Neerlandia. Jaargang 89

Grensverkeer

De Gouden Delta

Zaterdag 26 oktober 1985 vond de Tweede Academische zitting plaats, georganiseerd door het Algemeen-Nederlands Verbond in de provincies Oost- en West-Vlaanderen en Zeeland, de Belgisch-Nederlandse Verenigingen in Brugge, Gent en Zeeland, het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en met medewerking van de Besturen der genoemde drie Provincies. Doel is grensoverschrijdende contacten te leggen en te onderhouden en voor de betreffende provincies belangrijke onderwerpen aan de orde te stellen.

De bijeenkomst vond plaats in de Raadszaal van het Provinciaal Hof te Brugge. De Vlaamse voorzitter van het Algemeen-Nederlands Verbond prof. Gijsels, kon een talrijk gehoor, onder wie vele Zeeuwen, welkom heten.

De officiële opening werd verricht door Dr. O. Vanneste, Gouverneur van de Provincie West-Vlaanderen. Hij vroeg aandacht voor grensoverschrijdende problemen en wees op de nieuwe haven van Zeebrugge om de werkgelegenheid te vergroten.

De Ambassadeur der Nederlanden te Brussel, Dr. Ch. van der Klaauw, pleitte voor meer overleg tussen de Benelux-landen om de positie van deze landen te versterken. Dr. V. van den Bon wees in zijn slotwoord op het belang van een dergelijke Academische zitting en op de noodzaak van vergaande samenwerking tussen de drie provincies.

Door Prof. Dr. L.H. Klaassen, hoogleraar regionale economie aan de Erasmusuniversiteit te Rotterdam werd een voordracht gehouden over ‘De Gouden Delta’. De tekst van deze voordracht is opgenomen in dit nummer van Neerlandia.

[p. 225]

De muzikale omlijsting van de zitting werd op uitmuntende wijze verzorgd door het Koperensemble Paul van Belzen uit Goes en na afloop bood de Provincie West-Vlaanderen een receptie aan.

Medische samenwerking

Nadat in de vorige Neerlandia (1985, nr. 4) het artikel was verschenen over de ‘Medische samenwerking tussen de Nederlandse grensstreek en West- en Oost-Vlaanderen’, ontvingen we een interessante brief van het Nederlandse ‘College voor Ziekenhuisvoorzieningen’. Daarin wordt bevestigd dat de 4 bestaande ziekenhuizen in Zeeuwsch-Vlaanderen alle slechts beschikken over de zg. basisfuncties.

Die ziekenhuizen zijn: het St.-Antonius Ziekenhuis te Oostburg; het Juliana Ziekenhuis te Terneuzen; het St.-Elisabeth Ziekenhuis te Sluiskil (dit ligt op 4 km afstand van Terneuzen) en het St.-Liduina Ziekenhuis te Hulst.

De ziekenhuizen te Sluiskil en Terneuzen zullen binnen afzienbare tijd tesamen in een nieuw te bouwen ziekenhuis worden gehuisvest.

Het voornemen bestaat thans bij de Staatssecretaris om het ziekenhuis in Hulst bij het gereedkomen van dit nieuwe ziekenhuis te sluiten.

Dit voornemen wordt ondersteund door het provinciaal bestuur van Zeeland en door het College.

Grotere, meer gespecialiseerde ziekenhuizen liggen inderdaad buiten Zeeuwsch-Vlaanderen, en op grotere afstand dan de ziekenhuizen in Brugge en Gent. In Nederland liggen de ziekenhuizen met de specialistische functies binnen het op het kaartje (blz. 158) aangegeven gebied in 's-Gravenhage, Rotterdam, Utrecht, Nijmegen en Tilburg.

Slepers slaags

Eind september laaide de sleepbotenoorlog tussen Nederland en Vlaanderen weer op. Twee concurrerende sleepboten, de Holland en de Fighter, kwamen zelfs met elkaar in aanvaring op de rede van Vlissingen. Allebei volgden ze het schip The Golden Pioneer, dat met bestuurbaarheidsproblemen kampte.

Een paar dagen voordien waren de bemanningen van twee sleepboten van dezelfde firma's elkaar te lijf gegaan tijdens een poging om het bergingscontract van de gestrande tanker Brasilian Victory binnen te rijven.

De kapitein van de Victory beweerde bovendien dat zijn schip niet zou zijn gestrand als de slepers meteen hulp hadden geboden i.p.v. eerst te kibbelen.

Frans-Vlaamse kultuurdagen

Op zaterdag 28 en zondag 29 september vonden te Waregem de 38ste Frans-Vlaamse Kultuurdagen plaats, georganiseerd onder impuls van het Komitee voor Frans-Vlaanderen.

Op zaterdag startte om 10 uur het colloquium van de Werkgroep Geschiedenis. Sprekers waren o.m. L. Camerlynck en C. Moeyaert in de voormiddag, en C. Moeyaert en R. Watthy in de namiddag.

Om 17 uur werd een tentoonstelling geopend met werken van P. Decq en F. Despriet.

Op zondag vonden de sectievergaderingen plaats:

1.	Media - taal, m.m.v. V. Arickx, O. Vandeputte, C. Despriet, A. van Wilderode en F. Allacker.
2.	Jeugd, met o.m. J. Van Herreweghe, A. van Hulzen, A. de Preter, J. Heus en G. Windey. Belangrijkste onderwerp was ‘de rol van Frans-Vlaanderen in het geschiedenisonderwijs in Noord- en Zuid-Nederland’.
3.	Onderwijs: als sprekers o.m. W. Luyten (De Cultuurpolitiek van Vlaanderen en Nederland tegenover die van Frankrijk), C. Moeyaert (historisch overzicht), W. Beele (onderwijs Nederlands aan de Rijselse universiteit), P. Bécart (cijfers i.v.m. het officieel onderwijs Nederlands) en B. Ruysschaert (vakantiestages).
4.	Familiekunde, met o.a. G. Vuylsteke en R. Castelain.
5.	Toerisme, P. de Verrewaere sprak over de toeristische aspecten van Atrecht.
6.	Economie - Overheidspersonen, met o.m. G. Mommerency, Y. Peeters en P. Ruysschaert.
7.	Geschiedenis, met M. Nuyttens, R. Watthy en C. Mercier.

Om 14 uur verwelkomde C. Moeyaert, algemeen voorzitter van het K.F.V. de aanwezigen op de plenaire zitting.

Nadat verslag was uitgebracht over de 7 sectiebijeenkomsten, lichtte O. de Wandel de rol toe van de Taalunie i.v.m. Frans-Vlaanderen (zie Neerlandia, 1985, nr. 4).

K. de Meulemeester sprak over de rol van de V.T.B. - V.A.B. en beklemtoonde dat Frans-Vlaanderen een levendig kansengebied is.

Luc Verbeke had het over Vital Celen, waarna de naar Celen genoemde prijs werd uitgereikt.

Dirk Verbeke bracht verslag uit over de 20ste Nederlandse Taalprijsvraag voor Frans-Vlamingen.

In zijn slotwoord beloofde minister Poma nog voor hij de Vlaamse Deelregering verlaat, enkele concrete initiatieven op gang te zullen brengen voor de Franse Nederlanden.