Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 91 (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 91
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 91Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 91

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 91

(1987)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 204]
[p. 204]

De vaste boekenprijs

Boeken mogen met recht worden beschouwd als de spil bij kennisoverdracht en informatie en bij de ontwikkeling en uitbreiding van de culturen van onze verschillende taalgebieden. In democratische landen, waar het beginsel van ‘vrijheid van drukpers’ in grondwetten ligt verankerd, wordt door de overheid het maatschappelijke belang van boeken erkend. Zo worden openbare bibliotheken in stand gehouden op kosten van de gemeenschap om boeken zo gemakkelijk mogelijk toegankelijk te maken voor het publiek. Door internationale overeenkomsten en nationale wetten wordt het aanbod van boeken beschermd en bevorderd door de bescherming van de auteursrechten. In landen waar een BTW-stelsel wordt gehanteerd is op boeken bijna altijd het laagste of zelfs een O-tarief van toepassing. Ten slotte staan diverse nationale overheden als uitzondering op de normaal geldende mededingingsregels toe dat voor boeken vaste prijzen gelden bij de verkoop aan de consument/gebruiker. Dit is bijvoorbeeld het geval in Engeland, West-Duitsland, Frankrijk en Nederland, de belangrijkste boekenproducerende landen van de EEG.

Het bedrijfsleven dat zich met boeken bezighoudt, te weten de uitgeverij en de boekhandel, vervult een maatschappelijk-culturele taak maar wordt geacht dit op economische grondslagen te kunnen doen. De ondernemer in boeken moet een evenwicht vinden tussen deze beide elementen. Beschermende maatregelen vanwege de overheid zijn daarbij onontbeerlijk.

Het boek als maatschappelijk en economisch product

De uitgever van boeken ziet zich genoodzaakt een voortdurende brede stroom van nieuwe boeken te publiceren. Niet alleen vanwege het hoge aanbod van manuscripten, maar vooral ook vanwege de unieke problemen die hij aan de afzetkant - de markt - ontmoet. Dit betekent dat het uitgeven van boeken - zeker in een klein taalgebied als het Nederlandse - in feite een kleinschalige bezigheid is. Welke lezerskring men zal bereiken, is bovendien onmogelijk te voorspellen. Ook kent het boek zelden ‘herhalings’-of ‘vervangings’-aankopen zoals met vrijwel alle andere consumptie-artikelen wel het geval is.

De vraag naar boeken ontstaat veelal niet autonoom, maar vooral dank zij de impulsen die uitgaan van de beschikbaarheid op distributiepunten.

Om hun functie uit te oefenen moeten de boekhandels in staat worden gesteld te kunnen overleven door een redelijke beloning te verwerven. Die vinden zij in de winstmarge die de uitgevers hun verzekeren door de prijs van het boek voor alle distributiepunten gelijk te handhaven.

Wat gebeurt er nu indien dat boek op sommige distributiepunten een lagere prijs heeft? De consument zal zich voor dat boek onvermijdelijk tot het goedkoopste distributiepunt wenden. De distributiepunten die boeken tegen een lagere dan de vastgestelde prijs willen verkopen, kiezen echter in hoofdzaak slechts die boeken die goed in de markt liggen. Als die goedlopende boeken echter door een prijsverschil elders méér worden verkocht dan in de gewone boekhandels, dan heeft dat een dusdanig drukkend effect op de gemiddelde omloopsnelheid van het totale assortiment in die boekhandels, dat het voorraadrisico en het renteverlies op minder goedlopende boeken niet meer uit de bestaande marge kunnen worden gedekt. Deze oneigenlijke concurrentie zal de professionele full-service boekhandels voor de volgende keuze stellen: of zij volgden de discounters en beperken zich tot het goedlopende boek tegen dumpingprijzen, of zij volgen de prijzen van de discounters voor de goedlopende boeken en verhogen gelijktijdig de prijzen van de overige boeken, of zij sluiten hun winkel.

Het effect dat zulks heeft op de uitgevers is in alle gevallen hetzelfde: de indirecte toegang tot de lezersmarkt via een goed gespreid net van distributiepunten wordt belemmerd en de moeilijk verkoopbare boeken worden gemeden of door een geringere oplage verkocht tegen een hogere prijs dan thans het geval is. De uitgever heeft dan de keus uit twee: hij kan zijn bedrijf staken of hij kan zich beperken tot gemakkelijk verkoopbare, goedlopende boeken die - tegen discountprijzen - hun acceptatie in de markt al hebben gevonden.

Maar hoe komt die uitgever aan die goedlopende boeken? Elk boek is ooit begonnen als een prototype! Elke auteur is ooit begonnen als debutant! Een lezerskring voor een bepaald onderwerp, een lezerskring voor een auteur, worden moeizaam en langzaam opgebouwd. In feite ontstaat dan een situatie dat er onvoldoende distributiepunten overblijven voor minder courante, dus sterk risico-dragende boeken. De uitgever zal moeten besluiten die in veel mindere mate uit te geven. Informatieverschraling is het onafwendbare gevolg.

Het wegvallen van de vaste boekenprijs zal bovendien leiden tot de sluiting van een groot aantal professionele full-service boekhandels.

Men zegt ook: de uitgevers moeten zich specialiseren. Welnu, die gespecialiseerde uitgevers zijn er: kinderboekenuitgevers, literaire uitgevers, educatieve uitgevers, technische, wetenschappelijke, bedrijfsen beroepsboekenuitgevers. Zij hebben echter exact

[pagina 205]
[p. 205]


illustratie

[pagina 206]
[p. 206]

dezelfde problemen binnen hun specialisatie als de niet-gespecialiseerde uitgevers. Of men zegt: de uitgevers moeten dan maar minder titels uitgeven. Maar het is voor de uitgever vrijwel onvoorspelbaar welke van zijn titels tot de succesvolle zullen gaan behoren. Op elke tien uitgegeven nieuwe titels zijn er gemiddeld vier die verlies geven, drie à vier waarvan de uitgever zijn investering terug krijgt en tenslotte twee à drie die voor winst moeten zorgen. Voor het opbouwen van een renderend fonds moeten derhalve tien nieuwe titels worden uitgegeven om er drie à vier over te houden.

Men zegt ook wel: maar niet alle boekhandels hebben zo'n groot assortiment en lang niet overal is er een goede informatie- en bestelservice. De uitgevers gaan er natuurlijk niet van uit dat al hun boeken bij alle verkooppunten in het assortiment moeten zijn opgenomen. Zij weten dat het ene type boek slechts bij vierhonderd zaken op de plank zal komen, terwijl voor het andere boek misschien wel duizend verkooppunten een plaatsje in het assortiment zullen inruimen. Wezenlijk belangrijk voor de uitgever is dat hij elk van zijn boeken in de voor dat boek belangrijke verkooppunten aanwezig weet, met daarnaast de zekerheid dat door de informatie- en bestelservice die de boekhandel biedt zijn boek voor de consument bereikbaar is. Dan is er het punt van de concurrentie. Men stelt wel dat door de vaste prijs voor het boek de consument tekort wordt gedaan. Men kan echter niet spreken over de consument, noch over het boek. Iedere consument heeft zijn eigen specifieke voorkeur voor een auteur en/of een type boek dat hij wil lezen of waarop hij vanuit zijn specifieke eisen is aangewezen. Die doelgroepen zijn in een beperkt taalgebied overwegend klein en de exploitatie van de uitgaven voor die doelgroepen is derhalve riskant. Dit kan alleen worden gedragen door het overschot van de bestsellers. De consument subsidieert vanuit het distributieve boek het selectieve.

De concurrentie speelt zich primair af op uitgeversniveau. Het grote aanbod immers noopt de uitgevers te concurreren op twee belangrijke punten: de materiële en inhoudelijke kwaliteit van het gebodene en de horizontale prijsstelling. De consument profiteert daarvan: het boekenaanbod is van een hoge kwaliteit en de keuzemogelijkheid in elk afzonderlijk genre is zo groot dat welhaast iedereen binnen zijn financiële mogelijkheden een keus kan maken tussen meer titels. Op het niveau van de boekhandel treft men uitsluitend service-concurrentie aan.

 

In beginsel is de exploitatie van een produkt niet aan grenzen gebonden - noch geografische noch culturele - en vrij verkeer van goederen over grenzen heen is derhalve mogelijk. Vrije concurrentie en massaproduktie, met als gevolg zo laag mogelijke prijzen, zijn daarvan onder meer het resultaat. Deze regel geldt niet voor boeken.

De markt hiervoor bestaat in de eerste plaats uit het gebied waar de taal, waarin deze boeken zijn geschreven, wordt gesproken. Een gemeenschappelijke taal is de basis voor een gemeenschappelijke cultuur, ook al is er geen staatkundige eenheid. Dat betekent dat de overdracht van cultuur - in hoge mate een zaak van de overheid - over staatkundige grenzen heen reikt.

In 1985 heeft de Europese Commissie zich beziggehouden met de (prijsreglementering in de) boekensector in de Gemeenschap. De Commissie heeft dan voor het eerst erkend dat voorop moet staan dat het boek niet alleen een industrieprodukt is, maar tevens een cultuurprodukt.

Nadat begin 1985 aanvankelijk gekozen was voor een Europese regeling van de vaste boekenprijzen, komt de Europese Commissie eind 1985 in zoverre van dit idee terug, dat men constateert dat de grote problemen van de grensoverschrijdende prijsbinding zich vooral voordoen in het Franse taalgebied (Frankrijk en België), het Nederlandse taalgebied (Nederland en België) en tussen Ierland en Groot-Brittannië. De Europese Commissie aanvaardt dat deze taalgebieden voor hun gemeenschappelijke cultuur bescherming behoeven in de vorm van een prijsbindingsregeling van boeken die voor het hele taalgebied geldt.

In haar mededeling aan de Raad van november 1985 heeft de Commissie gesteld, dat gestreefd moet worden naar een pragmatische oplossing van de vaste prijs binnen de taalgebieden van de EEG, zulks in samenwerking met de betrokken nationale overheden en de bedrijfstak. De betrokken geledingen van de bedrijfstak in Nederland, België, Frankrijk, Ierland en het Verenigd Koninkrijk onderschrijven ten volle dat er een oplossing moet komen die het hanteren van één vaste (minimum) prijs in de verschillende taalgebieden van de EEG mogelijk maakt. Er is hier immers steeds heel duidelijk sprake van éénzelfde markt per taalgebied. Het is evenwel onjuist te stellen, zoals de Europese Commissie doet in haar mededeling aan de Raad van november 1985, dat de markt van een boek uitsluitend samenvalt met het gebied van de taal waarin dat boek geschreven is. In kleine taalgebieden zoals het Nederlandse is het belang van het geïmporteerde vreemdtalige boek relatief groot. Nederland is het niet-angelsaksische land met de meeste import van Engelstalige boeken ter wereld. De totale import van vreemdtalige boeken wordt voor Nederland geschat op 10% van de totale verkopen. Ook in België is de import van vreemdtalige boeken aan-

[pagina 207]
[p. 207]

zienlijk. Daarnaast is het aantal vertalingen in het Nederlands met 23% van de totale titelproduktie uitzonderlijk hoog.

Het bovenstaande dient om aan te tonen dat voor sommige EEG-landen een vaste prijs alleen voor het eigen taalgebied - hoezeer ook gewaardeerd - niet voldoende is. Zonder vaste prijs komt ook het brede pluriforme assortiment van vreemdtalige boeken in de boekhandel in gevaar.

Het Europese Parlement heeft door het aanvaarden van het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid en door het unaniem aannemen van een resolutie in maart 1987 van de Europese Commissie geëist dat er een communautaire maatregel komt voor de prijsbinding van boeken in de taalgebieden van de EEG. Daarnaast heeft het Europese Parlement erop aangedrongen dat de import van vreemdtalige boeken in de verschillende

illustratie
Steeds meer stemmen gaan op om binnen het Nederlandse taalgebied tot eenzelfde prijsbeleid voor boeken te komen.


[pagina 208]
[p. 208]

landen nader wordt gekwantificeerd, zodat ook daarvoor eventueel maatregelen overwogen kunnen worden.

De Europese Commissie heeft in september en oktober 1985 de bedrijfstak gehoord over verschillende mogelijkheden van prijsbinding met grensoverschrijdende werking. Unaniem is het voorstel van de Commissie verworpen dat de prijs die aan de uitgever door zijn eerste afnemer zou worden betaald voor iedereen gelijk zou moeten zijn. Ook het alternatief dat de heer Beumer in zijn verslag voor het Europese Parlement heeft ontwikkeld, namelijk dat de op één na laatste schakel in het distributieproces een vaste prijs zou worden opgelegd, wordt door de Europese boekenbranche afgewezen, omdat het de weg vrij maakt voor concurrentie door supermarkten en dergelijke en derhalve voor ondergraving van de positie van de boekhandel, waardoor het pluriforme aanbod van boeken in gevaar komt. Ook het herhaaldelijk door de Europese Commissie naar voren gebrachte idee van selectieve distributie is voor het boekenvak onaanvaardbaar. Er zijn te veel verschillende verkooppunten van boeken in de EEG, dat verkoop uitsluitend door geselecteerde verkooppunten mogelijk zou kunnen zijn.

De enige oplossing waarvoor door alle boekverkopers- en uitgeversorganisaties werd geopteerd, is het hanteren van de door de uitgever vastgestelde (minimum) prijs binnen de EEG, dus met grensoverschrijdende werking. Dit betekent in feite het internationaliseren van de bestaande nationale vaste boekenprijzen. Toegespitst op de taalgebieden van de EEG komt het erop neer, dat de door de uitgever vastgestelde prijs de basis vormt voor de prijs die geldt binnen dat taalgebied, en dat een boek niet beneden de door de uitgever vastgestelde prijs mag worden verkocht. Dit principe, dat moet worden vastgelegd in een communautaire maatregel van de EEG, geldt dan ten eerste zuiver nationaal, dus voor een boek dat de grens niet is gepasseerd; ten tweede in het taalgebied, dus na het passeren van de landsgrens; en ten derde na reïmport in het land van origine en zo vervolgens. De boekenvakorganisaties in de betrokken landen, alsmede de Europese uitgevers- en boekverkopersorganisaties in de betrokken landen, alsmede de Europese uitgevers- en boekverkopersorganisaties GELC en GALC ondersteunen een dergelijke communautaire maatregel van ganser harte.

Prijsbinding in Nederland

Op grond van de Wet Economische Mededinging (1956) zijn in 1964 collectieve verticale prijsbindingssystemen in het algemeen onverbindend verklaard. Aan de Vereeniging is bij beschikking van de staatssecretaris van Economische Zaken van 31 augustus 1967 ontheffing van dit verbod verleend op grond van de culturele aspecten. In 1984 heeft de regering twee adviesaanvragen gericht over de wenselijkeid van het voortbestaan van de vaste boekenprijs, de ene aan de Raad voor de Kunst en de andere aan de Commissie Economische Mededinging. Beide adviezen, in 1985 uitgebracht, concluderen voor handhaving van de vaste boekenprijs.

In november 1985 beslist de regering, conform de wens van het parlement, tot een nieuwe ontheffing, die voor 15 jaar geldt en om de 5 jaar wordt getoetst.

 

Vanaf 1977 heeft de Vereeniging voor het Nederlandse boekenvak processen gevoerd tegen bedrijven die boeken onder de prijs aanboden.

In april 1977 kondigde Maxis te Muiden via advertenties aan dat ‘de vaste boekenprijzen door hen werden doorbroken’. Op 26 mei 1977 werd het Maxis door de president van de Rechtbank te Amsterdam verboden nog boeken te verkopen beneden de door de uitgevers vastgestelde prijs of strijdig met de leveringsvoorwaarden van de uitgevers voor zover Maxis de betrokken boeken niet aantoonbaar buiten Nederland had gekocht. Het Gerechtshof te Amsterdam bevestigde dit vonnis.

In maart 1979 daagde de Vereeniging samen met drie uitgevers Eldi Records n.v. in kort geding in verband met het verkopen van stripboeken tegen lagere dan door de uitgevers vastgestelde prijzen.

In zijn verweer stelde Eldi onder meer dat het Reglement Handelsverkeer van de Vereeniging niet, dan wel onvoldoende en ondeugdelijk bij de Commissie was aangemeld.

Op 20 maart 1980 bevestigde het Hof van Justitie te Luxemburg de geldigheid van de aanmelding en daarmede van het Reglement Handelsverkeer van de Vereeniging.

In de kinderboekenweek, oktober 1981, bood Albert Heijn, een groot Nederlands supermarktbedrijf, een aantal bekroonde kinderboeken met 25% korting aan. Hierop vorderde de Vereeniging in kort geding een verbod tegen Albert Heijn. De president van de Haarlemse Rechtbank verbood bij vonnis van 4 november 1981 Albert Heijn boeken van erkende uitgevers die onderdeel uitmaken van een zogenaamde ‘U-bocht constructie’, beneden de prijs te verkopen.

Onder een U-bocht constructie wordt verstaan ‘de situatie waarin boeken uit Nederland naar het buitenland, in casu naar België, worden geëxporteerd, om van daaruit onmiddellijk weer naar afnemers in Nederland te worden afgezet’.

[pagina 209]
[p. 209]

Eind 1981 bood Albert Heijn opnieuw boeken beneden de prijs aan wat door de Haarlemse Rechtbank in maart 1982 opnieuw werd verboden.

Naast deze voor de jurisprudentie belangrijke procedures zijn er nog diverse andere processen gevoerd tegen supermarkten en andere bedrijven die boeken beneden de prijs verkochten. In al deze procedures werden verboden en dwangsommen opgelegd, zij het dat het verkopen van aantoonbaar uit het buitenland ingevoerde boeken buiten schot bleef.

Dank zij het feit dat de Vereeniging het prijsonderbieders zeer moeilijk maakt en telkens bewijs van de herkomst vraagt, waar zij op grond van de jurisprudentie het recht toe heeft, is het aantal prijsonderbiedingen redelijk beperkt gebleven, uitgezonderd de stripboeken waarmee in grote mate gestunt wordt. Het valt echter te verwachten dat één groots opgezette prijsonderbieding met uit België afkomstige boeken het gehele systeem in Nederland kan doen instorten, omdat concurrerende (ook erkende) bedrijven dan niet achter willen blijven en hetzelfde zullen gaan doen. Ook de komende vestiging van een FNAC in Antwerpen eind 1987 kan voor de situatie in het zuiden van Nederland een grote bedreiging gaan vormen. Een vestiging van een FNAC in Amsterdam zal zeker leiden tot een ernstige aantasting van het systeem van vaste prijzen in Nederland.

Prijsbinding in Vlaanderen

De Belgische wetgeving kent geen verbodsbepalingen in verband met het opleggen van verticale prijsbinding in de relaties tussen leveranciers en afnemers. Afspraken terzake kunnen dus worden gemaakt. Op individuele basis tussen leveranciers en afnemers; of op collectieve basis (bijvoorbeeld afspraken binnen een beroepsorganisatie). Sinds haar oprichting in 1929 bestaat bij de ‘Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen’ een reglement voor het verkeer in het boekbedrijf, gebaseerd op het handhaven van door uitgevers en door importeurs van Nederlandse boeken vastgestelde particuliere verkoopprijzen. Rekening houdend met het intense boekenverkeer in het Nederlandse taalgebied, werd in 1949 een overeenkomst gesloten tussen de ‘Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels’ in Amsterdam en de ‘Vereniging ter bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB)’ in Antwerpen. Via deze overeenkomst kwam onder meer - binnen één taalgebied en over de landgrenzen heen - een prijsbindende regeling tot stand voor Nederlandse boeken in Vlaanderen en voor Vlaamse uitgaven in Nederland.

De prijsbinding voor boeken (de Vlaamse en de Nederlandse) steunde in Vlaanderen hiermee op twee pijlers: ten eerste het Vlaamse verkeersreglement, en ten tweede de Nederlands-Vlaamse overeenkomst.

 

Het onverbindend verklaren van de overeenkomst door het Hof van Justitie van de E.G. (januari 1984), haalde de voornaamste pijler onder de prijsbinding in Vlaanderen weg: 65 à 70% van de Nederlandstalige markt in Vlaanderen is inderdaad afkomstig uit Nederland.

Het Verkeersreglement (van de VBVB) werd driemaal aan het Belgisch en Europees recht getoetst:

Een eerste maal in 1979 toen de n.v. Club en de n.v. GB-Inno-BM zeven Vlaamse uitgevers en alleenverkopers van Nederlandse uitgeversfondsen dagvaardden wegens weigering tot levering (Club en GB wil-

illustratie
Naar aanleiding van de Boekenbeurs in Antwerpen laait al een paar jaar de discussie op over een vaste boekenprijs. Boekenbijlagen van kranten en weekbladen werden zelfs gebannen uit de beurs omdat zij boeken aanprezen die tegen dumping-prijzen op de markt worden aangeboden.


[pagina 210]
[p. 210]

den zich niet verbinden om - op grond van het VBVB-reglement - de te leveren boeken tegen de vastgestelde prijzen te verkopen).

De Rechtbank van Koophandel te Brussel stelde in kort geding, dat het VBVB-reglement verboden was op grond van art. 85, 1o van het EG-verdrag en kon geen rekening houden met de mogelijkheid dat een ontheffing zou worden verleend op basis van art. 85, 3o van dit Verdrag. Het Europees recht prevaleerde op het Belgische. De uitspraak luidde dat de leveringen aan Club en GB dienden hernomen.

Een tweede maal in maart 1982, toen de n.v. Sodal-FNAC veertien Vlaamse uitgevers en alleenverkopers van Nederlandse uitgeversfondsen dagvaardde wegens weigering tot levering. Inmiddels was het Verkeersreglement gewijzigd met in acht nemen van de uitspraak van het eerste proces. De weigering tot levering werd - naar Belgisch recht - rechtmatig geacht ‘omdat zij van defensieve aard is, niet ingegeven door enig schadeverwekkend oogmerk, maar wel met het oog op het beschermen van wettige belangen’. Hier werden dus géén argumenten naar Europees recht aangehaald.

Om die reden volgde een derde geding (mei 1982). Hier stelde de rechter dat de mogelijkheid bestond, dat de Europese Commissie of een ontheffing zou toestaan (art. 85, 3o), of een negatieve verklaring zou afleveren (art. 85, 1o). Maar tevens: dat alleen de Commissie bevoegd is die beslissing te treffen. Daarom: ‘er is voor ons aanleiding om de procedure op te schorten tot na de uitspraak van de Commissie’.

 

Uit wat voorafgaat blijkt dat afspraken inzake prijsbinding voor boeken in België kunnen worden gemaakt. Alleszins voor Belgische uitgaven en naar het voorbeeld van hetgeen door Europese Commissie en Hof van Justitie aan alle lidstaten is toegestaan. Maar in de praktijk zullen zij hun doel missen aangezien de Belgische boekenmarkt voor 65 à 70% bestaat uit import uit Nederland (wat het Nederlandstalig aandeel aangaat) en voor ca. 80% uit Franse import (wat het Franstalige aandeel betreft). De Europese instanties bannen immers iedere prijsbinding met grensoverschrijdend effect (behalve reïmport via U-bocht constructie). Bij resolutie heeft het Europese Parlement de Raad en de Commissie aangezet oplossingen voor te stellen voor de betrokken taalgebieden.

Ondertussen werd de voormalige goede gang van zaken geremd door genadeloze discount op het vlot verkoopbare via (vooral) warenhuizen. In de georganiseerde branche heeft dit geleid tot vermindering van de dienstverlening, het afbouwen van het assortiment en moeilijkheden bij de distributie.

Prijsbinding in het Nederlandse taalgebied

Tussen de Nederlandse en de Vlaamse boekenvakverenigingen bestond vanouds de zogenaamde Vlaams-Nederlandse overeenkomst die er voor moest zorgen dat in het ene land uitgegeven boeken in het andere land niet beneden de in het eerste land vastgestelde prijs werden verkocht. In 1977 heeft de Europese Commissie een procedure ingeleid tegen deze overeenkomst, die in november 1981 door een negatieve beschikking werd getroffen. De beide verenigingen gingen in beroep en werden daarin gesteund door de Europese boekenvakorganisaties GELC en GALC. Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen besliste in zijn arrest van 17 januari 1984 dat de Vlaams-Nederlandse overeenkomst op grond van artikel 85 lid 1 van het verdrag van Rome verboden moet worden, omdat deze de handel tussen de lidstaten beperkt. Voor een ontheffing op grond van artikel 85 lid 3 kwam de overeenkomst niet in aanmerking. De prijsbinding van boeken in het grensoverschrijdende verkeer tussen Nederland en België mag dus niet. In de praktijk betekent dit dat een ieder in Nederland (c.q. België) vanuit België (c.q. Nederland) ingevoerde (inclusief wederingevoerde) boeken mag verkopen voor een lagere prijs dan de door de uitgever of importeur vastgestelde publiekprijs. Eveneens mag een ieder boeken exporteren voor de prijs die hij wenst, waarbij ook de afnemers vrij zijn in de bepaling van hun eigen verkoopprijs.

 

De situatie in Nederland loopt als gevolg hiervan groot gevaar door een prijsonderbieding met uit België geïmporteerde boeken verstoord te worden, terwijl de markt in België door de onmogelijkheid van een waterdichte prijsbinding in feite al verstoord is. De enige oplossing is een vaste boekenprijs die geldt in het gehele Nederlandse taalgebied. Het kan op de weg van de Nederlandse Taalunie liggen hier een voortrekkersrol te vervullen. Dit wordt mede ingegeven doordat Europees Commissaris Andriessen de Taalunie in 1981 met name genoemd heeft en de rol van de Taalunie ook in de beschikking van de Europese Commissie van 25 november 1981 is vermeld (punt 60).

 

Samenvatting van ‘Witboek vaste boekenprijs’, samengesteld in opdracht van de Nederlandse Taalunie door de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels (Amsterdam) en de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen (Antwerpen). Uitgegeven als 12de deel in de reeks Voorzetten, door de Stichting Bibliographica Neerlandica.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken