Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 92 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 92
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 92Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 92

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 92

(1988)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Sociaal

Sociale verzekering vergelijkend overzicht

Bijzonder interessant voor de technische kennis over grensproblemen inzake de sociale verzekering, is het ‘Vergelijkend overzicht van de Nederlandse en Belgische sociale verzekeringswetgevingen voor loontrekkenden’, in maart 1988 uitgegeven door de Stichting Bureau voor Belgische Zaken te Breda (Markendaalseweg 35, 4811 KA Breda, tel. 076-222950, vanuit Belgë: 00-3176222950).

Discriminatie grensarbeiders inzake kinderbijslag

Een verkapte vorm van discriminatie, zo heeft EG-commissaris Marin de behandeling van de Belgische grensarbeiders door Nederland genoemd i.v.m. de kinderbijslag voor schoolverlaters. Aan de grensarbeiders wordt sinds jaar en dag kinderbijslag geweigerd voor het vierde kwartaal van het jaar waarin hun kind de school verlaat. De Nederlandse Raden van Arbeid hebben tot nog toe altijd gesteld dat de grensarbeiders geen recht hebben op die kinderbijslag, omdat hun kinderen niet in Nederland wonen. Alleen de Eindhovense raad betaalde, op voorwaarde dat de betrokken Belgische kinderen vóór 1 oktober in een Nederlands Gewestelijk Arbeidsbureau ingeschreven waren.

Alles samen gaat het om zeer veel geld dat de Belgische arbeiders in Nederland hebben moeten derven, aldus Maurice Deraeve van de Christelijke Centrale voor Grensarbeiders in Hasselt. Zeker als die kinderen hogere studies hebben gedaan: dan gaat het vaak over dubbel tot drievoudig kindergeld.

Nadat besprekingen op allerlei niveaus geen resultaat opleverden, bracht de Centrale het probleem geruime tijd geleden ter sprake bij de Europarlementsleden Marijke van Hemeldonck en Bert Croux. Zij ondervroegen daarover EG-commissaris Marin. Die stelde na een bijkomend onderzoek dat Nederland deze kinderbijslag dient te betalen, zelf als het kind bij de Belgische RVA is ingeschreven, omdat dit moest gelijkgesteld worden met een inschrijving bij een GAB in Nederland.

De commissaris dreigt er zelfs mee een proces te beginnen voor het Europese Hof van Justitie indien Nederland niet tot andere gevoelens komt. Volgens Deraeve is het niet zeker dat het zover zal komen, omdat Nederland een veroordeling zal proberen te voorkomen.

Deraeve stelt verder dat, eens deze zaak geregeld, mogelijk ook bij de Belgische overheid moet aangeklopt worden. De wachttijd van de Belgische afgestudeerden verstrijkt nl. niet met het vierde kwartaal, maar ten vroegste eind januari. Dat is een bijkomende discriminatie.

Volgens het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek werkten er einde maart 1987, 16.006 Belgen in Nederland. Van hen wonen er 10.373 in Limburg, 2.894 in Turnhout, 1.058 in het Gentse, 671 in het Antwerpse en 452 in het Waasland.

Dubbelbelasting

Op 5 mei 1988 stelde de heer Suykerbuyk in de Vlaamse Raad een vraag over het Belgisch-Nederlands verdrag inzake voorkoming van dubbelbelasting. De senator wou met name meer vernemen over de correctiemogelijkheid inzake de inning van gemeentelijke aanvullende personenbelasting en de aanpassing van de verdelingsregelen van het Gemeentefonds in België. Zijn vraag luidde als volgt:

‘De Minister is bekend met de situatie van gemeenten, waar een vrij groot aantal inwoners, krachtens een verdrag tussen België en Nederland dat terecht dubbelbelasting wil voorkomen, geen gemeentelijke aanvullende personenbelasting betalen.

[pagina 172]
[p. 172]

De aanpassing van het verdrag zou het de gemeenten mogelijk maken de gemeentelijke aanvullende personenbelasting te innen bij diegenen die thans een voorrecht van niet-betaling genieten.

De aanpassing van het vorig verdrag vergt echter tijd en instemming van alle verdragsluitende partien.

Het lijkt daarom aangewezen naar alternatieve mogelijkheden uit te zien. De criteria van het Gemeentefonds voorzien erin dat de uitkeringen gestoeld worden op een basisbedrag per inwoner. Tegelijk zijn een aantal correctiemogelijkheden voorzien. Eén daarvan is de speciale toestand, waarin zich de kustgemeenten bevinden. Uiteraard kan voor elk probleem “de speciale toestand” als oplossing ingeroepen worden. Toch kan men zich voorstellen dat bij een gemeente, die ingevolge internationale verdragen, belastingsopbrengsten moet ontberen omdat een beduidend aantal inwoners buiten het toepassingsgebied van één der voornaamste gemeentelijke belastingen, zijnde de aanvullende personenbelasting, valt, men van een speciale toestand kan spreken.

Kan de Minister overwegen en doen nagaan of de hierboven uiteengezette “Denkpiste” tot het oplossen van het probleem, waarvan sprake, kan leiden?’

Op 6 juni antwoordde de Minister:

‘Ik ben mij bewust van het probleem dat het geachte lid aan de orde stelt. Internationale verdragen tot vermijding van een dubbele belasting kunnen een oorzaak zijn van een gebrekkig fiscaal vermogen van sommige besturen en daardoor bijzondere problemen opleveren.

Het geachte lid is ervan op de hoogte dat het regeerakkoord voorziet in een aanpassing van de verdelingsregelen van het Gemeentefonds. Ik heb mijn administratie verzocht ter zake een studie te verrichten. Het voorstel van het geachte lid wordt in dat kader onderzocht.’

Europese senioren

Vertegenwoordigers van ouderenorganisaties uit vijf EG-landen, die samen 1,5 miljoen leden (zeggen te) tellen, hebben besloten een Europees Platform van Seniorenorganisaties (EPSO) op te richten. Het initiatief ging uit van de Benelux-landen; Duitsland en Denemarken hebben zich daar ondertussen al bij aangesloten. De hoop is dat alle seniorenorganisaties uit de 12 EG-landen zich aansluiten.

Voorzitter van het EPSO is de Nederlander Kor Karel, de algemene secretaris van de Algemene Nederlandse Bond van de Ouderen. Het secretariaat van EPSO berust bij de Vlaamse Kristelijke Bonden van Gepensioneerden (KBG).

Werkverzuim in Nederland groter dan in België

Werknemers in Nederland melden zich vijftig tot honderd procent vaker ziek dan hun collega's in België en de Bondsrepubliek Duitsland. De belangrijkste verzuimredenen zijn psychische en psychosomatische klachten.

Dat blijkt uit het proefschrift ‘De voorspelbaarheid van de individuele verzuimduur’ van de Nijmeegse onderzoeker drs. J.A.M. Grosfeld, die promoveerde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Langdurig verzuim van minstens zes weken of langer vormt in Nederland al zeventig procent van alle verzuimdagen. De meeste verzuimproblemen komen voor bij slecht geschoolde werknemers in lage technische beroepen. Als er geen maatregelen worden genomen, zal in het jaar 2000 zeventien tot twintig procent van de beroepsbevolking door ziekte buiten het arbeidsproces staan. Volgens Grosfeld is er minder ziekteverzuim als sprake is van een hogere functie en meer opleiding en als de werknemer is gestopt met roken.

Fietsen tegen racisme

Op Paasmaandag vertrokken een honderdtal jongeren te Leuven voor de Derde Fietstocht tegen Racisme. Na een omzwerving door Vlaanderen en een stuk van Nederland, kwamen de fietsers op 9 april aan in Genk. In de voormiddag hadden ze in Maastricht nog een panelgesprek bijgewoond met o.m. Europarlementslid J. Ulburghs en het gemeenteraadslid van de immigranten te Maastricht.

Verwey-jonkerprijs op Vlaams-Nederlands sociologencongres

Werkloze vrouwen hebben gemiddeld minder kinderen dan werkende. Onderzoeker Koert Impens is op basis van feiten tot dit besluit gekomen. Voor zijn interessant en verrassend onderzoek kreeg hij tijdens de sociologische studiedagen de Verwey-Jonkerprijs, die hij deelt met de Nederlandse socioloog Otto Knottnerus.

Met de symbolische bijdrage van 1000 gulden wil het congres van Vlaamse en Nederlandse sociologen aan de UFSIA, onderzoekers voor wie het vandaag moeilijk is om een plaats te bemachtigen aan een universiteit, stimuleren tot publikatie.

De studie van Impens, die tewerkgesteld is aan het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën te Brussel, kadert in een onderzoek over de evolutie van de demografie in België. Hij onderzoekt o.m. de relatie tussen werkloosheid en vruchtbaarheid in Vlaanderen. Het resultaat van het onderzoek van de heer Impens is verrassend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken