Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 92 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 92
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 92Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 92

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 92

(1988)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Economie

Nieuwe impuls voor Vlaams-Nederlandse samenwerking in Benelux middengebied

Voorzitter Geens van de Vlaamse regering installeerde op 21 september een Vlaams-Nederlandse werkgroep die de levensvatbaarheid van een Benelux-Middenraad moet onderzoeken. Die raad zou een permanent overlegplatform moeten vormen tussen de lokale en provinciale besturen uit het Benelux Middengebied, dat bestaat uit de Vlaamse provincies Antwerpen en Limburg en het arrondissement Leuven enerzijds en de Nederlandse provincies Noord-Brabant en Limburg anderzijds.

Volgens minister Geens gaat het hier om een historisch initiatief dat een nieuwe en originele dimensie kan geven aan de grensoverschrijdende samenwerking. Burgemeester Burgers van Rosmalen, die de werkgroep zal voorzitten, onderstreepte het belang van de Europese overeenkomst van 21 april 1986 die de publiekrechtelijke grensoverschrijdende samenwerking in Europa mogelijk maakt.

Mettertijd zal de mogelijkheid en de wenselijkheid worden nagegaan om aan de werkgroep een mandaat te geven ter bestuurlijke uitvoering van een aantal projecten en aldus een volwaardige Benelux Middenraad te vormen. ‘Er is naar onze mening in dit gebied meer nodig dan alleen afstemming op het gebied van grensoverschrijdende actieplannen en concrete projecten om als die gerealiseerd zijn weer over te gaan tot de orde van de dag’, aldus Burgers. Volgens de voorzitter van de werkgroep volstaat alleen maar wat Benego-overleg of incidenteel gouverneurs- of gedeputeerdenoverleg niet. De werkgroep zal dan ook rapporteren over een permanent, structureel, de-inwoners-vertegenwoordigend overleg in Euregio-verband.

‘Na eeuwen van nauwe politieke en culturele verbondenheid zijn wij slechts 150 jaar even gescheiden wegen gegaan. Voordien hoorden wij eeuwen bijeen en vanaf 1992 zal dat ook weer zo zijn. Samen vormen wij een machtsfactor van betekenis binnen Europa’, aldus Burgers.

De installering van de werkgroep vond plaats in het kader van het congres ‘Expeditiefunctie Benelux Middengebied in stroomversnelling’. Het congres werd georganiseerd door de adviesgroep Benelux Middengebied die zelf voortspruit uit de reeds in 1965 opgerichte gelijknamige studiegroep.

René De Feyter, die sprak over de mogelijkheden van het Benelux Middengebied, stelde dat de grensoverschrijdende samenwerking tussen de deelgebieden die deel uitmaken van het Benelux Middengebied vooral lokaal is. De nationale regeringen in België en Nederland weigeren de nodige politieke wil op te brengen ter zake. Dat in deze zaak ook uitsluitend met Vlaanderen moet gepraat worden en Brussel er niet bij hoort, zorgt allicht ook voor belemmeringen. Dat Antwerpen wel en Rotterdam niet behoort tot het bedoelde gebied zorgt wellicht ook voor enige hinder.

Andere sprekers vroegen zich trouwens af waarom het Benelux Middengebied niet is uitgebreid tot Brussel (en Zaventem) langs Vlaamse zijde en Rotterdam langs Nederlandse zijde. Tijdens het panelgesprek waaraan naast de sprekers op het congres ook o.m. directeur-generaal Suykens van de Antwerpse haven deelnam, werd door Edwin Jacobs van de Nationale Confederatie van het Bouwbedrijf gewezen op het feit dat Antwerpen en Rotterdam in feite de toegangspoorten zijn van het Middengebied van Brabant en Limburg langs beide kanten van de ‘grens’.

Volgens Jacobs, die een referaat hield over de functie van de goederenterminals in de toekomst, moet er ook samenwerking komen tussen de havens van het Deltagebied naar het voorbeeld van de Duitse havens Hamburg en Bremen. Jacobs vroeg ook met nadruk dat Brussel zou betrokken worden bij de werking van het Benelux Middengebied. Volgens directeur-generaal Suykens van de Antwerpse haven zijn de expeditiebedrijven in het Middengebied eigenlijk maar een verlengstuk van de zeehavens. Wegens o.m. kostenmotieven verkiezen vele bedrijven in een regio te werken die weliswaar nauw aansluit bij havengebieden maar dan toch op enige afstand gelegen is.

Van ondernemingszijde werd beklemtoond dat de staatsgrenzen en met name de grens tussen België en Nederland al sterk vervaagd zijn maar dat de bestuurders die ontwikkeling niet even snel volgen. Een goed voorbeeld van die integratie van het bedrijfsleven over de staatsgrenzen heen is b.v. de haven van Antwerpen die voor 1/3 gecontroleerd wordt door Nederlandse bedrijven.

Inzake de bestuursrechtelijke omgeving zei minister Geens van zijn kant dat de gevolgen van de interne markt voor de produktie, distributie en consumptie zich ruimtelijk zullen vertalen in de ontwikkeling van

[pagina 240]
[p. 240]

Europese regionale ontwikkelingspolen die los zullen staan van het bestaan van welke bestuursrechtelijke grenzen dan ook. Wat het Middengebied betreft, onderstreepte Geens dat dit gebied de omvang heeft van een volwaardige Europese grensregio.

Antwerps havenbaron wil druk op Nederland

De verdieping van de Westerschelde en de aanleg van het Baalhoekkanaal moeten zo snel mogelijk aan zwaarwegende Nederlandse belangen worden gekoppeld. Dat is de enige manier om Nederland een betere toegankelijkheid van Antwerpen af te dwingen.

Dat ondubbelzinnige advies aan de Belgische regering is afkomstig van de Antwerpse havenbaron Fernand Huts. In zijn boek ‘Antwerpen moet groter worden’, een toekomstvisie op de Belgische havens, pleit hij voor een keiharde aanpak van Nederland. Volgens Huts knijpt Nederland uit welbegrepen eigenbelang (Rotterdam) de toevoerweg naar Antwerpen steeds verder dicht, en kan België daarop slechts reageren door met gelijke munt terug te betalen. Mogelijkheden daartoe zij er volgens Huts genoeg.

België kan dreigen geen aansluitende wegen te maken voor de nieuwe oeververbinding over de Westerschelde, zodat deze brug/tunnelverbinding figuurlijk in de lucht komt te hangen. Het kan dreigen de verbinding voor de supersnelle trein niet door te trekken. En het kan dwars gaan liggen bij de aanleg van de nieuwe Oost/Westbaan voor het vliegveld Beek.

‘Hoe dan ook, er moet aan de stugge opstelling van Nederland wat worden gedaan,’ aldus Huts, die vooral naar minister Smit-Kroes (Verkeer en Waterstaat) fel uithaalt.

Zij koppelde immers het Belgische verlangen de Westerschelde beter bevaarbaar te maken aan strenge kwaliteitseisen voor het Maas- en Scheldewater.

Huts is algemeen directeur van de Antwerpse Katoen Natie en Seaport Terminals, het op één na grootste bedrijf in de Antwerpse haven.

Alternatief voor Baalhoek

Een gelijkwaardig alternatief voor het Baalhoekkanaal bestaat niet. Dat blijkt uit een

illustratie
Alternatief voor Baalhoekkanaal?


vergelijkende studie uitgevoerd in opdracht van het Belgische Bestuur der Waterwegen, waarin een vervangingsoplossing nader werd bestudeerd. Het alternatief plan heet Ouden Doel, naar de plaats waar het verbindingskanaal met de haven op Linkeroever in de Schelde zou uitmonden. Men zit hier dus volledig op Belgisch grondgebied; weliswaar op de gemeenschappelijke grens, maar toch zonder dat er van Nederland enige toestemming voor de bouw van het kanaal is vereist.

Ter herinnering: het Baalhoekkanaal is volledig op Nederlands grondgebied gesitueerd evenals de zeesluis voor de verbinding met de Westerschelde.

Het project maakt deel uit van de waterverdragen met Nederland die tot hiertoe echter nog steeds geblokkeerd zijn.

De conclusie van de alternatief-studie, uitgevoerd door DOLSO (Dienst Ontwikkeling Linkerschelde-Oever) luidt onomwonden dat het Baalhoekkanaal, zoals destijds in 1970 ontworpen, nog altijd de beste keuze is en dat het project Ouden Doel veel duurder zou zijn in onderhoud en nautisch gezien ongunstig gelegen.

De twee grote bezwaren tegen het alternatief plan voor Baalhoek zijn de driemaal zo hoge jaarlijkse onderhoudskosten en het creëren van een bijzonder druk verkeersknooppunt op de Schelde waardoor op bepaalde ogenblikken zelfs de veiligheid in het gedrang zou kunnen komen. De aanleg zelf zou eerder gunstiger uitvallen.

Geen subsidie: bedrijven in Oost-Brabant naar België

Oostbrabantse bedrijven dreigen naar België te trekken en hun onderneming in Brabant te sluiten als minister De Korte (Economische Zaken) volhoudt dat er geen geld meer is voor nieuwe zogeheten IPR-projecten.

Het gaat om bedrijven in de regio's Tilburg, Helmond, Den Bosch en Oss/Cuijk. In die gebieden profiteren ondernemingen nu van de investeringspremieregeling, die in Brabant alleen voor de regio's geldt.

Minister De Korte, die de IPR wil wijzigen, heeft de Tweede Kamer laten weten dat er geen geld meer is voor nieuwe aanvragen.

Oostbrabantse bedrijven die nog van de IPR wilden profiteren, dreigen daar nu dus naast te pakken.

België lokt met lage grondprijzen en belastingfaciliteiten Brabantse ondernemingen.

[pagina 241]
[p. 241]

Volgens een woordvoerder van de provincie gaat het hier om enkele, uitsluitend Oostbrabantse ondernemingen. ‘In West-Brabant speelt dit niet’, aldus de woordvoerder.

Gedeputeerde Staten (GS) van Brabant, die door de mededeling van de minister onaangenaam zijn verrast, hebben minister De Korte om extra geld gevraagd om de concurrentiepositie van de provincie ten opzichte van België te handhaven.

VVO en Benelux

Het Verbond van het Vlaams Overheidspersoneel (VVO) protesteerde in juni 1988 tegen de houding van PS-voorzitter Spitaels, die zich verzette tegen de voorgenomen samenwerking tussen Sabena en KLM om louter communautaire redenen. VVO verwees naar de overname van de Société Générale door Franse aandeelhouders en beklemtoonde dat er reeds lang een hechte unie bestaat tussen de Beneluxlanden. De goede werking van Benelux wordt echter systematisch tegengehouden door de Franstaligen, aldus VVO. Nochtans is een volledige economisch-monetaire unie tussen de Lage Landen aan de zee volgens VVO een dringende noodzaak.

Konsumenten Kontakt prijst Belgische melk

Toen de minimumprijs voor verse melk in Nederland op 22 augustus met 3 cent per liter omhoog ging kwam er heftig protest, o.m. van Konsumenten Kontakt. Deze consumentenorganisatie raadde de Nederlanders aan Belgische i.p.v. Nederlandse melk te kopen. In de praktijk wordt in Nederland weinig verse Belgische melk aangeboden, wel gesteriliseerde. De winkelketen Konmar vormt daarop een uitzondering. ‘Maar’, meldde NRC, ‘bij de kwaliteitscontrole is iedereen alert. Als ze ook maar iets zouden vinden, zouden ze de melk graag terugsturen’.

Nederlands aardgas in België goedkoper

Nederlandse bedrijven betalen voor Nederlands aardgas vaak meer dan hun concurrenten in België. De prijsverschillen lopen op tot meer dan 2,5 cent per kubieke meter. De Nederlandse industrie is hierover zeer ontevreden en protesteerde bij de Nederlandse Gasunie, leverancier van het aardgas.

Het prijsverschil bleek uit een vergelijkend onderzoek naar gasprijzen in Nederland en België, uitgevoerd door het Sige (Samenwerkingsverband industriële grootafnemers van energie). Gasunie onderhandelt reeds geruime tijd met het Belgische Distrigaz om een hogere prijs los te krijgen. Echter zonder resultaat. Gasunie wijst er wel op dat internationale vergelijkingen zeer moeilijk zijn, maar Sige blijft erbij dat de Nederlandse afnemers een gezamenlijk concurrentienadeel lijden van enkele tientallen miljoenen gulden.

Zeeman in Putte

In Putte bij Mechelen werd onlangs in alle brievenbussen een reclamefolder van de Nederlandse textielwinkels Zeeman gedeponeerd. De prijzen op de folder staan weliswaar allemaal in gulden vermeld, maar op de eerste bladzijde van het drukwerk werd een klever aangebracht met de tekst: ‘Ook Zeeman rekent om tegen de beste koers!’ Gaat deze Nederlandse groep werkelijk zo ver in Vlaanderen folders verspreiden, of waren ze eigenlijk voor het andere Putte bedoeld (er is namelijk ook een Putte bij de Nederlandse grens)?

Hormonen in rundvlees

Half september drong de Nederlandse Consumentenbond er bij minister Braks voor Landbouw en Visserij op aan een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid van synthetisch geproduceerde hormonen in Belgisch rundvlees. Intussen, vond de bond, diende de import van rundvlees uit België onmiddellijk gestaakt. Aanleiding hiertoe was de bevinding van het Gents stadslaboratorium dat 53% van het onderzochte rundvlees synthetische hormonen bevatte.

Beurs

Om beter te kunnen meespelen in de Europese concurrentieslag om de beleggingsgelden, sloot de Brusselse beurs in augustus 1988 een akkoord af met de in Amsterdam gevestigde Europese optiebeurs EOE. Gezamenlijk willen ze een nieuwe optiebeurs oprichten.

Investeringen in grensstreek

Toen DMS anderhalf jaar geleden besloot een grote investering te doen in het Belgische Genk en door liet schemeren dat de investeringsprikkels in België daarbij een belangrijke rol hadden gespeeld, ontstond in Limburg enige commotie.

Soortgelijke onrust was eerder ook al ontstaan rond KNP, die in 1985 besloot een nieuwe papierfabriek enige kilometers over de Belgische grens in Lanaken te vestigen. Ook Brabantse bedrijven, waaronder Volvo Car en Philips, hadden aanzienlijke investeringen in België gedaan.

In februari 1987 moest minister De Korte van Economische Zaken in de Kamer vragen van verontruste kamerleden beantwoorden. Hij trachtte de Kamer gerust te stellen: op sommige punten had België meer te bieden, op andere Nederland. Over het geheel genomen was er geen sprake van ongelijke concurrentie. Om aan alle onzekerheid echter een einde te maken besloot De Korte om een extern bureau een onderzoek te laten instellen. Voor veel geld werd het Brusselse onderzoeksbureau Plant Location International ingehuurd. De resultaten van het onderzoek liggen inmiddels bij Economische Zaken, maar zijn nog niet openbaar.

Voor Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant ligt de zaak heel duidelijk. In een brief aan minister De Korte van 3 februari 1988 wijst commissaris van de koningin mr. F. Houben op de felle concurrentie die Brabant vanuit Noord-België ondervindt: ‘De vestigingsvoordelen van België trekken steeds meer bedrijven uit Zuid-Nederland over de grens.’

In de bijlage bij de brief volgt een overzicht van faciliteiten die in Belgisch voordeel uitvallen. De grondprijzen variëren in Brabant van f 20 tot / 50 per vierkante meter. In België liggen de prijzen tussen f 9 en / 15. De Vlaamse overheid subsidieert 50% van de kosten voor omscholing van personeel, in Nederland is dat in ieder geval minder. In Vlaanderen kunnen bedrijven voor de ontwikkelingskosten van een nieuw produkt een renteloos krediet krijgen, terwijl in Nederland de overheid niet verder gaat dan een krediet van 40% waarop 5% rente betaald moet worden. In grote delen van Vlaanderen kunnen bedrijven 21% van hun investeringen door middel

[pagina 242]
[p. 242]

van een rentesubsidie of kapitaalpremie terugkrijgen. De Nederlandse tegenhanger, de IPR, geldt in Brabant nog slechts voor Helmond. Ten slotte wordt in de bijlage gewezen op een aantal fiscale faciliteiten in België, zoals mogelijkheden voor versnelde afschrijving en vrijstelling van onroerendgoedbelasting.

De lijst zou zelfs nog uitgebreid kunnen worden. In Nederland is kort geleden de WIR afgeschaft, terwijl België nog steeds een algemene investeringsaftrek kent.

Belgisch-Limburg is bovendien nog een apart geval: om de gevolgen van de mijnsluitingen op te vangen, werd een reconversieplan opgesteld, met de hoogste investeringsfaciliteiten die de EG toestaat. Tot zover het Financieel Dagblad, dat dit verhaal bracht.

Rotterdam-Antwerpen

Rotterdam moet met Antwerpen gaan praten om de gezamenlijke positie van beide havens in het Europa van morgen veilig te stellen en te versterken. Dat is de visie van mr. R. de Bok, voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel. Hij wijst op de mogelijkheden van één economische regio met Brabant en Antwerpen.

Heineken uit Belgische kroegen

De Nederlandse brouwerij Heineken wil niet langer investeren in de huur en uitrusting van Belgische cafés, die dan contractueel haar bier moeten afnemen. (Deze ‘verplichte’ cafés zijn in België courant). Omdat Heineken in België alleen pils aan de man brengt, is het sop de kolen niet langer waard. Van de circa 600 cafés waar Heineken een contract mee had, werden twee-derde overgenomen door de brouwerij Maes, die ook 7 personeelsleden overneemt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken