Neerlandia. Jaargang 90

Universiteit

Open Universiteit

Het Algemeen-Nederlands Congres, sinds 1849 pleitbezorger van het Vlaams-Nederlands overleg, noemt het in een persbericht een schande dat aan de moeizaam op gang gekomen samenwerking op het gebied van de Open Universiteit een einde dreigt te komen door de laksheid van de overheid.

Op voorstel van de werkgroep Universiteit en Wetenschap van het Algemeen-Nederlands Congres, werden na het 38ste Congres van 1981 contacten gelegd tussen de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VL.I.R.) en de Nederlandse Open Universiteit. Deze gesprekken leidden reeds in 1982 tot een gezamenlijk voorstel voor samenwerking. Ondanks het uitblijven van positieve overheidsreacties in België kwam in mei 1984 een samenwerkingsovereenkomst tussen de VL.I.R. en de Open Universiteit tot stand. Deze overeenkomst behelsde dat maximum 1000 Vlaamse studenten konden inschrijven aan de Open Universiteit aan dezelfde voorwaarden als de Nederlanders. De kosten voor studie-informatie, advies en begeleiding werden door de Vlaamse universiteiten zelf ten laste genomen van hun eigen middelen (patrimonium). Hoewel onderwijsminister Coens herhaaldelijk een definitieve regeling in uitzicht stelde, kwam

[p. 155]

hiervan niets in huis. Ook de gemeenschapsministers van Onderwijs en Vorming, opeenvolgend minister Lenssens en Kelchtermans, bleven schromelijk in gebreke. Nu het inschrijvingsgeld in Nederland aanzienlijk werd verhoogd van 175 (3.200 BF) tot 230 (4.200 BF) gulden per module (de meeste cursussen tellen 2 modules), verklaarden de Vlaamse universiteiten niet langer te kunnen deelnemen aan het project, omdat zij vinden dat de O.U. op die manier een elitaire aangelegenheid dreigt te worden. Een diploma halen via Open Universiteit gaat immers zo'n 200.000 BF kosten. In tegenstelling tot de situatie in Nederland is het voor minvermogende Open Universiteitsstudenten in Vlaanderen immers niet mogelijk om studiefinanciering te bekomen.

Het Algemeen-Nederlands Congres herhaalt zijn stelling die het op 19 april j.l. innam op het 39ste Congres in Amsterdam: de Nederlands-Vlaamse samenwerking op het gebied van de Open Universiteit moet worden voortgezet en uitgebouwd. Dit vergt de bereidheid van de Nederlandse overheid om rekening te houden met de specifieke situatie in Vlaanderen en de wil van de Vlaamse overheid om - eindelijk - woorden in daden om te zetten via juridische en - bescheiden - budgettaire maatregelen. Anders gaat opnieuw een unieke kans verloren om in deze crisistijd dingen goedkoper samen te doen dan elk afzonderlijk. Het A.N.C. herinnert er overigens aan dat minister Geens tijdens het debat over de regeringsverklaring van de Vlaamse Executieve terecht verklaarde: ‘De minimale schaal voor een Open Universiteit is Vlaanderen met Nederland samen’.

In een eigen persmededeling antwoordt Theo Kelchtermans, Gemeenschapsminister van Onderwijs, dat de samenwerking tussen de Vlaamse universiteiten en de Open Universiteit van Nederland niet op losse schroeven komt te staan. Hij verwijst daarbij naar het bestaan van een gemengde werkgroep Nederland-Vlaanderen die tijdens de vorige legislatuur werd ingesteld, en naar de recente beslissing van Coens en Kelchtermans om een werkgroep op te richten die een Vlaamse instelling voor ‘Open Hoger Onderwijs’ moet uittekenen.

Het spreekt vanzelf dat het Algemeen-Nederlands Congres door deze ministeriële reactie niet is gerustgesteld.