Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 92 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 92
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 92Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 92

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 92

(1988)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Leefmilieu

Natuur voor de toekomst?

Op 18 juni 1988 (vanaf 9.30) vindt in de grote aula van de Universitaire Instelling Antwerpen een studiedag plaats onder de titel ‘Natuur voor de Toekomst? Toekomst voor de Natuur!’. De organisatie is in handen van Natuurreservaten vzw. Als sprekers uit Vlaanderen noteren we o.m. Prof. dr. R. Verheyden (biologie U.I.A.), Ir. M. de Coster (Natuurreservaten), Dr. E. Kuijken (Instituut voor Natuurbehoud), H. Abts (voorzitter Natuurreservaten) en onder voorbehoud de Gemeenschapsministers J. Dupré en W. Beysen en staatssecretaris P. de Keersmaeker.

Nederlandse sprekers zijn Prof. dr. C.W. Stortenbeker (Landbouwuniversiteit Wageningen, vakgroep Natuurbeheer) en (onder voorbehoud) F. Andriessen, ondervoorzitter van de Europese Commissie, bevoegd voor Landbouw en Bossen.

Informatie: K. Elisabethlaan 57, 9000 Gent, tel. (091)22 75 41.

België vervuilt Nederlands polderwater

De Nederlandse milieuminister Ed Nijpels is niet tevreden met de manier waarop in Zeeuws-Vlaanderen het probleem van het Belgisch mestoverschot is ‘opgelost’.

‘België zal net zoals Nederland de hoeveelheid te produceren mest af moeten stemmen op de opvangcapaciteit in eigen land. Onze zuiderburen hebben zich door een traktaat uit 1985 verplicht te zorgen voor een goede kwaliteit van het polderwater, dat nu door de toenemende intensieve veehouderij in België wordt vervuild. Aan dat traktaat dient België zich dan ook te houden.’

Nijpels zei dit op 5 april bij de officiële ingebruikstelling van een nieuwe drinkwaterzuiveringsinstallatie in Philippine van de Watermaatschappij Zuidwest Nederland (WMZ). Het polderwater wordt door de WMZ gezuiverd in Zeeuws-Vlaanderen na menging met het water van de Biesbosch tot drink- en industriewater voor Zeeuws-Vlaanderen. De over het land uitgestrooide mest in België vervuilt het polderwater. De WMZ vergoedt aan de boeren in de twee Belgische polders de transportkosten om de mest elders te laten storten. Zo wordt er ook Belgische mest over Zeeuws-Vlaamse akkers uitgereden. Nijpels vindt dit, gezien het ‘gigantische mestprobleem’ waarmee Nederland te kampen heeft, geen goede zaak.

Zwincommissie wil verdere verzanding beletten

Te Middelburg kwam de Internationale Zwin-commissie bijeen om zich te buigen over de onrustwekkende verzanding van het Zwin. Zwin-conservator Guido Burggraeve ziet daarvoor als belangrijkste oorzaken het opspuiten van zand voor de stranden van zowel het Belgische Knokke-Heist als het Nederlandse Cadzand. Ook is hij niet gelukkig met het ontbreken van een buffer-zone voor het Zwin in Nederland.

Voornoemde commissie, die in 1948 werd opgericht en uit Nederlanders en Belgen is samengesteld, zal nu enkele voorstellen aan de regeringen van beide betrokken landen overmaken. De monding van het Zwin zou dienen hergraven in westelijke richting. Tevens zou een zogenaamde zandvang dienen gegraven ten westen van de geul. Daarna zou de zandrug dienen doorgegraven om een meer regelmatige overstroming van het zuidelijk deel van het Zwin mogelijk te maken.

Intussen zal een boring worden uitgevoerd in het zuidelijk deel, om meer te weten te komen over het verlandingsproces. Ook zal een technische werkgroep het onderzoek voortzetten nopens een mogelijke vergroting van een zogenaamde komberging. Alle maatregelen hebben uitsluitend tot doel de aanzanding van de geul te vermijden, waardoor grote schade zou kunnen berokkend worden aan de Zwinvlakte en de planten en dieren.

Provincie luistert naar Benegora

België en Nederland gaan meer samenwerken in de bestrijding van de luchtverontreiniging rond het Antwerpse industriegebied. Als eerste resultaat daarvan verscheen een Belgisch-Nederlands rapport over de luchtverontreiniging, zoals die aan beide kanten van de grens is gemeten.

Over de Belgisch-Nederlandse samenwerking sprak de Brabantse gedeputeerde R. Welschen met voorzitter R. Deeleman van de Belgisch-Nederlandse milieuvereniging Benegora.

De gedeputeerde is van plan regelmatig met Benegora te overleggen. Voorzitter R. Deeleman juicht dat toe: ‘We worden nu door de provincie als volwaardiger gesprekspartner aangezien dan enkele jaren geleden”, deelde hij na afloop van het gesprek mee.

Hij legde Welschen nog enkele onderwerpen voor waarmee Benegora momenteel bezig is. Een ervan is het bezwaar van Benegora tegen de bouw van een grote verbrandingsoven voor afval op Belgisch grondgebied, enkele kilometers van de grens. De verbranding vindt plaats bij temperaturen van 900 tot 1000 graden. ‘Dat is te laag’, zo meende Deeleman. ‘Dat moet minstens 2000 graden zijn. Bij te lage temperaturen komen er gevaarlijke stoffen in de lucht.’

Industrie langs Maasoever geen watervervuiler

‘Het is misplaatst, oneerlijk en ongegrond de bedrijven langs de Maas als vervuilers van de rivier aan te klagen zoals de Nederlandse Stichting Reinwater dat onlangs deed.’ Dat zei Robert Planchar, Belgisch voorzitter van de Belgisch-Nederlandse Technische Maascommissie en lid van de Belgisch-Nederlandse Commissie van de Waterverdragen, tijdens een persconferentie te Luik. Hij zei niet te spreken in zijn functie als Luikse havendirecteur.

‘De industriële bedrijven die lozen in de Maas zijn onderworpen aan 42 Belgische sectoriële normen, aan 4 Europese directieven en aan één Waals decreet. Die regelingen staan er borg voor dat de kwaliteit van het Maaswater goed te noemen is. Zeker in vergelijking met de kwaliteit van het Rijn- en Scheldewater. De naleving van de normen heeft voor de betrokken

[pagina 118]
[p. 118]

bedrijven zelfs een kostprijsnadeel tot gevolg.’

Aldus Planchar, daarbij zinspelend op de ‘open riolen’ in Zelzate (Sidmar) en IJmuiden (Hoogovens). ‘Het staal van Cockerill is 22,8 fr. per ton duurder, omdat het Maaswater wordt behandeld, in tegenstelling tot het Scheldewater in Zelzate.’

Om zijn stelling te staven beriep hij zich op onafhankelijke instellingen, nl. de 11 Nederlandse waterdistributiemaatschappijen van de randstad en de Antwerpse Waterwerken, alle verkopers van drinkwater afkomstig uit de Maas. Volgens die maatschappijen, aldus Planchar, is het Maaswater van goede tot zeer goede kwaliteit en behoort de rivier tot de zuiverste van Europa.

Planchar zei voorstander te zijn van het beginsel ‘de vervuiler betaalt’, maar ook van het beginsel ‘de drinker betaalt’. Dus Nederland en Vlaanderen moeten voor de zuivering van het Maaswater een bijdrage leveren.

M.b.t. de resultaten inzake verontreiniging die de Stichting Reinwater publiceerde, verklaarde Planchar dat ze ‘punctueel’ juist waren, maar dat ze geen correct beeld geven van de gemiddelde kwaliteit van het Maaswater. De industriële vervuiling blijft beneden de normen, aldus Planchar. De gemeten vervuiling van fosfaten heeft een andere oorsprong: wasmiddelen en meststoffen. Het rioolwater moet dus worden gezuiverd. Tot slot zei hij nog hevig voorstander te zijn van de bouw van stuwen op de Maas om de kwaliteit en het debiet van de rivier op peil te houden. Die stuwen moeten door Nederland en Vlaanderen worden betaald.

Waalse executieve en waterverdragen

Op 14 april sloot de Waalse Executieve zich aan bij het negatief standpunt van de Waalse gewestelijke economische raad (CESRW) m.b.t. de waterverdragen met Nederland.

Volgens Waalse Executieve en CESWR is Wallonië in de zaak van de Maasverdragen geen vragende partij. Indien de onderhandelingen opnieuw aangevat worden, wil de Executieve hier officieel bij betrokken worden. Voorts is de Executieve voorstander van de installatie van een commissie die het probleem van de kwaliteit en de kwantiteit van het Maaswater tot zich zou trekken en waarvan vertegenwoordigers van alle oeverstaten van de Maas deel zouden uitmaken.

Een multilateraal overleg tussen deze staten is volgens haar wenselijk. De Waalse Executieve besliste alvast geen bouwvergunningen te zullen afleveren voor stuwen op de Maas.

Benelux-prijs natuur- en milieu-educatie 1988

De drie Beneluxlanden besloten een jaarlijkse ‘Benelux-prijs natuur- en milieu-educatie’ in te stellen.

Hiermee wordt beoogd studenten in de relevante vakgebieden te stimuleren zich tijdens hun opleiding in natuur- en milieu-educatie te verdiepen, en bekendheid te geven aan natuur- en milieu-educatie in de betrokken onderwijs- en vormingskringen.

Als verwachte effecten worden vooropgesteld dat meer studenten in relevante opleidingen natuur- en milieu-educatie als keuze-onderwerp zullen kiezen; dat een stroom van studentenpublikaties over natuur- en milieu-educatie ontstaat; en dat de belangstelling voor natuur- en milieu-educatie bij docenten aan wetenschappelijke en hoger beroepsopleidingsinstellingen zal groeien.

Voor 1988 wordt het onderwerp: ‘Natuuren Milieu-educatie gericht op het secundair of voortgezet onderwijs’.

De inzendingen worden per aangetekend schrijven ingewacht tot 15 september '88 op volgend adres:

Secretariaat-Generaal van de Benelux Economische Unie, Prijs Natuur, en Milieu-educatie 1988, Regentschapsstraat 39, 1000 Brussel.

Nederlands-Vlaamse vakbeurs voor milieutechnologie

Vlaanderen en Nederland willen de strijd tegen milieuvervuiling bevorderen door om het jaar in Gent en in Rotterdam een internationale vakbeurs voor milieutechnologie en arbeidsomstandigheden te houden. Van 26 tot en met 28 april werd de internationale vakbeurs Milieutechnologie IFEST '88 (International Trade Fair for Environmental & Safety Technology) in het Ahoy-Complex te Rotterdam gehouden. Volgend jaar zal IFEST '89 dan van 10 tot en met 14 oktober in het Flanders Expo complex te Gent plaatsvinden.

Het Nederlands-Vlaams initiatief ontstond toen de heer Reuchlim van Ahoy OVAM directeur-generaal Parent ging raadplegen, op zoek naar interessante Vlaamse exposanten voor de Nederlandse beurs. Parent zag de zaak meteen breder en stelde voor er een gezamenlijk initiatief van te maken. Parent: ‘Het is toch al te gek dat in Nederland drie milieubeurzen worden gehouden: in Rotterdam, Amsterdam en Utrecht. Dus stelde ik Reuchlim voor samen te werken met Flanders Expo, en afwisselend een beurs in Rotterdam en in Gent te organiseren’.

De organisatoren achter Flanders Expo gingen daar gretig op in. Het samengaan van Vlaanderen met Nederland in IFEST is een eerste grensoverschrijdend initiatief in het kader van het vierde milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap. Overigens meent ir. F. Parent dat IFEST zowel Vlaamse als Nederlandse ondernemingen, zal toelaten om hun kennis inzake milieutechnologie binnen Europa te promoten.

De IFEST-vakbeurs zal vooral in Vlaanderen de milieu-industrie moeten aanzwengelen. Wellicht is het een veeg teken dat in Ahoy te Rotterdam slechts zes Vlaamse exposanten stonden, tegenover 53 Nederlandse. Tegen IFEST '89 wil Flanders Expo meer Belgische exposanten naar de vakbeurs halen.

 

*

 

‘België zal in dat Europa zijn soevereiniteit verder zien afbrokkelen. De regio's zullen steeds meer naar voor treden. Denken in groot-Europese termen en, dichter bij ons, in termen van Nederlands-Vlaamse verstandhouding: als de huidige politieke klasse dat niet kan of wil, moet de leidersgeneratie vernieuwd worden’.

 

Manu Ruys, hoofdredacteur van De Standaard, in zijn hoofdartikel van 27 april 1988.

 

*


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken