, 25 maart, 26 april en 30 mei vond respectievelijk te Brussel, Den Haag, Antwerpen en Antwerpen een vergadering plaats van de werkgroep Nederlanden in de Wereld.

Grote aandacht werd vanzelfsprekend besteed aan de congresvoorbereiding. De heer K. Middelhoff stelde een algemene basistekst op, die werd verwerkt in de brochure voor de openingszitting.

De heer P. Ghijsels zette zijn visie op papier over bestaansreden en doel van de werkgroep, en de heer F. Pittery maakte een lijst op van heel concrete onderwerpen die een aanknopingspunt kunnen zijn voor een gezamenlijk naar-buiten-uit-dragen van de cultuur van Nederland en Vlaanderen.

Mevrouw S. van Ameringen tenslotte ging na wat er van de resoluties van het vorige congres inzake de Vlaams-Nederlandse internationale culturele samenwerking is terechtgekomen.

Tijdens een gesprek van A.-N.C.-secretaris W. Vandaele met de heer O. de Wandel, algemeen secretaris van de Taalunie, werd nagegaan hoe de Taalunie en het Algemeen-Nederlands Congres beter kunnen samenwerken. Wat de werkgroep Nederlanden in de Wereld betreft, werd concreet afgesproken dat de heer L. Ravier op de vergaderingen zou worden uitgenodigd.

Om een eerste dwarsverbinding te leggen met een andere werkgroep, zal de heer K. de Meulemeester van de werkgroep Toerisme om informatie worden gevraagd.

Verder worden B.R.T. en N.O.S. gepolst of over Nederland en Vlaanderen geen film, video- of diamontage kan worden gemaakt voor gebruik in het buitenland.

Thema's als de herstructurering van het Commissariaat-Generaal voor Internationale Culturele Samenwerking, de functie van het Nederlands als officiële taal en als werktaal in de E.G., de eventuele aanpassing van de culturele akkoorden na de staatshervorming in België, zullen door de werkgroep nauwlettend in het oog worden gehouden. Ook de samenwerking van Nederland en Vlaanderen binnen het Europees Parlement en binnen de Unesco lijkt een onderbelicht en interessant gegeven.

Naar aanleiding van de komende parlementsverkiezingen in Nederland en België vraagt de werkgroep dat het A.-N.C. er bij de politieke partijen zou op aandringen de Noord-Zuid samenwerking in hun verkiezingsprogramma's op te nemen.

Toerisme

Onder het voorzitterschap van Th. Bodewes kwam de werkgroep Toerisme in vergadering bijeen in de Raadzaal van de V.T.B. (Antwerpen) op 14 maart ll.

De bijeenkomst werd ingeleid door Fr. Kortie, directeur van de Stichting Zuidnederlandse Ontmoetingen, die het o.m. had over de rol van het nabuurtoerisme in het integratiestreven.

Vervolgens bracht de werkgroepsecretaris verslag uit van de geplande initiatieven van het A.-N.C. zoals o.m. de Openingszitting (20 april ll.), de geplande publikaties en de planning m.b.t. de slotzitting.

Het congresthema ‘Nabuurtoerisme’ staat in de startblokken. De eerste tekst (basistekst) van M. Tideman is ondertussen reeds afgerond.

Dit rapport heeft als doelstelling kwalitatief (omvang en structuur) de verhouding Nederland - Vlaanderen op toeristisch gebied vast te leggen (verblijfsrecreatie, dagrecreatie, logiesvormen).

Einde augustus is er een volgende vergadering van de Commissie Nabuurtoerisme gepland waar het rapport ter discussie zal gesteld worden.

In het kader van het bevorderen van scripties over ‘Nabuurtoerisme’ stelt de werkgroep voor om een A.-N.C./Toerismeprijs in te stellen. Elk jaar (elke twee jaar) zou een dergelijke wedstrijd uitgeschreven kunnen worden. Afgevaardigden van de 4 Vlaamse instellingen voor Toerisme en het NWIT-Breda zullen een voorstel van wedstrijdbepaling opstellen tegen de volgende vergadering.

Aan deze prijs is naast een geldsom ook een weekendverblijf verbonden in het partnerland. In verband hiermee is reeds medewerking toegezegd van het Commissariaat-Generaal voor Toerisme en het Nederlands Bureau voor Toerisme.

Tot slot werd uitgebreid van gedachten gewisseld over het V.T.B.-V.A.B.-congres ‘Een Europees Toeristisch Beleid’ dat doorging op 24 maart (Vakantiesalon). Tijdens dit congres werd aandacht besteed aan het rapport van E.P.-lid mevrouw P.J. Viehoff ‘Een Communautair beleid voor het toerisme’ (84/C 115/02). Op Europees vlak zijn er reeds herhaaldelijk lovenswaardige initiatieven geweest in die richting, maar tot op heden zonder enig concreet resultaat. De V.T.B.-V.A.B. hoopt met dit congres de discussie opnieuw op gang te brengen en te stimuleren.

Een volgende vergadering gaat door in september.

Media

Op 22 juni kwam de werkgroep Media te Antwerpen in vergadering bijeen onder het voorzitterschap van A. Sliepen.

In een volgende bijdrage brengen we u verslag van deze bijeenkomst.

Op de agenda stonden o.m. volgende punten:

-stand van zaken m.b.t. het videoproject ‘Reclame in Vlaanderen en Nederland’ en m.b.t. het dossier co-produktie;
-brief J. Fleerackers/E. Jurgens aan de Ministers Brinkman en Poma;
-ontwikkelingen rond de nieuwe Nederlandse mediawet;
-N.O.S./B.R.T. onderzoek naar beeldvorming.

Leefmilieu

De Commissie ‘Grensoverschrijdende natuurgebieden en landschappen’ vergaderde op 9 mei om 11 u. te Antwerpen onder het voorzitterschap van H. Vijverberg. In de namiddag vergaderde de werkgroep Leefmilieu onder het voorzitterschap van H. Gysels.

[pagina 126]
[p. 126]

De werkgroepvergadering verleende eerst het woord aan H. Van Vlaardingen, coördinator van de v.z.w. Vlaamse Instelling voor Educatieve Dienstverlening en voortdurende vorming (VLIED). Dit vormingsinstituut organiseert op 6, 7 en 8 september a.s. te Aardenburg een studieweekend over grensoverschrijdende initiatieven m.b.t. het leefmilieu. De werkgroep Leefmilieu/ANC zal dit initiatief logistiek steunen.

De ad hoe Commissie die het congresthema ‘Grensoverschrijdende natuurgebieden en landschappen’ voorbereidt is ondertussen reeds viermaal in vergadering bijeen gekomen. Besloten werd om drie gebieden onder de loep te nemen: Stramprooierbroek - Wijffelterbroek - Laurabossen, de Kalmthoutse Heide en het Zwin. Bij de plaatselijke milieuverenigingen blijkt er veel interesse te bestaan om rond deze gebieden te werken. Met name in Limburg is een apart werkgroepje van start gegaan die een rapport zal samenstellen over de mogelijkheden van het Strampooierbroek als potentieel grensoverschrijdend landschap. In een latere fase zal bekeken worden onder welke vorm gelijkaardige werkgroepjes kunnen opgericht worden voor de gebieden Kalmthoutse Heide en het Zwin.

De in 1975 gesloten Waterverdragen (Maaswater, afsnijding bocht van Bath en het graven van het Baalhoekkanaal) blijven voorwerp uitmaken van discussie en overleg. Nu de vraag van België voor de afsnijding van de bocht van Bath ingeruild is voor de vraag naar de verdieping van de Schelde om de toegankelijkheid van de Antwerpse haven te vergroten, zijn de onderhandelingen in een nieuwe fase getreden. Punten van discussie zijn nu o.m. de specieterugstorting, het probleem van de oeverafslag en de kwaliteit van het Scheldewater.

De werkgroep is verontrust over de plannen van Rijkswaterstaat/Limburg om de Grensmaas te verdiepen. Alhoewel deze plannen zich nog maar in een embryonaal stadium bevinden, vreest de werkgroep dat hierdoor een waardevol stuk waterloop dreigt verloren te gaan en tevens vreest zij dat een en ander in verband staat met de exploitatie van nieuwe grindwingebieden en de eventuele plaatsing van een kerncentrale aan de Maas.

Tot slot werd van gedachten gewisseld over de organisatie van een Maassymposium ingericht door de gemeente Maaseik, de gevaren van geluidsoverlast voor Nederlandse en Belgische gemeenten bij de aanleg van een nieuwe Oost-westbaan op het vliegveld Beek en tenslotte de inspraakprocedure aan beide kanten van de grens en over de grens heen bij de tracénota's van de Zoomweg.

Een volgende vergadering van de werkgroep is gepland op 15 oktober a.s. De Commissie Natuurgebieden komt bijeen op 5 juli.

Grensverkeer

De ambtelijke B.E.U.-werkgroep ‘Grensoverschrijdende samenwerking’ heeft onlangs haar werkzaamheden m.b.t. een Ontwerp van Benelux-Overeenkomst op het gebied van de grensoverschrijdende samenwerking afgerond.

Op basis van het ontwerp van 26 november 1984 (2de herziene tekst B.E.U.-werkgroep) werd op de vergadering van 22 februari ll. van de werkgroep Grensverkeer/A.N.C. van gedachten gewisseld over deze ontwerptekst en werden er adviezen opgesteld, gericht aan de B.E.U. Genodigde op deze werkgroepvergadering was mr. M.N. Cramwinckel, ambtenaar bij het Nederlandse Ministerie van Binnenlandse Zaken en lid van de ambtelijke B.E.U.-werkgroep.

In eerste instantie is de werkgroep bijzonder verheugd over de stand van zaken m.b.t. het Ontwerp. Alhoewel het Ontwerp nog de ‘lange weg der (nationale) instellingen moet volgen’, is dit toch een grote stap voorwaarts naar de realisatie van aanbeveling 12 van het Rapport Samenwerking tussen lagere overheden aan weerszijden van de grens met Duitsland en België (Den Haag, 1980).

Aanbeveling 12: Teneinde de grensoverschrijdende samenwerking voor de lagere overheden werkelijk te bevorderen dient er een algemeen publiekrechtelijke bevoegdheid te worden gecreëerd. Daartoe is een verdrag tussen Nederland en de buurlanden nodig.

Na een artikelsgewijze bespreking van het Ontwerp werden o.m. volgende adviezen opgesteld:

 

-de werkgroep betreurt het dat bij de territoriale gemeenschappen waar de Overeenkomst van toepassing zijn de Nederlandse gewesten (van gemeenten) en de waterschappen niet zijn opgenomen;
-de werkgroep acht het juister te spreken van het ‘gemeenschappelijk behartigen van belangen’ dan van het ‘behartigen van gemeenschappelijke belangen’. Deze laatste formulering suggereert dat ‘eigen’ belangen niet gemeenschappelijk mogen worden behartigd. De formulering is daardoor te beperkt en doet geen recht aan de geest van de Overeenkomst;
-de werkgroep betreurt het voorstel van de Belgische delegatie om een (of meer) regeringscommissaris(sen) aan te stellen die het recht heeft (hebben) de besluiten genomen door de openbare lichamen te schorsen. De werkgroep meent dat een unilateraal aangestelde nationale regeringscommissaris in schrille tegenstelling staat tot de gedachte internationaal en gezamenlijk oplossingen te vinden.

 

Tot zover de belangrijkste opmerkingen en adviezen. In onze volgende bijdrage zullen wij verder ingaan op het definitieve Ontwerp van Overeenkomst.

Aan het einde van de vergadering werd aandacht besteed aan het tweede grote actiepunt voor het 39ste Congres: de situatie van het zgn. ‘Kleine grensverkeer’. Hierbij wordt gedacht aan het bevorderen van grensoverschrijdende actieprogramma's, de aanstelling van provinciale contactpersonen, verruiming van de faciliteiten van de grensbewoners m.b.t. beroeps- en goederenverkeer en beroepsuitoefening.

Een volgende vergadering van de werkgroep had plaats op 31 mei ll.

Een nieuwe bijeenkomst van de werkgroep Grensverkeer is gepland op 27 september.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken