Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 94 (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 94
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 94Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 94

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 94

(1990)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 130]
[p. 130]

Grensoverschrijdende activiteiten

IJzeren Rijn

De Europarlementariërs Cornelissen (Ned.) en Pinxten (Vl.) voorzien tot het jaar 2000 zeker 25% toename van het goederenvervoer. Het openen van de Kanaaltunnel en de liberalisering in Oosteuropa spelen daarbij een grote rol.

Op deze Oost-West-as ligt de zgn. IJzeren Rijn, de spoorverbinding van 174 km lengte van Antwerpen over Herentals en Weert naar het Ruhrgebied die, indien gemoderniseerd, de gebruikelijke route over Visé en Aken met 50 km zou bekorten. De drielandenroute zou operationeel moeten worden gemaakt.

Flitstreintracé

De ministers van Verkeer van Nederland en België, mevrouw Maij-Weggen en Dehaene hebben, samen met het provinciaal bestuur, overeenstemming bereikt over een nieuw tracé voor de super snelle trein (SST) van Antwerpen naar Rotterdam. In Vlaanderen volgt het tracé vooral de bestaande lijn, om vervolgens ten westen van Roosendaal als nieuw tracé langs de autoweg A17 en het Markvlietkanaal noordwaarts te gaan. De snelheid zou tot 200 km/u kunnen bedragen. Vorige varianten waren of voor Vlaanderen, of voor Nederland onaanvaardbaar. De Brabantse milieu-federatie blijft evenwel tegenstander van een nieuw tracé.

Politiehulp

Op goede vrijdag was er in Venlo Duitse politie uit Viersen te zien. Vijf politiemensen uit deze naburige Duitse stad stonden de Nederlandse politie bij om de jaarlijkse Duitse invasie in Venlo in goede banen te leiden. Het ligt in de bedoeling deze hulp regelmatig te aanvaarden. De grenzen vervagen en de grensgebieden lopen meer en meer in elkaar over.

Nieuw Deltaplan

De directeur van de Rijkswaterstaat in Zeeland, ir. H. Engel, sprak tijdens het symposium ‘Een Schelde zonder grenzen’ begin mei als zijn mening uit dat Nederland en België een nieuw Deltaplan moeten ontwerpen om het Scheldestroomgebied te herstructureren. Dit zou in het kielzog van de befaamde ‘waterverdragen’ door middel van overleg in een Nederlands-Belgische Scheldecommissie geregeld moeten worden.

Verzekeringen

De derde levensverzekeringsmaatschappij naar grootte in België, de Algemene Spaar- en Lijfrentekas ASLK heeft een belang van 33% verworven in de Nederlandse Nuts Levensverzekering van 1848. De andere aandeelhouders zijn de Nuts Verzekeringen Groep en de Nutsspaarbank.

Euregio Rotterdam-Antwerpen

Het beeld van de havens van Rotterdam en Antwerpen als twee concurrenten die elkaar het licht niet in de ogen gunnen is achterhaald. In werkelijkheid vullen wereldhavens elkaar op veel terreinen zo goed aan, dat bij zeer nauwe samenwerking een unieke regio zou ontstaan, die in economisch opzicht onverslaanbaar mag worden genoemd. Woorden van de secretaris-generaal van het ministerie van VROM, prof. drs. W. Lemstra, in zijn lezing voor het symposium ‘Rotterdam: stad en haven, samen sterker in de Delta’, dat op 25 april in Rotterdam werd gehouden. Hij schetste het belang van de vorming van wat wel de ‘Euroregio Rotterdam-Antwerpen’ wordt genoemd, en waarschuwde voor de kwalijke gevolgen van volharding in de onderlinge wedijver.

Zijn lezing staat afgedrukt in de Nederlandse Staatscourant nr. 81 van 26 april 1990. De inhoud ervan is andermaal een illustratie van het feit hoezeer Nederland en Vlaanderen, ook op economisch en handelsgebied, op elkaar zijn aangewezen.

Zomercursus Nederlands

De Rijksuniversiteit Limburg houdt van 9 tot 20 juli een zomercursus Nederlandse taal en cultuur. De cursus is een onderdeel van een gezamenlijk initiatief van de universiteiten van Aken, Luik en Maastricht, de zogenaamde Alma-groep.

Alle drie de universiteiten organiseren een zomercursus in de Duitse, Franse en Nederlandse taal en cultuur voor elkaars studenten.

Vlaanderen en de Duitstalige gemeenschap

De voorzitter van de Vlaamse Raad (parlement), de heer L. Vanvelthoven, verklaarde tijdens een bijeenkomst van de Nederlandstalige kring in Eupen ter viering van het 15-jarig bestaan, dat het samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Duitstalige Gemeenschap in België herzien zal worden. Voornaamste doel daarvan is om op onderwijsgebied tot grotere samenwerking te komen. De bijeenkomst werd bijgewoond door de burgemeester van Eupen, de voorzitter van de Duitse Raad en de honorair consul-generaal van Nederland.

[pagina 131]
[p. 131]

Natuurbehoud

Overheid

De Vlaamse Gemeenschapsminister voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Landinrichting T. Kelchtermans heeft in een beleidsbrief aan de Vlaamse Raad (parlement) zijn plannen ontvouwd ten aanzien van grensoverschrijdende natuurgebieden.

Wat betreft de grens met Nederland staat een reeks projecten op het getouw in het kader van de Benelux-overeenkomst betreffende natuurbehoud en landschapsbescherming. Er zal op korte termijn harmonisatie worden ingeleid van de beleidsuitgangspunten en instrumenten voor de betrokken grensoverschrijdende gebieden.

 

Per gebied zal een gecoördineerd beheersplan worden opgesteld, waarin o.a. op elkaar afgestemde programma's voor het beheer en de bescherming van de gebieden uitgewerkt worden. In die gebieden zal in elk geval een versterkt aankoopbeleid opgezet worden en bescherming gelden in de vorm van een reservaatsvorming. Er wordt een protocol opgezet rond onderlinge kennisgeving en overleg over nieuwe maatregelen en ontwikkelingen in het gebied. Er zullen gezamenlijke onderzoeksprogramma's worden opgestart.

Particulier

De Nederlandse Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten heeft aan de Belgische Natuur- en Vogelreservaten BNVR een lening verstrekt van ruim twee miljoen frank voor de aankoop van een gedeelte van het nabij Bergeijk gelegen natuurgebied het Hageven. Dit terrein grenst onmiddellijk aan het natuurgebied De Plateaux, eigendom van Natuurmonumenten. Door het verstrekken van de lening kan door de beoogde aankoop een grensoverschrijdend natuurgebied worden beschermd en op juiste wijze worden beheerd.

Nabuurtoerisme België - Nederland

Uit cijfers verstrekt door het Vlaams Commissariaat-Generaal voor Toerisme en het Nederlands Bureau voor Toerisme blijkt dat:

1. Wat het Nederlands toerisme naar België betreft:

a)Nederland staat, globaal gezien, op kop voor West-Duitsland en Frankrijk op gebied van aantal overnachtingen. Deze stegen van 1985 tot 1986 met 13%.
b)België is de eerste buitenlandse bestemming voor de korte vakanties (2 à 3 dagen)
c)België komt op de derde plaats (14%) na Frankrijk (18%) en West-Duitsland (18%) wat de lange vakanties (minimum 4 dagen) betreft.
d)71,6% van de Nederlanders gaat naar Vlaanderen, 24,1% naar Wallonië en 4,2% naar Brussel.

2. Wat het Belgisch toerisme naar Nederland betreft:

a)Nederland komt op de derde plaats na Frankrijk en West-Duitsland voor de korte vakanties.
b)Voor de dagtochten is de helft ervan op Nederland gericht.
c)Voor de lange vakanties staat Nederland op de tiende plaats (slechts 1,4% van alle genomen vakanties).
d)Ongeveer 2/3 van de Belgische toeristen komt uit Vlaanderen en 1/3 uit Franstalig België.

 

Uit deze gegevens klinkt op het eerste gehoor een optimistisch geluid, ware daar niet de weinig benijdenswaardige tiende plaats (ongeveer 1.616.000 overnachtingen van België) op de Nederlandse rangschikkingslijst der lange vakanties die namelijk schril afsteekt tegen de derde plaats (4.070.000 overnachtingen) ingenomen door Nederland op de Belgische rangschikkingslijst.

 

In ‘Raptimwereld’, magazine van de reisorganisatie Raptim-België van maart 1990 analyseert J. Pauwels deze cijfers. Hij komt tot de volgende conclusies:

 

1.de toeristische liefdesverhouding Noord-Zuid verloopt onevenwichtig. Noord houdt meer van Zuid dan Zuid van Noord.
2.de grote regio België-Nederland wordt door de inwoners ervan nog niet als een toeristische eenheidsruimte ervaren.

 

De oorzaken van deze onevenwichtige toestand zijn onmiskenbaar:

 

1.de natuurlijke toeristische ‘trek naar de zon’ die loopt van Noord naar Zuid en waaraan het nabuurtoerisme België-Nederland zeker niet ontsnapt;
2.meerdere psychologische elementen en vooroordelen die door Karel De Meulemeester een paar jaar geleden haarfijn werden geanalyseerd: het koppig verstard beeld van de Belg over de Noorderbuur alsmede over de merkwaardige sporen en getuigenissen die men er (vooral in Amsterdam) aantreft in verband met de gemeenschappelijke geschiedenis.

Vlaams Holland

Met dit laatste raken wij meteen aan een lang verhaal dat meerdere historische periodes dekt. De boeiendste en in Vlaanderen te weinig bekende periode is die van 1572-1630, toen een geweldige exodus van circa 150.000 mensen uit de Zuidelijke Nederlanden (10% van de toenmalige bevolking) om socioekonomische maar bovenal om

[pagina 132]
[p. 132]

godsdienstige redenen (de Spaanse Inquisitie) naarde Noordelijke Nederlanden uitweken vooral na 1585, toen de Antwerpse burgemeester Marnix van Sint-Aldegonde de stad aan de Spaanse belegeraars moest overgeven. Marnix van Sint-Aldegonde zou later een lofzang schrijven gericht tot ‘den verstrooiden Nederlandsen gemeinten die uyt hare vaderland moeten wijken’. Zijn lijfspreuk ‘Repos ailleurs’ heeft thans een zeer aktuele toeristische betekenis.

De uitwijking was zo groot (‘...is in Vlaender sulck een jammerlijck vluchten geweest...’) dat de bevolking van Antwerpen herleid werd tot de helft, die van Brugge en Gent daalde met een derde. In 1622 was de bevolking van Leiden voor 67% afkomstig uit het Zuiden, die van Amsterdam voor 33%, die van Gouda voor 34%... Noord-Nederland was ‘... een herberghe gheworden voor alle verjaeghde ende verdreven lieden’.

De uitwijkelingen die vooral uit Vlaanderen en Brabant kwamen droegen belangrijk bij tot de glorierijke zeventiende ‘Gouden Eeuw’ van de nieuwe Republiek, de ‘uitverkoren natie van de Nederkinderen’ die gedurende enkele decennia, op politiek, ekonomisch en kultureel vlak een der topnaties is geweest in de wereld. Onze uitwijkelingen speelden een aanzienlijke rol op diverse terreinen: ekonomisch (aanbreng van kapitaal, kennis en relaties), artistiek (beeldhouwkunst en schilderkunst), architekturaal en bouwkundig, wetenschappelijk, taal- en letterkundig, godsdienstig (de Gomaristen of Calvinistische ultra's). Ook in de geweldige overzeese expansie en het verzekeringswezen speelden de immigranten een grote rol. Joost van den Vondel, de Prins der Nederlandse Letteren en Constantyn Huygens werden uit Vlaamse ouders geboren. Simon Stevin, wis- en natuurkundige, was leermeester van Maurits van Nassau, Carel van Mander schreef het ‘Schilder-boeck’, Plancius (Plaetevoet) was een bekend geograaf en navigatiedeskundige, Rembert Dodoens schreef zijn ‘Cruyden Boeck’, Frans Hals, de grote virtuoze kunstschilder leidde zijn zeven zonen op tot hetzelfde beroep, Willem Usselinckx was de geestelijke vader van de beroemde West-Indische Compagnie, Pieter van den Broecke, Arnold en Willem de Vlamingh verrichten reuzewerk overzee... De rij kan worden voortgezet.

 

Van alle Hollandse steden profiteerde Amsterdam evenwel het meest van de Vlaamse en Brabantse inbreng waaronder vele kooplieden, bankiers en diamantbewerkers die mede de start hebben gegeven die Amsterdam tot middelpunt van de wereldhandel maakte. In die tijd moeten in de meeste Amsterdamse straten talrijke Vlaamse en Brabantse families hebben gewoond.

Deze globale inbreng in de Gouden Eeuw werd door Karel Jonckheere op de volgende kernachtige manier beschreven: Het is de grootste intellectuele bloedaftapping die Vlaanderen ooit heeft ondergaan, en betekende een sterke geestelijke transfusie voor het Noorden. Het waren niet de minsten, wel de interessantsten met een persoonlijke overtuiging, betrekkelijk of sterk ontwikkelden, kortom het kruim van het volk. Nooit was de kulturele integratie Noord-Zuid zo groot, maar uitsluitend op Noord-Nederlands grondgebied. Vlamingen en Brabanders brachten hun zeden en beschaving mee, hun vlijt en energie.

 

*

Euregio coördineert

De verschillende grensoverschrijdende zgn. Euregio's vestigen hun gezamenlijk coördinatiecentrum bij de oudste Euregio aan de Nederlands-Duitse grens, de Euregio voor het gebied tussen Rijn, Eems en IJssel.

De Euregioraad meldde dit tijdens haar bijeenkomst op 11 mei in Hengelo.

De Europese Commissie te Brussel zal de komende drie jaar ongeveer 2,5 miljoen gulden beschikbaar stellen.

 

Euregio gaat via het centrum aan de hand van de eigen ervaringen met grensoverschrijdende activiteiten andere grensgebieden helpen bij het uitvoeren van projecten. Vooral regio's in het zuiden van Europa, zoals die in Portugal en Spanje, kunnen daar baat bij hebben, omdat die nog nauwelijks grensoverschrijdende samenwerking kennen. Dat het coördinatiecentrum bij deze Euregio komt is een erkenning voor het baanbrekende werk dat deze organisatie doet.

 

Om het sociaal-economisch actieplan naar behoren te kunnen uitvoeren, wil Euregio haar eigen apparaat uitbreiden. Tot en met 1993 is hiervoor een bedrag van circa 4,5 miljoen gulden nodig.

Noordrijnland-Westfalen is bereid 3,3 miljoen gulden bij te dragen. Het resterende geld moet onder andere uit de regio zelf komen. De leiding van Euregio is optimistisch over de haalbaarheid van het project. Hierdoor wordt het mogelijk ongeveer dertig vaste arbeidsplaatsen te creëren en het gebouw van Euregio in het Duitse Gronau uit te breiden. Bij Euregio zijn 99 Duitse en Nederlandse gemeenten aangesloten. Ook provincies en Kreisen maken er deel van uit.

[pagina 133]
[p. 133]


illustratie



illustratie



illustratie



illustratie



illustratie

Nederlands-Vlaamse tweelingsteden

Vorig jaar bereikte het ANV een voorstel van de heer Palmer Ruysschaert uit Brugge om te bemiddelen bij verbroedering - zo u wilt verzustering - van Nederlandse en Vlaamse gemeenten.

Dit voorstel werd gaarne aanvaard.

In het éénwordingsproces dat zich in Europa voltrekt, acht het ANV het van groot belang, dat de in omvang kleinere culturen zoals de onze, de grotere met onbevangenheid tegemoet kunnen treden.

Contacten tussen Vlaamse en Nederlandse gemeenten kunnen daartoe een positieve bijdrage leveren.

De gemeenschappelijke taal vormt een extra stimulans om de inwoners daarbij te betrekken.

 

In Vlaanderen werden 327 gemeenten aangeschreven, in Nederland, waar de aktie zich beperkte tot de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg vielen 228 brieven in de gemeentelijke brievenbussen.

Uit Vlaanderen en uit Nederland werd een gelijk aantal reacties (175) ontvangen. Op zichzelf al een boeiend gezicht al die verschillende gemeentewapens in diverse kleuren.

Gekleurd was soms ook de inhoud van de brieven. Sympathiek, negatief, koel en dan vooral ambtelijk. Financiële problemen geven vaak de doorslag bij een afwijzende beslissing.

Sommige gemeenten uit het Brusselse gewest staan huiverig tegenover een relatie met een Nederlandse partner. Andere meldden dat zij reeds gejumeleerd zijn met Nederland resp. Vlaanderen.

De bestaande relaties blijken gefundeerd te zijn op de meest uiteenlopende gronden, zoals historische banden, de betrekkelijk korte afstand, gelijksoortigheid (Zaventem zoekt contact met Haarlemmermeer - Schiphol -) en op persoonlijke interesse van bestuurders.

Ook eenzelfde gemeentewapen, zoals dat van Oostkamp in West-Vlaanderen en Bergen in Noord-Holland kan tot ‘iets moois’ leiden.

Veelal worden de eerste contacten door de gemeentebesturen tot stand gebracht. Bij het onderhouden daarvan treedt het bestuur dan stimulerend en coördinerend op, vaak bijgestaan door een team van vrijwilligers.

Programma's waarbij de bevolking is betrokken bestaan vooral uit culturele en sportieve ontmoetingen. Enthousiasme, een voldoende aantal deelnemers, maar ook financiële armslag zijn de motoren die de verbroedering in stand houden.

Reimerswaal in Zuid Beveland wenst geen jumelage aan te gaan met welke gemeente dan ook. Mocht het toch zover komen dan gaan de gedachten in de eerste plaats niet uit naar Vlaanderen. Mogelijk brengt hier de Scheldetunnel uitkomst.

Oss ontwikkelde initiatieven op dit gebied, maar gebrek aan belangstelling bij de bevolking weerhoudt de gemeente van een nieuwe poging. Bovendien speelt het kostenaspect een rol.

In Limburg geeft de toekomstige herindeling van gemeenten soms de - negatieve - doorslag. Particuliere intiatieven worden vaak ondersteund.

Susteren plaatste het ANV op de lijst van subsidieaanvragers. Een telefoontje bracht geen verbetering. Onlangs ontvingen wij de officiële afwijzing met zeven bijlagen.

St. Oedenrode vond de aktie zo vermakelijk dat men ons de voorwaarden voor het deelnemen aan de zomerkermis toezond.

Vlissingen keek over Vlaanderen heen naar Ambon en Taganrog in de Sovjet Unie.

Sas van Gent wil geen jumelage met Vlaanderen aangaan, maar had een goed excuus. De gemeente is met Belle in Frans-Vlaanderen verbroederd.

Beringen heeft contact met vier andere gemeenten met dezelfde naam waaronder Helden/Beringe in Nederland. ‘De vriendschap bevorderen door verbroedering en aldus bij te dragen tot het behoud van de vrede in Europa’ liggen aan deze contacten ten grondslag.

Hulst en Baarle-Nassau gaan het verst in hun contacten met Vlaanderen. Niet alleen op cultureel gebied, maar ook samenwerking tussen de gemeentelijke diensten behoort daar tot de normaalste zaak. Het gemeentebestuur van Hontenisse tenslotte onderbouwt zijn verzustering met Stekene als volgt: ‘Door de contacten een officiëel karakter te geven wordt een bijdrage geleverd aan het streven naar samenwerking tussen de Europese volkeren in het algemeen en die tussen Nederlandse en Vlaamse gemeenten in het bijzonder.’

De aktie is nog niet afgesloten. In Vlaanderen zijn 31 gemeenten in beginsel bereid te jumeleren, zij het dat sommige een voorbehoud maken. In Nederland zijn 12 gemeenten in t.w. Zeeland, Noord-Brabant en Limburg belangstellend. Sommige gemeentebesturen beraden zich nog over een standpunt.

Dit lijkt een mager resultaat, maar uit de verkregen informatie blijkt dat ruim 160 gemeenten, in Nederland en Vlaanderen, contacten met elkaar onderhouden.

De 43 gemeenten die interesse toonden ontvingen een opgave van de positieve reacties van over de grens met zo uitgebreid mogelijke inlichtingen over ligging, grootte en karakter van de plaats. Over het uiteindelijke resultaat valt nog niets te melden. In een later stadium wordt bezien of de overige Nederlandse provincies eveneens worden benaderd.

E. Van Esbroeck

J. van Hoorn

[pagina 134]
[p. 134]

Het Europa van de regio's

Op 24 en 25 april werd te Brussel op uitnodiging van de voorzitter van de Vlaamse regering Gaston Geens de tweede conferentie van Europese regio's gehouden.

Vertegenwoordigers van autonome of semi-autonome gebieden zoals Beieren, Catalonië of Vlaanderen, 36 in totaal, vergaderden rondom de centrale wens dat een uiteindelijke Europese politieke unie federaal gestructureerd behoort te zijn. Er worden drie bestuursniveaus onderscheiden: de Europese unie, de lidstaten en de gewesten. De gewesten dienen eigen wetgevende en uitvoerende organen te bezitten, alsmede wel-afgebakende bevoegdheden, zoals op het gebied van regionale economie, ruimtelijke ordening, leefmilieu en vooral op het terrein van taal, cultuur en onderwijs. De gewesten vragen inspraak in het Europese besluitvormingsproces, zeker wanneer het de gewestelijke bevoegdheden betreft. Voorts zouden in dat geval nationale ministers hun stemrecht in de Europese ministerraad moeten kunnen delegeren aan regionale ministers.

Al deze gedachten, wensen en aanbevelingen zijn vastgelegd in een slotresolutie die aan de nationale regeringen en de Europese organen wordt aangeboden. Europese economische eenwording brengt, zeker voor andere onderwerpen, regionalisatie met zich mee.

 

‘Het federalisme mag niet geofferd worden op het altaar van het Europees centralisme’, aldus de Beierse minister-president Streibl. Voorzitter Gaston Geens verklaarde tijdens de persconferentie dat de slotresolutie zonder moeilijkheden werd aanvaard en dat op de ingeslagen weg zal worden voortgegaan. De derde conferentie zal op uitnodiging van de voorzitter van het autonome gewest Trentino-Alto Adige op 24 en 25 oktober in Italië worden gehouden. Dan zullen de bestuurlijke aspecten van het regionalisme nader worden behandeld. Vallen regio's of gewesten alleen binnen een staat, of kunnen ook grensoverschrijdende regio's, zoals het Nederlandse taalgebied, tot Europese regio uitgroeien? Met de Nederlandse Taalunie is daartoe in ieder geval reeds een aanzet gegeven.

Eurofed

Zoals de EG-organen te Brussel dat deel van de Nederlanden markeren dat met de naam België wordt aangeduid, zo poogde Nederland zijn hoofdstad Amsterdam als vestigingsplaats voor de ontwikkelingsbank voor Oost-Europa aanvaard te krijgen. Dit is mislukt. Ook de kandidatuur van oud-minister van Financiën Ruding schoot te kort, zoals eerder het presidentschap van het IMF aan hem - Nederland - voorbij ging. Ondanks alle inspanning ontbeerde het Nederlandse beleid een vaste lijn gebaseerd op het zoeken, vinden en vasthouden van bondgenoten in de Europese arena. Vlaanderen, België en de Benelux dienen niet incidenteel van stal te worden gehaald om gewicht in de schaal te leggen. Bovendien dient Vlaanderen niet voor het hoofd te worden gestoten, waarvoor de Nederlandse minister van Cultuur terzelfdertijd zorgde (zie ‘Wel beschouwd’ blz. 97).

Een nieuwe kans voor het verwerven van steun voor een Nederlandse kandidatuur doet zich nu andermaal ten aanzien van Amsterdam voor. De stad stelt zich kandidaat als vestigingsplaats voor de centrale EG-bank ‘Eurofed’.

Amsterdam voert tegelijkertijd campagne onder het motto ‘Amsterdam financieel centrum’. Burgemeester Van Thijn is inmiddels in Brussel op bezoek geweest bij Europees commissaris voor Regionale Zaken Bruce Millan. Zou hij ook aan Vlaanderen, België en de Benelux gedacht hebben? Zoals de Antwerpse journalist Paul Belien op 11 mei in de NRC-Handelsblad schreef: ‘Intussen ondervindt het officiële Nederland eens te meer de nadelen van het feit dat het in Europa liever op z'n eentje aanmoddert dan een gezamenlijke strategie uit te werken met de andere Westeuropese kleintjes, België en Luxemburg’.

Kijkgedrag

De NOS en de BRT hebben een eerste gezamenlijk kijkersonderzoek laten uitvoeren. Hieruit kwam naar voren dat Nederlanders verhoudingsgewijs meer naar tv-programma's van de BRT kijken dan Vlamingen naar de drie Nederlandse netten.

Binnenkort beginnen de NOS en BRT, die dezelfde onderzoeksmethode laten hanteren, met een driemaandelijkse rapportage over het kijken naar elkaars tv-zenders.

Van alle kijkers naar BRT 1 (gemiddeld 810.000 in maart) bestond 88% uit Vlamingen en 12% uit Nederlanders. Voor BRT 2 waren die percentages respectievelijk 72 en 28. Het totale publiek voor de programma's van Nederland 1, 2 en 3 bestond gemiddeld voor 93% uit Nederlanders en voor 7% uit Vlamingen. Onverdeeld trok Nederland 2 de meeste Vlaamse kijkers (9%), gevolgd door Nederland 1 (7%) en Nederland 3 (3%). Wanneer naar specifieke programma's wordt gekeken, die in maart zijn uitgezonden, blijkt dat de Vlamingen vooral gek zijn op ‘Banana split’ (TROS). Van het totale publiek was 20% Vlaming.

Nederlanders keken in groten getale naar de BRT 2-serie ‘Sons and

[pagina 135]
[p. 135]

Daughters’. Zij maakten 36% uit van het totale aantal kijkers in het Nederlandse taalgebied.

Het 8-uur Journaal op Ned. 2 en 3 trok in maart gemiddeld 2 miljoen kijkers, 4% kwam uit Vlaanderen. Het publiek van het BRT-Journaal (1 miljoen kijkers) daarentegen bestond voor 11 % uit Nederlanders.

RTL Véronique en VTM zijn niet in het onderzoek betrokken, omdat zij (nog) niet in beide landen kunnen worden ontvangen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken