Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 92 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 92
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 92Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 92

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 92

(1988)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Frans-Vlaanderen

12e zwijgende voettocht door het slagveld van de Peene

De Slag aan de Peene (de 3de slag bij Kassel), die op 11 april 1677 geleverd werd, had voor gevolg dat een stuk Vlaanderen (sindsdien Frans-Vlaanderen genoemd) door Frankrijk werd ingelijfd. Op 11 april 1977, bij de 300e verjaardag, had voor de eerste keer een ‘Zwijgende voettocht’ door het slagveld plaats, die jaarlijks zou herhaald worden en die de wandelaars inmiddels in de mogelijkheid stelt te kiezen uit 4 circuits: 1. Tom (8 km), 2. Wilhelmietenklooster (10 km), 3. Balenberg (15 km), en 4. Rodebrug (15 km). Circuit 1 loopt door de Vlaamse sector (met historische toelichting onderweg), 2 en 3 volgt de twee belangrijke invalshoeken der Franse troepen, terwijl 4 leidt over de Rodebrug, een brug over de Peene te Bavikhove, waar Robrecht de Fries in 1071 de eerste slag bij Kassel won en graaf van Vlaanderen werd.

Het vertrekpunt der wandelaars, is afwisselend te Noordpeene en Zuidpeene, twee kleine dorpjes op amper 3 km van elkaar, met op hun grenslijn de Peene-obelisk, die aan de veldslag herinnert. Raf Seys, van wie het initiatief van de Zwijgende Voettocht uitging, stichtte op 3 mei 1980 een ‘Comité van de Peene’, uitsluitend bestaande uit jonge Frans-Vlamingen, die in 1981 de organisatie en leiding van hem overnamen. Op 9 november 1985 stichtte hij bovendien een ‘Westvlaams Comité van de Peene’, dat zich tot doel stelt het broeder-comité in Frans-Vlaanderen aan te moedigen en te steunen: alle Belgische en Zeeuwse Vlamingen, alsook alle medevoelende Nederlanders, kunnen er deel van uitmaken. Informatie: Raf Seys, Ringlaan 1, B-8280 Koekelare.

De 12de Zwijgende Voettocht heeft plaats op zaterdag 23 april (steeds de 4de zaterdag van april) met samenkomst (om 14.30 u.) en vertrek (om 15 u.) aan de kerk van Noordpeene. Noordpeene is, zoals Zuidpeene, tegen de Kasselberg gelegen. De deelname aan de voettochten kan dan ook gepaard gaan met een bezoek aan Kassel, met zijn monument dat herinnert aan de drie memorabele veldslagen die aan de voet van de berg geleverd werden, nl. in 1071 met Robrecht de Fries, in 1328 met Nikolaas Zannekin en in 1677 met Willem van Oranje. Eveneens kan er een uiterst merkwaardige maquette bezichtigd worden die de Slag aan de Peene weergeeft (10 m2 groot met 5.500 miniatuursoldaatjes, te voet en te paard), die in 1984 werd overgebracht naar het oudste gebouw van Kassel, het Herenhuis Mac Mahon. Dit museum, waarvan de smeedijzeren ankers het bouwjaar 1631 aangeven, bevindt zich op de hoek van de markt en het straatje naar de Ariënpoort (Porte d'Aire). Het is de hele dag toegankelijk (van 9 uur tot 20 uur).

Nederlands onderwijs in Wervik-Zuid

Het Nederlands Onderwijs in Frans-Vlaanderen beleefde op 29 januari j.l. een prachtige dag. De Nederlandse staatssecretaris voor Onderwijs bezocht de Ecole Pasteur in Wervik-Zuid (Wervicq Sud).

Einde zeventiende eeuw, werd Wervik ‘bezuyden de Leie’, afgescheiden van Vlaanderen en bij het Franse koninkrijk gevoegd (het verdrag van Nijmegen). In 1712 werd het een zelfstandige Franse gemeente met burgemeester en schepenen. Zo werd Wervik definitief in tweeën gerukt. Menselijke en familiale verhoudingen kunnen echter niet met één pennetrek vernietigd worden. Tot voor een goede twintig jaar nog, was het Westvlaamse dialect de spreektaal.

Voor een drietal jaren werd gestart met een belangrijk project, waarschijnlijk een primeur en een unicum in zijn soort, namelijk lessen Nederlands aan 250 kinderen. Nederland betaalt een Nederlandse leerkracht, mej. Toos Dewit, en Vlaanderen betaalt een Vlaamse leerkracht, mej. Martine Verschoore uit leper. Ze nemen elk 125 leerlingen voor hun rekening. In het begin was er wel een zekere schroom bij de ouders, die vreesden dat hun kinderen daardoor minder Frans zouden kennen. Die vrees is echter totaal ongegrond gebleken en in plaats van schroom heerst er thans enthousiasme en trots op de meertaligheid van de kinderen.

Elke klas krijgt één uur per dag les in het Nederlands. Of het nu om wiskunde of natuurwetenschappen gaat, Nederlands is op dat bepaald uur de voertaal.

Op vrijdag 29 januari bracht mevrouw Ginjaar-Maas, de Nederlandse staatssecretaris voor Onderwijs, een bezoek aan Wervik-Zuid. Ze bezocht er klas per klas, stelde vragen aan de kinderen die antwoordden in het Nederlands. Kortom, het werd een feestelijke namiddag en dit in aanwezigheid van de Nederlandse televisie.

Op vraag van de Nederlandse reporter ‘waarom bezuinigen in Nederland en geld geven voor Nederlands onderwijs in Frankrijk?’, antwoordde de staatssecretaris: ‘Noordwest Frankrijk, België en Nederland vormden ooit de Zeventien Provinciën, veel mensen spreken er nog Vlaams en dus vind ik het de moeite waard dat hier Nederlands wordt onderwezen’. Jammer genoeg kwam dit antwoord niet aan bod tijdens het Jeugdjournaal op Nederland 2.

En wat denken de Franse verantwoordelijken? Twee inspecteurs voor het onderwijs in het Noorderdepartement, verklaarden kort en goed dat de kinderen waarvoor zij verantwoordelijk zijn, goede meertaligen moeten zijn, die liefst twee of drie vreemde talen moeten kunnen spreken, met als prioriteit het Nederlands, gezien de geografische ligging en de historische achtergronden.

Wie hier zeker een pluim verdient, is de ééntalig Franse directeur van de school, de heer Porret. Hoewel Nederlandsonkundig, is hij het geweest die de zaak doorgedreven heeft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken