Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 89 (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 89
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 89Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 89

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 89

(1985)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 216]
[p. 216]

nieuwsbrief
algemeen-nederlands congres

illustratie

Werkgroepen

Vredesproblematiek

Op 30 september vergaderde de werkgroep Vredesproblematiek in Congrescentrum Goderie te Roosendaal.

Beslist werd zo spoedig mogelijk een Vlaams-Nederlands colloquium te organiseren met als thema: ‘Welke marge van zelfstandigheid kunnen kleine landen, i.c. Nederland en België, aanhouden inzake buitenlandse politiek’. Dit onderwerp moet nog nader worden gespecifieerd.

Als sprekers zouden een paar mensen uit de polemologie en een paar uit de vredesbeweging worden gevraagd (iemand van VAKA en iemand van LOVO). De heer Everts zal een voorstel uitwerken.

De resultaten van het colloquium zullen worden samengevat voor de slotzitting van het Congres op 19 april 1986. Op die slotzitting zal ook een beknopte inventaris worden gepresenteerd en zullen enkele toekomstperspectieven worden uitgetekend. Het IJzerbedevaartcomité vroeg het A.N.C. of het kon betrokken worden bij de werkgroep Vredesproblematiek.

De werkgroep acht het nuttig in een later stadium eens grondiger kennis te maken met het comité en met de bedevaarten. Eerst moet het colloquium echter worden afgewerkt.

‘Andere integratie’ (migranten)

Op 4 oktober 1985 was de werkgroep te gast bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in Den Haag. Na de goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering, wordt het ‘Overzicht Vlaams-Nederlandse contacten’ besproken.

Voorgesteld werd het overzicht van wat gebeurd is en nog gebeurt inzake Noord-Zuid contacten, aan te vullen met wat niet gebeurt of gebeurd is. Er is met name een totaal ontbreken van contacten op overheidsniveau. Alleen wat met vreemdelingenbeleid (verstrekken van visa, e.d.) te maken heeft, gebeurt wel in Benelux- en E.G.-verband.

In deze context werd aangestipt dat er heel wat problemen zijn i.v.m. de grensgastarbeid, waarvoor geen sluitende regelingen zijn getroffen.

Tevens werd erop gewezen dat het overleg tussen VOCOM en ACOM wel degelijk een semi-officieel karakter heeft.

Prof. Berting vermeldde dat er momenteel een Belgisch-Frans-Nederlands onderzoeksproject loopt in Unesco-verband. De UCL (Franstalige Universiteit Leuven) doet mee voor België en opnieuw wordt Vlaanderen niet bij het onderzoek betrokken.

Vóór 7 november 1985 zullen de werkgroepleden hun aanvullingen voor de inventaris sturen aan het A.N.C.-secretariaat. Het secretariaat stuurt dan alles door aan de heer Van Loock, die de zaak samenbrengt en er een commentaar bijschrijft (een soort beknopte evaluatie). Zodra dit herwerkte document dan opnieuw op het A.N.C.-secretariaat is toegekomen, wordt het doorgestuurd aan alle werkgroepleden, zodat het overzicht op de volgende vergadering definitief kan worden afgerond.

Tevens zal elk lid van de werkgroep een paar aanbevelingen formuleren om het overleg en de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen/België te bevorderen. Deze aanbevelingen worden zowel gericht aan particuliere verenigingen, aan de overheid, als aan de verschillende geledingen van het A.N.C. zelf (aangesloten verenigingen, andere werkgroepen,...).

Zowel de inventaris als de aanbevelingen zullen vóór het congres worden gepubliceerd en op ruime schaal worden verspreid. Op het congres zelf wordt een korte samenvatting gebracht van de werkgroepstellingen en van de reacties daarop.

Op die manier worden ook geïnteresseerden die niet op het specifieke vakgebied werkzaam zijn, op de hoogte gebracht van de initiatieven, de knelpunten en de desiderata van wie in Nederland en Vlaanderen met migrantenproblematiek bezig is. De ‘aanbevelingen’, m.a.w. een opsomming van aspecten en velden waar de Noord-Zuid-samenwerking of het Noord-Zuid-overleg dienen gestimuleerd, worden opgestuurd naar het A.N.C.-secretariaat voor 20 november 1985.

Op de volgende werkgroepvergadering zullen de verschillende voorstellen worden besproken en zal zo nodig een selectie worden gemaakt en/of zullen prioriteiten worden vastgelegd.

Een van de resoluties kan door de werkgroep (na het congres) grondiger worden uitgewerkt.

Zo werd gesuggereerd een studiedag te houden waarbij aan de migrantenorganisaties zelf wordt gevraagd hoe zij de confrontatie van hun eigen cultuur met de Nederlandse (Noord- en Zuid-Nederland) ervaren en waarbij wordt nagegaan hoe hier via onderwijs en media op kan worden ingespeeld. Die twee elementen zullen alvast in de aanbevelingen aan bod komen.

[pagina 217]
[p. 217]

Toerisme

Onder het voorzitterschap van Th. Bodewes kwam de werkgroep Toerisme te Breda op 9 oktober ji. in vergadering bijeen.

De Congresbijdrage van de werkgroep, het Nabuurtoerisme, stond centraal tijdens deze bijeenkomst.

M. Tideman reikte de vergadering de tweede versie aan van zijn bijdrage. In deze tweede versie werd rekening gehouden met opmerkingen en vragen die gerezen waren na de eerste lezing. Voorzitter Bodewes wees eens te meer op het unieke en waardevolle karakter van het rapport. De tekst van de volgende hoofdstukken wordt medio december op het secretariaat verwacht. (Het rapport bestaat uit 4 hoofdstukken).

S. Hiddink, directeur van het Nederlands Bureau voor Toerisme (NBT) te Brussel, bracht vervolgens verslag uit van een NBT-concurrentie-analyse over de positie van het toeristisch produkt Nederland in België (en 5 andere Westeuropese landen). Het onderzoek werd in 1984 uitgevoerd en gaat achtereenvolgens na hoe het land met het ideale toeristische produkt er uitziet (algemeen) en vervolgens hoe Nederland in dit ideaalbeeld scoort.

Met dit onderzoek wil men nagaan welke aanknopingspunten er zijn voor een toekomstgericht promotiebeleid.

Uit de discussie nadien, bleek de werkgroep algemeen te betreuren dat men bij het onderzoek in België over het toeristisch produkt Nederland de respondenten niet heeft opgesplitst volgens taalgroep. Verwacht mag worden dat Nederland beter in de markt ligt in Vlaanderen (o.m. wegens cultureel-geschiedkundige redenen) dan in Wallonië.

Vervolgens werd ook stilgestaan bij een imago-onderzoek (dat in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap werd uitgevoerd) naar het beeld van Vlaanderen in het buitenland (Nederland, Frankrijk, Duitsland).

Tot slot van de vergadering werd afgesproken om op de sectievergadering van de werkgroep Toerisme (39ste Congres) het initiatief van een A.N.C./Toerismeprijs aan te kondigen. Deze prijs (een weekend Vlaanderen voor Nederlandse winnaar en een weekend Nederland voor een Vlaamse winnaar, aangevuld met een geldprijs) zou om de 2 jaar worden uitgereikt aan de student die de beste scriptie over het thema nabuurtoerisme heeft gemaakt.

Tegen de volgende vergadering wordt een ontwerp van wedstrijdbepaling opgesteld. De volgende vergadering gaat door op dinsdag 10 december a.s. te Mechelen (Coloma-Instituut).

Leefmilieu

15 oktober jl. (voormiddag) kwam te Antwerpen de Commissie Grensoverschrijdende Natuurgebieden en Landschappen in vergadering bijeen.

Er werd door de voorzitters van de 3 subcommissies verslag uitgebracht van de stand van zaken en de plannen voor de nabije toekomst.

De subcommissie Stramproyerbroek - Wijffelterbroek - Laurabossen heeft momenteel op het vlak van de ruimtelijke ordening en de natuurwetenschappelijke gegevens van het gebied reeds heel wat informatie gebundeld. In tegenstelling tot het ontwerp van Benelux-Overeenkomst op het gebied van natuurbehoud en landschapsbescherming, gaat de subcommissie uit van een begrensd gebied dat groter is dan datgene wat de Benelux voorstelt (7000 ha. i.p.v. 4750 ha.). De Limburgse milieubeschermers plannen de uitgave van een brochure (25 pp.) en de produktie van een diaklankbeeld. Bedoeling is om met dit educatief materiaal de lokale en provinciale bevolking te sensibiliseren. Via deze weg hoopt de Commissie de landelijke overheid onder druk te kunnen zetten om werk te maken van de Benelux-overeenkomst.

De subcommissie Kalmthoutse Heide van haar kant aanvaardt de begrenzing van de Benelux i.v.m. de Kalmthoutse Heide (5700 ha.) als een vaststaand gegeven. Deze groep wil het Ontwerp van Benelux-Beschikking tot instelling van een Belgisch-Nederlands grenspark ‘Kalmthoutse Heide’ integraal uitgevoerd zien. Contacten met de respectievelijke provinciale en lokale besturen zullen geïntensiveerd worden opdat dit inderdaad in de zeer nabije toekomst kan gebeuren.

De subcommissie Grensoverschrijdende natuurgebieden en landschappen ten westen van de Schelde zal een inventaris opstellen van grensoverschrijdende gebieden en initiatieven die in die regio ondernomen worden. Tevens zal de subcommissie het formeel overleg van burgemeesters in de grensstreek organiseren.

I.v.m. de financiering van het project wordt binnenkort een subsidieaanvraag ingediend bij het Ministerie van Landbouw en Visserij en bij het Commissariaat-Generaal voor Internationale Culturele Samenwerking.

Een volgende commissievergadering gaat door op dinsdag 19 november te Tilburg,

's Namiddags werd in hetzelfde pand vergaderd door de werkgroep Leefmilieu onder het voorzitterschap van Max Kruijtzer.

Belangrijkste agendapunt was de recente intentieverklaring van de Belgische en Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken m.b.t. het heropenen van de onderhandelingen over de Watertractaten. De werkgroep zal haar standpunt van 1981 terzake actualiseren n.a.v. de nieuwe gegevens en rekening houdend met de gewijzigde situatie.

Belangrijk i.v.m. dit nieuw aangekondigde overleg is de dreiging die kan uitgaan van de ingebruikname van de afvalcollector Hasselt-Antwerpen. Zowel de Internationale Scheldewerkgroep als de werkgroep Leefmilieu/A.N.C. betwisten de argumentatie van Gemeenschapsminister van Leefmilieu Lenssens. Hij is van oordeel dat deze zogenaamde smeerpijp geen extra-vervuiling van de Schelde met zich zal meebrengen. Jarenlang wordt er in de regio rond het militaire vliegveld Kleine Brogel (zowel Vlaanderen als Nederland) steen en been geklaagd wegens geluidsoverlast. De werkgroep zal een inventaris opstellen van de reeds gestelde parlementaire vragen in beide landen en onderzoeken of nieuwe initiatieven in die richting mogelijk zijn.

Aan het slot van de vergadering werd informatie uitgewisseld over de stand van zaken i.v.m. de Zoomweg/Havenweg, een in 1986 geplande grensoverschrijdende actiedag rond afvalstoffen, het Benegora-rapport over luchtverontreiniging in de Antwerpse regio en de problematiek rond het Deltagebied.

Een volgende vergadering gaat door op vrijdag 17 januari 1986 te Antwerpen.

Media

De werkgroep Media kwam achtereenvolgens op 22 juni en 19 oktober 1985 in vergadering bijeen.

Op de vergadering van 22 juni werd overgegaan tot een voorzitterswissel. Het duo A. Sliepen (ROZ) - H. Santy (B.R.T.) werd opgevolgd door het duo H. Santy (voorzitter) en Fr. Van Leeuwen (N.O.S., co-voorzitter).

De werkgroep hield enkele nabeschouwingen bij de openingszitting van het 39ste Congres op 20 april te Antwerpen. Ze was erg opgetogen over de respons in de

[pagina 218]
[p. 218]

Vlaamse media, maar betreurde de geringe weerklank in de Nederlandse media. Met het oog op de slotzitting van 19 april 1986 zullen de nodige contacten moeten gelegd worden om de Nederlandse media over de streep te trekken.

Vervolgens bracht mevr. Creemers verslag uit van het videoproject rond reclame. De commissie Reclame opteert voor het maken van een werkdocument bestemd voor de reclamewereld waarin men laat zien met welke factoren rekening moet gehouden worden om voldoende impact te krijgen in Nederland en Vlaanderen, hoe de situatie in Vlaanderen en Nederland inzake het taalgebruik is en of identieke reclameboodschappen in de beide landen resultaat kunnen boeken.

Tevens werd de brief van Jurgens en Fleerackers over het afsluiten van een mediacontract tussen B.R.T. en N.O.S. besproken. De werkgroep sluit zich aan bij hun oproep.

Tot slot werd gedebatteerd over mogelijke onderwerpen die ter sprake kunnen (moeten) komen op de slotzitting van het Congres. Er zal worden nagegaan of volgende thema's kunnen uitgewerkt worden: Radio Delta, grensoverschrijdende beluistering, co-produkties, inventaris van het mediabeleid in België/Vlaanderen en Nederland en de samenwerking in E.C.S.-verband.

Een volgende vergadering werd vastgelegd op zaterdag 13 oktober te Antwerpen.

De werkgroepbijeenkomst van 19 oktober werd voorgezeten door Fr. Van Leeuwen. De secretaris bracht verslag uit van het werkbezoek dat een A.N.C.-delegatie had gebracht aan De Brakke Grond ter voorbereiding van de slotzitting van 19 april 1986.

Vervolgens werd stelselmatig onderzocht welke voorgestelde projecten verder zullen uitgewerkt worden tegen de congreszitting van 19 april 1986. De tekst over Radio Delta (van Fred Van Leeuwen) is rond. De werkgroep had geen verdere aanmerkingen te maken over het gedane voorstel en de te ondernemen stappen. Het project Reclame in Vlaanderen en Nederland is nog niet helemaal rond. Op een volgende vergadering van de Commissie Reclame zal de knoop doorgehakt worden, zowel wat betreft de inhoud als de definitieve vormgeving van het project. (Deze commissiebijeenkomst ging door op 29 november). Een ander project behelst de inventarisatie van de mediawetgeving in België/Vlaanderen en Nederland in de periode 1981-1985. H. van Pelt maakt een bijdrage over de Belgisch/Vlaamse mediawetgeving, P. Hofstede over de Nederlandse en P. Te Nuyl zal een bijdrage maken over nieuwe tendensen en mogelijkheden om de wetgeving meer op elkaar af te stemmen.

Tot slot zal het belangrijkste congresthema bestaan uit een onderzoek naar de beeldvorming. B.R.T. en N.O.S gaan starten met een gezamenlijke enquête naar de beeldvorming. Op het Congres zullen de onderzoeksresultaten worden gepresenteerd onder de vorm van een auditief document.

Thema's als co-produkties en samenwerking in E.C.S.-verband worden voorlopig afgevoerd. De werkgroep zal wel proberen een inventaris samen te stellen over de Vlaams-Nederlandse co-produkties (televisie en radio) maar acht het momenteel zinvoller te werken rond initiatieven voor gezamenlijke programmering op B.R.T. 2 en het derde Nederlandse televisienet.

Op een volgende vergadering zullen alle bijdragen gebundeld en verwerkt worden. Tevens zal dan de problematiek van de ondertiteling ter sprake worden gebracht. Zowel de Taalunie, de N.O.S. als de K.U. Leuven (i.s.m. B.R.T.) gaan, los van elkaar en vanuit verschillende invalshoeken, een onderzoeksproject starten over de ondertiteling van buitenlandse series.

De volgende werkgroepvergadering is gepland op zaterdag 25 januari 1986.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken