Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 89 (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 89
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 89Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 89

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 89

(1985)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 148]
[p. 148]

Meer Vlamingen in overheidsdiensten

Het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen, dat Davidsfonds, Willemsfonds, Vlaamse Volksbeweging, IJzerbedevaartcomité, Vlaams Comité voor Brussel, Vereniging van Vlaamse Academici en Verbond van het Vlaams Overheidspersoneel overkoepelt, vraagt ons de volgende tekst op te nemen:

60/40 is een goede verhouding

‘Het is nu wel voor iedereen duidelijk - zelfs de koning zegt het in vele van zijn toespraken! - dat de enig mogelijke toekomstige organisatie van de Belgische staat erin bestaat, dat het Vlaamse en het Waalse volk op vele gebieden hun eigen potje koken, dat zij zelf beslissen wat zij willen. M.a.w.: een doorgedreven federale inrichting van de staat, waarbij de centrale overheid nog enkel die dingen regelt die ook in andere federale staten centraal blijven: munt, algemene buitenlandse politiek, leger... Als men buiten onze grenzen kijkt, stelt men vast dat de behoorlijk ingerichte federale staten tot de meest welvarende ter wereld behoren: Zwitserland, de Verenigde Staten van Amerika, de Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, Canada.

In al die landen moeten de deelstaten rondkomen met de belastingen die zij aan hun eigen mensen vragen. Zij gaan dan ook veel zuiniger te werk. En de centrale staat, die veel minder behoeften heeft, legt aan zijn inwoners een lagere belastingsdruk op dan in België. Kortom, een goede federale

illustratie

staatsinrichting betekent: beter bestede staatsuitgaven en dus ook minder belastingen.

De federale omvorming van België loopt niet van een leien dakje. 15 jaar geleden kwam men tot een beperkte cultuurautonomie; 5 jaar geleden geraakte men tot een gebrekkige overheveling van een aantal bevoegdheden en diensten naar Vlaanderen en Wallonië. De volgende stap zal ten vroegste volgend jaar, na de verkiezingen, gezet worden. Het geheel kan nóg 5 jaar of meer duren.

De staatshervorming neemt zoveel tijd in beslag, omdat een aantal mensen zich weren om toch maar zoveel mogelijk macht centraal te houden. Ook omdat de Walen proberen te ontsnappen aan een regel die overal elders in de wereld normaal is: wie zelf wil uitgeven, moet zelf zorgen voor de inkomsten. Zij blijven voor hun uitgaven het geld halen uit de centrale kas, want die wordt voor meer dan 60% gevuld door de Vlamingen.

Federaliseren duurt lang. Ondertussen moeten wij ervoor zorgen, dat wij niet langer de kaas van ons brood laten eten!

De staatshervorming van 1980 is al nadelig genoeg voor Vlaanderen! Toen werd de zgn. dotatieregeling ingevoerd, waarbij Vlaanderen en Wallonië hun financiële middelen moeten ontvangen uit de centrale staatskas. Met het gevolg dat Wallonië alleen al voor de dotaties nu 30 miljard (30 × 1000 miljoen) per jaar te veel ontvangt.

Bij een volgende stap in de federalisering moet er een rechtvaardiger financieringssysteem toegepast worden!

En ondertussen? Zes miljoen Vlamingen tegen vier miljoen Walen, waarbij de Vlamingen instaan voor meer dan 60% van de welvaart in het land. Zou het dan niet normaal zijn dat de Vlamingen, die meer dan 60% van de Belgische belastingen betalen, alvast 60% van de betrekkingen bekomen in de centrale administraties en in de centrale parastatalen?

Zover zijn wij bijlange nog niet!

De meeste taalkaders in de ministeries, parastatalen enz. voorzien verhoudingen 50 N/50 F, soms 52/48, soms 52,5/47,5. (Een Vlaams minister heeft ooit geprobeerd in de Algemene Spaar- en Lijfrentekas een taalkader te doen aanvaarden 57% Nederlandstaligen tegenover 43% Franstaligen. Zijn voorstel werd zonder meer verworpen). Er zijn nog altijd staatsdiensten waar de verhoudingen nog slechter liggen, waar zelfs nog geen taalkaders zijn. En, als de klap op de vuurpijl: er liggen weer ontwerpen klaar om taalkaders in te voeren met een verhouding 50/50!

In deze tijd van werkloosheid moet iedere Vlaming begrijpen, dat het om tienduizenden betrekkingen gaat, die de Vlamingen gewoon ontstolen worden!

Het is niet omdat diensten en ministeries over één jaar, twee jaar, vijf jaar of meer zullen gesplitst worden en overgeheveld naar Vlaanderen en Wallonië, dat we ons nu in de doeken moeten laten doen. En dit is geen afwijzen van solidariteit met Wallonië: solidariteit is er al genoeg langs de weg van de sociale zekerheid.

De oplossing?

Voor alles wat niet of nog niet tot de autonome bevoegdheid van Vlaanderen of Wallonië behoort, moet zonder uitstel voor alle betrekkingen van laag en hoog een normale verhouding 60/40 ten voordele van de Vlamingen toegepast worden. Dat is niet meer dan rechtvaardig’.

Lezersbrief
De leeuw in de lage landen

In nr. 2, blz. 98, vergist Ir. L. Thyssens zich: In dit land wordt niet gewezen op Diederik van de Elzas als de invoerder van de LEEUW, maar men citeert hier in onze hogescholen, dat het zijn zoon FILIPS van de Elzas geweest is, die dit wapenstuk uit het Oosten medebracht. Welnu, noch graaf Diederik, noch graaf Filips, komen hiervoor in aanmerking, maar wel de grote ROBRECHT DE FRIES, die een eeuw vroeger de LEEUW rond 1072 in Vlaanderen als blazoen deed aannemen, weldra gevolgd door de meeste Nederlandse gewesten. Men raadplege hiervoor de HISTOIRE DE FLANDRE (1700) door de Frans-Vlaming historicus A.J. PANCKOUCKE. Zijn merkwaardig werk beslaat 500 blz. Op blz. 51 wordt ROBERT le FRISON behandeld: il fut seigneur de Frise, avant d'être Comte de Flandre (zie ook het boek van Jean le PETIT: CHRONIQUE ANCIENNE ET MODERNE Dordrecht 1601). Hij bracht zonder strijd het Arabische vaandel naar Vlaanderen, dus bijna 30 jaar voor de Eerste Kruistocht. (Bij de Hebreeuwen was de LEEUW het symbool van de stam JUDEA).

 

Dr. J. PEETERS

Antwerpen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken